Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
26ste Jaar£.
Zondag 10 Mei 1903.
No. 7597.
Bureau Boterstraat 50. Telefoon No. 85.
PRIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nummers- 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
JWICIEELE BERICHTEN.
Kennisgeving,
BuRgEMEESTER en Wethouders van
SCHIEDAM,
Doen te weten
bar.9' d® raad der gemeente, in zijne open-
iQfv? L8r?ad6r'nS van den lOden Maart
d> besloten heeft vast te stellen
VERORDENING tot wijziging van
de Verordening op de
heifing en invordering
van eene plaatselijke
directe belasting naar het
inkomen te Schiedam
(Gemeenteblad 1899no.7j.
biljetten' vermei". g6heel °P d® aanplak"
b\jEKodnink1iile y.®r°rdening is goedgekeurd
no. 43. d Besimt van 20 April 1903,
bet behoïit"^ 9d0ndifing geschied> waar
aen 9den Mei 1903.
urgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris,
WIJTEMA.
Kennisgeving.
'e fitting der commissie van onderzoek
voor de schutterij.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
°P art« 42, alinea 1, der Landweer-
wet, luidende
»deze dlC det 'n werb'ng treden van
«fioiHfc.» bet genot zijn van voorwaar-
.Sr-h .TnJstelling van den dienst bij de
T"J,' Worden door de Commissie in
Dm.'ia u r Wet °P de schutterijen ver-
ln bare eerstvolgende gewone zitting
oorwaardelijk van dien dienst vrijge-
al is de vrijstelling niet gevraagd";
maken bekend, dat voornoemde commissie
hn'a eerste 9ew°ne jaarlijksche zitting zal
°"d®a °P Dinsdag 26 Mei as., des
St t9S ten ure, in het gebouw de
Joris Doele aan het Uoeleplein alhier,
Feuilleton.
je dek a' 'a"S °P j« geloerd en ken al
Wat j*0001®8, de ziet, ik heb me voorbereid,
kome. Wel gemerkt zal hebben aan mijn
deur Zol)der dat je het merkte. Je straat-
teiin ^f8** gesloten en de sleutel zit in
hart h k scbiet uitstekend en alsjehet
kunne 11118 'n m'jD w®fk te hinderen,
klomDn vr'enden je morgen als een
niet ziin'egfra^en ®n j® zoucit de eerste
heb 'b !naar de andere wereld
Ik k
dat hiiSe n d®m aan ®n kreeg de zekerheid
hij von if Wat bij Z0ide, zou doen en dat
ken Wag eerste lijkje niet geschrok-
Ik
"as kalm, maar mijn gedachten raak-
tot het doen der uitspraak bovenvermeld
dat mitsdien zij, die in vorige jaren,
voorwaardelijk voor den dienst der Schutterij
zijn vrijgesteld, worden opgeroepen, om ten
dage en ure voormeld voor bedoelde Com
missie te verschijnen, teneinde de uitspraak
te vernemen die te hunnen opzichte zal
geschieden.
Schiedam, den 9den Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJTEMA.
INSPECTIE
terlofgangers.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
op iM AAN DAG 8 JUNI 1903, dos voor
middags ton 9£ ure,
op het terrein achter het gebouw de St-
Joris Doele, aan het Doeleplein
Strekkende voorts tot informatie
ten in de war, want de situatie was alles
behalve aangenaam.
Door eenige omstandigheden hadden
we dien nacht toevallig veel geld in de
brandkast.
In de eerste plaats een aanzienlijke som,
die na het sluiten der bank was betaald.
Dan hadden we een klerk naar de bank ge
zonden even voor sluitingstijd, om goud te
brengen om eenige wissels te betalen, maar
toen hij de bank had bereikt was er een
vergissing met de papieren en zoo moesten
we bet geld in onze brandkast laten over
nachten.
En om de maat vol te maken, was om
even half vier een onzer klanten uit het
West-Einde bij ons gekomen met vijftein-
honderd pond en verzocht ons het één nacht
voor hem te willen bewaren. De man kon
er geen slechter tijd voor hebben uitge
kozen. Ik had dien avond verschillende
boeken uit de kast noodig gehad en had de
deur open gelaten.
De vent nam een paar handboeien uit zijn
zak en lei ze op tafel naast zich.
