In onze Vroedschap. Stads- en Gewestelijk Nieuws. hiervan de Missisippi ook buiten hare oevers zai treden en de terreinen der tentoon stelling oversti'oornen. Een model-raadszitting, zooals gisteren, hebben wij zeker in langen tijd niet gehad, Kwart over tweeën begonnen, liep zij ruim vier uur ten einde, zoodat de heeren gelegen heid hadden er voor het diner nog eentje te pakken, dat zij dan ook wel verdiend hadden. Met vaardigen spoed hadden zij ditmaal de zaken der gemeente afgedaan. Na de ingekomen stukken, waaronder ook een dankbetuiging van den hoofdopzichter der gemeente-werken, die nog maar altijd geen directeur kan worden, volgde de benoeming tot hoofdopzichter bij de gemeente reiniging van den heer A. Visser, thans opzichter bij dien tak van gemeentedienst. De man was er al lang voor bestemd en de vraag rijst of deze promotie niet een voudiger had kunnen geschiedenof nu werkelijk voor dien post nog een schijn- oproeping van sollicitanten moest geschieden of nu heusch de heer C. De Koning te Utrecht nog als figurant moest dienst doen en nog wel 1, zegge éen stem, verkrijgen Nadat een aantal heel alledaagsche minder beduidende zaakjes waren afgedaan, kwam in behandeling het voorstel van B. en W, tot aanvulling van art. 40 der Bouwverordening (gemeenteblad 1878 no. 1). Het hierbij betrokken zaakje had, zooals in den loop van het vrij uitvoerig debat, de heer Klein terecht opmerkte, een lijden geschiedenis van drie jaar. De firma P. S. Engering heeft aan het eind der Hoofd straat een pand. ten dienste harer zaak in gebruik. In dat pand moeten goederen worden in- en uitgedragen en het is dus van veel belang dat de deuropening zoo wijd mogelijk zij. Het belang van de beveiliging der gemeente tegen overstroo ming bij hoogen watervloed eischt echter, aat de openingen, die het water doorgang kunnen geven, zoo nauw mogelijk zijn. Dit gemeentebelang voorop stellend, hadden B. en W. aanvankelijk geweigerd het bedoelde verzoek toe te staan en hadden zij ook op de herhaalde verzoeken van adressante afwijzend beschikt. Nu zijn echter h.i. de omstandigheden zóo gewijzigd, dat zij mee- nen, bij aanvulling van art. 40 der betrokken Bouwverordening en onder het stellen van zekere voorwaarden, het verzoek van adres sante zou kunnen worden bewilligd. De neer De Groot was het met deze eigenaardige frontverandering nog met eens nij vroeg ot B. en W. nu werkelijk als de fiaau nun voorstel aanneemt, de vergunning zuuen verleenenhij wijst op het groote üeiang der waterkeering het water zal met stilstaan voor een eenvoudig plan daartoe, wei voor de waterkeering-zelve daarom zou hij het verzoek willen toestaan, zoodra bedoelde waterkeering is tot stand gekomen. De neer Visser vraagt net woord om zijn stem te motiveeren, hij zegt in het College tegen het voorstel geweest te zijn en zai ook nu tegen stemmen. De heer Van der Schalk zegt, dat dikwijls van de art. 40 en 45 der betrokken Bouwverordening wordt afgeweken. Den Voorzitter was het met bekeud, dit zoo dikwijls geschiedde; hij zal er op doen letten. De opmerking van den heer De Groot lag voor de hand, maar spr. kan op de verwachte vraag antwoorden, dat wei het plan voor bedoelde nieuwe hoogen kaaimuur bestaat, maar dat B. en W. toch eerst nog eens willen overwegen of zij het uitgeven van een som van f 300.000 zullen voorstellen. In afwachting kan het verzoek van Engering, waar met den heer Visser de vorige Directeur der gemeentewerken sterk tegen was, zoodat ook het college, tot toegeven geneigd, ten slotte met bedoelde neeren meeging, nu worden ingewilligd. De heer De Groot meent op grond van net medegedeelde allereerst voor de veiiigne.d te moeten zorgen de veilige weg is te wacnteu op de kade. De neer Klein zegt, dat na eenlijdens- gescniedenis van drie jaren nagenoeg alle leden van gemeentewerken met den waar- nemendrii Directeur tot