Stads- en Gewestelijk Nieuws.
het korte tijdsbestek van nu tot het begin
der lente, welk tijdstip door het Macedo-
nisch comité was aangenomen om den
opstand te beginnen.
Duitschland en Engeland tegen Venezuela.
De Venezolaansche kwestie bljjkt nog ver
van opgelost te zijn.
President Roosevelt heeft het verzoek,
door den Engelschen gezant namens de
drie mogendheden tot hem gericht, om als
scheidsrechter op te treden in de kwestie
van preferentieele behandeling, afgewezen.
Men verneemt nu. dat de zaak ter beslissing
zal worden gegeven aan het Haagsche hof
van arbitrage.
De blokkade zal opgeheven worden, zoodra
het protocol geteekend is.
Na Roosevelt's weigering heeft Bowen
een bezoek gebracht aan sir Michael
Herbert, die hem mededeelde, dat hij het
protocol ontvangen had en het ter onder-
teekening aan Bowen zou voorleggen.
Sternberg is bij Bowen geweest om hem
de ontvangst van het Duitsche protocol te
melden.
Brazilië en Bolivia.
In zake het geschil tusschen Brazilië en
Bolivia stemt Bolivia er thans in toe, dat
Brazilië het Acre-gebied bezet en bestuurt,
zoolang het geding hangende is.
Het Dresdeuer Hofdrama.
Van toongevende zijde verklaart men te
Dresden, dat de rechtspositie van de kroon
prinses en de ioop van het proces door
hare scheiding van Giron niet veranderd
zijn. Haar terugkeer aan het Saksische
Hof is ondenkbaar. Waarschijnlijk is echter
eene verzoening met hare eigen familie.
De kroonprinses zou zich dan voor goed in
Oostenrijk kunnen vestigen. Of zij later
dan hare kinderen nog eens terug zal zien,
hangt af van de beslissing des Konings, na
het uitspreken van het vonnis.
Ter weerlegging van de in enkele dag-
bladen uitgesproken hoop. dat nu de
kroonprinses van Saksen hare betrekkingen
met Giron heelt verbroken, de eerste stap
zou zijn gedaan tot eene toenadering, is
het Dresdener Journal gemachtigd te
verklaren, dat de door de advocaten
medegedeelde feiten, vooropgesteld dat deze
juist zijn, geenerlei wijziging brengen in
de positie en de betrekkingen van het
Hof tot de kroonprinses en het echt-
scheidings-proces ongestoord wordt voort
gezet.
Nader wordt uit Berlijn nog gemeld:
Onder voorzitterschap van den koning
heeft de Saksische ministerraad afwijzend
beschikt op het verzoek der kroonprinses,
om gedurende enkele uren een bezoek te
mogen brengen aan haar ziek zoontje. De
onvoldoende reeds tot bijna voldoende opge
klommen was, zag hij hier en daar bij de
boekhandelaars een exemplaar liggen van
het werk, dat hem in zoo groote verzoeking
had gebracht maar niet geïllustreerd en het
geleek wel, alsof den jongen teekeriaar
persoonlijk iets aangenaams geschiedde, zóó
blij was hij bij de gedachte, aat geen kunst
broeder zich verlaagd had tot de vervaardiging
van de vereischte platen.
Maar niet zijn geheele leven lang zou Johan
het gemis aan kunstarbeid behoeven te be
treuren daarvoor deed vriend Caspar zijn
uiterste best. Hij vertelde en herhaalde van
den pen-teekenaar die kantoor-schrijver was
en hij praatte zóó lang, tot eindelijk zijne
verhalen den rechten hoorder vonden en de
aandacht van een invloedrijk kenner op van
der Es gevestigd werd. Nu was de tijd der
beproeving voorbij er kwam teekenwerk,
dus hulp. Van der Es kwam in besprek,
men ontdekte hem, bracht hem op den voor
grond en toen het ook nog bekend werd, dat
hij de kunst gesteld had boven den mammon,
toen werd hij een held, de martelaar, en
plotseling een beroemd man.
