Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
26ste Jaar*;.
Woensdag 19 Augustus 1903.
No. 7677.
Bureau Beterstraat 50. Telefoon No. 85.
PB IJS TAK DIT BLAD!
▼oor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland f - 2.
Afzonderlijke Nummers - 0.05
JWlCIEELE BERICHTEN.
PRIJS DER ADTERTEHIIËS:
Van 16 regelsI f 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billjjke overeenkomsten
aangegaan.
Bekendmaking.
LANDWEERWET.
Be Burgemeester van Schiedam,
Schiedam, den 18den Augustus 1903.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. W. H. JANSEN, L.B.
ALGEMEEN OVERZICHT.
18 Augustus 1903,
De opstand in Turkije.
De opstand in de Macedonisfbe wilajets
van Turkije blyft steeds het hoofdieit
van den dag, dat de aandacht der
geheele beschaafde wereld gespannen
houdt.
De eerste Bulgaarsche minister Petrof
gat Zaterdag in een interview een vrij
optimistische meening ten beste over den
toestand. Hy gelooide, dat de uitbarsting
beperkt zou blijven tot het wilajet Monastir
en waarschijnlijk spoedig onderdrukt zou
zijn. Turkije wierp reeds in het wilajet
een overweldigende strijdmacht, voldoende
om de revolutionaire beweging den kop
in te drukken, ten zij de mogendheden
tusschenbeiden kwamen om Turkije's
krachtig optreden te stuiten. De Bulgaar-
sche regeering deed haar uiterste best
om den vrede te bewaren. Er was op
't oogenblik weinig opwinding of geestdrift
in Bulgarije. Met betrekking tot den op
stand was het eenige gevaar dat er iets
gebeurde als een onverwachte groote
uitbreiding van den opstand of een moord
op Bulgaren, die het nationaal gevoel zou
kunnen prikkelen op een wijze, die de
regeering niet over 't hoofd kon zien.
Voor 'i oogenblik, zeide hij, was er echter
geen onmiddellijke oorzaak van ongerustheid.
De Bulgaarsche regeering heeft de
vreemde vertegenwoordigers een memo
randum aangeboden, waarin de verzekering
dat Bulgarije de revolutionaire beweging
aanmoedigt door benden naar - Macedonië
te zenden, wordt geloochend. Het stuk
tracht aan te toonen, dat d» opstand
geheel en al is toe te schrijven aan de
behandeling der christelijke bevolking door
de Turksche overheid. Het memorandum
behandelt achtereenvolgens afzonderlijk de
wilajets Salomki, Monastir, Uskub en Adri-
auopelhet geeft lange lijsten met namen
en bijzonderheden van wandaden der
overheid in ieder dier provincies, waar
onder het verbranden en plunderen van
een aantal dorpenhet vermoorden en
martelen van veie boerenhet gevangen
zetten voor maanden lang zonder aan
klacht of procesgeweldpleging op vrouwen
en meisjes; gevangennemingen op groote
schaal van Bulgaarsche notabelen, priesters
en onderwijzers; het sluiten van kerken
en scholen gedurende de laatste drie
maanden. In plaats van stappen te doen
om de beloofde hervormingen in te voeren
zocht Turkije onder ieder voorwendsel de
Bulgaarsche bevolking te gronde te richten
en te terroriseeren, met het gevolg dat
deze, tot wanhoop gedreven door de
ijdele beloften, in opstand kwam. Het
memorandum verklaart, dat de verant
woordelijkheid dus geheel bij Turkije ligt.
Het document heeft diepen indruk ge
maakt in diplomatieke kringen. De Oos-
tenrijksche agent heeft reeds een bezoek
gebracht aan den eerste-minister en
drukte zijn bezorgheid uit over de
mogeljjke gevolgen van de openbaar
making.
Uit Constantinopel wordt nog eens ge
seind, dat het gerucht als zouden in het
wilajet Adrianopel talrijke benden zich
vertoond hebben onjuist is hot is daar
integendeel betrekkelijk rustig." Daaren
tegen zijn de opstandelingen in het distric t
Fiorina buitengemeen roerig, voorai de
spoorwegwachters worden telkens beschoten.
In het sandajak Monastir is de toestand
verergerd.
Een militaire trein is Vrijdag tusschen
Seleneko en Koprülü beschadigd door eeD
dynamietontploffing. Er werd een soldaat
gedood en verscheiden soldaten zijn gewond.
