heeft weeing vermoeidheid gevoelde en een
goeden nacht doorbracht. De algemeene
toestand is in alle opzichten bevredigend.
Bulletins worden voortaan niet meer uit-
gegeven.
Hunne Majesteiten vergezeld van verschei
den leden der koninklijke familie woonden
Zondag een dankdienst bij in de koninklijke
kapel van het paleis St. James. Zij werden
onderweg levendig toegejuicht.
Ook in St. Paul kathedraal had gisteren
een dankdienst plaats. De Lord-mayor, de
sherifs en vele notabelen woonden den
dienst bij.
De ziekte ran België's koningin.
De Koningin heeft een nieuwen aanval
van haar hartkwaal doorstaan, zoo zelfs dat
prinses Clementine naar Spa was ontboden
Ook deze aanval is echter weer spoedig
geweken, zoodat de geneesheer, toen bij
de Koningin verliet een plotselinge verbe
tering constateerde. Er is voor 't oogenblik
geen reden tot ongerustheid.
Generaal Lucas Mejjer. f
Het stoffelijk overschot van Lucas Meijer
is Zaterdag-ochtend gebalsemd met het
oog op het uitstellen der begrafenis tot na
de komst van Botha en andere Transvaal-
sche generaals. Een groot aantal menschen
lieten hun naam inschrijven in het sterf
huis. Ook Bredell, de secretaris van
president Kruger, is zijn rouwbeklag komen
brengen.
Alle meest bekende Boeren hebben aan
mevrouw Meijer hun betuiging van deel
neming doen toekomen en ook verscheidene
Engelsche staatslieden en opperofficieren,
die aan den oorlog deelnamen, betuigden
hun deelneming met name Salisbury,
Landsdowne, Roberts, Kitchener en French.
De teraardebestelling zal plaats hebben
te Pretoria; een afgezantscbap uit Neder
land denkt de begrafenis bij te wonen.
De kist zal in de volgende week worden
overgebracht naar het lijkenhuis op het
kerkhof van Elsene.
De familie Meijer heeft aan de Indep.
beige verzocht het gerucht over oneenigheid
die kort geleden tusschen Kruger en Meijer
zou ontstaan zyn, tegen te spreken.
Keu spoorwegongeluk.
De sneltrein van Charville naar Lilie, die
een muziekgezelschap vervoerde, ontspoor
de gisteren bij Sillyle-Petit. Er zijn 3 dooden
en 18 gewonden.
8»as- en Gewestelijk Xienwb.
Schiedam, 10 Augustus 1902.
Kamer Tan Koophandel en Fabrieken.
Zaterdag 9 Augustus hield bovengenoem
de Kamer onder voorzitterschap van den
heer Mr. W. H. Jansen vergadering.
De notulen der vorige vergadering wer
den ongelezen en ongewijzigd vastgesteld.
Er was o.a. ingekomen een verzoek van
Burgemeester en Wethouders om er van
advies over te willen dienen, welke van de per
sonen, genoemd op de door hem opgemaakte
voorloopige lijst van kiesgerechtigden voor
de Kamer, geacht moeten worden te vol
doen aan het vereischte, gesteld in art. 6
mb. B. van het Algemeen Reglement voor
de Kamers van koophandel en fabrieken
(dat zij nl. in de gemeente, waar de Kamer
is gevestigd, bestuurder of medebestuurder
zijn en gedurende ten,minste twaalf achtereen
volgende maanden zijn geweest van handel en
nijverheid). De Kamer besloot de voorloopige
kiezerslijst met de bijkomende stukken te
stellen in handen eener commissie, ten
einde haar aan een onderzoek te onder
werpen en op de volgende vergadering van
het resultaat van dat onderzoek verslag uit
te breDgen, en benoemde tot leden dier com
missie de heeren J. H. Houtman, J. A. J.
Noiet en B. A. J. Wittkampf.
