Stads- en Gewestelijk Nieuws.
wapenen. Die krijgsmacht kan echter op
50.000 gebracht worden.
Columbia en Amerika.
De Londensche Morning Post verneemt
uit WashingtonAis Columbië zijn havens
aan de Caraibische Zee van de koopvaardij
siuitj zal Amerika krachtig protesteeren.
Het neemt reeds voor die gebeurlijkheden
de noodige maatregelen. Ofschoon het
schijnbaar op Coiumbië's bedreigingen geen
acht slaat, is het aan de staatswerven in
Virginië drukker dan voor den oorlog met
Spanje.
De Panama Star and Herald meldt,
dat de republiek Panama (op Amerika's
aandringen Red.) bereid is, een groot
bedrag te betalen van de Columbiaansche
schuld, maar elk voorstel van de Columbi
aansche schuldeischers afwijst.
Uit Rome.
De H. Vader heeft het beschermheerschap
op zich genomen der orde van den H.
Dominicus.
Lord Rray, een rijk Engelschman, die
onlangs katholiek werd, is dezer dagen
door mgr. Bourne aan den H. Vader
voorgesteld.
De lord heeft een jaarlijkschen prijs van
60.000 lire beschikbaar gesteld voor telkens
het beste werk over een door de Bijbel
commissie uit te schrijven onderwerp.
De uitvaart voor mgr. Anzer vond heden
plaats; het stoffelijk overschot werd op
Campo Santo begraven. De H. Vader was
bij 't vernemen der tijding zeer geschokt en
droeg gister-morgen een H. Mis voor de
zielerust van den bisschop op.
De Parijsche arbeidsbeurs.
De leiders van de Parijsche arbeidsbeurs
beginnen langzamerhand tot kalmte te komen.
Gisteren-avond werd door de syndicaten uit
vrijen wil besloten de roode vlaggen weg
te nemen, welke zij bij gelegenheid van het
overlijden van een der manifestanten bij de
laatste onlusten, hadden uitgestoken.
Japansche Tabaksnijverheid.
De Japansche regeering is voornemens
een wetsontwerp in te dienen tot instelling
van een tabaksmonopolie in den geest van de
Fransche regie.
De Engelsche en Amerikaansche kapita
listen, die veel geld hebben gestoken in de
Japansche tabaksnijverheid, vreezen bena
deeling van hun belangen. Daarom zouden
de Engelsche en Amerikaansche gezanten
reeds stappen hebben gedaan om verzet
aan te teekenen.
Dinsdag 1 December a.s., 's avonds half acht,
in het gebouw der Schiedamsche Spoeling
Vereeniging alhier eene buitengewone ver
gadermg houden.
Daarin zullen behandeld worden werkplan
voor 1904 (aankoop broedmachine met
kunstmoeder en waar te stationeeren)
aankoop Vlaamsch reuzenkonijn en waar te
stationeeren en het verdoelen van de aan
de onderafdeeling door het prov. bestuur
van Zuid-Holland verstrekte fokhanen.
Kort nadat op het politie-bureau aangifte
was gedaan, dat een portefeuille met ruim
1500 was gevonden, werd gisteren het
adres van den eigenaar opgegeven, wien de
portefeuille ten huize van den vinder werd
ter hand gesteld.
De Rotterdamsche gemeenteraad be
noemde tot hoofd eener lagere school den
heer J. Voogd te Rotterdam.
In zake het voorstel betreffende het
armhuis werd aangenomen het voorstel van
den heer J. Verheul Dz. om B. en W. uit
te noodigen, verdere plannen in te dienen
tot het bouwen van een nieuw armhuis
overeenkomstig het plan van den directeur
van gemeentewerken.
Gisteren werd te Rotterdam, in Tivoli,
de vergadering van de Ned. Vereeniging
ter bevordering van Zondagsrust gehouden.
De voorzitter, prof. S. D. v. Veen, opende
haar met een welkomstwoord, waarin hij
de hoop uitsprak, dat de besluiten dezer
vergadering tot bevordering van het goede
doei mogen leiden en tevens de verwachting
uitte, dat men dit jaar, wat de Regeering
betreft, mede een stap voorwaart zou komen,
daar een wetsontwerp op de Zondagsrust
mag verwacht worden. In verband hiermede
stelde hij ook nog een algemeene vergadering
dezer Vereeniging in vooruitzicht.