toestemmen geneigd zijn net werk zal volgens de voorschriften van den Directeur zóo sterk gemaakt worden, dat geen gevaar dreigt. Spr. wijst er op, dat herhaaldelijk bij Fiesch en aan het koffiehuis hosk Maashofje afwijking van de artikelen der Bouwverordening plaats bad. De heer V i s e r zegt, dat laatstbedoelde afwijking (koffiehuis) onder architect Nolen plaats had; het bewijs dat het beste paard wel een struikelt, is gelegen in het feit, aat bij den vloed in '94 het water onder de stads-eoupuren doorsloeg. De heer K 1 e i.n, zich op verzoek van den Voorzitter nader verklarend, zegt dat hij indertijd bij het bedoelde geval de heer Nolen toevoegde: ik ben tegen afbreken, maar ik zou willen dat u het betaalde u had er naar moeten kijken. Verder zegt spr., dat in '94 de coupurenhet wel hebben gehouden, maar het zand is onder de keien doorgeslagen, omdat er in den verboden tijd (toen circa veertien dagen geleden) gestraat was. De Voorzitter zegt, dat B. en W. er op zullen doen letten, dat niet van de artikelen worde afgeweken. De heer De Groot wil, dat een onder zoek zal worden ingesteld of het noodig is de gewraakte afwijkingen ongedaan te maken. De heer Van der Poel meent, dat onder de noodige waarborgen de gevraagde vergunning kan verleend worden. Het voorstel, in stemming gebracht, wordt daarna aangenomen met 13 tegen 6 stem men. Tegen stemmen de heeren Kranen, Smit, Van der Schaik, De Groot, Visser en Gouka. Alsnu kwam in behandeling hetontwerp- reglement op de openbare middelbare scholen, waarin door B. en W. nog eenige aanvullingen en redactie-wijzigingen werden voorgesteld. Ook dit voorstel gaf tot uitvoerige dis cussie overvloedige stof, waarbij zich het eigenaardige geval voordeed, dat twee raadsleden schoolopzieners hun licht in deze zaak deden schijnen. De heer De Groot heeft dit voorstel met vreugde begroet, als een goed werk, omdat het breekt met den ouden sleur, ons verlost van de examen-woede en alles in éen verordening is samengevat. Na weinig beteekenende discussie wer den de artikelen 1 tot 13 aangenomen. In artikel 13, regelende de vacantiawerd op initiatief van den heer Van Westen dorp ook ds derde Pinksterdag als vacantiedag opgenomen, omdat nu reeds krachtens het gebruik dien dag vacantia wordt gegeven. Nadat de art. 13—15 waren aangeno men, werd op art. 16 door den heer Gouka als amendement voorgesteld, dat voor toelating tot de H. B. S. met alleen het hoofd der school maar ook de klasse- onderwijzer moet getuigen, de betrokken leerling in staat is dat onderwijs te volgen. Over dit amendement, door de heeren Van Westendorp en De Groot ondersteund, ontspon zich nog al eenige discussie. De heer F a u r e zegt, dat hij ook eerst iets voor dit idee gevoeld heeft, maar bij nadere overweging gemeend heeft er met op te moeten ingaan. Immers als conscen- tieus man zal het hoofd der schuol toch het advies van den klasse-onderwijzer inwinnen, alvorens zijn oordeel uit te spreken. De heer Gouka zegt, dat zijn amen dement niet tegen de hoofden der scholen is gericht. De heeren De Groot en Van Wes tendorp verklaren zich nader voor het bedoelde amendement. De heer Honnerlage Grete, wet houder van onderwijs, zich met het gevoelen van den heer Faure een verklarend, be strijdt het amendement. De heer Faure doet uitkomen, dat in het amendement het bekende stelsel van de »republikeinsche school" z>ch uitspreekt. Nadat ook de Voorzitter het amen dement bestreden heeft, wordt het, in stemming gebracht, verworpen met 16 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de neeren De Groot, Van Westendorp en Gouka. Bij de verdere behandeling der artikelen verklaarde de heer Van Westendorp zich ingenomen met de beperking der examens, maar toch niet te kunnen mee gaan met de regeling der toelating, zooals nu wordt voorgesteldhij kan zich niet tevreden stellen met het