Een missive van de Kamer van koophandel
en fabrieken te Viissingen, inhoudende het
verzoek, dat de Kamer, indien zij zich met
den inhoud ervan kon vereenigen, haren
steun zou verleenen aan een adres aan den
Minister van W. H. en N., waarin Zijn
Excellentie wordt verzocht te willen bepalen,
dat de aangeteekende brieven voortaan te
nuis zuiien woruen bezorgd, werd voor
kennisgeving aangenomen. Hetzelfde ge
schiedde met nog eenige missives, terwyl
omtrent andere werd besloten haar bij de
leden rond te zenden ternadere kennismaking
met den inhoud ervan.
Nadat nog eenige voorloopige besprekin
gen waren gewijd aan het onderwerp, dat
in de vorige vergadering was te berde ge
bracht: n. 1. het aanwenden van pogingen
om in het Algemeen Hanaelsentrepót wa
terleiding op een meter te krijgen, werd
de vergadering door den Voorzitter gesloten.
De Plechtige Uitvaart
van
Pastoor Poelhekke.
Nadat het stoffelijk overschot van den
zoo plotseling verscheiden pastoor der O.
L. Vrouw Visitatie-parochie in de kerk was
gebracht en geplaatst voor den ingang van
het priesterkoor, waar hij nog voor weinige
dagen aan het altaar stond, werden gisteren
avond halt zeven aldaar de Metten der Overle
denen, door een talrijke priesterschaar in het
geheel in rouw gehuld presbyterium gezongen.
Een indrukwekkenden aanblik bood bij deze
gelegenheid de groote kerk, tot zelfs in de
gangpaden gevuld door een overtalrijke
menigte, terwijl aller oogen waren gevestigd
op het imposante priesterkoor, dat met
smaakvolle rouwdecoratie en overvloedig
waslicht bij altaar en lijkbaar den droeven
ernst der plechtigheid op zoo welsprekende
wijze vertolkte. Diepen indruk maakte het
indrukwekkend psalmgezang der priesters,
waarbij de weleerw. heeren J. J. G. Hafken-
scheidt en C. J. Willeman, resp. kapelaan
en rector te Amsterdam, als cantores fun
geerden, terwijl de oraties na de Libera
door den Deken, den zeereerw. heer J. P.
Mobron, pastoor te Overschie, werden gezon
gen. Een schoon vierstemmig De Profundis,
door het koorgezelschap gezongen, besloot
de droeve plechtigheid.
Reeds onder de HH. Missen, die heden in de
den vroegen ochtend voor de zielerust van
den betreurden pastoor werden opgedragen,
was de kerk goed bezet en naderden vele
parochianen tot de H. Tafel des Heeren, en
toen ten 9 ure de lijkplechtigbeden een
aanvang namen was de ruime kerk weder
tot in de gangpaden geheel gevuld.
De plechtigheden begonnen ook hier weer
met het priesterlijk gebed voor den ver
scheiden medebroeder, de Lauden, gezongen
door een talrijke schare priesters van verre
of meer nabij gekomen om de laatste eer
te bewijzen aan hem, die een sieraad van
Haarlems priesterschap is geweest.
Toen het immer treffend koorgezang der
priesters een einde had genomen, begon
de plechtige uitvaartdienst. De zeereerw. De
ken,pastoor Mobron, droeg het H. Misoffer op,
geassisteerd door de, weleerw. heeren kape
laans van den overledene A. G. van den Berg
en J. Nieuwendyk, resp. als diaken en
subdiaken, terwijl de oud-kapelaan, de
weleerw. heer Postma, kapelaan te 's-Gra-
venhage, als ceremoniarms fungeerde en de
aanwezige geestelijken voor het altaar bleven
geknield.
Door het koorgezelschap der kerk met
eenige krachten van andere koren versterkt,
werd Perosi's Requiem uitgevoerd op eene
wijze, die het scnoone toonwerk van den
grooten Italiaanschen meester recht deed
wedervaren.
