Dasrblad voor Schiedam en Omstreken. vsrljorgen Scliat. 25ste Jaars. Vrijdag 19 September 1902. iNo. 7404. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. PBIJS TAS DIT BLAD: ^°°r Schiedam per 2 maanden •ï^nco p«r pos. door ceneei Nederland ^ssderiiike Nummers f 1.50 2.— - 0.05 PBIJS DEB ADYEBT83TIÉH: Van 16 rszeis; /0.6C Elke gewone regei meer .1 -0.10 Voor hernaaiae plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. r*chti ELE BERICHTEN, kennisgeving. welke gevaar, schade of öder kunnen veroorzaken. r"!KüJvjN,lt'E'STEK en Wethouders van verr*et "erzoek van A. van Meurs Wz. L!e'Plttats°ning 101 °Pr'chting van een her- Sl Vl*n lood- en zinkwerk, in net ®ciie r nQ6 aan aen Singel no. 82 Kadaster Ufi|e; 995. ^°en t°^ de bepalingen der Hinderwet dat weten: tn de ,eo°rmeld verzoek met de bijlagen ®gd r#tarie der gemeente is ter visie dat l»s riiid,u^0nderc'ag den 2den October a.s., ten 12 ure, ten raadhuize ge- het Word«n gegeven om bezwaren .""gen l°estaan van dat verzoek in te te |.„,er' die mondeliDg ot schriftelijk geri, en 5 en q 'P hieru ®nde drie dagenvóór het tyd- *at ëeme!!fn genoemd» °P de secretarie «ioch van de schrifturen, die ter Qrden „f1160 zijn ingekomen, kennis kan h fin ls 10men. 'l beij "ervan afkondiging geschied, waar Bur rt> den 18den September 1902. e'nees<er en Wethouders voornoemd, VERSTEEG. De Secretaris, WIJ TEM A. a,'s'^iekenhuis Schiedam. 4atl liftj spoeri,V®n8enoemde Inrichting worden Ul> a '8 mogelijk gevraagd, gehuwde kinderen, waarvan ae man oQ® vrr^1 aoen ais Portier—Huisknecht Calar>s Anis Keukenmeid. W0 teh h 'sjaars en eenige emo- Jj^ohin ns v,1Je kosl en inwoning, het Q«re ,8|en geneesKundige behandeling, p Ziejj6 'ootingen worden verstrekt aan fW duis door de Adjunct-Directrice. aanmelding gewenscht. e Commissie van Administratie v°or hei stads-Ziekenhuis. VAN WESTENDORP, Voorzitter. VV. A. VAN DOLüER Dz., Secretaris-Penningmeester. Uilletoa. 8ou^ voor 6g'n ^Wam bet my als de grootste 'hde bajJJ"1 Van vijftienduizend tonnen Rra,?CoUran. a' oo*"" 2« beweren immers gr», °UraDt. u> maar ze beweren immers 4.(5 ®ri wor^,0'da' bot gele goed daar uitge- Vijfwerk ^Vena'3 bij ons da aardappelen. Vv.i '^bun- 'bjk tnsschen hem en deze gtv. °P rek«„ lonnea gouds sta, kan ik nen dat het schrammen zal III. de 8 daarn dit voorval vooruitgezien en Ma» S«nnarJ's nachts rondgedoold, om *Wl. l0ch h!J.uaLrtoe gelegenheid te geven, g^dortj «ld het hem bezig. Generaal ®ven k een gauwdief, maar ook Kunnen af en toe de waarheid ALGEMEEN O VEEZICHT. 18 September 1902. De toestand in Zuid-Afrika. De toestand in Zuid-Alrika na het intreden van den vrede is nog steeds een dankbaar onderwerp van bespreking in de pers der geheele beschaafde wereld en vooral het verloop der zaken in de Kaap kolonie trekt bijzonder de aandacht. In de wetgevende vergadering te Kaap stad deelde Gordon Sprigg gisteren mede, dat het regeenngsölad de intrekking van de krijgswet door de geheele kolonie zou afkondigen. Spoedig daarna bevatte het Regeenngsbiad niet alleen het besluit tot intrekking van de krijgswet, maar ook een proclamatie, waarin een bestaande wet die de regeering volledige macbt over alle wapenen en munitie in de kolonie en den invoer er van geeft, opnieuw van kracht wordt verklaard. In de Wetgevende vergadering te Kaap stad hervatte Beek gisteren het debat over Merriman's motie van protest tegen schor sing van de Grondwet. Hij werd zoo ver gaand door Smartt in de rede gevallen, dat de voorzitter tusscüenbeide kwam en dreig de Smartt's naam te noemen (d. w. z. Smartt drejgde met ae toepassing van een disciplinaire straf.) Graaff bracht dank