Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
26ste J aan:.
Vrijdag 24 April 1903.
So. 7583.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
PRIJS TAN DIT BLADl
Voor Schiedam per 3 maanden i f 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers J - 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÈNï
Van 16 regels. I i i I I f 0.60
Elke gewone regel meerI - 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
ÖEFICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Schiedam,
zetene'rf' ^eze ter kennis van de >ng®"
NrP/kohier der Personeele belasting
do-ir S®meente,over het dienstjaar 1903,
directeur der directe belastin-
IdiwtS ^ott®rdam op den 22sten April
0 e*eeutoir verklaard, op heden aan den
an°er der directe belastingen ter invor-
denng is overgemaakt.
i#»Ha°0r'S wordt bij deze herinnerd, dat een
bii r<i verP''cht is, zijnen aanslag op den
,|L ,wet bepaalden voet te voldoen;
6 "at heden de termijn van zes weken
t«o«at' 'nnen welke bezwaarschriften
vnnrE e®D®n aanslag, op genoemd kohier
omende, behooren te worden ingediend.
het h 'h k'®rvan alkondiging geschied, waar
iet behoort, den 23sten April 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
fccniEDAM,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet;
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
heden aan de Naamlooze Vennootschap
«Drukkerij de Eendracht" en hare recht
verkrijgenden vergunning verleend is tot
uitbreiding harer boekdrukkerij, staande
aan de West-Frankelandsclie laan no. 14,
kadaster sectie M no. 136, door bij-plaatsing
van een gasmotor van 6 paardenkracht.
Schiedam, den 23sten April 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJ TEM A.
Kennisgeving.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gezien het verzoek
1°- van de weduwe M. van Meurs om
v®rgunning tot oprichting van een herstel-
Plaats van lood- en zinkwerk in het pand
staande aan het Broersveld no. 71, kadaster
sectie B. nrs. 863 en 864;
2o. van H. van der Stoep om vergunning
tot oprichting van een bewaarplaats van
'Ompen in het pand staande aan de Hoofd-
straat no. 87, kadaster sectie L. no. 1398.
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Doen te weten:
dat voormelde verzoeken met de bijlagen
°P de secretarie der gemeente zijn ter visie
gelegd
.jat °P Donderdag den 7den Mei a.s., des
1 'ddags ten 12 ure, ten raadhuize ge-
genheid zal worden gegeven om bezwaren
i het toestaan van die verzoeken in te
«ngen en die mondeling ot schriftelijk
te lichten en
stinVg6LUren<^e dagen, vóór hettijd-
P hierboven genoemd, op de secretarie
gemeente, van de schrifturen, die ter
zake mochten zijn ingekomen, kennis kan
worden genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 23sten April 1903.
Bürqemeester en Wethouders voornoemd
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJTEMA.
ALGEMEEN OVERZICHT.
23 April 1903.
De Dreyfus-zaak.
De Dreyfus-zaak gaat wellicht Frankrijk
weer beroeren. Nadat eerst de bekende
socialist Jaurès in de Kamer voor den ex-
banneiing heeft gepleit, tracht deze thans
zelf zijn zaak te bepleiten en weer aan de
orde te stellen.
Dreyfus heeft aan den minister van
Oorlog een br.ef geschreven, waarin hij
verzoekt om een onderzoek naar het stuk
dat, naar beweerd wordt, een kantteeke-
ning zou dragen van keizer Wilhelm. Dreyfus
brengt in herinnering dat de wet van 17
December 1900 hem uitsluit van de amnestie,
zoodat hij in staat gesteld wordt zich te
rehabihteeren. Hij voert de feiten aan,
waarover het onderzoek zou moeten ioopen
herinnert aan het getuigenis van Czernusky'
aan de inhechtenisneming, onlangs van
Wessel, en aan de enquête-Toms. Hij
beroept zich voorts op ai het leed dat hij
sedert 1894 heeft moeten verduren, en op
zijn tweede veroordeeling te Rennes, ge
schied op valscbe stukkken, terwijl het
erkend was, dat Esterhazy de verrader was.