»Ik was van plan om je al dadelyk met
Belanghebbenden worden er bovendien
op gewezen dat zij niet door PERSOON
LIJKE KENNISGEVINGEN aan deze
inspectie nader zullen worden herinnerd.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 9den Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
WIJTEMA.
Parijsclie Kroniek.
Nous ne causons bien qu'avec
Het was in Mei 1878, dat ik mijne
eerste kleine schetsen uit Parijs aan het
toen pasgeboren Schiedamsche Katholieke
dagblad opzond. Wanneer ik nu, na vijf-
en-twintig jaren, weder met de pen in de
hand al die jaren herdenk, waarin ik steeds
in eene voortdurende gemeenschap bleet
met mijne vroegere stadgenooten, vooral
geestelijk verbonden met hen, die over
vele, ja de meeste kwestiën overeenstem
mend met mij dachten en gevoelden, dan
is het mij eene aangename veronderstelling
te mogen gelooven, dat die bescheiden
correspondenten en kronieken eenig nut
voor de goede zaak, welke wij allen voor
staan, mogen gehad hebben, en zij, al is
htt ook nog zoo weinig, tot eenig alleiding,
deze ornamentjes te versieren, maar daar
je een eigenaardig soort van kerel schijnt
te zijn, zal ik je vrij laten tot ik klaar beu
dan zal ik je de moeite moeten aandoen,
om ze je aan te leggen en me toe te staan
je aan den knop van je brandk&stdeur te
binden. Als dat klaar is, zullen we van hoe
den verwisselen, ik trek jouw jas aan, waar
in ik den buit stop. Dan zal ik je plezierige
droomen toewenschen, het licht uit doen,
weggaan en de deur goed achter me sluiten
om de dieven buiten te houden, dat snap
je zeker wel he
Hij lachte zoo woest om zijn eigen humor,
dat ik me nauwelijks kon weerhouden van
op hem at te springen.
Het was een wanhopige toestand. Het
kantoor was aan 't eind der verdieping, met
een nauw gangetje, waarin de brandkast
stond. De trap leidde naar de straat voor
bet huis, zoodat, al was de deur open ge
weest, ik nog geen kans zou gehad hebben
om er met een ruk uit te komen.
Be politieagent zou niet kijken, want ik
bad hem gezegd, dat ik er zou zijn. Mijn
«enige kans was te wachten tot de kerel
bemoediging, leening, verheffing en ver
edeling mijner lezers mochten bijdragen.
Parijs was en is nog rijk aan kroniek
schrijvers, tintelend van geest, ware mannen
in het vak, doch bij de meesten is het
gevaarlijk ter leering te gaan, daar zij
door den lust om te behagen zoo vaak den
geest en humor boven het hart stellen en
om boeiend te zijn, de moraal aan de
mode en den smaak der tijden opofferend,
meer kwaad doen dan tot iets goeds mede
te werken. Aan die verleiding hoop ik
weerstand geboden te hebben en ben
misschien daarom wel wat minder modern
en intellectueel bevonden, doch ik hield
my daarbij aan Daniël Stern, die zeiae
Le bon sens est le concierge de l'esprit
son office est de ne laisser ni entrer ni
sortir les idéés suspectes.
Wat een reeks gebeurtenissen zijn er in
die vijf-en-twintig jaren hier Diet voorge
vallen welke veranderingen en vooruitgang
in vele toestanden en zaken, doch helaas,
ook verslapping in vele edele gevoelens,
waarin wij zijn opgegroeid, en die wij
als fondementeel en onomstoot'oaar waanden.
Wij wisten zeer goed, dat al het onder-
maanscbe aan afwisseling en vernieuwing
onderhevig is, doch de richting der geesten
in de laatste jaren, waarin wij, wat men
gewoon was goed, groot en edel te noemen,
eensklaps als verkeerd, dwaas en nutteloos
hoorden verdoopen, dat zijn te snelle en
onmogelijke overgangen om er zich ooit
aan te gewennen. Dat uit dien strijd van
het kwade tegen het goede, van het gezag
tegen de anarchie hier eene herhaling der
revolutie van 1789, natuurlijk in eene
nieuwen twintig eeuwschen vorm, kan
geboren worden, wordt door vele denkers
met zekerheid voorspeld, en wanneer men de
geschiedenis als den spiegel van 't verledene
aanneemt, dan zijn de voorteekenen, welke
zulke wereldcrisissen altijd vergezellen, reeds
duidelijk waar te nemen.