Op een spoorwegbrug bij Kropulu zijn twee
zakken dynamiet op de rails gevonden.
De Londensche Morning Leader ver
neemt uit Sofia: De Bulgaarsche regeering
is niet langer in staat, de opstandelingen
te beletten de grens over te trekken. Er
zijn 25 Bulgaarsche reserve-officieren, die
de Macedoniërs aanvoeren.
De Limes verneemt uit Constantinopel
De snelle terechtstelling van de moordenaars
van Rostkofski wekt groote ontevredenheid
onder de bevolking. De Albaneezen weren
zich weer.
Dat Turkije zich steeds meer ten oorlog
wapent, bewijzen wel de volgende draad-
berichten uit Constantinopel
Wegens de uitbreiding van den opstand
machtigt, naar uit goede bron verzekerd
wordt, een iradé het oproepen van 52
nieuwe bataljons uit de Europeesche pro
vinciën.
Er zijn onderhandelingen aangegaan met
de firma Krupp voor de levering van 32
batterijen snelvuurgeschut voor den veld
dienst, te zamen 192 kanonnen.
Ook Rusland blijkt zich op alle gebeur
lijkheden voor te bereiden.'Uit St. Petersburg
wordt aan de Köln. Zeit, gemeld, dat de
oefeningen van het Russische smaldeel der
Zwarte Zee afgebroken zijn, en het eskader
reeds den 16n, in plaats van den 28n dezer,
naar Sebastopol teruggekeerd is, teneinde
de schepen te kunnen leveren, die naar de
Turksche wateren gezonden moeten worden.
Een afdeeling van het Zwarte Zee-eskader
onder den schout-bij-nacht Krüger is gis
teren van Sebastopol naar de Turksche
wateren vertrokken.
Uit het Kaapsche Parlement.
In de wetgevende vergadering te Kaapstad
kwamen gisteren Merriman Sauer en
andere leden krachtig op tegen de houding
van minister Graham, aangezien deze
weigerde zijn belofte te vervullen om een
koloniale commissie te benoemen, die een
onderzoek zou moeten instellen naar de
toepassing van de krijgswet.
Graham erkende die belofte, maar zeide
gedwongen geweest te zijn, op zijn besluit
terug te komen. Hij vroeg de sprekers
of zij de vlam van tweedracht weer door
het geheele land wilden opwekken, en
verzekerde, dat het onderzoek geen bevre
digenden uilslag kon hebben.
Burton zeide, dat de bestaande wrok zeer
verergerd zou worden nu de regeering een
plechtige belofte, die haar heilig behoorde
ts ziju, verbrak. Merriman zeide, dat het
parlement in den val gelukt was, om de
schadeloosstellingswetten goed te keuren.
Engeland en Afghanistan.
Lord George Hamilton heeft in he t
Lagerhuis meegedeeld, dat er met den Emir
van Afghanistan onderhandeld wordt over
een dergelijke overeenkomst als er tusschen
zijn vader en de Indische regeering bestond.
De tegenwoordige emir is niet ongenegen,
de jaarlijksche toelage, daaraan verbonden,
te ontvangen.
Maar of hij voor die toelage ook iets zal
willen dofcn, b. v. tegen Rusland
Scheepsrampen.
Het reddingsstation Rügen Waldermunde
van de Deutsche Gesellschaft zur Retting
Schiffbruchtiger meldde gisterenHeden
werden van het nabij de haven gestrande
schip De vijf gebroederskapitein Kajuiter,
met dwarsleggers van Dantzig naar Band-
holm bestemd, zes personen door het
rakettentoestellen van het station gered.
Door den trawler Victory werden de
gezagvoerder en de kok van den Neder-
landschen schoener De Hoop te Grimsby
geland. De Hoop werd in de Noordzee door
een onbekend gebleven trawler aangevaren
en is dientengevolge gezonken. De stuurman
is verdronken.
De zaak—Humbert.
Bij de voortzetting van het proces gaf
mevr1 Tnérèie een beschrijving van de reis
naar Spanje en vertelde, dat de effecten
nog te Parijs zijn. Als de Cwarfords ze
niet terugbrengen, zal zij later den advocaat-
generaal nadere inlichtingen geren.
Onlusten in Algiers.