Toen de zeereerw. celebrant den plech-
tigen uitvaartdienst ten einde had gebracht,
werd de lijkrede gehouden door den oud
pastoor der parochie, den hoogeerw, heer
mgr. M. J. A. Lans, president van het semi
narie te Warmond, die in zijn ornaat van
Pauselijk Kamerheer voor den ingang van
het priesterkoor plaats nam en tot uit
gangspunt zijner rede koos den tekst in
den brief van den H. Paulus aan de Ro
meinen 14 18: «Hetzij wy leven, hetzij
wij sterven, wij behooren aan God."
Wat is de dood toch schrikwekkend in
zijn lessen, dat is de indruk van mijn hart
eu zeker ook van de harten van u allen 1
Het is waar, er sterft nooit iemand of in
den kring, waarin hij leaft, verkondigt hij
de vergankelijkheid van het aardscne leven
iedere lijkbaar roept«stof zijt gij en tot
stof zult gij wederkeer en bij ieder doodsbed
klinkt het: «heden ik, morgen gij", maar
overweldigend, schrikwekkend zijn t0ch de
sterfgevallen, waarvan wij hier in den
laatsien tijd getuige waren. Nog slechts
weinige weken werd uit ons midden den
geachten pastoor der St. Janskerk weg
gedragen, mede plotseling aan de zijnen
ontrukt zoo ongeveer begon en vervolgde
spreker ik vertoefde toen eenigen tijd
hier in de pastorieuw pastoor was toen
verheugd, dat hij hersteld was, gelijk hij
meende, en de lijkplechtigheden kon bij
wonen en ziet, thans staan wij weder bij
de doodsbaar van uw pastoor door een
even meedoogenloozen slag, even onver
wacht Juit het leven gerukterkent hierin
de almacht en de majesteit van God, Die
onbeperkte opperheerschappij voert over
leven en dood Hetzij wij leven, hetzij wij
sterven, wij behooren aan God. God geeft
het leven en neemt het leven, waar Hij
wil en zoo als Hij wil. Dit weten en kennen
wij door het geloof, maar zelden is 't ons
op zoo indrukwekkende wijze verkondigd;
zelden vernamen wij het zoo ontroerend als
thans, nu binnen den tijd van enkele weken
twee herders plotseling door den dood
getroffen werden. Wel hem die den tijd
goed besteedt, die erkent de opperheer
schappij van God over leven en dood hetzij
wij leven, hetzij wij sterven, wij behooren
aan God.
Daarom prijst red. dezen doode gelukkig,
omdat hij zoowel in leven als in sterven
getoond h6eft den Heer toe te behooren. Dat
geluk dankte hij aan het echt katholiek huis
gezin, waaruit hij voorsproot aan zijn Vader,
een man van eenvoudig geloot en echt chris
telijke deugden, die hij niet alleen in het
huisgezin deed schitteren, maar ook daar
buiten verspreidde door zijne buitengewone
dichiergaven,die hij van den Hemel ontvangen
had en geheel wijdde aan de bevordering
van geloot en deugd.
Dat geluk dankte hij ook vooral aan zijne
Moeder, gesproken uit een godsdienstig gezin,
dat niet beter te waardeeren is dan door
de herinnering, dat uit dat gezin is voort
gekomen Haarlems eerste bisschop Franc.
Jac. van Vree, wiens zuster zij was, wiens
namen de overledene, als van zijn doop-
borg, droeg.
Waar aldus de ouders-zelven er een eer
en glorie in stelden in leven en sterven aan
God te behooren, leerden zij dat ook aan
hun kinderen, allereerst aan hun zoon Franc.
