Dagblad voor Schiedam en Omstreken. tescliiüil «er KoÉp. Leve Leo-Petrus -5ste Jaarit. Zondag 29 Juni 1902 So. 7335. ÜSTE BLAD. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. iELE BERICHTEN. i~'6 r!29is' i o.tic ennisgevin£:. eituisgeving. >o l9to#etll8 Tnte^' dat door den ^aad di®r Hi4'11, Kennisgeving. Kostelooze Inenting en Herinënting tegen pokken. Schiedam, den 28 Juni 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. ^ettilletoa. 5) Hier "BUS Tiï DIT BLAD '°or Serusaam per 2 maanden w p«r pos* aoor censei Nederland ^•cnasriiike Nummers PBIJS USB A D T K B T B FI g H Alke gewone reuei meer-011' Voor hernaaide piaatang worden biiiijke ovareeucorastar iansegaan. l^üau KtSTïR EN Wethouders van 1 (?cu e* °Peab*re tennis, dat met ingang van ia ,1 t,c0 ,n Ue betrekking van torenwaciiter wordt r 8»ntcei,t at ai®d»n voor de telephoon-verbinding biti vtrbail(1 e Bacbtdienat zal worden ingevoerd. ki«'» ttlle jjj i noodigen zij de ingezetenen 'e u ,aA br aaWerkinS te verlecnen om bij ontdek- ^'tnh1"""1 nem enZ' sPoedl6 krachtige maatregelen Per "net 2p u door lniil<:u «j eau het plaatselijk PelitiShoon Jt"aage8loten daarvau "ogenblikkelijk *ebnie' e° ind te geven aan bet bureau van (je 'e gev 'ett telephoniach niet zijn aangesloten, •^at, *(">ingen[ivop een Jer volgende plaatsen: >Ui„J i'-ld v Vau den Burgemeester aan de Lange ie b"an \u^ de Wethouders respectievelijk aan de ^ciie'""lae/ri'1 a®' aaa be Korte Haven no. 3, aau 3 8°' 'O a"\ n°" d eu vaa dea Secretaris aau de Kt'c det kLt Ga,fab"ek aan het Slop Gasfabriek J*^aVeuT,, °°r Vau be Gemeente-remigiug aan den Ha»e Buit'J', ao' d69> be' Gymnastieklokaal aan 'avenweg no. 7, de woning van den Ve. e*arin," aau be Hoofdstraat no. i3, het Hnis "'li». hn j'" de Schoolstraat no. 12, het Politie- -■.y, d uu. iz, net roniie- "b. 4c<Utf e Hoofdstraatde woning van den ?e"ten Won,U„ bet aPuik#n"al aau deu Sluisweg A aas ri 'Qg Van deu Birecteur der Gemeeute- ^an^eQasdij/cje '^'slvezt no. 49, de Watertoren aan betitel' 3 en bet Ziekenhuis aan den s ao- 16t U a m' dutu 1902. 3'er en Wethouders voornoemd VERSTEEG. De Secretaris WIJTEMA. en Wethouders van ke 4 1Svbsto*lJne vergaderiDg vau 17 Juni Vgr, g6st®ld da volgende verordening DOENING tot wijziging der Q herordening op het njden te Schiedam. (Gem TaQ de Verordening op het rijden •Afmars eenteblad 18113 no. 3) wordt gelezen *d da WVeïff's k7.//',a'IV0et,a te rijden is, behalve op de '"'n At esti Wtslvesl, Lange Nieuwstraat Venfeg, verboden". b. Art. 45 al. 2 wordt gelezen als volgt no" in TnU, de artt 2' 7' S> 9> 10> G, 12, 14, 15, 18, 20, 21, 22, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 32, ö3, SS en 41 alsmede van het krachtens art. 13 door Bur gemeester en Wethouders bepaalde, met een geldboete van ten hoogste drie gulden. Aldus gedaau ter openbare vergadering van den Gemeenteraad van Schiedam, den 17den Juni 1902. VERSTEEG, Voorzitter. WIJTEMA, Secretaris. Zijnde deze verordening aan de Gedepu teerde Staten van Zuid Holland volgens hun bericht van den Juni 1902, B no. 520 (2e afd.) G. S, no. 39 in afschrift mede- gedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 28sten Juni 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, WIJTEMA. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op art. 18 der wet van den 4den December 1872 (Staatsblad no. 134) tol voorziening tegen besmettelijke ziekten'; Brengen bij deze ter kennis van de inge zetenen, dat ten huize van den heer N. F. Elzevier Dom, aan de Lange Haven no. 98, gemeente-geneesheer, alhier, op de gewone spreekuren, driemaandelijks en wel op den eersten Dinsdag van elk kwartaal, gelegenheid zai bestaan tot De Secretaris, WIJTEMA. "'g, verboden aUr het Duitsch.) 5® cnaifk jCen kraraPachtig steuneó, !