Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 26ste Jaar". Zondag 15 Maart 1903 So. 7551. EERSTE BLAD. Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85. •Parijsche Kroniek. Feuilleton. Myn eerste gedachte was aan Indianen eh ik zeide tot mezelf dat het dan een jager zou zijn die beschutting zocht. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT PRIJS Tij DU BLADl Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nummers f 1.50 - 2.— - 0.05 PRIJS DER ADYERTENTIÊN: Van 1—0 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Het rapport betreffende de autorisatie aanvragen der 54 mannen-congregatiën, houderd vijf en zeventig bladzijden groot en door den parlementairen scherprechter Rabier opgemaakt, werd einde Februari op het bureau der Kamer gedeponeerd en Donderdag 12 dezer in behandeling geno men, ot beter gezegd, op nooger bevel der loges kortweg, zonder consideratiën, van welke aard ook, afgemaakt, Deze aanvragen zijn door de regeering en den rapporteur Rabier in drie categonën verdeeld lo. Onderwijzende Congregatiën, uit 25 vereentgingen bestaande. 2o, Predikende Congregatiën, 28 in getal, waarvan 12 voor lager en 16 voor meer uitgebreid onderwijs. 3o. Handeldrijvende Congregatiën, uit slechts eene vereeniging, die der Karthuizers bestaande. Na de algemeene beschouwingen, waar van men den geest gemakkelijk raden kan, wanneer men weet door welk een sectaris zij zijn zamengesteld, geeft deze partijdige verslaggever nog eene speciale nota aan elk dezer drie categoriën. Voor de onderwij zende congregatiën heeft hij mets dan haat en minachting. Volgens de regeering, zouden al de leerlingen der congreganisten-scholen best plaats vinden op de staatsscholen en zoo dit inderdaad kan, zegt Rabier, dan zijn wij in de mogelijkheid het kind aan dit onderwijs te ontrukken, wat het bijgeloof, de vooroordeelen en het fanatisme steeds heeft doen voortduren en dit te doen is onze plicht. Wanneer al de nederige burgers van dien geestelijken dwang zullen bevrijd zyn, dan zal de Republiek er de vruchten van plukken en de beiooning ontvangen voor alles wat zij tot bevrijding der gewetens gedaan heeft. {Naar het Engelsch door Fox.) 1) Toen ik in een stadje in Wyoming woonde, kwam ik daar te weten, dat er een dame Woonde die de heldin was geweest van een Avontuur met treinroovers en nieuwsgierig- beid dreef me er toe haar een bezoek te brengen en te vragen mij die geschiedenis 6 vertellen. Toen ik binnentrad, werd ik ontvangen door een knappe dame van om oe dertig en tot antwoord op mijn dringend '«rzoek, aangaande dat hoofdstuk in haar «ven, vertelde ze mij het volgende In 1873, ik was toen nog maar een ding ^aar' glrig lk van huisin Omaha om chttelegrafiste te worden op een klein ation van de Pacific Railway hier in den «■wat Wyoming. Het was een doodscbe, ozame plaats, midden in een woestyn. Voor de predikorden is hij niet maischer. Gij zult te beslissen hebben, zoo schrijft hij, zoo gij U de medeplichtige wilt maken van die schandelijke tentoonstellingen, van die voorstellingen van fanatisme en onverdraag zaamheid; door die vereemgingen, welke naast de wereldgeestelijken, zich overal indringen en voor wien alle wettige en onwettige middelen geoorloofd schijnen. De prediking behoort als een integraal deel van den eeredienst aan de wereld geestelijken. Aan de Karthuizers wijdt deze moderne inquisiteur niet minder dan twintig blad zijden van zijn rapport. Na herinnerd te hebben, dat de orde van den H. Bruno met die van den H. Benedictus, de oudste orden in Frankrijk zijn, die de primitieve vormen van het kloosterleven nog het meest behou den hebben, beschrijft hij de groote en talrijke vereemgingen van nsonnikken uit de twaalide en dertiende eeuw, wier kloosters heele steden vormden, waarin de oversten als kleine souvereinen neerschten en het recht, de politie, den