Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemengd Nieuws. Binnenland. Liberale Unie en Vrjjz.-dem. Bond. Men meldt uit Den Haag: In liberale kringen wordt als bijna zeker ver kondigd, dat tusschen de Liberale Unie en den V r ij zi n nig-Democratischen Bond overeenstemming zou zijn verkregen over de grondslagen van een gemeenschappelijk programma bij de a.s. Kamer verkiezingen en wèl ten aanzien der volgende punten: het onderwijs, belastingstelsel en vrij handel, bezuiniging op de legeruitgaven, volks leger, een blanco-artikel 80 der Grondwet ten opzichte van het kiesrecht. Vrijzinnig-Democratische Bond. De algemeene vergadering van den Vrijzinnig- Democratischen Bond zal Zaterdag 21 dezer te Amsterdam worden gehouden. In deze Vergadering zal het standpunt van den V. D. B. bij de algemeene verkiezingen van 1905 worden uiteengezet. Luitenant Reitsma. Naar men aan Het Vaderland uit Assen meldt, is in de zaak van den 1-luit. der inf. Reitsma, op last van hoogerhand, een onderzoek ingesteld. Voeding in het leger. Met 1 Januari is de groote verandering in werking getreden in de voeding der soldaten. De soep 's morgens is afgeschaft en de militairen krijgen thans eten op dezelfde wijze als dat in het burgerlijk leven geschiedt. Hier is dus met een zeer oud gebruik gebroken. Tentoonstelling van Kookkunst. De tentoonstelling van Kookkunst, te 's-Graven- hage gehouden, heeft een batig saldo van ruim f2000 opgeleverd. Dit bedrag is gestort in het ziekenfonds van de Koksvereeniging »La Residence". Actie. Het Provinciaal Comité voor Gelderland heeft al de anti-revolutionaire kiesvereenigingen in dat gewest opgeroepen tot een deputatenvergadering op 13 dezer te Arnhem, in welke vergadering de verkiezingen van dit jaar besproken zuilen worden. Moord te Hoerde. Te Heerde ontstond eergisteren tusschen vier jon gelui hooggaande twist. Een hunner kreeg een slag, waarna hij spoedig bezweek. Twee der vermoedelijke daders zijn in hechte nis naar den andere wordt gezocht. Ongelukken. Uit Leiden meldt men: In de stoomhoutzagerij en schaverij van de firma van de Ende en Visser aan den Hoogen- rijndijk had een droevig ongeval plaats met treu- rigen afloop. De 22-jarige werkman K., afkom stig uit Haarlem, zou zooals gewoonlijk jede- ren avond de riem van een onder de vloer wer kend drijfwiel verwijderen. Hij schijnt daarbij eenigszins roekeloos te werk te zijn gegaan en niet genoeg luiken te hebben weggenomen. Hij werd door het wiel gegrepen en mede in het rondgeslingerd. Toen men de machine tot stil stand had gebracht, was redding te laat. De onmiddellijk ontboden geneeskundige hulp mocht niet meer baten. Dr. van Embden kon slechts den dood constateeren. K. was een zeer op passend werkman. Eergisteren is omstreeks drie uur de huisschil der D. B. te Farmsum, die bezig was met het inzetten van glasruiten in eene school aldaar, met de ladder, waarop hij stond, gevallen. Dr. Ooster huis, die spoedig hulp verleende, constateerde, dat de ongelukkige twee ribben had gebroken. Zijn toestand is bevredigend. Men meldt uit Voorhout Gisteren vonden twee arbeiders uit Noordwijk het lijk van een manspersoon in de Haarlemmer trekvaart. Met behulp van een paar anderen werd het op het droge gebracht en even later herkend als te zijn van P. Warmendom Jr., bloemist, een zeer geacht ingezetene dezer gemeente. Denkelijk is hem een ongeval overkomen. Ter wijlde stoomboot Puttershoek, van de Dordt- sclie Stoombootmaatschappij, gisteren-middag het hoofd te Heinenoord in sclniinsche richting naderde om de passagiers voor die plaats aan wal te zetten, viel een knecht dier boot welke bezig was het dek schoon te