Stads- en Gewestelijk Nieuws. BINNENLAND. Schiedam. 19 Maart 1903. Schrijf- en Bureaubehoeften. Den leden van den gemeenteraad is kennis gegeven, dat van den heer M. C. M. de Groot, onder dagteekening van 16 Maart U., een schrijven is ingekomen. In dat schrijven zegt bedoeld raadslid, dat de opmerking bij het afdeelingsonder- zoek der begrooting gemaakt, «dat bezui niging (°P den post schrot- en bureau behoeften) zeer wel moseiijk is, aangezien z. i. vele zaken met overbodigen omslag en geschrijf worden behandeld", van hem is. Gaf hij toen geen gevolg om de begrootingsberaadsiagingen niet te zeer te bezwaren aan het verzoek van B. en W. de noodige werken tot vereenvoudiging der administratie te geven, het schijnt hem echter plicht nog aan hun uitnoodiging te voldoen. »Men moet zegt hij voor belangrijke dingen groote sommen kunnen toestaan, maar geen halve cent mag nut teloos worden verspild, vooral met, waar zeer noodige zaken uit geldgebrek moeten nagelaten worden." lo. Een groot deel zijner eigen corres pondentie geschiedt op papier, hem in over vloed door het gemeentebestuur gezonden. 2o. De ontwerp-begrooting wordt onnoodig royaal én in druk èri in papier uitgevoerd. Hollandsch papier schijnt hem overbodige weelde, tenzij misschien voor een 5 tal ex. voor de archieven. In het ex. voor 1903 zijn de bladz 3 4 32, 33, 34 en 76 overbodig. 3o. Afgezien van de wenschelijkheid de begrootingen van gastbriek, waterleiding,pak huis »de Nederlanden" reiniging, schutterij, armbestuur en ziekenhuis te doen drukken schijnt hem een zoo royale uitvoering be paald onwenschelijk. »Men zie ze slechts aan. Waarom bijv. is èo bladz. 88 èn bladz. 89 noodig Als de toelichtingen van bladz. 88 waren geschreven tusschen de hoofden van 89, kon ongeveer de helft van het papier en van de zetkosten bespaard en zou bovendien een gemakkelijker overzicht verkregen zijn. 4o. Onnoodig acht hij de dankzeggingen voor benoemingen, salarisverhoogmgen enz. Zij voeden den waarschijnlijk van den regententijd overgebleven opvatting, alsof de raad persoonlijke diensten bewees, waarvoor uit wellevendheid dank gezegd moet worden. Die opvatting behoort te verdwijnen. Daarom maakt hij van de gelegenheid gebruik de volgende motie voor te stellen »De Raad wenscbt geen dankbetuigingen voor benoemingen, salarisverhoogingen enz. te ontvangen en besluit zulke betuigingen voortaan ter zijde te zullen leggen." Deze vier voorbeelden acht de heer De Groot voldoende om den aandrang te wet tigen, dat geen papier, drukloonen en tijd worden verkwist. De politie werd te hulp geroepen en deed de twist bijleggen. Gisteren-middag heeft een jongen in de Prinsenstraat een in die straat wonend meisje door een ruit harer woning geduwd. Het meisje bekwam evenwel geen letsel. Dinsdag-middag werd in de Rijnhaven te Rotterdam een roeiboot aangehouden, waarin twee bekende opkoopers zestien balen tarwe vervoerden. Bij onderzoek bleek, dat de tarwe afkomstig was van het Spaansche stoomschip Amboto, liggende aan paal lü in de Rijnhaven. De opkoopers hadden de partij van den eersten stuurman,eenSpanjaard, gekocht, die zonder medeweten van den gezagvoerder het graan verkocht had. De zestien balen werden bij de politie gedeponeerd, terwijl de stuurman in ver zekerde bewaring werd gesteld. Bij de aanstaande feestelijke opening der nieuws concertzaal in Stads Doelen te Delft, zal een vooaal- en instrumentaal concert worden gegeven, waarbij als solis ten o. a. zullen optreden mej. Toos Reijn- ders en den heer A, Van der Stap, beiden aldaar. TWEEDE KAMER. Aanvulling en Wijziging van het Wetboek van Strafrecht. N. R. K. V. De Pausfeestavond, op 15 dezer door de onderafdeelingen van de Schiedamsche Bondsafdeeling gegeven, heeft een batig saldo opgeleverd van f70.