Jac., die onder de leiding van Gods Voor
zienigheid zich voorbereidde als priester
aan God te behooren. Wij die als jeugdige
makkers met hem samenwoonden, zoo na
genoeg vervolgt red., kunnen getuigen van
zijn meer dan gewonen aanleg, verzekerend,
dat de geest des vaders in dezen zoon zich
uitsprak. Het bleek weidra, toen hij als
priester zich niet tevreden stelde met het
gewone priesterlijk werk, maar ook op dub
bele wijze,ook door zijne geschriften, trachtte
waarheid en deugd te bevorderen. Aan zijn
degelijke wetenscnap,een oenijdenswaardige
vaardigheid tot schrijven en soberen sier
lijken stijl parend, heeft hij zeer talrijke blad
zijden geschreven lot glorie van Christus
en Zijne Kerk, in tal van opstellen in proza
en dichtmaat, in zijne bijdrasen van Wach
ter, Illustratie en Katholiek. Zijn laatste
bijdrage in de Katholiek was een lofprijzing
van uwe hoogvereerde stadsheilige Liduina.
Hij heeft den moed gehad schier alleen een
katholiek weekblad te redigeeren, om de
slechte bladen die geloof en deugd honen en
bespotten, te bestrijden. Zoo streefde hij er
naar dubbel werkzaam te zijntot heil der
zielen in de parochiën en andere daarbuiten.
Hij heeft God toebehoord in zijn leven.
Dat heeft hij getoond in de verschillende
parochiën, waar hij kapelaan was. Alkmaar,
Leiden, Haarlemdat toonde hij ook in de
parochie van Kudelstaart, getuige het feit,
dat hier pastoor en kerkmeesters dier pa
rochie door een laatste hulde hun eerbied
en dankbaarheid voor den verdienstvolien
leidsman komen toonen.
Zoo is hij gekomen tot u. Wil niet meenen,
dat hij onder* u God niet heeft toebehoord,
al zag men hem zooveel niet, al heeft hij
het drukke, woelige leven dezer uitgebreide
parochie niet medegeleefd; het ontbrak
hem niet aan de gaven des harten, maar
aan de krachten des lichaams. De mensch
oordeelt zoo licht en faalt zoo dikwerf. Red.
herinnert hier aan het «oordeel niet" en
wekt op het oordeel te laten aan Hem, Die
niet alleen de diepste geheimen der ziel
doorschouwt, maar Wien ook de diepste ver
borgenheden van het menschelijk lichaam
bekend zijn.
Het ontbrak den verscheidene niet aan
zielsgaven, maar aan lichaamskrachten, en
wat bij doen kon, heeft hij voor zijn parochie
gedaan. Om niet te spreken van zijn zorg
voor de geldmiddelen, herinnert red. aan de
sierlijke doopvont, de opluistering van de
Liauina-kapel, zooveel in zoo korten tijd,
de verbouwing en verbetering van de H.
Hart-kapel, de de herstelling van het orgel.
Hier brengt spr. zyn oud-parochianen dank
dat zij de laatste levensdagen j ^0o(
verscheiden herder hebben verhelde
een nieuw oewijs van hun vrijg®
hem zoo goed bekend. iev«0'
Maar hier heeft hij niet in «e t«
maar in het sterven getoond Go
behoorende tijd hier doorgedrag 'j^pg'
toch niets anders dan een langcHir'fet.i zjjn
zaam maar rusteloos sterven. 1er
kwaal lang voor de wetenschap v® rki»g'
bleef, deed reeds de dood zijn snoode 9an
en toen hij eindelijk besloten had z'^erpeD
een levensgevaarlijkeoperatie teonder a8n
getuigde hij aaD red.ik geef L.idUlD*
God, maar de Relikwie van de H. «n
neem ik mee, en toen red. weinig gtujgd®
later bij hem waste's-Gravenhag®»P'n^eW
hij met blijdschap van zijn aaI)V rgCliaP'