maken, overboord, met het gevolg dat hij verdronk. Tien minuten lang hield de ongelukkige man zich bovenwater. Het onmiddellijk achteruit stoomen der boot en het tweemaal toewerpen eener lijn mocht niet baten. De man scheen het besef tot grijpen verloren te hebben. De bemanning eener roeiboot, die in de onmiddellijke nabijheid lag, snelde ter hulp. Nog een bootslengte was men van den drenkeling verwijderd, en reeds kon een der redders de hand in het watersteken, doch h(j greep slechts de pet van den drenkeling. Een half uur later was het lijk opgevischt. Te Brunssum (Limburg) is een familie, die des avonds bij 't naar bed gaan den sleutel der kachel had toegedraaid, bijna gestikt. Een kind van vier maanden was, toen het ongeval werd bemerkt, reeds overleden, De man was den vol genden dag nog bewusteloos, de vrouw kwam spoedig weer bij. Schiedam, 5 Januari 1905. Een stier losgebroken. Heden-morgen omstreeks half tien is op het Hoofdplein, waar men bezig was met het lossen van drie stieren, een stier losgebroken en op hol gegaan. Het dier werd, nadat het verschillende straten in den omtrek van de Gorzen had doorgerend, om 10£ uur gegrepen op een land van den heer Doeleman. Ongelukken hadden niet plaats. Aanvaring. De schroefstoomboot Elpis is heden-morgen, toen zij van de Lange Haven naar de Buitenhaven voer, tegen de Koemarktbrug gevaren. Het ongeluk werd veroorzaakt doordat er aan het draaitoestel der brug iets defect was. De brug werd niet beschadigd, doch de Elpis bekwam lichte schade aan het berghout. Politie. Bij de politie is terug te bekomen een zwart gladharigen hond, reu, met witte plek op de borst," witten rechtervoor- en linkerachtervoet) soort fanny. Binnen 2X24 uur niet afgehaald, wordt hij afgemaakt. Reclame. Door den heer van Waard, Hoogstraat 154, agent van de Continental Bodega Comp. en de Victoria-Bron zijn twee aardige reclames verspreid. Van de eerste maatschappij een zeer practische schrijfmap en van de Victoria-Bron een sierlijke kalender met mooie landschapjes. De bevolking der gemeente Ams ter- dam bedroeg op 1 Dec. 1904 550,831 zielen (262 850 mannen en 287,981 vrouwen). Langs een omwegje. Een der lezers van het Hbld. deelt hetvolgende medeEen brief kaart, den 3n Januari 1900 door mij zelf uit Amsterdam aan een adres te Leeuwarden ver zonden, heeft vier jaar lang noodig gehad om haar bestemming te bereiken. Wel is zij blijkens het poststempel den 4n Januari d. a. v. te Leeuw arden aangekomen, doch schjjnt toen door de Nieuwjaarsdrukte in het ongereed geraakt, want een tweede stempel van 7 December 1904 wijst den dag der bezorging aan. van de uitzending van het derde eskader veroor zaakte. De Roes verklaart, dat Rusland's nationale trots in het hart getroffen is door deze verschrikke- kelijke nieuwe l>erpoeving van een meedoogen- loos noodlot, maar de Russen zouden geen groot volk zijn als zij zich zelfs maar een oogenblik lieten ter neer slaan in deze ure van -onheil. Boven alles hebben wij behoefte aan eenheid van gedachte en handelen. Laat de splitsing van de krachten des volks ophouden. Zonder dc medewerking van het volk kan de regeering deze groote nationale ramp niet te boven komen. Wij hebben in 1812 gezegepraald en we zullen nu overwinnen tot eiken prijs indien wij sterk zijn door zulk een verbond. Negen tienden der Rus sen liggen dood ter neder en Verteren, omgeko men voor niets en zonder roem. Het is het ont breken van dien band, dat de tegenwoordige ramp over ons heeft gebracht. Het land moest ge legenheid krijgen om den toestand te bespreken en het vertrouwen in zichzelf en de toekomst te herwinnen. Maar laten wij de verdedigers van Port Arthur toejuichen, de