—, welk bedrag als volgt werd verdeeldBondsafdeeling 125.Ondersteuningsfonds f 25. en het busje «Hulp in Nood" f 20. Gisteren-avond is alhier gevormd een comité in zake het adres van jhr. mr. Bergh uit Amsterdam, tegen de stakingswetten ingediend door de regeering, dat ook hier ter teekening ligt. Er sloten zich aan elf leden. Tot voor zitter kozen zij uit hun midden den heer M. C. M. de Groot en tot secretaris penning meester den heer G. W. Snel. Besloten werd op Maandag 23 Maart a.s. in de zaal der Officieren-Vereeniging een lezing te houden, waarbij als spreker zal optreden prof. mr. Treub, terwijl tevens is uitgenoodigd de heer A. P. Staalman. In een woning aan de Stationstraat is gisteren een vechtpartij ontstaan tusschen vader en zoon. Gisteren avond zijn verschenen de af deelingsverslagen der Tweede Kamer betreflende de bekende Regeeringsvoorsteilen De medeoeeling dat de regeering door De Spoorwegstaking is verrast, had men met bevreemding ver nomen. Men betreurde het, dat de regeering niet onmiddellijk in overleg is getreden met de directiën bij de berichten omtrent be weging onder de werklieden, die, sedert 25 Januari in de pers waren te vinden en de volgende dagen een steeds ernstiger karakter aannamen. Had de min. v. W. H. en N. in de conferentie, die den 31 Januari plaats gehad heeft, aan de maatschappijen verzekerd haar met alle ten dienste staande middelen te steunen, dan, meenden sommigen, zou het niet gekomen zijn tot geheele inwilling van de eiscnen der staking. Hoe is het gegaan met het postvervoer Hebben de stakende spoorwegarbeiders zich aan buitensporigheden schuldig gemaakt en zoo ja, welke Eemge leden achten met het oog op de spoorstaking en zelfs door het geburde te Burgerdam de buitengewone maatregelen niet gerechtvaardigd. De groote meerderheid was echter van oordeel, dat de omstandig- heden inderdaad de oproeping der lichtingen rechtvaardigden. Deze leden vertrouwden, dat bij beleidvol optreden van Regeering en werkgevers de werklieden beweging weldra in de goede banen zou terugkeeren. Omtrent de vraag of het gebeurde aanlei ding behoort te geven tot eene Aanvulling van het Strafwet boek liepen de gevoelens uiteen. Sommige leden meenden de voorgestelde bepalingen een wraakneming van het beieedigde gezag en waren van meening,dat zij strekten tot eenzijdige bevordering van de belangen der werkgevers en de ontwikkeling der vakorganisatie in gevaar brengen. Deze leden wezen ook op de groote over haasting en achtten de Kamer onbevoegd strafbepalingen ais deze vast te stellen omdat zij, zoolang algemeen stemgerecht niet is ingevoerd, niet als een ware volks vertegenwoordiging is te beschouwen. Hiertegen werd opgemerkt, dat de Kamer wettig gekozen, ais deel der Volksvertegen woordiging dient erkend en beschouwd te worden. Personen, die dit met kunnen, behooren, naar men meende, het lidmaatschap der Kamer niet aan te nemen. Vele leden waren in beginsel voor bet maken van strafbepalingen, maar hadden voor het oogenblik bezwaar. Sommigen bevalen allereerst invoering van Staatsexpioi tatie in overweging te nemen, terwijl andereu in de eerste plaats regeling van het arbeidscontract wenschten. Ook waren er die meenden, dat invoering van arbitragewetten een beter middel is tot voorkoming van stakingen dan straf bepalingen Nog werd aangevoerd, dat in den toestand waarm het land verkeert, behandeling en aanneming van een strafwet, als deze, door velen alseen golegenheidswet beschouwd, niet raadzaam is. Men verwachte, dat, indien voorshands van het maken van strafbepalingen werd afgezien, de kalmte in het land zou terug