aan Chamberlain voor zijn nouding van verzoe ningsgezindheid en zeide, dat Sprigg, de pers, de kapitalisten en het leger tegen zien had, maar dat Dy zich had gedragen als een groot Engelscnman en de Brusche tradities had hooggenouden. Sauer merkte op, aat men nimmer vrede en tevredenheid zoude heooen voor er werd opgehouden met net aan aen gang houden voor bewegingen en samenspanningen om de Hollandsche Afrikaners van politieke rechten te berooven. Hij verheugde zich over het nieuwe poli tieke tijdperk, dat aanbrak van Zuid-Atnka en hij geloofde, dat ae gematigde Holland sche Afrikaners en de gematigde Engelschen spreken en/ zijn verhaal kreeg voor Pnckett nu zulk eene oeteekenis, dat net voortdurend zijne gedachten bezig hield. «Vyltienduizend tonnen goud!" Det woord klonk nem 's morgens 's mid dags en 's nachts in de ooren Twee mil- hoen pond sterling Hy was volstrekt geen phantast, maar deze voorstelling wond hem in dier mate op, dat hy menigmaal de Kolossale massa goud, in een gewelf van eeuwige sneeuw en ijs besloten, duidelijk voor zich zag 1 Iets stond immers vast de generaal hechtte groote waarde aan het zilverstuk, dat Prickett achter slot en grendel hield verborgen. De sluwheid, waarmede hy het had verborgen, verried wannopigeri angst om bet bezit aaarvan, en dat de nacbteiyke overrompeling door den generaal was op touw gezet en slechts de zilveren munt had gegolden, daarover oestond voor Prickett geen twijfel- Daar de kerels haar niet hadden gevonden, was een nieuwe, wellicht wanhopige overrompeling met zekerheid vooruit te zien. Op weike wijze die wel zou uitgevoerd worden en wanneer Vijftienduizend tonner, goudAis deze schat werkelijk bereikbaar was, dau wist zich moesten vereenigen om de uiterste partijen op hun plaats te zetten. De National Zeitung bespreekt de reis der Bóeren-generaals naar Berlijn en zegt, dat men wel van hun gevoel voor tact mag verwachten, dat zij op geenerlei wijze anti- Engelsche betoogingen in de hand werken. Het blad verneemt van goed ingelichte zijde, dat de Duitsche regeering besloten is, der gelijke demonstratiën op Duitsch gebied niet te dulden. Minister Pelletan te Bizerta. Minister Pelletan is onpartijdig genoeg geweest om Engeland niet te vergeten bij het rondstrooien zijner vriendelijkheden aan het adres van Frankrijks buren. Uit het uitvoerig verslag dat de Temps geeft van zijn rede te Bizerta blijkt, dat hij, na »het hart van Italië waartegen Corsica's oostkust gericht is en na »de barbaren van het oude Germanië ook Malta en Gibraltar heeft ge noemd, wel-is-waar niet met offensieve bedoelingen. Ziehier wat de minister zeide na een hoogdraveuden aanhef over dat »twee Fransche vaderland op de Zuidkust der Middellandsche zee, die Algerynsche kust (Tunesië blijkbaar inbegrepen) waar hetzelfde bloed, hetzelfde streven gevonden worden als op Fransch grondgebied. Dat land, waar ons volk zoowel van zyn bloed en zijn geestkracht achtergelaten heeft, is onafscheidelijk aan Frankrijk verbonden. Het is geen geringe eer voor deze opbloeiende stad (Bizerta), dat zij het middelpunt is geworden der verdediging van den vaderlandschen bodem op Afri- kaansch gebied, want dat is haar rol en daarin ligt haar grootheid. Dit land is daartoe door de geschiedenis voorbeschikt. Hier dicht bij toch stond eens Carthago en wij zien te dezer plaatse een nieuw Cartbago verrijzen, maar zonder de ondeug den en de woeste zeden die Carthago tot een verafschuwden vijand maken voor de geheele wereldintegendeel van hier zullen Prickett, dat zijn vijand ook niet voor het uiterste zou terugdeinzen 1 Dit was immers een man, die een moord