^brt esi®lijke r~ f e zucht haar woorden. ®n Wachtte den aanval harer U "do Vervolgde toen troostend Hjk r®s Cf,," L.nog ^fB^ken, mijn hooge Is Vb4^sta0d j k' 'oc'1 braaf en chris- ?i! h»kraak en aari van alien haat, van hek! v«rgevenie hardil®1(1 van gemoed gez8jï-nj aan den'dl®u vervolgden S Cg bldvhef' dl® vervloekten'; d^t. n..van h en steDQ S®bedeo voor h'11 k hehr'i 'an(^' ^at u v®rstooten 4af«b TShioed L Purperen mantel van ,nb°etekle»H gu gd en aaf)gedaan het b° ïeker .1 er ned®ngbeid, waarin Scb 1 rijk ri. Z^? goed de grootereize °bst0 o Vad®rs aanvaardt. En orwinning op u zelve hebt Op den feestdag der twee Kerkpnnsen, Sint Petrus en Paulus, wordt het hart van den Katholiek onwillekeurig naar Rome getrokken, waar ook thans nog, na negentien L._" gij hierdoor behaald, dat gij vergiffenis geschonken hebt aan uwen bittersten vijand die uwe weidaden met niets dan met den' zwartsten ondank beloond heeft, die u van land tot land vervolgd heeft, aan Armand Richelieu". De koningin zucdtte bij het hooren van dien naam zij haalde diep adem, als om zich te sterken voor hetgeen zij ze°-<>en ging. Toen sprak zij: »Ja, ik heb "hun allen vergeven, moge ook God mij genade zijn I Maar toch vrees ik den dood, Ik heb lang geleefd, zeer, zeer lang als men het menschelijk leven met naar jaren maar naar bittere ervaringen afmeet. Het is een leven geweest zonder liefde, een arm, koud, nietig leven. Hendrik gaf mij slechts een overblijfsel van zijn teeoerheid ik kon met weenen, toen rpeu mij hem koud en bloedend uit de Rue St. Honoré bracht. De harten mijner kinderen zijn van mii vervreemd, de arme Concini en de onge lukkige Leonora, die ik eens mijner liefde waardig keurde, waren ondankbaren en zijn sedert jaren dood. »De harten der Franschen zijn van mij afgewend; waar ik kwam, ging er geen engel des vredes mij vooraf, neen, een eeuwen, een Prins der Kerk zetelt, die, als Prins der apostelen het opperbestuur over Christus' kudde voert. Is het wonder, dat we op dit feest, in 's Pausen jubeljaar, nog eenmaal van den Paus willen spreken Van den Paus, den opvolger van Sint Petrus, tot wien deze eeuwig gedenkwaardige woorden zijn ge sproken »Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zai Ik mijne Kerk bonwen, en de poorten der hel zullen haar niet over weldigen." De Paus, het zichtbaar Opperhoofd der Kerk Daar is nooit op aarde een werk van menschelijke staatkunde geweest, zei vóór ruim een halve eeuw de Engelsche histori cus Macaulay, dat zoozeer onze aandacht verdient als de Roomsch-Kathoiieke Kerk. De trotsche koninklijke geslachten zyn van gisteren, als men ze vergelijkt met den stamboom des Pausen. Het Pausdom staat nog onbezweken. Het Pausdom staat nog voor onze oogen, niet als een ruïne, maar vol leven en jeugdige kracht. Nog zendt de Katholieke Kerk tot aan de uiterste grenzen der aarde even ijverige geloofs boden uit als die welke voor meer dan 10U0 jaren met een H. Augustinus uit Rome in Engeland kwamen. Hare geeste lijke macht strekt zich uit over de uitge strekte landstreken van den Hudson in het hooge Noorden tot Kaap Hoorn in het diepe Zuiden. En waar wij onze blikken ook wenden, nergens bespeuren wij het minste voorteeken hetwelk aanduidt, dat hare langdurige heerschappij het einde nadert. Zóó schreef de Protestant Macaulay. Maar wat dezen een raadsel schijnt, is voor ons een heldere waarheid. Wat de Protestant als een werk van menschelijk overleg en menschelijke staat kunde beschouwt, dat is voor ons het werk van Gods Almacht. Wat wij in de geschiedenis der Kerk donkere geest van vrees en haat en het bijgeloof der menschen zag in het naderen van mij, ongelukkige, de voorbode van oorlog en aanbrekende ellende. 