Dasblad voor Schiedam en Omstreken,
«J
26ste J aars.
Zondag 4 Januari 1903.
No. 7492.
EERSTE BLAD.
Nog zoo kwaad niet.
WILDE ROZE.
to Df
>rget(
5cf
jo*
svi^
;sTP
js
)US
a
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
PKIiS TiS DIT BLAD:
"aor o«r 3 u-xsnaer.
rircc per post aoor csn-e: Neriensmc
anccdeniike iSummers
PBIiS DEB ADYEETBHTIÊB:
Van 1—6 regeis;J ^o.6(J
S!ke gewone regei aaeer-0.10
Voor hernaaiae piaaising worden oiliiike overeenkomsten
xanseeaan.
i>FFICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
h Geiet op art. 18 der wet van den 4iien
december 1872 (Staatsblad, no. !134), tot
v°orziening tegen besmettelijke ziekten
Brengen bij deze ter kennis van de
Ingezetenen, dat ten huize van den heer
F, ELZEVIER DOM, Lange Haven 98,
Seiheente-geneesneer, alhier, op de gewone
8Preekuren, driemaandelijks en wel op deD
bersten Dinsdag van elk kwartaal, ge-
"genheid zal bestaan tot
S c n 1 e U a in, 3 Januari 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WUTEMA.
De Wethouder M. L. Honnerlage Grete
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
bij voor onderwijszaken, zooveel mogelijk,
des Zaterdags-middags van tot2| uur
len Raadhuize ie spreken zal zijn.
Schiedam, 3 Jan. 1903,
De Wethouder voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
Een christelijke regeering is nog zoo'n
«echte regeering niet.
Het is een oude beschuldiging, door de
''beralen den christelijker! partijen van alle
'inden al jaren hen voor de voeten ge
gooid: »gij kunt met regeeren, gij kunt op
®hze wijze van beheer wel duchtig critiek
Uitoefenen, maar zult onmachtig blijken om
°hs te verbeteren."
Feuilleton.
Sproke.
Er waren eens twee zusters, konings
kinderen, die na den dood van haar vader,
den ouden grijzen vorst der ellen en diens
gemalin, de beeldschoone Flora, in een
paleis van lichtgroen glas woonden, dat
(hidden in het bosch stond op een open
plek, waar overdag het gouden zonnelicht
steeds zijne stralen door een der glazen
banden zond en des nachts het mooie,
droomerige, zilveren maanlicht alles hulde
ih een betooverenden, teeren glans.
Hier woonden zij beiden in ongestoord
geluk, levend van hetgeen kabourtertjes
en elfen baar brachten, onbezorgd, ver van
de menschenin de mooie stille wereld
der mmten. Beide zusters waren wonder
baar schoon en geleken zeer veel op elkaar,
boewei hare karakters heel ver uiteenliepen.
De oudste, Regma genaamd, was groot en
statig: een groot fluweelen kleed hing in
Dit liedje is jarenlang gezongen, tot ver
velens toe.
Maar het bewijs? Dat kunnen de libe
ralen niet leveren.
Maar het tegenbewijs Daar zullen wij
nu even voor zorgen.
En dan blijven we niet in Nederland.
Daar is de christelijke regeering nog te
kort van duur om flink sprekende oordeelen
te kunnen aanwijzen. Zelfs een vierjarig
tijdperk is hiervoor nog van te korten duur.
Wil men om bij ons land te blijven
zien, wat het ministerie-Kuyper presteert,
dan moet dit bewind minstens acht jaar
saan"biijven.
We gaan naar België.
Daar heeft, de lezer weet het, vóór
1884 een liberaal ministerie den boel zoo
danig in de war gestuurd, dat het eind er
van weg was. België had schuld, niet even
daarbij een jaarlijksch deficit van millioenen
en nog eens millioenen.
Nu trad in '84, dus 18 jaar geleden, een
katholiek ministerie op. Met het gevolg
Dat willen we even nagaan. Eerst even
buiten België.
