Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Beproefd. Kerstgedachten. 26ste Jaar£. Vrijdag 25 December 1903. So. 7787. EERSTE BLAD. Bureau Baterstraat 50. Telefoon No. 85. Wearens het H. Kerstfeest zal de X ie uwe Hchiedamsehe Courant Vrydag- eu Zaterdag-avond niet verschonen. NIEUWJAAKSWEiVSCHEV van 1-6 regels worden in het nummer van I Januari 1904 geplaatst d 50 cent. OFFICIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. Bekendmaking. Voorbereidend militair onderricht. Feuilleton. Kennisgeving. Kennisgeving. Ijzerwaren, Gereedschappen, Bor stels, Doeken, Drogistartikelen en verdere Materialen, ten be hoeve van den dienst der Ge meentewerken gedurende het jaar 1904. NIEUWE SCHIEDANISCHE COURANT PB IJS TAM DIT BLADl T#o» Schiedam per 3 maandenf V50 franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nummers 2.— 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Schiedam brengt ter kennis, dat op Zaterdag, den 26sten December a.s., tweeuen Kerstdag, aes middags van 12 tot 1 ure aan het bureau van den Burgerlijken Stand ten Stadhuize gelegen beid zal woraen gegeven tot het doen van aangifte van geboorte en overlijden. Scniedam, den 23 December 4903. De Ambtenaar voornoemd, L. H. F. A. FAÜRE. De Burgemeester vak Schiedam, brengt ter kennis van de lotoiingen lichtingen 1903 en 1904, die zich hebben aangemeld tot deelneming aan he on zoek ter verkrijging van het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid dan we v 0 beide, uat voor me d onderzoek za gehouden op Vrijdag vijftien Januari 1904, O po i rj (jf kazerne des voormidüans ten J wre Zl\ aan de Paardenmarkt te DELI I J zich mitsdien op tija en plaats voornoem zullen moeten aanmelden. Schiedam, 24 December 1903. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Zij was een klein, tenger persoontje met een vriendelijk, hoewel eemgszins scherp gezichtje, erg magertjes en steeas vrij sjo te gekleed, omdat zij het nu eenmaal me breed had in de wereldtoch was zij met ongelukkig, och heere neen, verre vani dien, zij had immers nog te eten, al was schraal hans meesttijds keukenmeester en nu en dan kon ze ook nog wel eens iets wegge ven aao een, d.e het nog armer had dan zij en dat maakte haar in haar goed egoïsme, dan al even gelukkig als de bedeelde. Men hield daarom werkelijk van haar in het buunje waar zij woonde en vergold met vriendelijkheid hare kleine diensten «n gaven. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet, Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden de navolgende vergunningen zijn verleend 4o. aan de firma A. F. Smulders te Rotterdam, en hare rechtverkrijgenden tot oprichting eecer ijzerfabriek (scheeps werf) op net terrein aan de Oosterhaven oin- nen deze gemeente, kadaster sectie L nrs. 1770, 1772, 1775, 1778, 1779, 1781, 1782 en 1786 2o. aan W. de Geus en A. van Waart en hunne rechtverkrijgenden tot oprichting van een kalkblussclierij in het achter gedeelte van het pand staande aan de Westvest no. 13, bij het kadaster bekend Sectie C nrs. 508 510, 511, 513 en 514. Scniedam. oen 24>ten December 1903 Burqemeester en Wethouders voornoemd VERSTEEG. De Secretaris, V SICKENGA. De COMMISSIE voor GEMEENTEWER. KEN te Schiedam verzoekt inschrijvingen op: Het bestek ligt ter inzage op de Stads- timmerwerf en is ter Gemeente-Secretarie (Atdeeling A), tegen betaling van 25 cents verkrijgbaar. De inschrijvingsbiljetten moeten zijn ingeleverd ten raadhuize vóór Donderdag 31 December a.s.. :s namiddags 4 uur. Als voor negentien eeuwen, zoo schalt opnieuw over de aarde de blijde boodschap Glorie aan God en vrede op aarde oen menschen van goeden wil 1 En gelijk vóór En daarom gevoelde zij zien dan ook werkelijk héél gelukkig. Haar leven lang was zij naaister geweest. Eens, toen zij nog jarig was en sterk, had zij hare vaste huizen, waar zij elke week één dag heen ging voor eemge stuivers en een paar boter hammen. Toch wist zij van dit geld nog over te leggen voor den trouwdag. Wel was zij nog niet geëngageerd, maar het stond zoo vast bij haar ais een huis, dat zij eenmaal in haar eigen vriendelijke woning zou trek ken en er het geluk zou vinden, waarnaar zij het sterkst haakte het geluk om te kunnen leven en zorgen voor anderen. Helaas, deze droom kwam niet in ver vulling en hoewel langzaam en eerst toen zij reeds ver over de dertig was, vermocht zij zich te vereenigen met de gedachte eene eenzame te blijven. Zij woonde in een klein kamertje hij eene getrouwde vriendin en daar zij niet veel bezat, kou ze ook niet veel geven en moest dus tevreden zijn met een heel mager kostje en een hard bed. Toen hare oogen niet meer zoo scherp, negentien eeuwen de sterre van Bethlehem flonkerde, zoo straalt ook weder het Licht in een nacht, die vervuld van ellende, met jammer en nood de menschen omgeeft. Vierduizend lange jaren had de lijdende menschheid om den Verlosser gebeden, maar eerst, toen de tijden vervuld waren, werd het woordVrede den menschen 1 vernomen. Toen zonk de macht van het heidendom, toen werd daar een rijk opge bouwd van vrede en liefde, van geest en waarheid, Sinds die stonde begon de kampstrijd van den vorst der duisternis met den engel des lichts. Door de eeuwen