Nu woont hij met vrouw en kinderen in
een der deftigste wijken, en vriend Caspar,
een voornaam koopman, is eiken Zondag zijn
gast en vertelt dikwijls aan het jonge volkje,
hoe h(j eB papa in hunne jeugd hebben ge
scharreld om aan den kost te komen en
belooft hun, dat zij later haarfijn zullen weten,
waarom hun vader den ouden venter Jansen
tot aan diens dood zoo goed verzorgd heeft.
beslissing luidde, dat haar terugkomen op
de plaats, die zij onder zulke pijnlijke
omstandigheden verlaten heeft, onmogelijk
was en dat het bovendien aanleiding zou
kunnen geven tot eene beweging onder de
bevolking, waarvoor niemand de aansprake
lijkheid op zich zou mogen nemen.
De Dreyfus-zaak.
Men houdt te Parijs, ondanks alle tegen
spraak, vol, dat er bij het proces te Rennes
wel degelijk een geheim stuk is overgelegd.
Deze geheime mededeeling zou hebben
plaats gevonden in een salon te Rennes en
niet aan alle leden van den krijgsraad zijn
gedaan, doch slechts aan „hen, wier meening
weifelend was.
Het stuk zou behooren tot het dossier
van den kolonel Sander, en bestaan uit
de beweerde fotografieën van het bordereau,
met de aanteekeningen van den Duitschen
keizer er op, alsmede uit den beweerden
brief van Dreyfus aan Wilhelm II en een
schrijven van dezen aan graaf Von Munster.
Groote diefstal te Brussel.
De passagiers, welke gisteren met het
Belgische stoomschip La Flandre te Dover
aankwamen, moesten zich aan een scherpe
contróle onderwerpen, voor het hun werd
vergund aan land te stappen.
Het blijkt, dat deze maatregel aan de
Engelsche politie was verzocht door hare
collega's te Ostende. Men gelooft, dat het
een belangrijker, diefstal gold, welke te
Brussel zou hebben plaats gevonden.
Revolutie iu China.
Uit zeer betrouwbare bron wordt gemeld,
dat in China een revolutie in aantocht is,
waarbij vergeleken de Boksers-opstand
slechts kinderspel zou geweest zijn. De
slappe houding der Regeeringen na de
onderdrukkingen van de laatste onlusten
schijnt mede te werken, om den moedwil
der oproerlingen gaande te maken. Ook
onder de missionarissen schijnt groote
onrust te heerschen.
Schiedam, 9 Februari 1903.
De kiesvereeniging «Schiedam" houdt
Woensdag-avond eene vergadering in het
Volkshuis o. a. tot het stellen van candi-
daten voor den gemeenteraad.
Door de politie alhier is heden aange
houden en naar het huis van bewaring te
Rotterdam overgebracht, de 18 jarige J. v.
D., die 6 dagen hechtenis moest ondergaan,
hem door den kantonrechter aldaar opgelegd.
De gemeenteraad van Overschie verleende
Zaterdag eervol ontslag met ingang van 1
April a.s. aan den heer J. van Batenburg
als onderwijzer bij het herhalingsonderwijs.
Aan mej. A, J. Kema werd drie maanden
verlof verleend met behoud van honorarium
en zoo noodig nog 3 maanden met behoud
van halt honorarium, waarna men, zoo
noodig, verder zal zien.
Den heer Van Vessem, gemeente-architect,
werd op zijn verzoek met ingang van 1 Mei
eervol ontslag verleend.
De 25-jarige gehuwde vrouw C. Balteram,
vrouw van A. J. van Hout, die Vrijdag naar
het huis van bewaring te Rotterdam werd
overgebracht, verdacht van doodslag op bet
3-jarig dochtertje van haar zuster te Am
sterdam, heeft, naar wij vernemeD, thans
bekend de misdaad gepleegd te hebben.
Het driejarig meisje was lijdende aan
buikloop en zij had het daarvoor duchtig
gekastijd bij welke gelegenheid het kind
gevallen was waardoor het den volgenden
dag overleed.
De vrouw, die zelf geen kinderea heeft
staat bekend als erg ruw en allen tact
missend om met kinderen om te gaan.
Zij hield overigens zeer veel van het
driejarig kind.
Zondag-morgen vroeg is op de Noordzee
een loodskotter door een stoomschip aan
gevaren. De achterspiegel is vernield. Een
sleepboot van L. Smit Zn. bracht den
loodskotter naar de werf »St.-Joris" te
Rotterdam, ter reparatie.