Eenige gedeelten van Dreyfus brief zijn
reeds woordelijk in de Indépendance Beige
afgedruktWij geven die hier weer Na
den brief van Ferlet de Bourbonne aange
haald te hebben, zegt Dreyfus
»Uit den inhoud van dezen brief blijkt,
dat er een stuk heeft bestaan met een
zoogenaamde kantteekening van den Duit-
schen keizer; in welk stuk ik aangeduid
zou worden, als documenten te hebben
geleverd aan het buitenland. Het bestaan
van dat stuk is dus thans ontegenzeggelijk
bewezen en het bewijs is te overtuigender,
omdat het komt van een tegenstander, die
de echtheid van de aan keizer Wilhelm
toegeschreven kantteekening volhoudt. De
inhoud van dat stuk is duidelijk merkbaar
in al de tijdvakken van de worsteling,
tegen mij gevoerd door de vijanden van de
waarheid er. het recht."
Dreyfus brengt in berinnering wat majoor
Merle aan dr. Dumas gezegd heeft en
schrijft
jpDo bekentenis dat geheime stukken
medegedeeld zyn aan zekere rechters, hetzij
gezamenlijk, hetzij aan ieder persoonlijk en
onder de roos, tijdens hun beraadslagingen
of buiten deze of de bekentenis dat op de
een of andere wijze het bestaan beweerd
is van echte geheime documenten, niet in
het debat gebracht, en niet aan de verde
diging medegedeeld, kan, hoewel implicite
blijvende, niet beslister zijn. En deze be
kentenis moet noodzakelijkerwijze herhaald
worden in een officieele enqiête. Deze be
weringen en deze feiten zijn reeds mees
terlijk uiteengezet op de tribune der Kamer
door den heer Jaurès, in de zittingen van
6 en 7 April 1903",
Ten aanzien van Czernuski zegt Dreyfus
«Czernuski, oud officier der cavalerie in
het Oostenrjjksche leger, die verlangd heeft
door den krijgsraad van Rennes gehoord te
worden, heeft beweerd dat toen hij den
Oostenrijkschen dienst in 1894 had verlaten
om naar Frankrijk uit te wijken, een Serviër,
Adamovits genaamd, hem verteld zou hebben
van geheimraad dr. Mosetig te hebben ver
nomen, dat deze in 1894 een gesprek had
gevoerd met een der best ingelichte Duitsche
officieren. Deze oificier zou toen hebben
gezegd, dat Pruisen op dat tijdstip er in
Frankrijk vier spionnen op nahield Dreyfus,
Esterhazy, Guénée en een vierde, wiens
naam Czernuski niet wilde zeggen.
«Bovendien zou hij in September 1894
te Genève een opperolficier ontmoet hebben,
verbonden aan den grooten staf van een
naburige mogendheid, die hem deze zelfde
vier namen had opgenoemd met nog twee
andere. Tusschen 15 September en 7 of 8
October zou hij hem weder ontmoet hebben
te Parijs, waar de officier zich onder een
valschen naam ophield en zich voordeed
als een koopman uit Munchen. Toen hij
hem een bezoek kwam brengen in zijn
hotel, juist op het oogenblik dat de officier
thuiskwam, zou Czernuski met hem mede-
gegaan zijn naar zijn kamer, en toen zou
hij gezien hebben hoe de officier twee dikke
enveloppen uit zijn zak haaide en de papie
ren, die ze bevatten, onderzocht, Czernusk i
herkende militaire kaarten daaronder, vroeg
Wat dat voor kaarten waren en daarop liet
de officier hem de stukken zien, waarbij
zich kaarten bevonden die betrekking hadden
op de wegen, bij mobilisatie te volgen,
schema's voor de spoorwegen ten dienste
van de mobilisatie, enz."