Intusschen doet de regeering nog haar
best, om zoo lang mogelijk den schijn te
zich even bloot gaf en me dan op hem te
werpen.
Hij ging naar de kast en begon den in
houd na te kijken, maar elk oogenblik keek
hij me eens even aan. Ik schreef niet, maar
volgde met mijneoogsn iedere beweging die
bij maakte. Hij snuffelde alles na, bekeek
een paar cheques, die hij als voor hem
waardeloos beschouwde, maar de bankno
ten, zoo wat honderd pond stak hij kalmp
jes in zijn zak.
»Dank je vast voorloopig" zei hij.
De zeildoeken tasch met specie ontsnap
te niet aan zijn speurend oog en gauw had
hij haar in handen. Hij maakte ze open en
keeken er eens in.
Alleruitstekendst, dat kon kon niet bster.
Ik heb van nacht geluk hoor 1"
Hij bukte om den zak weer dicht te bin
den. Ik dacht de kans waar te nemen en
stond op, om den revolver op me gericht
te vinden.
(Slot volgt).
VJERSTEEG.
MB
Gezien het besluit van den heer Commissaris der
Xoningin ia de provincie Zuid-Holland vau 20 April
jl., A. no. 3349 (2de afd.) provblad no. 42,
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de inspectie over de verlofgaugers der militie
te land, binnen deze gemeente zal plaats hebben:
dat aan voorschreven onderzoek behooren deel te
nemen, en daartoe mitsdien bij deze worden opge
roepen om op bovengemeldeu tijd en plaats te ver
schijnen, al de verlofgangers der militie te land, die
in het genot gesteld zijn van onbepaald verlof, onge
acht de lichting waartoe zij behooreu, ?nct uitzondering
van hendie in dit jaar vóór het voor het onder
zoek bepaalde tijdstip uit anderen hoofde dan krachtens
art124 of art. 131 der Militiewet 1901 onder de
wapenen zijn geweest, of die bestemd zijn om in
dit jaar krachtens art108, art. 109 oj art111
der voornoemde toet onder de wapenen of in wer-
kelijken dienst te worden geroepenof aan wien
vrijstelling of uitsiel tot een nader tijdstip van de
inspectie is verleendalsmede de ingelijfdendie
krachtens art113 der militiewet van den werke-
lijken dienst zijn ontheven of die krachtens art.
114 dier wet in het genot zijn van uitstel van
eerste oefening of van verblijf onder de wapenen
dat ook ter inspectie moeten opkomen de miliciens,
aan wie vergunning is verleend om zich buiten 's lands
op te houden, tenzij hun te gelijkertijd of afzonderlijk
vrijstelling of uitstel van de inspectie tot een nader
tijdstip is verleend.
a. dat de verlofgangers, volgens art. 127 der wet
voornoemd, ter inspectie behooren te verschijnen
IN UNIFORM GEKLEED, en voorzien van de
kleeding cu uitrasdngstukken, hun bij het vertrek
met verlof medegegeven, van hunne zakboekjes
en vanhunne verlolpassenen
b. dat zij, volgens art. 117 der genoemde wet, wor
den geacht ouder de wapenen te zijn, niet alleen
gedurende den tijddien het bovenbedoelde on
derzoek duurtmaar in het algemeen wannee-
zij in uniform zijn gekleedzoodat zij, die onge
regeldheden plegen of zich aau misdrijven schul
dig maken bij het gaan naar de plaats voor het
onderzoek bestemd, gedurende het onderzoek en
bij het naar huis keeren, te dier zake zullen wor-
beu gestraft volgens het Crimineel wetboek eu
het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk
te lande, bij gemeld art. 117 toepasselijk ver
klaard.
cenz qui pensent comme nous.
t* Onze lezers zullen zich herinneren, dat wij
feeds in ons Nieuwjaarsartikel de 25-jarige mede
werking van Fidelius dankbaar hebben herdacht. Heden
hem opnieuw onze erkentelijke hulde brengend, willen
wij hierbij den wensch voegen, dat wij hem nog veie jaren
als getrouw medewerker zulien mogen eeren. Red.