Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
zsxzrme;een dichte volk£-
26ste J aars.
Dinsdag 5 Mei 1903.
So. 7592.
Verlost.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
ALGEMEEN overzicht.
feuilleton.
PRIJS TAN DIT BLAD»
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers- 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIÈN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
4 Mei 1903.
Keizer Wilhelm te Rome.
Oe Duitsche keizer, vergezeld van kroon-
ins Friedrich Wilhelm en prins Eitel-
llz, is Zaterdag-avond 5 u. 16 m. te Rome
^gekomen. De Koning en de prinsen
°P aan het station. De twee
toe 6n 0m^e'S(^en elkaar driemaal en reden
n naar het paleis door een dichte menigte,
°Khen «itbundig toejuichte.
2 -r Wilhelm heeft Zondag-middag
iet aangekondigd bezoek aan het
aticaan gebracht.
van 3h^S dSD ^®^efl'en w®g van het gebouw
tiet Pruisische gezantschap bij den H.
6 aan. ^et ^aticaan waren troepen
Wi,r Q" het voorbijrijden van keizer
D« "I sP°e'^e de muziek het volkslied.
stonden talrijke nT ™nSt6TS M
'Uken stoet te kffeTn "T
toegejuicht Hü 29 werd ,ewnd'g
caan bereikte te 3.25 het Vali
de Keizer en zijn gevolg begaven zich
DU naar de apartementen van den Paus.
Na de huldebetuigingen van verscheidene
te Rome aanwezige Duitsche bisschoppen
in ontvangst genomen te hebben, trad de
eizer alleen in het vertrek van den Paus,
waar hij door Z. H. werd ontvangen.
kroonprins en prins Eitel bleven in
gezelschap der dignitarissen in een der
a en achter. Het bezoek van keizer Wii-
io m duurde 27 minuten. Vervolgens
«zocht Z. M. kardinaal Rampolla.
j a den Keizer werden de beide prinsen
rend* Paus Ontvanoerb die zich gedu-
zeven minuten met hen onderhield.
aan 7 n Stelde Wllhelm 11 zÜn gevoig
■*an l. h. voor.
Omstreeks 4.50 was de Keizer aan de
ruisische ambassade teruggekeerd.
het diner aan het Italiaansche Hof
het1jaarWag67tl d®n h®iiigen Tastentijd van
denwim?6810 Vaart j°og °®n scherpe Noor-
Mentana °m ^et vrouwenklooster nabij
tegen 6nWIerP de natte, dunne sneeuw
die in Doi-'"ItenJd6f kleine cellen. De avond,
den daw Z(?n<*er voorafgaande schemering
duisterni<! PV<u8h. had faet klooster in dikke
Slecht 8®uld-
hij de l,aan dön uitersten hoek, dicht
hchtstreen 8ll)e ^srk, daalde een flauwe
'ag do n» e0E d®r eel'en. Daar binnen
het eenvmifi?^®' moeder Bernardina, voor
versiering 8 houten kruisbeeld de eenige
gebed* 7m.„'r witt® muren geknield in
bejaarde n 6n angst teekende het gelaat der
Weinigonhilfm® 1®" a'S ZÜ het hoofd een
Putet, blonken ertranen in hareoogen.
bracht koning Victor Emmanuel een toost
uit, waarin hij zich gelukkig noemde een
trouw bondgenoot bij zich te zien. Hij sprak
den wensch uit, dat 's Keizers zoDen steeds
de hoop van bet Duitsche Vaderland zouden
blijven. Verder dankte hij den Keizer voor
zijn tegenwoordigheidhij hoopte, dat de
goede verstandhouding, welke sedert drie
geslachten tusschen de vorstelijke familie,
het leger en de beide naties bestaan, zou
blijven voortduren. Be hoop uitsprekend
op het behoud van den vrede onder het
vaandel van het bondgenootschap, dronk hij
op Duitschland, den Keizer en diens familie.
De Keizer dankte voor de hartelijke en
warme ontvangst hem door de hoofdstad
en het volk bereid. Hij zag daarin de
bevestiging, dat het Italiaansche volk het
bondgenootschap naar waarde schat en he t met
volle sympathie wenscht. Keizer Wilhelm
herinnerde verder aan de onvergetelijke
figuur van koning Humbert, wiens gedach
tenis hem steeds heilig zou blijven als die
van een held uit het riddertijdperk, die
aller harten wist te veroveren. Hij riep
's Hemels zegen in over den Koning, de
Koningin en het Huis van Savoie en dronk
op de souvereinen, het leger en het Itali
aansche volk. Beide toosten werden staande
gehoord en met de volksliederen besloten.