Een escadron chasseurs d'Afrique ontving
tegen middernacht bevel met geforceerde
marschen naar het uiterste zuiden op te
rukken, waar groote onlusten zouden zijn
uitgebroken. Het gerucnt loopt, dat ae
posten zijn aangevallen.
Chineesche arbeiders in Zuid-Afrika.
De Loudensche Standard verneemt uit
JohannesburgOp een talrijke vergadering
van Boeren, gehouden te Nigel, is een
besluit genomen ten bate van den onmid-
dellijken invoer van Chineesche arbeiders.
Generaal Ben Viijoen ontmoette heden zijn
landgenooten te Pretoria en bepleitte de
noodzakelijkheid om arbeiders in te voeren.
Het Pauamakanaal.
De Amenkaansche gezant te Bogota seinde
gisteren aan bet Staatsdepartement te
Washington, dat de Columbiaanscbe Senaat
het verdragovei hetPanamakanaal verworpen
heeft.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 18 Augustus 19U3.
Landweerwet.
Wij vestigen de aandacht op voorstaande
kennisgeving omtrent de Landweerwet,
allereerst geldend voor de verlofgangers
der nationale militie van de lichting 1895,
die krachtens art. 134 der Mditiewat 1991
bij de Landweer zijn overgegaan.
Overvloed van sibf tot plaatsgebrek
leidend, noopt ons ook beden bet vervo/g
van het feuilleton nog uit ie steden.
NIEUWE SCHIEDA
gezien Je na meiJen artikelen der Landweerwet,
luidende
Artikel 24.
De verlofganger vaB de landweer meldt zich binnen
o dagen na den dag van zijn overgang naar de
•Huweer of na dien waarop hem de verlofpas is
uitgereikt, bij den burgemeester zijner woonplaats aan,
einde deze den verlofpas, hem bij de landweer
01 laatstelijk bij de militie uitgereikt, voor gezien of
opnieuw voor gezien teekene.
R -u Ter'°fganger van de landweer, die buiten het
jk woont of verblijf houdt, of die zich bij zyn
vertrek met verlof buiten het Rijk begeeft, kan, ter
vervulling van de verplichting in het vorig lid
omachreven, binnen den daarin vermelden termijn zijn
Verlofpat bij aangeteekenden brief ter afteekening
toezenden aan den burgemeester zijner laatste woon
plaats binnen het Rijk. De verlofpas wordt hem door
dien burgemeester bij aangeteekenden brief terugge
zonden.
Artikel 25.
J.)e verlofganger van de landweer, die zich in eene
andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis
•an den burgemeester zijner woonplaats. Binnen
dertig dagen na den dag waarop hij komt in de
gemunte, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan
bij den burgemeester dier gemeente, ten einde deze
zijn verlofpas voor gezien teekene.
Artikel 27.
De verlofganger van de landweer mag zich zonder
toestemming van Onzen .Minister van Oorlog niet
langer dan gedurende een jaar buitenslands begeven.
Aan den verlofganger van de landweer, die niet in
verzuim is, wordt deze toestemming, wanneer zij
gevraagd wordt en blijkt noodig t« ziju ter zake van
uitoefening van of opleiding tot landbouw, handel of
nijverheid, in gewone tijden niet geweigerd.
Bij de toestemming kan de verlofganger worden
vrijgesteld van de verplichting tot deelneming aan de
Oefeningen iu artikel 11 vermeld, tot het bijwonen
Van het bij artikel 29 voorgeschreven onderzoek en
tot het komen in werkelijken dienst ingeval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstan
digheden.
Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige
voorwaarden worden verbonden als in het belang van
den dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28.
De verlofganger van de landweer, die artikel 24,
25 of 27 niet naleeft, wordt in werkelijken dienst
geroepen en daarin gedurende ten hoogste eene maand
gehouden. De duur van dezen dienst wordt bepaald
door onzen Minister van Oorlog, die tevens het korps
van het leger aanwijst waarbij de werkelijke dienst
Woet worden vervuld.
Herinnert bij deze den verlofgangers der nationale
militie van de lichting 189ó, die alhier in het ver-
lofgangeriregister lijn ingeschreven en op 1 dezer
krachtens art. 184 der Militiewet 1901 bij de landweer
zijn overgegaan, dat zij hunne zakboekjes voer of op
uiterlijk 30 Augustus a.s. ter Secretarie, afdeeling B,
moeten inleveren tot het doel in bovenvermeld artikel
24 omschTeven.