keeren. Enkelen meenden, dat dan te krach tiger zou kunnen worden opgetreden tegen storingen in vergaderingen, opwekken tot misdrijf en beleediging van regeerings personen. De voorgestelde strafbepalingen werden, afgezien van kwestie van redactie en vorm, door velen anderen verdedigd. De beteekems van het verwijt, dat de voorstellen gelegenheids wetten zyn, werd niet duidelijk geacht. Zij hebben een alge- meene strekking en dienen om in de door de ondervinding gebleken leemten der bestaande wetgeving te voorzien. Van de zijde van leden, die in beginsel bepalingen in den geest van de voorgestelde verdedigbaar achtten, maar de opportuniteit daarvan, vooral van het voorstel van dienst- wegering, betwistten, werd opgemerkt, dat aanneming van het wetsontwerp met een meerderheid van enkele stemmen aan de zedelijke kracht der bepalingen afbreuk zal doen en gevolgen kan hebben, welke ook de Regeering niet zal wenschen. Sommige leden drongen aan op splitsing van het ontwerp in twee wetsontwerpen" in ae eerste plaats ter bevordering van de zuiverheid van stemming en in de tweede plaats met het oog op de Eerste Kamer, die daardoor gelegenheid zou krijgen over elk der thans samengevoegde onderwerpen te beslissen. Door anderen werd dit bestreden. Ten aanzien van de artikelen hadden enkele leden principieel bezwaar tegen art. 1 (284) omdat de vrijheid van velen ook door wetten wordt verboden. Anderen acntten een nieuw artikel niet noodig. omdat art. 138 Strafwb. o. a. den huisvrede waarborgt. Eemge leden betoogden, dat art. II (art. 358 bis) in strijd is met het recht en de volksovertuiging. Zij ontzegden aan den wetgever het recht om de bevoegdheid tot staken zonder voorat ontslag aan te vragen te beperken. Anderen waren van oordeei, dat afgeschei den van het groote staatsbelang, contract breuk strafbaar dient gesteld te worden Spoorwegbrigade. Enkele leden achtten het wetsontwerp tot oprichting eener spoorwegbrigade onaan nemelijk, omdat nog onzeker is hoe de reorganisatie der bestaande spoorwegcom pagnie zal piaats hebben en weike uit breiding aan die compagnie zal gegeven worden. De groote meerderheid was daarentegen jngonomen met dit wetsontwerp, omdat het blijk geeft van het ernstig streven der regeering om ook in buitengewone omstan digheden het spoorwegverkeer tot op zekere hoogte gaande te houden. Enquête. Eenige leden achtten de enquête ten aanzien van de rechtsverhoudingen en voor waarden waaronder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst is, onnoodig, aangezien de grieven der spoorwegarbeiders voldoende bekend zijn. Voorts meenden deze leden, dat, indien een enquête wordt ingesteld naar het spoorwegpersoneel, hetzelfde dient te ge schieden ten aanzien van de Rijkswerklieden, de gemeente-werklieden, de neambten der posterijen en telegrafie, de Rijksklerken bij de belastingen, de militairen enz. De groote meerderheid juichtte daaren tegen de voorgestelde enquête toe. tion Committee I, Waterloo Place, Londen S. W". In plaats van eergisteren, toen eenig® ministers zich te Utrecht bevonden, is gisteren de gewone vergadering van den ministerraad gehouden, waaraan voor de eerste maal werd deelgenomen door den nieuw opgetreden minister van Marine. Het 12e jaarverslag der Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen is thans verschenen en aan de Kamers van Koop handel en aan de Nederlandsche Pers toe gezonden. Daarbij is een uitnoodiging gericht om als lid tot deze Kamer toe te treden, opdat zij hare werkzaamheden zooveel mogelijk zal kunnen uitbreiden en daardoor nog meer aan haar doel zal kunnen beantwoorden De afdeelingen der Tweede Kamer hebben nog benoemd tot rapporteurs over het wetsontwerp betrekkelijk spoorwegaanleg en exploitatie van het Lawagebied in Suri name en de daarbij behoorende begrootings- aanvullingen, deheeren Van Wijck, Hubrecht, Duymaer van Twist, Van Limburg Stirum en Creraer. De minister van Buitenlandsche Zaken brengt, met verwijzing naar de mededee ling geplaatst in de Staatscourantdd. 