Het voorstel Amsterdam om bij de Re
geering nogmaals aan te dringen op spoe
dige indiening eener Zondagswet, werd,
nadat het hooldbestuur zich daartegen had
verklaard, door Amsterdam ingetrokken.
Het voorstelDen Haag, om een onder
zoek in te stellen, hoe de vrije halve Zater
dag in Engeland enz. werkt, werd in beginsel
aangenomen.
Besloten werd, de Regeering te verzoeke n,
dat onderzoek in te stellen. Geeft deze
daaraan geen gevolg, dan kan het hoofd
bestuur overwegen het zelf te doen.
daardoor gegrepen door een ijzeren haak,
welke hem het been openscheurde.
Dr. Waszink legde het eerste verband.
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
Zitting van Donderdag 26 November.
De Kamer heelt zonder stemming aan
genomen de volgende wetsontwerpen
Grenswijziging tusschen Rotterdam en
Hiliegersbergidem tusschen Schoterland,
Weststellingwerf en Ooststelingwerf, ver
strekkingen door het departement van
oorlog voor 1903onteigening voor een
spoorweg MiddelburgDomburg met zijtak
KoudederkeVlissingen onteigening voor
uitbreiding van het station Haarlem tegen
geen van welke in de afaeelingen bezwaar
bestond,
De vergadering is verdaagd vermoedelijk
tot Woensdag 5 December 's avonds 8Jj uur.
Schiedam, 27 November 1903.
Schied. Kermis.
De vereeniging Vergunning", bestaande
uit kleinhandelaren in sterken drank, heeft
een adres aan den gemeenteraad gericht,
waarin het behoud der kermis wordt ge
vraagd.
Pluimveehouderij.
De Vereeniging tot bevordering van de
pluimveehouderij, afd. Schiedam, zal op
Maar, die arme verlatene had de gezond
heid voor Henri medegebracht, want nu
zulk een vroolijke makker met hem speelde,
verloor ons ventje hoe meer de ziekelijke
neerslachtigheid, zoo geheel eigen aan
kinderen, die gedoemd zijn, altijd met oude
menschen om te gaan.
De verbetering van den gezondheidstoe
stand van hun lieveling zagen de oudjes
met vreugde aan, en zij zegenden het uur,
waarin zjj besloten hadden, den vondeling
bq zich te nemen.
»Hij is vrooltjk als een vink! Deze
woorden herhaalden zij zoo dikwerf dat het
daaraan te danken was, dat hij den bijnaam
van Vink verwierf.
De kinderen groeiden op. Her.ri bleef
ernstig, Vink daarentegen een zieltje, zonder
zorgen, Zij deden op den zelfden dag hun
eerste H. Communie, en naast elkander,
schreden zij naar de H. Tafel.
De kinderjaren gingen langzaam voorbij en
de kinderen werden mannen,
i§loi VqHjhQ,
Het vergaan der vAngiia."
Volgens te Rotterdam ontvangen bericht
is het lijk van den eersten stuurman Adolf
Havinga, 62 jaar oud, te Norderney aange
dreven. De zoon van den overledene vertrok
derwaarts.
De opvarenden van het, zeer waarschijn
lijk met man en muis vergane stoomschip
Anglia zijnG. J. Klimp, gezagvoerder
A. Havinga, le stuurman; beiden uit Rot
terdam J. Gosselaar, 2e stuurman, van
DelfzijlS. Datema, timmerman A. Stem
pels, kokA. H. van Vliet, hofmeester,
allen van Rotterdam; F. W. Harlof,
bediende, uit ViaardingenJ. Bol, C. C.
Kleynsoon, matrozen, beiden van Rotterdam
K. Upeneck, matroos, Fin van geboorte
J. Scheppers, matroos, uit VeendamH.
Alberts, lichtmatroosJ. A. den Boer, le
machinistC. de Wit, 2e machinistJ.
Janssen, donkeyman; H. Baarda, J. Hooge-
veen, G. van den Akker, stokers, allen te
Rotterdam woonaehtig.
Ongeveer de helft van de opvarenden
zijn gehuwd en hoofden van gezinnen.
Volgens de laatste rapporten is het vier-
roastbarkscbip Mneme aan de Zuiderpier te
Hoek van Holland door de hooge zeeën iets
hooger opgegaan. Door de zware zeeën is
de communicatie verbroken en kunnen geen
lichters of blazers op zijde komen. Oogen-
schijnlijk is alles wel aan boord.