helden sans peur et sans reproche. RUSLAND. Het is met den binnerüandschen politieken toe stand in Rusland nog lang niet pluis. De correspondent van de Daily Telegraph te Petersburg seint, dat de Russische liberalen wei nig verwachtingen bouwen op de voortgezette beraadslagingen van het minister-comité. Men heeft aangedrongen op afschaffing van de uit zonderingswetten die na den moord van Alexan der II uitgevaardigd zijn; maar de regeering wil daar niet aan, ofschoon zij eenige verzachting heeft toegezegd; terwijl Witte heeft meegewerkt tot niet-inwilliging van. den eisch om een volks- parlement in te stellen, waardoor hij den steun der liberalen verbeurd heeft. De voorzitter van het Moskousche zemstvo, prins Troebetzkoj, rneeft een brief aan den mi nister van Binnenlandscbje Zaken gezonden, waarin hij verklaart de volle verantwoordelijk heid te aanvaarden voor het adres van het zem stvo aan den Keizer. Hij is tot zijn handelwijze genoopt door de meening, dat Rusland nu een tijdperk van anarchie en revolutie doormaakt. Wat oogenschijnlijk opstootjes zijn van jongelie den, zijn een weerkaatsing van den algemeenen toestand der maatschappij, die allergevaarlijkst is, met name voor den Tsaar. Hij, Troebetzkoj, heeft den Tsaar dezer dagen gezegd, dat de te genwoordige gebeurtenissen revolutie beteeke- nen, waarin het volk tegen zijn zin wordt ge drongen. De eenige uitweg is, dat de Tsaar zijn vertrouwen schenkt aan het volk en de stenden. Laat de Tsaar deze krachten tot zich naderen dan zal Rusland worden bevrijd van het ge vaar van oproer en zal het den Tsaar en diens autocratie en wil steunen. Hij, Troebetzkoj, voelt, dat zijn geweten zuiver en rustig is tegenover den Tsaar. m OOSTENRIJK-HONGARIJE. Reuter seinde gister uit Boedapest; De rede des Konings bij het sluiten van den Rijksdag zet uiteen, dat de kwestie van het huishoudelijk reglement een zoo kritieken toestand in 't leven heeft geroepen, dat de regeering heeft ge meend het volk gelegenheid te moeten geven zijn houding zuiver te bepalen. De troonrede herin nert aan den band en het wederzijdsch vertrou wen tusschen Koning en volk, die vroeger geleid hebben tot een gelukkig tijdvak van vreedzame ontwikkeling. De binnenlandsche moeilijkheden eischen, dat het volk zijn wil uitspreekt en daar om hebben wij besloten tot vervroegde sluiting van den Rijksdag. Uit Boekarest wordt geseind Het nieuwe ministerie is samengesteld als volgtGeorge Cantacuzene Voorzitter van Bin nenlandsche Zaken Mano Oorlog Take Jonesco Financiengeneraal Lahovary Buitenlandsche ZakenJohan Lahovary Landbouw, Nijverheid, Koophandel en DomeinenJohan Grandistcanu Openbare WerkenBadapan JustitieWladesco Onderwijs. ten niet vermaard is o-m zijn waarheidsliefde. Ik ben er goed bekend. „Zoo. En hebt ge u er een goed begrip van gevormd?" „Ik geloof niet, dat een Europeaan of Ameri kaan ooit een Aziatisch volk goed begrijpt." „Jawel", viel Hemster hierop in. „Het zijn allemaal leugenaars. Lui en leugenachtig, dat zijn hun voornaamste eigenschappen." Ik achtte het niet noodig hem tegen te spre ken en zag ook wel aan de uitdrukking van zijn gezicht, dat zulks niet veel geholpen zou hebben. „Wel, jongmensch, wat kan ik voor u doen?" zoo hervatte hij het gesprek. „Ik zoek werk", zeide ik. „Ik ben in staat dit schip te besturen als kapitein, of te werken voor den mast als ge woon matroos." „He, he, jong mensch, dat zijn praatjes. Een man die alles kan, is eigenlijk tot niets in staat. In ons land houden we van beperking. Ik huur bijvoorbeeld iemand, die maar een ding kan doen, maar dat ééne ding beter dan an dere menschen." Mijnheer ik ben het niet met u eens," kon