Dagblad voor Schiedam en Omstreken. verborgen Schat. 25ste Jaar*. Vrijdag 24 October 1902. l\o. 7434. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. '~*C&rzSèsgtZé-vrii (Jj^ICIëELE berichten. h Öer\^^emeene Vergadering k Wiüiforordus-stichting. 4ü ;;;s «en ies euilleton 32) 8,?u k». A LGEMEEN O VEEZICHT. 23 October 1902. Het manifest der Fransche bisschoppen. NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT PBïiS Ti5 DIT BLAD: oor SciusQS.2; oer 3 maaneter. -"ancc par oost aoor oen-»: Neaerianc ^-OEderiiike ISummers - O.öc PB IJS DER ADYEBTEHTIÊS: Var. i6 rageis 1 I j J f 0.60 iike gewone reeei meer-0.10 Voor hernaaiiie niaaiamg worden biiiiika overeenkomsten aangegaan. Ki«iï!tanten naar d9 betrekkingvan j^rwf ter Gemeente-Secretarie, Ü,l8erj0aUr '^00—tot 1400—, worden ^liicn»0..!^ hunne eigenhandig geschreven te dienen bij den Burge- r> vóór den 29sten October a.s. ?®tte II. (Slot.) '6 Van den heer M. A. P. C. Poelhekke «•tie vervolg zijner rede, na de pauze, aüst-s 8 deer foeihekke uiteen, noe de v®i'iOoDa®e Z|eh in den loop aer oeide laatst- p etl eeuwen gehanatiaaid neeit in tal n e2ii .Ust"drama's> -opera's en -balletten, Utlo'd 'C Göthe's Faust en in de Faust van ^<'son WlJ«igend naar tijd, plaats en 'h.eer^ n' te meer bewaarheiut net reeds jS®t0OeQn8®haalde woord: Naar desmenschen °«doS)t c'°en zich alle dingen weten, Zij in beeld ie brengen, waar tlaar Schetst de ongebreidelde zucnt >a0 het'1"118' die a"es aan den hartstocht "aar ke Wete" opoffert. Toch is die zucht l°t qe (lt"s) dat verlangen om aoor te dringen ïe'v®ti eei'st® oorzaak der dingen in zich- ahive| "6t kwaad maar goed, niet van den s'°t Vati aar van God. Daarom is het ^Vvaar i de Faust-sage onbevredigend en i« üe acnttienae eeuwsche schrijvers hebb onboemardigheid doen ster- j '«na gevonaen in 'de figuur van 'v Eau actmi8nde eeuwsche schrijvers '®h he 3t in onboetvaardigheid doen ster- >8«ti<i een motief voor datonbevre- i gevonaen in 'de figuur van thst lessing en Göthe hebben in de ö«e|di §e hUtl eigen persoonlijkheid uitge- ri tsch Za8®n 111 hem oen hoovaardigen *h lmle sich aan God gelijk wil maken, h 8tiicrernQensc^"' die hoven allen en alies l°6 in ®n z®'*s in zÜn va' hen duivel saiefe s l ..hel trotseert. Zoo hebben alle M0t|hjkQ 'hvers hen stempel hunner per- d ar Uit'a he Faust sage gedrukt. aabheiq a"er verhaal spreekt die onvol- aar2j:' hie wanhoopskreet der ziel, ^ar ken'C^ h'J a' haar zoeken en streven 1 Q°na de 018 onbevredigd ziet, want de ®v®t)s, r\ aen"is is niet de boom des "Voldaan zwaarmoedig en wari- Verhipt atn d® stap, door een dunnen looper It/h'^pin»a® 'rap op tot aan de eerste ®enter afstrlUVerV°lgens hoorde men een d»1- haasti'j en d6t schrille gesuis van Bi* 'jk na^ aaügestoken gasvlam, welke 8 de star kneden werd gedraaid. Nu d.h hg ufP z®ker en zelfbewust verder, di. ®rhe par,°P een zolderkamer", bere- 7- ""eer kflc'£®tt> »Een alleen kan mij g.f'jb ^bovengesleept hebben." ^afiü »l loPte hoorbaar, hoogst onre, 2, >Bfloaar u0nstu'm,8- «r 4®lven' laar' oudje T«r«»aande hij v °°k g.L ïtrü moet kalmte toonen. Wat t)ad®hUren moge, slechts geen angst ^wam nader, een deur werd n ®en zwakke lichtstraal viel naar hopig jaagt de held hunner sage door het leven, walgend van zich-zelven en zich in zijn fatalisme tegen zijn ondergang niet verzettend. Hoe oud de Faust sage ook is, hetFaust- pobieem is modern. Velen gevoelen in zich- zelven den Faust, den hoogmoedige naar kennis dorstende, die in den nacht van den twijfel ronddoolt. Maar wie snakt in dien duisteren nacht met naar licht? Wie zegt niethier is het nacht, laten wij het licht zien Het Fausthed is nog niet uitgezongen het is een zang door alle tijden gehoord; door alle eeuwen klinkt dat tooverlied en alle tijden zoeken de oplossing van het Faust- probleemhoe te komen tot bevrediging van de rechtmatige zucht naar kennis allen herhalen hier is 't nacht, van waar komt het licht Dat licht