herstel en hoople hij op geheele k®' js
Doch intusschen woelde de dood 'vr9ge0<
zijn lichaam. Wie, zoo mag red. aDd»aI1
behoudt bij zulk een ellendigen,toe='
het lichaam altijd dezelfde opgeW,- ^eid'
dezelfde rustige en kalme gelijkm0®
Immers, dat is bovenmenschelijkf v«r
In zijn langdurig sterven heeft beb°°:
scheidene getoond aan God toe te ffflfld
ren. God heeft hem beproefd als h e>°,
in den smeltkroes en aangenom®0 js IHJ
brandoffer. Naar Gregorius' woof
als de druif geperst, als de olijf pnieu^
en als de graankorrel gespieten olDk^joOiel
voort te brengen, maar des te vlek
is dat wat 't meest gelouterd w°r rd®0
God hem te hooren de troostvolle
gij hebt mij behoord in leven eDfDvreU^j
weest welkom, treedt binnen 'DÖe..elst0
uws Heeren. Van uit het graf s.P^ gn t°
herder tot u en tot mij Ik stijg Bet>
uwen en mijnen vader, tot uwen eIzeggeI!j
God. En nu, zoo hoort red. he01 jk
mijne geliefde parochianen, bev®.® g[p "P
aan God, Wiens woord machtig 1 0ude
te bouwen, Die u erfdeel zal g®vel
Zijn heiligen. f«e
Van hem, wien veel gegeven is
gevraagd worden, en wie ontvang ju
dan de priester, daarom vraagt 1 büjv®
overleden herder dankbaar l® v""
gedenken door een voortdurend g®|-
de rust zijner ziel. Maar die ve gel"0
is overbodig; red. kent immers bUj,(rd®
en liefde ook voor hun overleden «cj
Eene vermaning geldt echter a"en, fb®1,
allen van nature te veel aan de j, v"
van het leven gehecht zijn. reii
gens den H. Hieronymus verm'®1 óté'.
dag aan dag: sterven wij dag a gi
ieder oogenblik, iedere seconde Dl gg( P
naderbij, en voor allen en voor ^oi0e'
de dood ook plotseling, onverwac®
Dat zegt ons de dood van den ^e(d'^
verscheiden herder, ook van d® {glj. '-®
dezer parochie, daarom vermaant te *1L'
slotte zijn hoorderen steeds bezorgen
geen oogenblik van hun leven m a Q0i 0
te verkeeren, maar steeds aan ii»
behooren in leven en sterven, 0
wanneer misschien de doodelijk®
ben onverwacht treft. ,.t tretf?!
Nog onder den indruk van he
welsprekend woord vaD den onvei'g^^iid8
oud-pastoor der parochie, werd (e«^'
bij de lijkbaar gegeven door den16pel'5'
heer J. W. Burgers, pastoor te
haven, geassisteerd door de weleet
Nieuwendijk en Postma. Daarna „pi®11
stoflelijk overschot van den bet
pastoor onder klokgelui uitgedrag® jaj)«p
treffende aandoening zagen de
het stoffelijk hulsel wegdragen va® ,gg[e'1
nauwelyks een week geleden oog gt»9*1'
en vermanend in hun midden ha if
Vervolgens werd de stoet
zich daarna als volgt in beweg' ^^ii'
Voorop gingen vier lijkbezorgers, ^paP6
schreden de prefecten en de k 1
van de Congregatie der H. J?»"91
weerszijden en achter den lijkwag e(t d
in het stoffelijk hulsel met de stü gp
eere-kruis Pro Ecclesia et PonhllC
lijkkleed, gingen heeren Vincent'»0®1^
door de koorknapen der kerk
koster. \\eteet\
In drie rijtuigen volgden da»rflft^gr.
in den stoet de hoogeerw. heer jefc
en de zeereerw. heeren deken t
Rutten, van Rotterdam, en paté® ge»®1"^
biechtvader van den overledene, {6o^'rg
familie van den overledene, de 11 .30l»'s
G. Nolet, mr. W. H. Jansen, no'af. (ler P p
en Adr. Zoetmulder, kerkmeest®r^cta01
rochie. Hierachter gingen heeren
in den stoet. Je
Daarna volgden in drie rijtn^'^-gr?1'0
«erde heeren A. .G. van der B®r2'
1,110