Uit de Hongaarsche Kamer.
Nadat de Kamerzitting wegens onophou
delijke uitroepen was geschorst, verklaarde
de minister-president Szell zich te vereenigen
met een motie van den afgevaardigde
Sartha, volgens welke het overgelegd
verslag niet aan de orde zal worden gesteld
en zal worden behandeld voor de begrooting
is goedgekeurd. De zitting werd daarop
opgeheven.
Koning Eduard te Parijs.
Het bezoek van den Engelschen koning
te Parijs, is naar aloud gebruik ook gevierd
door het houden eener wapenschouwing.
»Heer, gedenk uwe Bruiden," bad zij,
»red hen uit de handen hunner vijanden".
Deze vijanden waren niemand anders dan
de gevreesde Garibaldisten. Dien morgen,
kort na het einde der H. Mis, waren den
Zusters door een ongewoon bellen aan de
kloosterpoort opgeschrikt. De portierster,
in allerrijl toegeloopen, was ontsteld eenige
schreden teruggegaan, toen zij een der
roodhemden ontwaarde, die in naam van
ïgeneraal" Garibaldi, den Zusters beval
alles tegen den avond in gereedheid te bren
gen, daar 30 man, hun aanvoerder niet
uitgesloten, den nacht in het klooster zouden
komen doorbrengen. »Om 8 uur precies
komen wjj," waren zijne laatste woorden
en na militairen groet was hij in galop
weggereden,
Zeven slagen hadden zooeven van den
toren geklonken. Nog één uur dus
Moeder Bernardina sidderde.
»0, God. Gij, die zooveel geleden hebt,
dat wij in dezen heiligen tijd gedenken,
vergun den roovers niet den vrede te ver
storen," bad zij halfiaid. Een zacht kloppen
deed haar opstaan. Zij opende de deur
barer cel, en eene nog jeugdige Zuster trad
binnen.
Bij den tocht naar Vincennes werd Zater
dag de Koning aanhoudend toegejuicht. De
kreten, Vive le roiVive Loubet I Vive la
républiquewerden aanhoudend gehoord. De
Koning gaf den minister van Oorlog, generaal
André, zijne bewondering te kennen over
de uitstekende houding der troepen.
De legerschouw te Vincennes was over
het geheel zeer schitterend. Er was een
ontzaggelijke menigte langs den geheelen
weg en in den omtrek van het veld, die
den Koning en den President toejuichte.
Terug van de revue reed de Koning naar
het stadhuis.
Deville, de president van den gemeente
raad, drukte in een rede zijn dankbaarheid
uit voor het bezoek. Wij stellen op hoogen
prijs zeide bij de eer en het belang
van het bezoek, dat een waarborg is voor
den vrede tusschen de twee rjjken en een
pand voor steeds nauwer en hartelijker
betrekkmgen tusschen de twee rijken. De
Silves, de prefect van het Seine-departe-
ment, sloot zich bij deze woorden aan.
Een ontelbaar aantal menscben heeft
den naam laten schrijven op de lijsten van
het gezanschapshótel.
Zaterdag avond heeft er een schitterend
feestmaal plaats gehad op hetEiysee, aan
geboden door president Loubet aan koning
Eduard en een honderdtal andere gasten.
In een toost zeide de President, dat het
bezoek des Konings blijk gaf van de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de twee
landen en de banden nog nauwer moesten
worden toegehaald. Koning Eduard bracht
een toost uit op de toenadering tusschen
de twee landen. De toenadering was bevor
derlijk zoowel voor hun gemeenschappelijk
belang als voor het hoogere belang van
den vrede en de beschaving. Hij dankte
voorts voor de ontvangst, die hem in Frank
rijk te beurt viel, bracht in herinnering
boe hij altijd veel voor Frankrijk had gevoeld
en bracht een dronk uit op Loubet en den
voorspoed van Frankrijk.
»Wat is er, zuster Magdalena vroeg
de Overste snel, toen zij het van angst
verbleekte gelaat der Zuster zag.