ik niet nalaten hem tegen te werpen. „De Ame rikanen zijn het bekwaamste volk der wereld. Het beste blokhuis, welke ik ooit heb zien bou wen was door een man, die een ge heel e rij huizen bezat in de vijfde Avenue. Hij drong de gidsen op zijde, wier werk het was, nam De nieuwe ministers hebben gister-middag den eed afgelegd. MAROKKO. De Engelsche en Duitsche minister-residenten hebben gisteren een verzoekschrift aan hun regee ringen gezonden, waarin zij verzoeken, dat stappen worden genomen, om levens en eigendommen te beschermen. Zij betoogen, dat er regeeringsloosheid heerscht en alles dientengevolge lijdt. Van de Koninklijke familie. II. M. de Koningin en Z. K. II. de Prins hebben gister-avond ook het Diligentia-concert in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen bijge woond. Woningwet. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft een schrijven gericht aan de Ged. Staten der provinciën, waarbij hun wordt verzocht, de aandacht van de gemeenteraden, die nog geen voorschriften, als zijn bedoeld in art. 1 der Woningwet, hebben vastgesteld, er op te vestigen, dat door de Tweede Kamer reeds is goedgekeurd het wetsontwerp tot wijziging van de artt. 8 en 51 van de Woningwet, waarbij de termijnen, in die artikelen gesteld, met een jaar worden verlengd, en wordt bepaald, dat deze wijziging wordt geacht te zijn in werking getreden den 1 Augs. 1904, en tevens daarbij die gemeenteraden dringend aanbevolen, de nog ont brekende voorschriften zóó tijdig vóór 1 Aug. 1905 aan Ged. Staten toe te zenden, dat met dien termijn de verordeningen onder hun goedkeuring tot stand zullen zijn gekomen. De onzijdigheid van Ned.-Indië. Naar aanleiding van een gerucht, als zou de zeemilitie zijn opgeroepen in verband met de handhaving onzer neutraliteit in Indië, kan met beslistheid worden verzekerd da,t dit gerucht on gegrond is. Wel zijn, met het oog op mogelijke gebeurte nissen, die zulk een oproeping noodzakelijk zou den kunnen doen zijn, vanwege het departement van Marine de meest uitgebreide maatregelen ge nomen, om ingeval van zoodanige oproeping ter stond te kunnen voorzien in alles, wat met de opkomst der zeemilitie in verband staat, waar toe overleg is gepleegd met de directie der Ma rine te Willemsoord. Voor bedoelde oproeping is intusschen een ko ninklijk besluit vereischt. Zij kan derhalve niet geschieden vanwege den minister van Marine en H. M. de Koningin heeft tot heden geene termen gevonden de opkomst der zeemilitie te gelasten. In verband met de gesignaleerde aanwezigheid van Japansche oorlogsschepen in de Indische wa teren, welke Vaartuigen beschouwd worden te zijn hulpkruisers, alleen belast met het surveil- leeren van eventueel© bewegingen der Russische Oostzeevloot, in die wateren, wordt herinnerd aan het feit dat aan de Indische autoriteiten de noodige instructies zijn gegeven tot zoo vol ledig mogelijke handhaving van de neutraliteit in de Indische havens en territorale wateren. De heer G. A. Witt, generaal-agent van de Maatschappij Zeehaven en Kolenstation Sabang te Londen, schrijft in de Times met verwij zing naar hetgeen de minister van Koloniën in de Staten-Generaal gezegd heeft over de strikte onzijdigheid die er met Sabang in acht geno men wordt uit naam zijner maatschappij, dat deze met geen der oorlogvoerende partijen een overeenkomst noch eenige regeling heeft getrof fen om hun schepen te Sabang van kolen te voor zien en zij onder alle omstandigheden de voor schriften der onzijdigheid stipt zal in acht ne men. Sedert het begin der vijandelijkheden, zegt de heer Witt verder, heeft de Nederlandsche re geering de maatschappij die voorschriften ook met