stoffeiijken bijstand en den zeuelijken dwang uitoefenden. Wie zouden aan de Karthuizers durven vragen het verleden te verzaken Zij stemmen er nauwelijks in toe de wetten te kennen en nog minder door haar gekend te worden. Nu zouden zij wel door de regeering der Republiek erkend willen worden, welke dan al de vroeger beganen awalingen en niet belette misbruiken zou moeten be stendigen. Daarin zal wei niemand willen toestemmen en ook deze aanviaag kan dus met worden toegestaan. Geen enkel woord over ai de welvaart, welke de Karthuizers in ae streken waar zij gevestigd zijn, nebben doen ontstaan, noen over de milhoenen, welke zij met hunne wereldberoemde likeur verdienden, en waarvan er twee a ane per jaar aan alle weldadigheidsinstellingen van Frankrijk geschonken werden. Vervolgens komen de rapporten der pre fecten en gemeentebesturen, natuurlijk al- De eernge woningen oy net station, be halve net oepot, waren die van wat Cnmee- sche werklui De dagtelegrafist en agent, een aardige jongen, sliep in net lijugebouwtje 200 meter ver weg, zoodat ik, uen geheelen langen en doodschen nacht eenzaam op het station of depot was. No. 4 ue sneltrein kwam om 2.15 's moigens, maar stopt® nooit ot net moest me geseind zijn en daar het de eemge trein in het tweèue gedeelte van den nacht was, kunt ge u wel voorstellen hoe verlaten ik daar in dat nest zat. Tot gezelschap had ik mijn boeken en een guitaar en veel tijd bracht ik door met lezen en als het woeste gehuil der wolven tot me doordrong, van at Je zand heuvels, placht ik mijn guitaar te nemen en trachtte hun gejank uit mijn gedachte te verdrijven door muziek en zang. De opzichter over dit gedeelte der lijn, een nog jong, luchthartig mensch, kwam zoo nu en dan eens eti vroolykte me op door belolten van een betere positie zoodra een plaats opsn kwam. Dikwijls vond nij me der wanhoop nabij, meestal op het punt mijn betrekking er aan te geven en naar myn moeder terug te keeren, die mijn salaris toen zoo noodig had j maar zijn leen zij welke der congregatiën ongunstig waren, want de gunstige verslagen, van staatkundige vijanden komende, worden niet in aanmerking genomen. Alles is er zoo op ingericht, dat hij als van zelfs tot zijn conclusie moet geraken, namelijk deze geen enkel der aanvragen in consideratie te nemen, want zoo eindigt hij «Wij zijn «staatkundige mannen belast een staatkundig «werk uit te voeren en dit door alle mid- «deien weike in onze macht staan. Wij «zijn geen rechters, doch uitvoerders der «wetten, welke de invloed der theocratie «op den modernen staat moeten fnuiken". Dit geheele rapport is met het werk van een bezadigde wetgever of rechtzoeker, doch dat van een beul. De congregatiën, welke zich niet aan de schandelijke wetten heb ben willen onderwerpen, zijn opgeheven en zij, welke de macntiging hebben gedacht te moeten aanvragen, gaan sterven. Rabier is een man van principen. Hij wil de vraag n et onderzoeken, of deze of gene congregatie verdiende geautoriseerd te worden. Dat is van geen beteekenis, om dat hier alleen de zaak is de congregatie in haar doel en de middelen, welke zjj ge bruikt om dit te bereiken, te treffen. «Men «zal wel", zoo zegt hij, «de vrijheid, weike «ieder burger bezit om de levensbeschou- «wing weike hij verkiest te volgen, hierbij «inroepen, doch gij zult U door deze op- «roeping met laten tegenhouden". De twee honderdduizend hoofden der Fransche leden van godsdienstige congregatiën zullen vailen. De indruk, welke ik ondervond bij het lezen van het rapport-Rabier, schrijft Paul de Cassagnac, was dezelfde als die welke ik gevoelde, toen ik voor het eerst in de revolutionaire jaarboeken de requisitoires van Fouquier Tinville las. Het is hier dezelfde declamatie toon, dezelfde leegte, alles even dom en canailleachtig. De leugen gearmd met den haat. De laster vergezelt de woede. En men vraagt