De heer H. Tutein Nolthenius, directeur
der oliefabriek Cal vé-Delft" te Delft, is
Woensdag in de fabriek misgestapt en
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 26 November.
Het debat over de
Indische Begrooting,
is voortgezet.
De Minister van Koloniën
verzekerde aan den heer Pijnacker
Hordijk, dat zoodra hier te lande de sub-
dieering van het middelbaar onderwijs is
geregeld, daartoe ook in Indië zal worden
overgegaan. Tegenover den heer Ter Laan
achtte öe minister ambachtsonderwijs aan
scholen eerste en tweede klasse onnoodig
en aan den neer Verhey, die ter bevordering
van het NederJandsch in Indië subsidieering
van het Algemeen Nederlandsch Verbond
in overweging gaf, verzekerde de minister
overtuigd te zijn dat, indien aan Indische
Regeeriug blijken mocht, dat van het prac-
tisch streven van dien bond werkelijk nut
is te trekken zij zioh bij eventueele subsidie
aanvrage jegens dien bond niet onoetuigd
zal laten.
Bij het verder debat ontwikkelde de heer
Roessingh verscmllende bedenkingen
tegen het subsidievoorstei aan het Utrecht-
sche zendingscomité voor de zending op
Sanhi en de Talenereilanden, niet zoozeer
om de subsidie zelve maar om de nieuwe
kerkvorming, welke daarmede wordt nage
streefd, hetgeen gevaar doet ontstaau voor
belemmering eener goede ontwikkeling van
het godsdienstig leven.
De heer De Visser keurde 's minis
ters houding in deze aangelegenheid goed,
door aan een toestaan van subsidieverhooging
met vast te knoopen den eiscb, dat de
betrokken christengemeente hare zelfstan
digheid zou prijs geven.
Ook de heer Schokking keurde den
gekozen vorm goed eo betoogde tegenover
den heer Roessingh, dat het onafhankelijke
kerkelijke standpunt dezer gemeente een
fictie zou zijn.
De heer Van Byiandt beweerde
tegenover den heer Roessingh, dat het
subsidie-voorstel slechts een fioaneieele
zaak geldt.
De Minister verdedigde zijn houding
de door hem gevolgde weg verdient zijns
inziens verre de voorkeur boven inlijving
der christengemeente bij de Indische kerk,
welk stelsel door den heer Roessingh werd
voorgestaan.
De heer Van Vlijmen kwam op tegen
de afwijzende beschikking op een verzoek
van R.-Katholieke zusters om in de Mina-
hassa een school te mogen bouwen De heer
Roessingh bestreed het voorgestelde
subsidie van het Utrechtsche comité om
op de Sangi- eo Tahanereilanden een
zelfstandige gemeente te kunnen vestigen.
Hij ziet daarin een belemmering van het
vrije godsdienstige leven en meent, dat deze
gemeente zich bij de Protestantsche kerk
in Indië moet aansluiten.
Het betoog van den heer Roessingh werd
bestreden door de leden De Visser,
Schokking en van B ij I a n d t.
De Minister verdedigde het subsidie
aan de zelfstandige gemeenten op Sangi en
Talanereilanden. De voordeelen van 't zelf
standig laten der gemeenten zjjn, dat het
geestelijk leven in een richting wordt
geleid en de gemeente meer zelfstandig
zal voorzien in de geestelijke behoeften.
Het subsidie werd goedgekeurd.
De heer Van Vlijmen bepleitte
verhooging van subsidie voor het R.-K.
weeshuis te Semarang en vroeg gunstige
overweging van een eventueel aanvraag
daartoe, vooral waar het subsidie aan de
protestansche eveneens wordt verhoogd.
De Minister van Koloniën
betoogde de noodzakelijkheid van verhooging
van laatstgenoemd subsidie en beloofde een
goed gemotiveerd verzoek van het R,-K.
weeshuis gunstig te zullen overwogen.
De heer Van Byiandt bepl®ltte
meerder©subsidie voorde zendingshospit*^
te Modjowerno en Djokjo. Een vaSte
maatstaf voor dergelijke subsidies 1
gewenscht.
De heer Van Kol vroeg naar de re
isul-
vaB
taten van de herhaalde toezeggingen v8j!
verbetering in de geneeskundige hulp v8
het volk.