Frankrijk zal zijn dienstjaar 1902 sluiten
met een tekort van 175 miilioen. Wel
geen Hollandsche guldens, maar toch halve
dito's.
Zwitserland, in grootte België, maar
weinig te boven gaande, komt over het
zelfde dienstjaar 6 mill, francs te kort.
Het lilliputterige Luxemburg doet ook al
dito mee met 2£ mill, francs.
In Duitschiand sneeuwt het ook al geen
rozen.
En Nederland? Daar staat ons christelijk
ministerie voor de uitvoering van peperdure
wetten, door het vorig ministerie vermaakt,
maar welk ministerie leukweg heeft nage
laten de middelen aan te wijzen om de
uitvoering mogelijk te maken.
zware plooien over hare trotsche weelderige
gestalte.
Het mooie hoofd, met de schitterend
zwarte oogen onder het blanke voorhoofd,
werd gekroond door een diadeem van git
zwarte vlechten, waarin steeds de zuiverste
diamanten flonkerden.
Hare voeten staken in goudleeren
schoentjes en in de hand, die schitterde
van ringen, droeg zij een kunstig bewerkten
waaier van kostbaar ivoor met gouden
figuren belegd.
Zij was trotsch en ongenaakbaar, toch
trok zij iedereen aan door hare verblindende
schoonheid en gracie. Na den dood van
den koning was zij koningin geworden en
dit maakte haar gelukkiger, dan alle
schatten der wereld haar hadden kunnen
doen zijn.
De jongste, die Liberta heette, had
dezelfde trekken als haar oudere zuster,
doch was milder en vriendelijker en minder
hooghartig. Zij was met trotsch, doch de
lieftalligheid in eigen persoon.
In een luchtig wit kleedje trippelde de
kleine prinses des morgens vroeg reeds,
als de maan nog aan den hemel stond, de
marmeren trappen van het paleis af en
wachtte teer elfenkind op een der
treden gezeten, het ontwaken van de
zon. Schoot dan de eerste straal van licht
door de grijze morgennevelen, kleurde de
Maar nu België. Daar kan men over het
dienstjaar 1902 veilig rekenen op een over
schot van enkele millioenen.
Of men daar dan alles maar in kas houdt
en b.v. voor sociale wetten niets over heeft
Waarlijk niet.
De pensionneering der 65-jarigen heeft
dit jaar aan de schatkist 12 mill, gekost
en zal voor het volgende dienstjaar 13 mill,
eischen.
Daarbijde jaarwedden van alle Rijks
ambtenaren zijn in België verhoogd, wat ook
uit geen leege beurs betaald is.
En niettegenstaande dit alles zal de beurs
der belastingschuldigen niet méér worden
aangesproken dan in andere jaren.
't Is te begrijpen, dat de kiezers in
België met het katholieke ministerie inge
nomen zijn. De kiezers zijn daar dan ook
zoo verstandig de katholieke meerderheid
ic Kamer en Senaat bij algemeene verkie
zingen te handhaven en aldus de voortleving
van een christelijk ministerie mogelijk te
maken.
En daar doen zij, blijkens de uitkomsten,
zeer goed aan.
*taa&- en ttewesïeiijfc Nieuws.
Schiedam, 3 Januari 1903.
Door den Burgemeester dezer gemeente,
hoofd der politie, is met ingang van 1
Januari 11. de agent J. C. Meijer bevorderd
tot den titulairen-rang van hoofdagent.
In verband met voorstaande kennisgeving
kunnen wij mededeelen, dat in de verga
dering gisteren door B. en W. gehouden
de heer M. L. Honnerlage Grete tot wet
houder van onderwijs is gekozen.