16 Augustus 1902, no. 101, ter kennis van belanghebbenden, dat van 7—10 Juli e.k., bij gelegenheid van de te Londen te houden internationale tentoonstelling op het gebied van brandweerwezen, een congres zal bijeenkomen, betreffende de maatregelen ter voorkoming van brand, tot bijwoning waarvan alle belanghebbende openbare besturen door het comité van opgemeld congres uitgenoodigd worden. Voor nadere inlichtingen wende men zich tot den «Honorary Secretary British Fire Proven- De Lichtingen. Staatsblad no. 82 bevat een kon. besluit van den 11 Maart 1903, houdende bevelen tot het onder de wapenen blijven van de ingeiijfden der lichting van 1902. Het besluit bepaalt, dat de ingeiijfden voor da lichting van 1902, voor zoovest zij niet krachtens art 109, eerste zinsnede, van de Muitiewet, in werkeiijken dienst zouden kunnen worden gehouden, krachtens art. 110 dezer wet onder de wapenen moeten blijven voor zooveel en voor zoolang als H. M. zulks noodig zal achten. Aan H. M. de Koningin zal heden een, door een 1300 a 1400 miliciens onderteekend request worden gencnt, houdende het ver zoek om de lichtingen 1900 en 1901 uiterlijk 24 Maart met groot verlof te doen gaan. In het request wordt er op gewezen, dat het, indien het met mogelijk is, het z o n d e r lichtingen af te doen, billijker zou zjjn, het zoodanig te verdeelen, dat de lichtingen '98 en '99 onder de wapenen zouden worden geroepen om de lichtingen 1900 en 1901 at te lossen. Naar de Tel. verneemt, zal de Regeering op 24 Maart, geen dag vroeger, een wets ontwerp indienen ter goedkeuring van het onder de wapens roepen der lichtingen. De wet spreekt van zes weken, als uiterste termijn waarin zoodanig wetsont werp moet zijn ingediend. De korpscommandanten zijn in overleg met de plaatselijke of garnizoenscomman danten, door den minister van Ooriog ge machtigd, aan de miliciens, die thans onder de wapenen z(jn, in de eerste plaats de gehuwden en de oudere lichtmgeB per missiën of kleine verloven toe te staan, onder gehoudenheid, onmiddellijk terug te keeren op het eerste sein, ook al is dat verlof nog niet verstreken. De chefs der militaire ziekeninrichtingen zijn door den minister van Oorlog gemachtigd omiu dringende omstandigheden verpleegden, wier toestand het reizen toelaat, verlof uit hun inrichting te veneenen, tot het strikt noodzakelijk aantal dagen, met kennisgeving aan den commandant van 't korps waarvan de verpleegde deel uitmaakt. De Arbeidersbeweging. Bij een vergadering te Dordrecht, ter bespreking der drie wetsontwerpen, waarop de leden der a.-r. propagandaclub en geest verwanten, werd een telegram van geluk-" wensch gezonden aan dr. Kuyper en een motie aan de Tweede Kamer in welke de aanneming der 3 ontwerpen wordt geacht te zijn in het belang van elk Nederiauder. In de vergadering der atd. 's-Gravenhage van da centr. vrijz, kiesvereeniging werd het adres van het Comité der XX besproken en ten slotte een motie aangenomen, waarbij instemming betuigd wordt met 2 dier ont werpen, doch het 3e (strafwet) én om den inhoud én om het oogenblik van indiening met geacht wordt te zullen strekken tot ernstige ontwikkeling van ons vaderland. Aan de fabriek van de firma J. J. Beijne3 te Haarlem wordt met inga ig van 1 Juli de 10-urige werkdag ingevoerd. Volgens het Volk heeft de directie der

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 2