Men schrijft uit Vlaardingen aan de
N. R. Ct.
De geruchten, die te Vlaardingen in
omloop zijn omtrent de aanvaring welke op
de Noordzee plaats had tusschen den stoom
trawler Judith van IJmuiden en den logger
Triton van Vlaardingen, waardoor de laatste
met man en muis is vergaan, hebben den
commissaris van politie, fungeerend water*
schout aldaar, genoopt zoowel hier als
elders een onderzoek omtrent deze zaak
in te stellen. Door de ramp zijn tal van
gezinnen in rouw gedompeld en broodeloos
geworden.
Het is te hopen, dat het gerechtelijk
onderzoek de ware toedracht der zaak aan
licht kan brengen.
De commissaris van politie te Vlaardingen
verzoekt aan alle burgemeesters van kust
plaatsen eventueel telegrafisch bericht bij
het vinden van lijken, naar aanleiding van
het vergaan van het zeevisschersvaartuig
Triton Vlaardingen 55, welk schip in den
nacht van 28 op 29 Januaii nabij Huisduinen
met man en muis is vergaan.
Gedurende de vorige week kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 116 schepen,
waarvan 1 zeilschip. Hiervan waren bestemd
voor Rotterdam 112, voor Schiedam 1 en
voor Hoek van Holland 2.
In hetzelfde tijdperk van 1902 kwamen
binnen 114 schepen, waarvan 1 zeilschip
er, 1 zeelichter. Hiervan waren bestemd
voor Rotterdam 113 en voor Maassluis 1.
Van 1 Januari af tot heden is het
aantal binnengekomen schepen 51, en het
aantal netto registertonnen 53.849 meer
dan tot op gelijken datum in 1902.
BINNEN LAN 1).
De gewone audiënties van de ministers
van Waterstaat en van Justitie zullen deze
week niet plaats hebben.
De verplaatsing van het groot aantal
troepen naar Amsterdam en de opkomst
der lichtingen maken het nemen van ver"
schillende maatregelen door het Departemen*
van Oorlog noodzakelijk. In verband hier
mede werd gisteren door ambtenaren van
enkele afdeeliogen gewerkt. Ook de mi
nister, generaal Bergansius, was eeuigen
aan het Departement,
Met het oog op de opkomst der lichting
1900 en 1901 en het daardoor ontstane
gebrek aan ruimte in de Oranje Nassau
kazerne te Amsterdam, zullen de aldaar
gedetacheerde korpsen Maandag a. s. de
kazerne verlaten en door tusschenkomst
van de gemeente in andere lokalen worden
ondergebracht.
Aan 200 ambtenaren en beambten der
Rijkstelegraaf, die in de termen vallen om
in dienst te komen wegens oproeping van
de lichtingen 1900—1901, is van hoogerhand
ontheffing verleend.
De sociaal democraten maken veel pro
paganda in het district Middelburg voor hun
candidaat, den heer J. A. Bergmeyer, voor
de Dinsdag te houden verkiezing van een
lid van de Tweede Kamer. Vooral nu noch
van vrijz.-dem. noch van liberale zyde een
candidaat is gesteld, trachten zij zooveel
mogelijk stemmen van deze partijen te
krijgen. De verkiezing van den anti-revolu-
tionairen candidaat te Middelburg, den heer
mr. G. Lucasse, mag echter zeker genoemd
worden.
Minister Kuyper over de Staking.
Naar aanleiding van het artikel van
professor Treub heeft de Haagsche corr.
van 't Hbld den minister van Binnenland-
sche Zaken om een onderhoud verzocht,
dat gister avond werd gevoerd. Hij vroeg
Zijne Excellentie of hetgeen de heer Treub
mededeelde, juist was.
»In do eerste plaats", zoo luidde het
antwoord, moet ik opkomen tegen elke
publicatie van wat in eene particuliere
audiëntie zonder getuigen wordi besproken,
zonder dat de betrokken Minister vooraf
in die publicatie is gekend. En dan nog
eene publicatie als in dit geval van een
onderhoud, dat reeds 20 December heet te
hebben plaats gehad,
Ten tweede houdt de heer Treub geen
voet bij stuk. Hij spreekt over de staking
bij het Blauwhoedenveem en deed alsof
het daarom ging en alsof met bem ddeling
in die zaak de heele geschiedenis ware
beëindigd. Maar de point zit in de spoor
wegstaking en daarvan is in de audiëntie
van dien heer waarover prof. Treub spreekt,
geen woord gewaagd. Niemand wist er
toen trouwens nog iets van.