heen golfde de worstelstrijd, bruiste de storm tegen de volgelingen van het goddelijk Kind van Bethlehem. Wat zien we hedendaags? We zien, hoe de duisternis zich opnieuw uitbreidt, hoe een nieuw heidendom poogt aan de wereld zijne leeringen te verkon digen. Het woord van den Christus erkennen zij niet; zij willen vrede stichten, terwijl zij de menschelijke hartstochten ontketenen, hunne volgelingen in den modderpoel van zinnelijk genot storten I En zoo is dan de kampstrijd een ontzet tende worstelstrijd geworden. Alle middelen schijnen hun rectitvaardig toe, teneinde den vrede uit de wereld te verbannen. Geweldig zijn de legerscoaren, die onder het vaanuel van hoogmoed, van genotzucht, in duisteren haat aanstormen tegen het rijk des vredes. We vragen ons af: hoe zal die kampstrijd eindigen? Ztl de leugen, de laaghartigheid zegevieren Alles spant samen tegen het heil der menscftheid kunst en wetenschap, wel sprekendheid en ruw geweid staan den eeuwigen vijand ten dienste en zelfs velen, de zich nog christenen noemen, hebben het vaandei van den waren Verlosser ver laten. Duizenden en nogmaals duizenden smeden aan de ketenen, waarin de mensch heid moet gekneld worden, om »vrij" en »geiukkig" te zijn. De tweedracht, de haat strooien hunne zaden in de harten, en Uit dit zaad moet de vrede der mensctiheid opbloeiendoor verwoesting van het hei ligste moet een tempel van eendracht gesticht worden Is dit geen waanzinnigheid En toch wordt zij geprezen als wijsheid, door weike de mensen tot geluk gebracht moet worden. Alles wat de mensch met vreugde en hoop vervult, wil men hem ont- rooven eu toch heeft men den moed, den euvelmoed te bewerende zóó beroofde zal in dezen toestand gelukkig worden. Wat zouden wij tot iemand zeggen, die ons zou naderen en zeggenïGeef mij alles, wat u lief en dierbaar is, wat gij ais het kost baarst kleinood waardeert, en gij zult daar voor in ruil ontvangen niets dan ellendige, vergankelijke stof I" We zouden hem gewis met verontwaardiging terugwijzen en hem verbieden nog eenmaal ons huis te betreden Juist evenzoo handelen zij, die ons het ge loot aan God en eeuwigheid uit den boezem rukken en ons daarvoor in de plaats ver lichting" en het Dgeloof" der zinnelijke ge nietingen willen aanbieden. Daarom moeten wij hen met alle beslist heid afwijzen en niet luisteren naar hunne huichelachtige redeneeringen. Wij moeten opblikken tot de Sterre van Bethlehem, want zij alleen kan en zal ons tot geluk en zaligheid voeren. Alleen in Hem is heil, Wiens komst op aarde de Engelen des hemels hebben verkondigd met den lofzang Eere zij God en vrede den menschen van goeden will Maar omdat de goede wil uit het hart van ontelbaren verdwenen is, daarom vertoeft de vrede en het geluk, dat in den vrede gegrond is, niet meer onder de menschen. De goede wil is de eerste voorwaarde van den vrede en het geluk en zoolang de goede wil niet wederom ge meengoed der menschen wordt, zoolang zul len zij vergeefs met hun erbarmelijke mid delen er naar streven om op aarde een rijk van vrede te stichten. Neen, laten we ons niet misleidenhouden we vast aan de blijde Boodschap van Betlehem en vertrou wen we op Hem, die van den Hemel neder- bare nanoen met meer zoo viug waren en zij reeds eemge naaihuizen had verloren omdat het werk met zoo in de puntjes was, scheen het geluk haar nog eens te willen toelachen, al was ook dit onver mengd. Haar broeder stierf en liet haar een paar honderd gulden na. Het huishouden der vriendin, waar steeds meer kleine kinderen het de zachte, vriendelijke vrouw lastig maakten, keerde zij den rug toe en huurde een heel bescheiden woninkje aan den straat, een klein keukentje en een slaapvertrek. Maar lang duurden de gouden dagen niet, ouderdom en zwakte sloopten hare krachten en noodzaakten haar geruimen tijd thuis te blijven. Toen zij eindelijk weer sonder de men schen" ging, hadden de meesten eene andere naaister genomen en tot overmaat van smart was ook hei kleine kapitaaltje bijna geheel ingeteerd. Goede raad was duur. Wat te begmnen Op zekereu morgen zagen de ouurvrou- wen tot bare verbazing voor een der vens ters van het huisje der oude naaister eeu papier, waarop met groote letters stond: Een gemeubileerde kamer te huur. Wat ging ze nu beginnen, vroeg men zich af. Wat wou dat oude mensch Wie zou er een kamertje komen huren zoo'n eind buiten de stad? Zij, die het goed met haar meenden, waarschuwden haarjuffrouw, doet het toch niet, daar kan niets goeds van komen, Maar zij knikte lachend met het hoofd. Tóch wel, tóch wel, dat zal je eens zien. Natuurlijk werden er eemge kosten ge maakt. Er moest een gordijn voor de bedstee, een paar platen aan den muur, een matje voor de deur en bloempotten voor de ramen. Toen hield zij nog juist twee gouden tientjes over, niet veel, maar genoeg, want eiken dag immers kon nu een huurder komen. 's Morgens was haar eerste werk zorg vuldig in de kamer, waar zij natuurlijk nu met meer woonde, het stof af te nemen, opdat de huurder een goeden, zindeiijken indruk zou krijgen, maar ae eene dag ver liep na den andere, de eene week na de andere en nog kwam er niemand.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1903 | | pagina 1