Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
HtIdnalI militiëT
25ste Jaarg.
Woensdag ^10 December 1902.
No. 7473.
CE0am'
m
1 fyStsa»,"
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
PBÏJ8 TAS DïT BLAD:
'oor Schiedam per 3 maandenf 1.50
•'rsncc per pos? aoor recesi Nederland 2.—
i-nonderinke Nummers 0.05
^ICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
nDeren
PB IJ 8 DBB ADTBBTBHIIlH:
Van 1—6 regeis'' j J J j /0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor nerna&ióe plaatsing worden oiiiiike overeenkomsten
xazmeeaan.
er en Wethouders van
lariQjJJ0"6 verplichtir,g tot het doen van
hi tij,:' ter inschrijving voor de nationale
lje e' lD de maand Januari 1903.
I>eireis, ePailngen aer Mihtiewet 1901, die
Ms Vol> heboen op de inschrijving, luiden
bij deze alle belanghebbenden
"Sou Ml? in het Ryk of de koloniën of be-
l va„ es liijks m andere werelddeelen gehad heeft
a>r oVer,-.*'eU5 ouders de langstlevende bij lijn of
?'sl vert bet hierboven onder a omschreven
b>lde'k7frJari8 ™*dt voor de toepassing van het
JB-: nierbo -
RotS f" Belg" Tïrblijf h°Udt'
ZATERDAG den 3iien Januari 1903,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met
een der letters A tot en met M, en
MAANDAG den 5den Januari 1903,
voor hen wier geslachtsnamen beginnen met
een der letters N tot en met 2,
telkens van des voormiddags halt tien tot
des middags twaalf uur.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 9en December 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJ TEM A.
ALHE31JSEN OYÊlKZiCHl.
9 December 1902.
Duitschland en Engeland tegen Venezuela
De Venezolaansche regeering, die zoo
lang de lankmoedigheid der mogendheden
heeft getart, heeft moeten ondervinden,
dat haar geduld eindelijk raakt uitgeput,
Het ultimatum van Duitschland en Enge
land aan Venezuela is eergisteren aan de
regeering te Caracas overhandigd.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Balfour,
op een vraag terzake van Venezuela, het
volgende antwoord:
Wij hebben nu sedert vijf jaren ernstige
reden gehad tot klachten bij verschillende
gelegenheden wegens onrechtmatige han
delingen der Venezolaansche regeering
tegenover de vrijheid en den eigendom van
Engelsche onderdanen. Onzerzijds is geen
moeite gespaard om een minnelijke schik
king te weeg te brengen ten aanzien van
die gevallen, maar nooit zjjn behoorlijke
verklaringen afgelegd, en laatstelijk is aan
de vertoogen van den Engeischen gezant
zoo goed als geen aandacht geschonken.
Wij hebben saamgewerkt met de Duit-
scha regeering. Aan de regeering van
Venezuela is een laatste vertoog gericht
en indien daarop geen bevredigend ant
woord komt, zullen de beide regeeringen
de maatregelen treffen, die noodig kunnen
zijn om aan de eischen kracht bij te
zetten.
In den Duitschen Rijksdag.
De Duitsche Rijksdag zal heden een
gewichtige bosiissing nemen betreffende de
verandering van het huishoudelijk reglement,
krachtens welke het voortaan enkel en
alleen van de beslissing des voorzitters zai
afnangen of een der sprekers over dat
reglement het woord mag voeren, hetwelk
dan in elk geval niet langer zai mogen
duren dan vjjt minuten. Gemotiveerd wordt
deze wijziging door de houding der oppo
sitie gedurende de laatste dagen ten voile.
De Rijksdag heeft aan de tweede lezing
van het tanefwetsontwerp met mmder aan
35 zittingen besteed en vyt oagen lang
beraadslaagd" als men 't nog zoo noemen
mag over de toelaatbaarneid van het
bekende voorstel-Kardorff ea bij dit debat,
hetwelk alleen dienen moest om opmer
kingen te maken betreffende de benauaenng
van wetsontwerpen overeenkomstig net
huishoudelijk reglement, is wjjd en breed
geredekaveld over aiie mogelijke dingen
die met de zaak niets te maken hadden.
Tot dusver stond de Rijksdag maonteloos
om dergelijke alle werkzaamneid verlam
mende obstructiedebatten te voorkomen of
te beperken. De aanneming aar heden te
behandelen voorstellen want dat zij
aangenomen zullen worden, is met twijfel
achtig zal de geliefkoosde taktiek der
oppositie de doodpratenj verijdelen
en mocht de Linkerijae de obstructie nog
verder willen drijven, dan zal de meerder
heid zeker ook voor verdere maatregelen
tot verdediging van haar reent tegenover
het brutaal optreden eener groep socialis
tische woestelingen en hun aanhang niet
terugsennkken.
fingeland en Portugal.