komt niet van Mefistofeles, der geist die stets verneint. Neer. het Faust- probleem is een filosofisch-theologisch pro bleem, dat met uitsluiting dersancta theologia met is op te lossen. Die waarheid heeft o. a. Göthe vergeten, maar Calderon heeft ze met vergeten, want hij voert zijn Cy- prianus—Faust tot den God der Christenen, Dien hij leerde kennen. Toch heelt ook Calaerou het joiste slot van de Faust-sage met gevonden. Waar is de man der toekomst, die met voldoende heerschappij over de taal in zijne mooerne uitingen, doordrongen van de verheven kracht der mystiek, het licht der openbaring met versmadend en de waarheid zoekend in God, voor de Faust sage net juiste slot zal vinden Want het groote Faust-iied behoeft een harmonische afsluiting, zonder welke het niet blijven kan en maghet moet verlossing brengen, in den nacht het licht. Faust, overwinnaar van Satan, moet ten hemel stijgen, over winnaar zijn in strijden en lijden het pijnigende hersenkwelien moet wijken voor het licht der volle waarheid. Eerst dan zal de Faust-sage hare harmonische afsluiting hebben als het licht van Gods zomie uit straalt en het angstig kwellend zoeken wijkt bij dat alles doordringende hemelsche licht. Nadat de heer Poelhekke aldus zijne lezing onder krachtig applaus teneinde had gebracht, nam de zeereerw. heer Langewen het woord. Hij dankte den govierden spreker voor de welwillendheid waarmee hij aan de uitnoodiging hier dezen avond binnen. Een donkere, forsch gebouwde ge stalte, nauwelijks te onderscheiden, trad over den drempel nu werd weder eene lucifer afgestreken en hij herkende Engel. De schurk draaide het gaskraantje open en ontstak eene suisende vlam, welke Pric- kett na de diepe duisternis in dier mate verblindde, dat hij de oogen moest toe knijpen. Toen hij ze weer kon opslaan, zag hij in Engel's gelaat, dat onderzoekend over het zijne was gebogen. »Aha, ik dacht het wel, dat gij weer tot u zeiven zoudt komen I" merkte hij op, Prickett wilde spreken, maar bracht slechts een dof geluid uit. Hij schraapte met geweld zijn keel en zeide met moeite »Zijt gij 't r »Ja, ik ben 't. Gij hebt veel van mij op den kerfstok, mijnheer Prickett, en ik ben van plan u dat nu betaald te zetten." j»Pricketi's flikkerende blik vestigde zich op Engel. Deze greep naar een stoel, trok dien naderbij en ging voor het bed zitten, waarop bij Prickett's boeien betastte. »'t Is goed", bromde hij, zijn sigaren koker te voorschijn halend, zonderevenwel den blik van Prickett's gezicht af te wenden. te lezen, gevolg had gegeven. Zoo hebben wij dan in óns midden een man, die, in het neutraal openbaar onderwijs arbeidend, het bijzonder onderwijs weet hoog te schatten. Nijmegens Katholieken achten zich gelukkig dezen man, die aan de zucht naar kennis en wetenschap het hart voor godsdienst en deugd paart, geplaatst te zien in hunne veste, wakend dat de demon van het ongeloof met binnenkomt, en de jongelingschap wordt opgevoed in godsdienst en deugd. Stel hen niet teleurwaak over geesten en hartenwees voor de jongeren een goed leidsman, voer hen tot wetenschap en deugd en verzadig hen met de ware kennis, die op den godsdienst gegrond is, dan zullen zij u steeds dankbaar herdenken. Zoo ongeveer besloot de fungeerende president der St. Willibrordus-Stichtingztjn dankwoord, dat geestdriftvolle instemming vond. Zeker vertolkte hij aldus op waardige wijze den dank der vergadering,die niet alleen dankbaar was voor hetgeen de heer Poel hekke haar te genieten gaf, maar ook voor al het goeds zij dezen avond mocht hooren. Blijke de offervaardige helde voor het katholiek onderwijs door dezen schoon en avond in hooge mate versterkt 1 De Fransche ministerraad heelt zijn goed keuring gehecht aan het besluit van den minister van eeredienst (Combes) om de tuchtiging der bisschoppen, die het bekende manifest onderteekenden, te beginnen met een aanklacht bij den Staatsraad wegens misbruik van ambtsbevoegdheid, in