De heer Pijnacker Hordijk bepl®'l{®
verbetering van positie voor de ei*1®
geneesheeren, omdat hunne taak ten aanZ1®0
van de gepensioneerden, hun gezinnen
nagelaten betrekkingen zoozeer is uitgebr®1
De heer F o c k, dankbaar voor de V®J"
meerdering van het aantal dokters in
djawa's, achtte verdere uitbreiding 10
noodzakelijk. Verbetering van den toesta"
van de hospitalen of stadsverbanden
de inlanders is mede wenschelijk.
De M i n i s t e r, de verschillende sprek®fS
beantwoordend, bestreed als onpractisch
scheiding van den civielen en den militair®0
geneeskundigen dienst.
De heer F o c k wees op den tragen gao£
van zaken bij de invoering van de mijn*®1,
Spr. vroeg of in afzienbaren tijd de invoeri"#
is te verwachten.
De Minister antwoordde bevestig®"^1
ofschoon wegens de vele hieraan verbond®"
werkzaamheden een tijd nog niet te schatten 15'
De heer Hugen holtz schoot de
aantijging van de vervalsching van b®1
stenogrant van de Maandag-avond zittinf!
minachtend van zich af. De naam van de"
heer Cremer heeft hij ter verduidelijking
opgenomen. De toevoeging neemt hij
echter terug.
De Minister zeide, dat een onderzoek
naar den toestand der mijnwerkers in gang
is en dat waar een Kamerlid zich tot tolk
maakt van onder het gezag der Regeeriug
begane wreedheden spr. een onderzoek
gaarne toezegt.
De heer Van Kol drong aan op e®"
spoedige reorganisatie van den waterstaat
en dat men deze nu niet meer moet
hangen aan den kapstok der decentralisatie-
De heer Fock drong aan op e«"
handeiselement in de commissie van onder*
zoek van de haven van Soerabaya.
De Minister verzekerde den heer
Van Kol, dat het verband van reorganisatie
van den waterstaat en de centralisatie niet
als kapstok is bodoold*
Uitbreiding en lotsverbetering der Water-
staatsambtenaren heeft spr. steun. Met d®
wenscheo van den handel te Soerabaya zal
rekening worden gehouden.
De heer Van Kol besprak de noodza
kelijkheid der irrigatie werken, welke enorm®
sommen zullen eischen, Een vast ïrrigatie-
plan waarvan thans nog geen sprake is, zal
noodig zijn.
De heer Pijnacker Hordyk stemt
in met de stelling van den minister geen
irrigatie werken zonder gewaarborgde pro
ductiviteit. Maar daarmede komt in tegen
spraak een post van bijna 7 ton voor irn-
gatiewerken, waarvan de productiviteit niet
vaststaat. Spr. betreurt de weigering van
het voortzetten der Soiowerken.
De Minister verdedigde staking der
Soiowerken met het motief dat de bevolking
met andere middelen beter te helpen is.
Na replieken van de heeren Van Kol
en Pijnacker Hord ij k kwam de heer
Fock op tegen het afstaan aan de Sia-
meesche regeering van een voor onze
irrigatie zoo noodig kundig ingenieur en
nadat de Minister o.a. de gewraakte
detacheering als nutig en zonder schad®
voor den dienst had verdedigd, werd art.
80 goedgekeurd evenals artt. 81—92.
Bij art. 93 (toezicht stoomwezen) maakte
de heer Pijnacker Hordijk eenig®
opmerkingen over de keuring van stoom
ketels die in vele opzichten onnoodig en zeer
belemmerend kunnen zijn. Ketels, die
behoorlijk door certificatie van keuring in
Nederland z(jn gedekt stelle men van keuring
in Indië vrij.
De Minister is met de praktijk geheel
onbekend, hij kan niet terstond erkennen,
dat de regeling verkeerd is, maar hij zal
de wenken onder de aandacht der Indisch®
regeering brengen.
Het art. wordt goedgekeurd evenals art. 94.
Bij de VII afdeeling (Oorlog) wees de
heer Verhey op de uitzetting der jaar-
hjksche uitgaven, ofschoon hij geen bezwaar
heeft tegen de nieuwe voorstellen, speciaal
de instelling van een bnreau voor statistiek
en hulpbronnen, bepleitte de belangen der
militairen en drong vooral aan op bespoe
digde beslissing over de pensioenen voor
de weduwen en weezen van minder®
militairen.
De heer Van Vlijmen ondersteund®
het door den vorigen spr. gesprokene ®o
voegde er nog eenig aandrang bij in het
belang van de wettige regeling van d®
rechtspositie der officieren in Indië en van
verbetering van do positie der miadereht
i