De heer Honnerlage Grete is mede be
noemd tot president der commissie voor de
gasfabriek en drinkwaterleiding.
horizont zich met wonderbaar schoone
tinten, strepen van violet en rose, rood en
goud, dan juichte het blonde prinsesje en
snelde, luide zingend, het woud in, en hare
stem klonk het reinst, hoog uit boven het
jubelend voog'lenkoor. Met de armen vol
bloemen keerde zij dan naar het paleis
terug, waar zij hoog boven in den toren
woonde. Want hoog wilde zij wonen, dicht
bij de zon en bij den hemel, vrij wilde zij
zijn, vrij daarboven, vanwaar zij alles zien
kon, tot ver, ver over de bosschen, waar
de menschen woonden. Hoe dikwijls reeds
was in haar kleine hart het verlangen
ontwaakt, het paleis dat haar gevangen
hield, te verlaten en te vluchten door het
bosch naar de stad, die aan den voet van
den berg door menschen was opgetrokken.
Daar zou zij vrij zijn, vrij en gelukkig.
Zij wilde naar de menschen. De bedroefden
opvroolijken, den armen lafenis brengen
door haar lach, de kinderen gelukkig maken
met haar zang en ouden van dagen een
jeugdig hart geven door den aanblik van
haar teederen jonkheid. Eindelijk kon
zij haar verlangen niet meer bedwingen.
Op zekeren nacht sloop zij naar de
kamer van haar zuster, die zich reeds
ter ruste had gelegd in het ebbenhouten
ledikant met de gouden pooten en de
vlammende roode fluweelen gordijnen. Er
heerschte daar een zacht, getemperd licht,
De Arbeidsbeurs.
(Opgave 3 Januari 1903.)
Gevraagde arbeidskrachten.
4 kuipers.
Leerjongens rijwielvak.
Personen bekend met rijwielvak.
Gelegenheid voor een jongen ter oplei
ding wagenmakerij.
Een mouter.
Een loedgieter.
Een schoenmakersjongen.
Halfwas meubelmaker.
Aangeboden arbeidskrachten.
Dienstboden en schoonmaaksters.
Een bakker.
Brandersknechts.
Een boerenknecht.
Een metselaar.
Een tabaksbewerker.
Een timmerman.
Kistenmakers.
Ververs.
Houtkooperknechts
Een machinist-stoker.
Een borstelmaker.
Een schippersknecht.
Mouters.
Personen voor lichte werkzaamheden ot
loopwerk.
Gelegenheid gezocht voor jongens ter
opleiding in kuiperij of smederij.
1
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig aan het commissariaat van
politieEen R. K. kerkboekjeeen bril in
étui; een broche.
Terug te bekomen aan de volgende adressen:
1 kinderbontje, wed. Bezemer, Ged. Broers-
vest 54; 1 gouden oorknop, J. v. d. Most,
Broersvest 103; 2 kinderkousjes P. v. d.
Kraan, Leliestraat 9; 1 zwart bonte hond,
J. de Koome, Zalmstraat 37.
dat van een gouden kroon straalde en als
in schemering de welderige inrichting van
dit vorstelijk vertrek hulde.
Daarboven bij Liberta zag het er veel
vriendelijker uit in de eenvoudige kamer
met het blauw-satijnen bed en de wit-zijden
gordijnen.
Zachtjes boog zij zich 7oor Regina en
kuste haar wakker.
Kom, zuster, kom ik ga naar de menschen,
kom ga met mij
Regina ontwaakte uit den droom, waarin
zij zich had gezien, gezeten op een troon,
aangebeden door de menschen, die voor
haar knielden.
Ja, ik ga met u, sprak ze, men zal mij
eeren en aanbidden en kronen tot koningin
en ik zal heerschen in het rijk der menschen.
In de stilte van den nacht verlieten de
zusters het paleis, dat nu eenzaam en ver
iaten lag in het bleeke maanlicht en snelden
heen door het bosch, dicht aaneengedrukt,
den berg at, aan welks voet de stad lag,
die. juist uit hare sluimering ontwaakte.
Daar zijn de menschen, zei Liberta. Einde
lijk Maar de menschen waren niet, zooals
deze elfen kinderen zich hen hadden gedacht,
Zij beweerden geen behoefte te hebben aan
een glimlach of aan liefdebrachten zij
geld mede, dan waren zij welkom, zoo niet,
dan deden zij beter, maar verder te gaan.
Niemand ontfermde zich over de kleine
NIEUWE SGHIEDA
OURANT