strijd met artikel 9 der wet van den 18n Ger minal van het jaar 10, krachtens hetwelk de ambtsbevoegdheid van een bisschop be perkt blijft binnen de grenzen van zijn Hij beet de punt van de sigaar af, spuwde dien uit en begon te rooken. edij hadt van morgen vroeg veel praats en waart weerspannig", merkte hij lachend op, »nu schijnt uw toon wat lager ge spannen." »Dat is niet te ontkennen." nik heb schulden bij u en zal die met rente terugbetalen, daarop kunt gij u ver laten." »Gij hebt de kaarten in de hand—speel die uit 1" »Dat zal ik ookl Hebt gij een vermoeden, welk spel het zal zijn sNeen", bekende de gevangene. »Met der tijd zal ik het wel merken." sZeker, zeker. Ik ben u immers drie jaar verschuldigd, dat weet gij toch?" Die toespeling was begrijpelijk. »Die zal ik terugbetalen niet bij tusschenpoozen maar in eens. Het lust mij, u van het begin al mijne kaarten te laten zien. Ons huis heb ik voor drie maanden gehuurd de huur is vooruit betaald. Er is geen mensch in, als gij en ik, en van morgen af zult gij de eenige bewoner zijn ik sta u mijn huurcontract af. Begrijpt gij de zaak Aha, gij wordt diocees en de bisschoppen en aartsbisschop pen zonder uitdrukkelijke vergunning der Regeering noch gemeenschappelijk mogen beraadslagen, noch een collectief besluit nemen. De lemps weet verder mede te deelen- dat Combes eveneens besloten heeft de bezoldiging in te houden van den vicaris- generaai, die naar verschillende bisschoppen is gereisd, teneinde hun bandteekeningen te verzameen. Ook zal volgens een officieuze mededeeling mgr. Peraud, kar dinaal bisschop van Autun, worden gesom meerd om te verklaren of door hem ter geiegengeid van de gedachtenisviering van mgr. Dupanloup's geboorte te Orleans de uitdrukkins gebezigd isministère de depravation, ministerie van zedelijke verdor venheid. Wat betreft het misbruik van ambtsbe voegdheid der bisschoppen herinnerde reeds dezer dagen de Gaulois er aan, dat het manifest geenszins kan geacht worden te vallen onder de bepalingen van boven ge noemd artikel. Een algemeene beraadslaging heelt niet plaats en een collectief besluit is niet genomen. Ieder der onderteekenaars heeft afzonderlijk, alleen raad houdend met zich-zelven, zijn handteekening geplaatst onder een stuk, dat geen besluit inhoudt, maar louter een betooging is, een petitie. En het recht om te betoogen heelt ieder Fransch staatsburger, dus ook iedere bis schop. Het ligt intusschen voor de hand, dat de Staatsraad, op wiens kostelijk advies Combes zich telkens beroept om zijn geheel willekeurige interpretatie van Waldeck- Rousseau's wet op de vereenigingen te recht vaardigen, bij zijn uitspraak het ministerie naar ae oogen zal zien en de bisschoppen »schuldig" zal verklaren. Uit de verklaringen reeds door twee va n het viertal bisschoppen, dat zich van onder- teekenmg van het manifest onthouden heelt, afgelegd, blijkt, dat, welke ook de redenen hunner onthouding mogen zijn, zij immers bleek I Herinnert gij u wellicht, hoe gij te Berlijn eens op uwe wijsneuzige manier eens tegen mij zeidej Maak u maar geen illusie mijn waarde, dat gij Joseph Prickett bang maakt. Maar nu schijnt Joseph Prickett, mij toch ietwat bang geworden te zijn. Of niet, mijn beste?" »Neen. Dat gelukt u niet, geen duizend van uw soort 1" »Gij liegt 1 Gij staat doodsangsten uit!" »Ik laat mij op geen woordenwisseling met u in," antwoordde Prickett, de verdorde lippen tevergeefs met de tong, welke zelf droog was, bevochtigend. »Gij speelt het spel van een gek, dat weet gij zelf. Zoo veel ik weet, hebt gij acht jaar gezeten, voor dit stuk werk krijgt gij in elk geval levenslang of, in geval gij het geheel door zet, de galg." >Zoo, mijn waardestel u dat maar niet voor! Zoo onhandig heb ik het ditmaa niet aangelegdGoeden nacht voor 't oogenblik, mijn uitstekende inspecteur ik wensch u aangenaam droomen (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1902 | | pagina 1