De Portugeescne bladen, die in deoppo-
sitie zyn, maken een onderhoud openbaar,
dat een journalist genad heeft, met Diaz
Ferreira, gewezen minister-president, die
ter zake van de spoorwegconcessie aan
Engeischen verleend in Portugeescn West-
Afrika, het volgende moet gezegd neooen:
Onze regeering opent ae deur van onze
beste kolonie voor uen vreemdeling en
gooit hom 36Ü.ÜÜ9 vierkante kilometers
NIEUWE SCHIEOAMSGHE COURANT
•'o„t de Art. 13.
lo, '«tie wordt ingeschreven
I 'V, j J - W1UI lUgtOvUl UT vil
.""e# i,er ®'Q<lorjarig mannelijk Nederlander, die
"'"kriit in het Duitactie Rijk of in het Ko-
ïo- led S'É Vcr.bl,jt hoQdt>
Vi(ierJ cr "nuderjang mannelijk Nederlander, wiena
7e Rijk VoüKd binnen het Rijk, in het Duit-
li- d°' led be' K°Din'"'ij't België woonplaats heeft,
"hen ker meetderjarig mannelijk JNederlander, die
u i iQ het Duitsche Rijk of in het Ko-
4o. e'gië woonplaats heelt,
1°° hij C er rnauöelijk ingezetene niet-Nederlander,
^eQ lsten Januari van het jaar het ite
'J art. ir Was *ögetreden en niet verkeert in een der
k-^Kezft0 0Qi8Ghreven gevallen.
«hetbr cne iR V/lAM fr/hnmnA.ln
Ooven ",1!i T00r de toepassing van het bepaalde
4. J °?der 4o.
^a,'8e n,«. 'n"en het Rijk verb ij f houdende minder-
e. ^'"Nederlander
j°"nPl»ats'8 ,Vader' "loeder of voogd binnen het Rijk
biea 1 eQ baar gedurende de voorafgaande
of «i ecrdei ai verkeert zijn voogd niet in dat
die d '8 daze buiten 'a lands gevestigd
die o„7,^D vaderi moeder ot voogd verlaten is,
>er h" er'°°< is of in wettelijken geen vader of
he^" Tan W'en n'e' hekend is dat hij een
'hen 'udien hij gedurende de voorafgaande
B. unuden in het Rijk verbiyf gehouden heelt
af' ^'jk Jaeerderjar'8e met-Nederlander, die binnen
0|£aaude 0onplaata heeft en haar gedurende de voor-
a\ betij.j" "eu maaudeD in het Rijk of de koloniën
yd heef'7U 111 andere werelddeelen
)»ri
a, '8 is onder A gehouden hij, die minder-
h ef:rderjar" z'n der iSederlandscse wet. Voor
if hiervn-'*' Word' T00r de toepassing van het bepaal-
den f" onder B gehonden hij, die meerderjarig
'n van voormelde wet.
Be j Ar" 14-
1°. 'b?i"g geschiedt
i» hii K-em hedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.
'der 0j "tlnea het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
»U'e der™811 alliaar woonplaats heeft, in de ge-
m hii WoonPlaa'8 Yan vader, moeder of voogd:
nf'der Qf i0nen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
heeft roogd e'dera dan binnen het Rijk woon-
is hii 'jln de gemeente, waar hij verbiyf houdt
W "hderloo,'"JU rader' m°eder of voogd verlaten
hf'der beef, 13 'n wettelijken zin geen vader of
ff'' in de Cn n'et hekend is dat hij een voogd
t 0 hu Seineeate, waar hij verblijf houdt
veehte a! Duitsche Rijk Verblijf hoadt, in de
d 2°u hij erdami
bi> zlJtlhr' hedoeld in art. 13 eerste zinsnede 2o.
v.oüeu bet n,:ifr'. moeder of voogd woonplaats heeft
:eri moeder 'n 8e"teente der woonplaats van
h de of T°ogd
"''the f{f7'aatR, vau Tader, moeder of voogd in het
b l' ty ln de gemeente Amsterdam
°o'erdatn C' homakrijk België, in de gemeente
Va l
k^°0 hd 71 hedoeld in art. 13, eerst, zinsnede 3o i
0 ehte °np aa'S heeft binnen het Rijk. in da
u 0 hi r W00nP'aats 5
B,8emeelLW.00nplaat8 heef' in het Duitsche Rijk, in
i 2°o hii msterdam y
'hdieu'h bed°eld i" art. 13, eerste zinsnede
V 0 hij J 'U'nderjarig is
dat an-nV' 'U bet 8eYa'. in de tweede ziusnede
hi h'e, w C onder Aa omschreven, in de ge-
beeft" l^Q Tadër« moeder of voogd woon-
Zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder
Kb omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd
woonplaats heeftis de woonplaats van dezen buiten
's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente
waar de minderjarige verblijf houdt
Zoo hij verkeert in een der gevallen, iu eveube-
doeldc zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeeute,
waar hij verblijf houdt;
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o.,
indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar het verblijt of de
woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januari
san het jaar, volgende op dat, waariu de in te
schrijven persoon het 18de levensjaar volbracht, tenzij
het iemand geldt, wiens insohrijviug te Amsterdam
of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of
woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk ol
in het Koninkrijk België.