zich af, wat er de boven toon in heeft, de onwetendheid of de kwaad- beioften, zyn aangename conversatie en woorden van bemoediging dreven den nevel dan weg en ten slotte hunkerde ik naar zijn bezoeken als naar een pretje. Ik begon hem met zusterlijke toegenegenheid te beschou wen hij was ook zoo vriendelijk en trachtte zoo goed mogelijk mij comfort en pieizier te verschaffen. Op een nacht, even na twaalven zat ik een roman te lezen toen ik voetstappen hoorde op het perron, maar daar ze zich niet herhaalden dacht lk dat 't een wolf, meer stoutmoedig dan zijn makkers was en las door. Een paar oogenblikken later hoorde ik een zacht kloppen op de deur die ik alujd op slot hield en een vreemd' gevoel beving me. Gedurende mijn nu ai wekenlang verblijf op het station had ik geen enkelen bezoeker gehad en het zoo plotseling kloppen, dat hoewel het zacot was, toch zoo helder klonk in de stilte van den nacht deed mijn lichaam beven en mijn wangen verbleeken. Terwijl ik zoo verschrikt daar zat, werd er weer geklopt, harder dan daareven en aardigheid. Rabier moet zeker van het ia- tijnsche woord «Rabies" afstammen, wat «hondsdolheid" beteekent. De godsdienst er voor een oogenblik buiten latende, moet dan ons gevoel als mensch niet allerpijnlijkst getroffen wor den bij de gedachten aan al die brave menschen, die zoo brutaal weg uit het leven, dat zij zich gekozen hebben, uit de werkkring waaraan zij zich wijdden, en uit de huizen, gestichten en scholen weike zij oprichtten, worden gerukt en aan wien het bestaan en hun ideaal te gelijk met hun vrijheid wordt ontnomen. Het hart krimpt ineen en de geest staat verbaasd bij al het wreede en het verkrachten der vrijheid, welke er in gelegen is, geheel een klasse van burgers, die niets misdreven hebben, dus door geen vonnis getroffen waren, buiten de wet te stellen en door een momenteele staatkundige meerderheid te worden veroordeeld. Cicero leerde reeds 50 jaren voor Christus, dat er wetten zijn, die slechts overeenkom sten tusschen misdadigers gesloten kunnen genoemd worden en Paus Leo XIII zegt 1900 jaren later in zijn Encycliek, «De Conditione Opiücum", «Een wet verdient dan alleen gehoorzaamd te worden, wanneer zij met de gezonden rede en de Wet van God overeenstemt." De Katholieken moeten den strijd voor hun rechten en vrijheden niet opgeven, want zij hebben slechts in de geschiedenis van Frankrijk te bladeren om er te lezen, dat de nationale vergadering den 18den Augustus 1792, met een pennenstreek al de bestaande geestelijke orden ophief, welker leden de Conventie voor meerdere zeker heid, deed guillotineerenzoodat, toen het Concordaat werd ingesteld, daarin van congregatiën geen sprake was, om de eenvoudige reden, dat er geen meer in Frankrijk bestonden. En zoo zal ook spoedig weder, na dagen van strijd en verdrukking, de Kerk van al mijn moed bij elkaar schrapende, ging ik naar de deur en vroeg «Wie is daar?" Eer. grave stem antwoordde «Een reiziger, die den trein wenscht te nemen". Het was mijn onafwijsbare plicht hem binnen te laten en met bevende vingers deed ik de grendel van de de deur. Meteen werd de deur met geweld openge smeten, ik sprong terug naar de tafel en zonk in wanhoop in mijn stoel, want zeven groote kerels met zwarte maskers op hun gezicht en tot de tanden gewapend, kwamen binnen. Een van hen, klaarblijkelijk de aan voerder, kwam op me af en een groote revolver op mijn hoofd richtende, zei hij «Zeg meid, we willen je geen leeddoen, maar bij de eerste verdachte beweging, die je maakt of als jeschreewt en alarm maakt zoodat ze in 't lijngebouwtje 't hooren, zend ik, zoo waar ik hier sta een kogel in je kopje. Wees stil en verstandig en gedraag je goed en dan zal je geen leed overkomen. Waar is de seinlantaarn «Wat wil je doen?" stotterde ik met moeite". (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 1