nadruk herinnerd, en ben overvloede zijn er voor alle gebeurlijkheden een aantal Neder landsche oorlogsschepen te Sabang. zelf de bijl ter hand en toonde hun, hoe het gedaan moest worden." Mijnheer Hemster schoof zijn slappen hoed achter op zijn hoofd en keek mij voor de eerste maal gedurende ons onderhoud recht aan. „Waar was dat?" vroeg hij. „In Canada." „Wel, die van de vijfde Avenue was waar schijnlijk vroeger in de wouden geweest en naïl daar met de bijl leeren omgaan.'" Teer goéd mogelijk. „Wat deedt gij in Canada?" „Visschen en jagen." „Ge waart niet een van de gidsen, die hij op zijde drong?" Ik lachte. „Neen, ik was een van de twee, die de gid sen betaalde." „Wel, om op onze zaken terug te komen. Ik heb een kapitein met wien ik zeer tevre den ben en hij huurt het scheepsvolk. Wat kunt ge nog anders doen?" „Ik kan de werkzaamheden van machinist verrichten en dienst doen als stoker, hoewel ik dat baantje niet erg begeer." „Mijn tegenwoordige machinist is een Schot, die zijn vak uitstekend versLaat. En wat sto kers betreft, we hebben een automatischen sto ker, die even goed is als anderen." Mijn hart begon mij te ontzinken. Ik vreesde, dat Yansan en de jongen van de boot nog een boelen tijd zouden moeten wachten naar hun geld. Mijn schip scheen het niet te zijn, dat was aangekomen. „Wel mijnheer Hemster", zeide ik. „Het is me aangenaam dat ge zoo goed van alles voor zien zijt en ik dank u, dat ge me zoo lang hebt te woord gestaan." Daarmede wendde ik mij om. Doch mijnheer Hemster sprak met meer levendigheid dan hij tot dusver aan den dag had gelegd. „Wacht nog even baasje; wees niet zoo haas tig. Ge (hebt mij allerlei vragen gedaan om het jacht en de bemanning en ik zou ook wel eens iets van u willen hooren, misschien ko- -men we nog wel in ©en schuitje. Neem een stoel en ga zitten." Ik deed gelijk hij verlangde. Mijnheer Hem ster wierp zijne sigaar overboord en nam eene andere. Daarna stak hij mij zijn koker toe. „Rookt ge?" „Ja. Dank u", zeide ik, er een uitnemende. „Hebt ge lucifers? Ik heb er nooit bij mij." „Neen." Hij drukte op een knopje, dicht bij hem, waarop een Japansche hofmeester verscheen. „Breng een doosje lucifers en eene flesch cham pagne", beval hij. De man plaatste een tafeltje naast mij en ging heen om het gevraagde te halen. Bedro gen zich mijne oogen of was het het beste merk in de wereld en het gewas van '78? Het itf'-heen te heerlijk om waar te wezen. „Zondt gp. een boterhammetje willen hij dien wijn? Of is het te kort na het ont bijt?" „Ik zou er niet op tegen hebben", zeide ik en weldra waren er op een presenteerblad eenige sneedjes brood met vleesch gebracht die mij overheerlijk smaakten. „Nu," zei mijnheer Hemster, toen de be diende weg was, „ge zit aan den grond als ik het wel heb?" „Wat bedoelt ge?" „Kom, kom, Dat ge aan lager wal zijt ge raakt. Dat begrijpt ge toch wel?" „Nu ja. Ge hebt gelijk." „Wat is de reden? Drinken? Spelen?" Te drommel wat smaakte die champagne lek ker. Ik lachte alleen van de opgewektheid, die het gebruik er van bij mij veroorzaakte. „Neen," zeide ik, „geen van beide. Het zou U geen belang inboezemen, indien ik u alles vertelde." „Dat is zeker de wijze waarop een Engelsch- man wil zeggen, dat een ander er niets mee noodig heeft. Maar dat is hier niet het geval. Ge zoekt werk en ge komt daarom bij mij. Ik moet dus iets meer van u weten. Ge zegt, dat ge een schip zou kunnen besturen of met de machines omgaan. Wat geeft u zulk een dunk van uwe bekwaamheden? „Ik heb nog niet lang geleden zelf een jacht gehad en dikwijls als kapitein gespeeld of de machines gedreven." {Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 2