Art. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven:
10. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te
behooren tot eeo staat, waar de Nederlanders niet aan
den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar
ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van
wederkeerigheid is aangenomen
2o. hij, die bewijst in de koloniëu of bezittingen
des Rijks in andere werelddeelen verblijf te hoaden
of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Dy, die volgens art. IJ behoort te worden inge
schreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de
inschrijving moet geschieden, aan te geven tnsseheu
den lsten en den 3isten Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar vob
bracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich
ter inschrijving moet aangeven, alsmede ui een der
gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven,
rust de verplichting tot het doen der aangifte i indien
het een minderjarige betreft, op zyn, vader, moeder of
voogd
indien het een meerderjarige betreft, die onder
curateele gesteld is, op zijn curator. De verplichting
van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts
zoo hij of zij binnen het Rij,, in het Duitsche liijk
of in het Kouinkrijk België woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doeu der
aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het
Kijk, in het Duitsche Rijk of in het Kouinkrijk België
woonplaats heeft
indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke
macht missen
11.dien hij door zijn vader, moeder of voogd ver
laten is; of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij
een voogd heeft.
Hy, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld,
ter inschrijving moet warden opgegeven of die in
dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het
korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger nier
te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen
van de aangifte niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte
verplicht is, kan de aangifte geschieden door een
ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht
blyft onder Burgemeester en Wethouders berusten.
De wijze waarop van de gedane aangifte moet
blyken, wordt door Ons bepaald.
Art. 18.
Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt
opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
na den laten Januari van het jaar, volgende op dat,
waariu hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het
intreden van het 21ste levensjaar zijn verblijf binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
België gevestigd heeft
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiena
vader, moeder of voogd na den laten Januari van het
jaar, volgende «p dat, waarin de minderjarige het 18de
levensjaar volbracht, «n vóór het intreden van diens
21ste levensjaar zijne of hare woonplaats hinuen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België
gevestigd heeft
3o. ieder inannelyk minderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waariu hij
het 18de levensjaar volbracht, eu vóór het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven
on er lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader,
moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven
onder 2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
ua den lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarir. hij het 18de levensjaar volbracht en vóór het
intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het
Koninkrijk België gevestigd of er woonplaats ver
kregen heeft
öo. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het
18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van
bet 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder
lander is geworden, zoo hij iu een der hierboven onder
4o. omschreven gevallen verkeert
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den
1 sten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw inge
zetene is geworden in den zin der tweede zinsnede
van art. 18.
Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel
en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving
of de inschrijving opnienw moet geschieden en van
de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrij
ving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste zin
snede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden
van art. 16.
De aangilte ter inschrijving of ter inschrijving op
nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van
dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen
dertig dagen na het verkrijgen ot, werd hij reed»
vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd,
na het terug erlangen van het Nederlanderschap of
van het ingezetenschap, of na de vestiging van ver
blijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België.
De inschrijving geschiedt in het register betreffende
de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste
zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen
leeftijd behoort.
Art. 166.
Met boete van ten minste vijftig cents en tan
hoogste f 100.- wordt gestraft de overtreding van de
artt. 16, 18 en 22.
Dientengevolge wordt aan alle mannelijke inge
zetenen, die geboren zyn in het jaar 1884, kennis
gegeveu, dat in het gebouw deSt.JORISDOELE
aan het Doeleflein alhier, op dagen en uren hieronder
vermeld, tot het doen dier inschrijving, meer
bepaaldelijk gelegenheid zal worden gegeven, te
weten, op
Voor hen die verzuimd hebben of verhinderd waren,
zich op een der voornoemde dagen ter inschrijving
aan te geven, zai daartoe, tan Raadhuite der ge
meente, alsnog gelegenheid bestaan op iederen
werkdag der maand Januari a.s., op de uren, hierboven
vermeld; terwijl het register van inschryving,
ingevolge art. 23 der meergemelde wet, op den bisten
dier maand yoorloopig zal worden gealoten.