eenvoudig als eene zaak by het vak oehoorend, Beschouwde en zich door de winst, die hem wachtte, rijkelijk daarvoor schadeloos gesteld zou achten 1 Maar Prickett had reeds dikwijls zijn leven in de waagschaal gesteld, had zich daarby voortdurend waakzaamheid aange wend, doch zijne zenuwen waren daarbij altijd ongeschokt, gebleven. De uitlevering van generaal Feithorn maakte bij het politiebureau geen groot opzien. Een beambte stelde vast, dat de man by de overheid van zyn geboorteland en bij die van de Vereemgde Staten wei bekend was, dat hy zich in Engeland onder een valschen naam en onder een valsohen titel bevond en van met de wet strijdige plannen verdacht werd. zoodat hy het nood zakelijk oordeelde, hem ten minste eene week in hechtenis te houden. De advocaat wilde zich weliswaar daartegen verzetten, maar de rechter van instructie maakte zich in korte woorden van hem at en iiet den gevangene weer wegbrengen. Daar er echter m deze week niets ge- de Fransche beschaving en de Fransche geest uitstralen. Wij zeggen niet, dat wij van de Middel landsche zee een Fransch meer willen maken naar het woord van dien grooten man, die wenschte, dat wij de wereld zouden beheerschen. Van die droomen zijn wij genezen. Een gedeelte echter van de Middellandsche zee is Fransch en zal Fransch blijven. Het werk dal hier verricht is door de dappere werkers van onze beide leger machten, onder leiding van admiraal Merle- aux-Ponty en generaal Marnier, waarbjj ook de naam van den heer Pavillier. directeur van openbare werken in Tunesië, gevoegd mag worden, bewijst genoegzaam wat er gedaan is om ons te beveiligen tegen de gevaren van een aanval uit het buitenland. Met deze krachtige beschutting, ook voor den aanval zoo gunstig gelegen, met Corsica, met Touton, zyn wij in staat de deur open te houden tusscheu de beide nelften d6r Middellandsche zee, in weerwil van Malta en Gibraltar. Zeker zou ik geen botsing tusschen de natiën wenschen evenmin met Engeland als met Italië, maar aangezien wij niet weten wal anderen doen, hunnerzijds, is bet mijn plicht alles in gereedneid te Drongen tol den heiligen oorlog voor het Franscne vaderland tegen zyn vijanden, welke dat ook mogen zyn. Pelletan houdt zich overtuigd, dat men, met zulke medewerkers ais nem omnugeu op alles voorbereid kan zijn. En hy acntie dat uoodig, zijn betoog verder aanvuueud met het argument van de veihgaeid, zooals wy reeds in ons vorig nummer mede deelden. De arbeidersbeweging in Spanje. De arbeidersbeweging in Spanje blijkt weer groote verhoudingen aan te nemen. De metselaars te Budooa hebban in navolging van hun vakgenooten te Barce- beurde en en niets aan 't licht kwam, was de generaal na acht dagen weer op vrije voeten. De advocaat toonde zich nu met eenig recht verontwaardigd over de voor barigheid der politie, die een buitenlander van naam in hechtenis nam, acht dagen gevangen hield en niet eenmaal een woord van rechtvaardiging ten opzichte van hare handelwyze voor hem over had. De voorzitter antwoordde lakoniek, dat de politieagenten van hei buitenland vol doende van zyn cliëat (van den advocaat) afwisten, en dat de Eugelscho politie zou voortgaan, met hem scherp in het oog te houden. Nog vóot de generaal ontslagen werd, had Prickett met zyn voormalige superi eurs gesproken en nun de toedraent der zaak uitgelegd. De president verzekerde hem van zyn onvoorwaardeiyken steun en gat hem bovendieu den raad, een professor Darkly in de Museumstraat op te zoeken en het schrift te laten ontcijferen. Wordt vervolgd). NIEUWE SCHIEOAMSBHE COURANT &U] On ®nd lonnxn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1