«O, moeder, zuster Augustina. is sinds
een half uur zóó onrustig nu gaat zij de
trappen op en af, dan weder doorloopt
zij de gangen beneden zóó vlug, dat zij,
bovengekomen, van vermoeienis hijgt".
»Lieve hemel, wat te doen? Over een
uur is de bende hier."
»Laten wij de deur harer cel sluiten,
zoodat zij deze niet kan verlaten," raadde
Zuster Magdalena.
»Gij vergeet, kind, dat zij bij den minsten
dwang dien men haar aandoet, begint te
schreeuwen en dan zullen de Garibaldisten
haar bemerken."
»Neen," en zij wierp een blik op het
kruisbleed, »wij zullen haar niet opsluiten
Gods Engelen zullen haar beschermen."
Zuster Maria Augustina was als jonge
wees in het klooster gekomen. Hare moe
der stierf, toen zij 5 jaar was, terwijl
de vader haar spoedig in het graf volgde.
Dat zij, evenals hare andere naaste bloed
verwanten, langen tijd krankzinnig was
geweest, wisten de Oversten bij de intrede
van Maria Augustina niet.
Na afloop van hst dejeuner Zondag
ochtend aan het departement van Buiten-
landsche zaken verzocht de Engelsche
koning aan minister Delcassé om hem den
heer Waldeck Rousseau voor te stellen. Met
dezen had Z. M. daarna een langdurig
onderhoud.
De prefect ran politie in het Seine-depar-
tement en de Voorzitter van den gemeen
teraad ontvingen het Victoria-kruis.
Koning Edward betuigde aan den heer
Delcassé, in een particulier onderhoud zijne
vreugde en dank over de ontvangst hem
in Frankrijk bereid en overhandigde den
minister een prachtig étui, waarin het
grootkruis der orde van Victoria.
De Koning verliet 's middags kwart voor
vieren het ministerie van Buitenlandsche
zaken. Langs den geheelen weg werd
hij levendig toegejuicht. Er had geen inci
dent plaats.
De toestand in den Balkan.
De mogendheden, die het meest bij de
gebeurtenissen in den Balkan belang hebben,
schijnen nu, met hat oog op de veie
gepleegde misdaden in Saloniki, toch wer
kelijk te gevoelen, dat zij iets moeten doen
iets dat meer effect maakt dan ai de tot
nog toe gehouden vertoogen.
De Parijsche Temps verneemt ni. uit
Constantinopel, dat de gezanten er de
Porte opmerkzaam op hebben gemaakt,
hoe ernstige gevolgen de revolutionaire
daden der Bulgaren te Saloniki hebben
voor de veiligheid hunner landgenooten. Zij
drongen aan op maatregelen, die de omstan
digheden eischen.
Op de herhaalde mondeling en schriftelijk
tot de Porte gerichte bewaren wordt thans
nadruk gelegd door een vlootdemonstratie,
welke, naar wij hopen, een eind zal maken aan
den ergerlijken toestand van wanorde.
Volgens het Weensche blad de Neue freie
Presse zal een Oostenrijksch-Hongaarsche
vlootbetooging voor Saloniki worden ge-
Nauwelijks waren twee jaren na het
afleggen narer geloften vervlogen, toen de
krankzinnigheid zich ook bij haar openbaar
de. Urenlang dwaalde zij in den tuin, zonder
zich om de regels van hat klooster te
bekommeren.
Doch wat ook in de krankzinnige gestor
ven was, niet hare buitengewone muzikale
gave. Zoodra van het orgel de eerste tonen
ruischten, scheen het dat de vroegere
zuster Augustina herleefde. Een lichte tril
ling voer langs het marmerwitte gelaat en
zóó wonderschoon was haar geluid, dat de
landbewoners in de kloosterkapel elkander
soms toefluisterden, hoe een Engel neerge
daald was om met de zuster de altaarliede-
ren te zingen.
Nauwelijks zweeg het orgel, of de eenige
band, die haar nog met de wereld verbond,
was wederom verbroken.
Zoo leefde zij voort, teruggetrokken,
eenzaam, alleen, met de duistere, zwarte
beelden, die aan haren gekrenkten geest
voorbij trokken.
(Sot volgt^
NIEUWE SC