01 ik weet het en daardoor kan ik niet sterven, dat er op de wijde, wijde wereld geen hart' l.elaevoi voor mij klopt, dat, als ik gestor ven zal zijn, er geen traan om mij geschreid zal worden. De dood mag zoet zijn in de armen der liefde, maar is verschrikkelijk als op het graf slechts de golven van haat en laster zullen beuken en er geen verzachtende traan in de zee van smarten zal vallen." De ongelukkige koningin, die ook in haar lijden met de heftigheid en gloed van haar zuidelijke natuur verloren had, begon bitter te weenen. Eindelijk hield het snikken op en langzamerhand overtrok een peinzende rust het zwaar bewogen gelaat, dat daardoor een zachtere uitdrukking verkreeg. De vrome priester meende dit oogenblik te moeten benutten om zooveel te krachtiger met zijn vertroostingen voort te gaan. ïüwe majesteit," zoo sprak hij, nuwe kinderen zuilen immer uwe gedachtenis bewaren, een gedachtenis van liefde en eerbied." bewonderen, wat wij onder onze oogen zien gebeuren, dit alles is niéts anders dan de ietterlijke vervulling van de goddelijke be lofte: »Ik zal met u zijn". De Kerk blijft onverstoorbaar, want zij is het werk van Godonsterfelijk blijft de opvolger van Petrus, want hij is er. blijft het zichtbare opperhoofd. Vreeselijk hebben de stormen gebulderd angstige dagen zijn over de Kerk heengegaan maar uit eiken strijd kwam zij zegevierend te voorschijn, haar hateren ten spijt. Lang duurt soms de strijd, eer het m or- genrood der victorie gloort. Reeds veertig jaren spannen de revolutiemannen en de machtigen der aarde samen en al meer dan dertig jaren leeft de Stedehouder be roofd van zijn vrijneid. Maar rustig sliep Jezus in het scheepje, toen de storm woedde op het meer; maar zijn goddelijke Wijsheid waakte, en toen het oogenblik gekomen was, gebood Hij de winden en de zee, en daar ontstond een groote kalmte. Alle machten spannen samen om den Vader der geloovigen van zijne koninklijke rechten te berooven, om het Pausdom van het aardrijk te doen verdwijnen eu toch is de Paus Koning, nu meer dan ooit. Als gevangene in het Vaticaan beheersch t hij nog steeds de wereldonverpoosd en onverschrokken leert hij nog steeds de waarheidnauwelijks spreekt de Paus of zijn woord weerklinkt tot de uiteinden der aarde. In het branden van den strijd ver- geet hij geen enkel hoekje van zijn onme- telijk gebiedhij is en blijft de trooster, de raadsman van allen, die lijden. De Paus is beroofd van zijn Staten, ge vangen in het Vaticaan en ziemet nooit gekende geestdrift trekken duizenden zijner kinderen tot hem op, de vorsten der aarde zenden hem hun gezanten, hun heil- wenschen en geschenken. De vijanden der Kerk staan vol vreeze, en schudden in machtelooze woede bet hootd. Schitterend is die triomf, maar nog »Mijne kinderen hervatte Maria m«t pijnlijke kalmte, ïLodewijk, die mij op dien verschrikkeiijken 4den'Mei, mij, die weende van zich weerde 1 De onwaardige Gaston Neen. vader, gij vergist u. Mijne dochters «j zijn van mij verwijderd en ook verre van mijn hart; ik heb dit gevoeld, toen zij geen gastvrij dak voor hunne moeder hadden. Maar ik heb een middel gevonden, waarmede ik mij tenminste twee dankbare harten kan winnen, die, na mijn dood mijne gedachtenis zullen zegenen. Vader, gij zult aan mijn hoofdeinde ir. het beschot een verborgen kastje vinden, open dat en neem er het kistje uit, dat daarin staat." De grijsaard volvoerde niet zonder moeite dit bevel en zette het kistje op een stoel. Dit bevat de kleine besparingen gedurende mijne kommervolle levensomstandigheden," merkte de zieke op, »;k le?de deze ter zijde voor mijn terugkeer naar Frankrijk, waarop ik nog steeds hooptelater toen ik den dood voor oogen zag, wilde ik u dit geld ter hand stellen om het volgens uw goeddunken voor het heil mijner ziel aan te wenden. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1