getuigenis, dat de betrokken leerling het lager onderwijs met vrucht gevolgd heeft, maar zou bepaald van net hoofd der scnool de verklaring eischen, dat de leerling met vrucnt het onderwys aan de H. B. Scnool kan voigen. De heer Honnerlage Grete be twijfelt ot de hoofden der scnolen zulk een verklaring kunnen geven. Vooropzettend dat het lager onderwijs zich beter bij het middelbaar onderwjjs moet aansluiten, meent hij, dat de hoofden slechts zullen kunnen verklaren, het lager onderwijs met vrucht gevolgd is. Ook de neer Faure moest onder dit opzicht szijn collega in dubbelen zin", den neer Van Westendorp, bestrijden. Zien aansluitend bij het geen de wethouder van onderwijs zeide, zegt hij, dat het M. O. beter hij het L. O. moet aansluiten. Daartoe moet het L. O. niet zoo ver mogelijk doorstoomen, maar het M. O. moet achteruit stoomen, remmen. Dit is ook de meening van den tegenwoordigen Directeur der H. B. S., die steeds op betere aansluiting ■ij het L. O. bedacht is. Spr. meent dan ook, dat van de hoofden der scholen niet meer mag geeischt worden dan mogelijk is; uit ervaring weet hij, dat zij slechts zullen kunnen en willen verklaren, dat het onder wijs in de lagere school met vrucht ge volgd is. De heer Van Westendorp bleef de door hem voorgestelde toevoeging verdedigen. Tegen hetgeen de heer Faure uit zijn ervaring mededeelde, kon hij verklaren, dat verschiller.de schoolhoofden hem mede deelden, dat het hun onmogelijk is de leerlingen langs den gewonen weg in 6jaar tijds voor de H. B, S. klaar te maken en dat zij om dit doel te bereiken wel moeten doorstoomen. De heer Honnerlage Grete bleef de toevoeging bestrijden en den heer Faure verzekerde tegenover het beweren omtrent de zes jaren, dat de Directeur der H, B. S. verklaarde er volstrekt geen bezwaar in te zien, leerlingen die voldoende lager onderwijs genoten hebben, tot de H. B. S. toe te laten. In stemming gebracht werd de door den heer Van Westendorp bedoelde toevoeging verworpen met 16 tegen 3 stemmen. Voor stemden de heeren Van der Schalk, Van Westendorp en Kranen. Bij de verdere behandeling der artikelen wenschte de heer De Groot wijziging der bepaling, dat alleen leerlingen der lagere school alhier tot de H. B. S. zullen worden toegelatener zijn er toch die bu'ten de stad op kostscholen zijn en anderen die privaatles ontvangenhij wenschte dus te lezenalle Schiedamsche jongelieden. Na beantwoording door den heer Honnerlage Grete wordt be sloten ds redactie aan B. en W. over te laten. De overige artikelen gaven slechts weinig stof tot discussie. Alleen bieek uit het debat dat nog eens zal worden overwogen, hoe in enkele gevallen een toelatings examen zal plaats hebben en dat voor eventueel examen ook eminente klasse onderwijzers in aanmerking kunnen komen. Ook toonden B. en W. zien bereid tegemoet te komen aan het verlangen van den heer Van Westendorp en te overwegen hoe de bij art. 30 uitgelaten woorden »met vrucht" alsnog in het ontwerp kunnen vervangen worden. Nadat ten slotte de geheele ontwerp regeling op de middelbare scholen was aangenomen, kreeg de heer Klein nog verlof tot het stellen van de reeds vermelde vraag in zake de Schied. Paardentram, die door den Voorzitter op de bekende wijze werd beantwoord. Hiermede liep deze raadszitting teneinde. Over het geheel is er in deze zitting een vrij zakelijk en deskundig debat gevoerd. Vooral de wijze waarop de beide schoolop zieners, de heeren Faure en Van Westendorp, in een gewichtige onderwijs-aangelegenheid, ieder naar zijne opvatting, hun licht deden schijnen, verdient een woord van lof. Zjj doet zien, dat deze onderwijs-specialiteiten zeker wel eene plaats in den Raad mogen innemen. Schiedam, 4 Juni 1903. Liefdadigsheids-soirée. Van wege het comité voor bedoelde soirée •wordt ons gemeld: De opbrengst van do liefdadigheids- soireé, de vorige week ten voordeele van