In het paleis van justitie te Parijs waren
de rechtsgeleerden gisteren van meening
dat Dreyfus zich had moeten wenden tot
den minister van Justitie en niet tot den
minister van Oorlog.
Generaal Mercier is gister-avond door
oen vertegenwoordiger van een Parijs dag
blad geïoterviewd. Hij weigerde echter
nadere inlichtingen te geven betreffende de
kwestie en bepaalde zich er toe te zeggen,
dat er niets juist was van alles wat Jaurès
verteld had.
Combes' aftreding
Terwijl de Parijsche bladen Loubet op
zijn reis door Algerië volgen met een aan
het genre ennuyeux grenzende nauwkeu
righeid betreffende begroetingen en diners
en parades en redevoeringen, loopen in
Frankrijk meer dan ooit geruchten over
Oom bes' aanstaand aftreden. Komen zij uit
sluitend van den kant der oppositie Staan
zij in verband met de chantage-geschiede-
ms, waarin men zijn Edgar betrekt 1
De Engelscha Associated Press verneemt
uit «gezaghebbende bron", dat de premier
zal aftreden na de heropening der Kamer
onder voorwendsel dat zijn taak geëindigd
is eD zijn gezondheid hem rust voorschrijft.
Men noemt reeds Rouvier als zijn opvolger,
Berthaux, voor Oorlog, Gerviile Reache,
voor Marine en Cruppi, voor Justitie. Veel
vertrouwen verdienen deze geruchten niet.'
De nieuwe Italiaansche ministers.
De vacatures in het ministerie zijn reeds
weder aangevuld. Tot minister van Buiten-
landsche zaken is benoemd Morin, tot
minister van marine Bettolo.
De opstand in Marokko.
Volgens een telegram uit Meiilla aan de
te Madrid verschijnende Liberal is Moelei
Mohammed (broeder van den Sultan) te
Fez tot Sultan uitgeroepen.
De correspondent van de limes te Tan-
ger legt uit, dat het besluit van de Spaan-
sche regeering, om aan de tolbeambten van
den Sultan het verder verblijf op Spaansch
grondgebied te Mehlia te ontzeggen, vrij
wel gelijk staat met erkenning van den
Pretendent, maar dat de Spanjaarden met
anders kunnen doen, aangezien net garni
zoen van Meiilla afnangt van den aanvoer
van levensmiddelen enz. uit het binnenland.
Volgens een particulier telegram door
een Madrileensch blad ontvangen, Heeft de
Sultan van Marokko zijn bevel aan da
vreemdelingen, om Fez te veriaten, inge
trokken.
Een draaabericht uit Tanger, in dato 22
dezer, meldt verder, dat inboorlingen van
den stam der Zsmmoers heooen Mekmes
aangevallen en geplunderd. In de stad zijn
37 dooden, van de Zemmoers sneuvelden
er 13.
De Chineesche kwestie.
Aan de Daily Mail wordt uit Sjanghai
gemeld, dat de Chineezen Port-Arthur en
Wiadiwostok verlaten wegens de onzekerheid
van de toekomst van Mantsjoerije.
Koning Eduard.
Zooals reeds met een enkel woord is
medegedeeld, komt koning Eduard twee
dagen vroeger te Napels dan oorspronkelijk
het plan was. Hij zal tot den avond van
den 26n incognito op zijn jacht de Victoria
and Albert vertoeven en jntU3schen een
viootschouw houden over het geheele
Bntsche Middellandsche zee-eskader. Men
verwacht met minder dan 50 Eogelschs
oorlogsschepen in de golf dezer dagen.
De hertog der Abruzzen komt den kouing
bij diens aankomst namens Victor Emma
nuel begroeten en zai de vlootrevue
bijwonen.
Elisabeth-gedenkteeken.
In tegenwoordigheid van de aartshertogen
Frans Salvator en Peter Ferdinand met
hunne gemalinnen van den stadhouder
graaf von Bylandt Reidt, de burgerlijke en
militaire overheid en een groot publiek is
NIEUWE S