«Ten oerde kwam de bedoelde handels
man als gewoon particulier. Was er iets
dreigends geweest in Amsterdam, dan had
de Regeering een deputatie moeten om
vangen van de Kamer van Koophandel of
van firma's, maar, zooals ik zei, hier
kwam een particulier bij mij om te ver
tellen dat eene staking dreigde aan het
Blaauwhoedenveem, wat de Regeering allang
wist, en om te vragen of er niet e n wet kou
gemaakt worden om dat te beletten. Ik ant
woordde, dat het niet anders zou kunnen zijn
dan eene regeling van het arbeidscontract,
hetgeen reeds in de troonrede was toegezegd.
Bovendien vroeg hij of de Regeering niet
baar bemiddeling kon aanbieden, gelijk zij
in de Enschede'sche quaestie had gedaan.
Daarop was mijn antwoord dat te Enschedé
de werkgevers zeiven de bemiddeling
hadden afgeslagen en dat over de moge
lijkheid nooit en nimmer beslist kan worden
eer het conflict is uitgebroken en men
weet op grond van onderzoek met welke
eischen de partijen tegenovei elkander staan.
«Maar indien de nandelsman ook al kwam
spreken over de staking bij het Blauwhoe
denveem, zoo had de Regeering toch
misschien aanleiding om op meer te zijn
voorbereid. Volgens prof. Treub had de
audiëntie plaats op 20 December en op 19
December heeft minister Oyens in de Tweede
Kamer de door ons geciteerde uiting gedaan
omtrent de gebeurtenissen die binnenkort te
wachten waren en waaruit zou blijken, dat
de beschroomhe d niet zoo groot was als de
heer Helsdmgen het voorstelde. Dat zal dan
toch op andere zaken heboen geslagen
»Van een op handen zijnde staking van
het spoorwegpersoneel was mij althans niets
hoegenaamd vooraf bekend."
«De Regeering is dus evenzeer verrast
door de staking als het publiek het was
«Volkomen. Ik heb er mets van geweten
voor de staking uitbrak."
«En had de Regeering geen van de maat
regelen kunnen nemen die aan de band
zijn gedaan Het spoorwegpersoneel, voor
zoover dienstplichtig, opcommandeeren en
dan dienst laten aoen
«Er konden in dit geval geen termen voor
gevonden worden."
«En het artikel dat door de De Nieuwe
Courant is aangehaald en dat aan de
Regeering de bevoegdheid geeft om, als de
dienst niet naar behooren geschiedt, maat
regelen te nemen
«Dit artikel slaat op gansch andere
gevallen, op het geval van een brug die
met spoedig wordt hersteld of iets dergelijks.
Geen enkel middel is tot dusver aangewe
zen dat de Regeering had kunnen ge
bruiken."
Wij wenschten nog vragen te stellen die
op de toekomst betrekking hadden en op
de oproeping der lichtingen, doch de Minister
wilde zich over iets anders dan over h®1
incident Treub niet uitlaten.
«Geen Regeering kan op zulk eenoogenblik
haar plannen vooraf openbaar maken", zoo
besloot Z. E. het onderhoud.
Oproeping Verlofgangers.
Gelijk onzen lezers in het Koninklijk
Besluit, waarbij de lichtingen 1900 en 1901
onder de wapenen zijn geroepen, is g«'
bleken, had die oproep piaats ingevolge d®
le zinsnede der militiewet 1901. De inhoud
dezer zinsnede is
«Wanneer het ter handhaving of tof
herstel van de openbare rust en ord®i
Uitvoering van de openbare rust en ord®
tot uitvoering van wettelijke voorschriften
of om andere overwegende redenen noodig
is, kan door ons worden bevolen, dat d®
ingelijfden bij de militie te land, die over
eenkomstig art. 107, 108 of 109 onder d«
wapenen zyn of laatstelijk geweest zijn»
onder de wapenen worden gehouden oi
geroepen.
O® 2e zinsnede van het artikel zegt:
«zoodra bovenbedoelde ingelijfden zes wek®11
«onder de wapenen hebben doorgebracht