de getroffenen door de doorbraak in den Noord Kethelpolder, alhier gehouden, is, dank zij de medewerking van verschilende personen, die op de lijst geteekend hadden, niet tegengevallen. Totaal werd ontvangen f 235.30hiervan behooren afgetrokken worden de noodzake lijk onkosten ad 141.50. Zeker zijn dje onkosten niet hoog, dank zij de kostelooze levering van al de drukwerken door de verschillende heeren drukkers, het bestuur der Olficieren-Vereeniging voor de vermin dering van zaalhuur en het weinige kostbare der advertentiën in de plaatselijke bladen. Aldus kon aan de commissie te Kethel worden afgedragen de som van 1193.80. Gisteren avond is door de politie op aanwijzing van den bode Breve aangehouden zekere J. J. G,, die hem op den Dam herhaaldelijk lastig viel en mishandelde. Onder hevig verzet werd de aangehoudene naar het politiebureau gebracht, waar proces-vei baai tegen hem is opgemaakt. Op de le internationale tentoonstelling ïExcelsior", vanwege de vereeniging tot veredeling van zangvogels en pluimvee in Schouwen Duivelaud gehouden 1, 2 en 3 Juni te Zierikzee, behaalde de heer W. K. Gerlach alhier op zijn zwart Bantam-haan een ln prijs met eere -prijs en op zwart Bantam hen een 3n prijs. Tweede Maasbrug te Rotterdam. Door de heeren A. V. Hartog Co., ingenieurs te Puerto Militar, Argentinië, en A. Hartog Azn. te 's-Gravenhage, is, concessie aangevraagd voor een tweede voetbrug over de Maas (waarschijnlijk aan het eind der Boompjes) te Rotterdam. Het voornemen is met toestemming der Konin gin een ruiterstandbeeld van wijlen koning Willem III en bronzen reliefbselden onzer zeehelden te plaatsen. De overbrugging zal geschieden door Amerikaanscbe boogbruggen, spanningen 200 M., en twee groote dubbele bascule- brugger.. Twee groote brugtorens, waarin hydraulische liften voor overbrenging van personen, rijtuigen en vrachtwagens in ver binding met een verhoogde brug, 30 M. -f- A. P. zullen dienen, wanneer de bascule- bruggen voor doorvaart van schepen zuilen geopend zijn. De Rotterdamsche Schouwburgbrand. Het voorioopig onderzoek naar de oorzaak van den brand in den Grooten Schouwburg te Rotterdam heeft geen definitief resultaat opgeleverd. De beide werklieden van den heer J. J. Poutsma, die's morgens tusschen 6 en 7 uur op den decoratiezolder geweest zijn, hebben beslist verklaard, niet met vuur als anderszins in de weruplaatsen geweest te zijn. Wel heerschte door de warmte der voorafgegane Pinksterdagen een groote droogte op de zolderverdieping, die even tueel de ontvlamming kan verhaast hebben door het inwaaien van vonken uit nabij gelegen schoorsteenen van perceelen in de Lijnbaanstraat, te meer wijl dakramen van het atelier vermoedelijk open hebben gestaan voor de ventilatie. Voorts heeft ook deze brand geleerd, dat de ijzeren brandladders buiten langs den gevel en de ijzeren branddeuren van gegolfd ijzer tusschen het tooneel en het atelier uitnemende diensten hebben bewezen. Door de hitte zijn deze laatste wel mm of meer kromgetrokken, doch de waterstralen der vrijwillige brandweer voorkwamen erger. De algeheele blussching en beperking van dezen schouwburgbrand strekt der vrij willige brandweer en der bediening van de stoomspuit tot eer. Ook blijkens de statis tiek der schouwburgbranden behoort het tot de zeldzaamheden, dat een schouwburg brand met zulk een ernstig aanzien als deze beperkt is kunnen worden, en zelfs het tooneel met zijn zoo brandbaren inhou d behouden is gebleven. De bouw van den schouwburg kostte indertijd c.a. een miliioen gulden. Te Rotterdam had gisteren de postkoetsier H. Vink, op zijn reis van Rotterdam naar Charlois, 't ongeluk, bekneld te raken tusschen zijn wagen en een steigerpaal, waardoor zijn borstkas werd ingedrukt. Enkele uren later overleed hij, nalatende een vrouw met vyf kinderen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 2