Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 28ste Jaargang. Dinsdag 10 Januari 1905. No. 8100. AVONTUREN. Officieele Berichten. Aan de Ingezetenen van Schiedam, FEUILLETON. Algemeen Oyerziclit. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- raa u en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1-6 regels f 0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 121/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor h er h aaldel ij k adverteeren worden uiterst b i 1 lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. H- ,^e Koningin-Moeder verzoekt mij aan en in deze Gemeente, die op welke wijze ook, 6n Jare bewjjzen gaven van liefde en trouw bij de herdenking van den dag, waarop M. als Koningin der Nederlanden vóór 25 jaren baar intocht deed in ons land, daarvoor openlijk hartgrondig dank te zeggen. Ik breng in herinnering, dat door de subcom missie, die zich ook in deze gemeente vormde, in het begin van het vorige jaar giften werden inge zameld voor het huldeblijk dat zou bestaan in een bijdrage voor II. M's. stichting Oranje Nassaus sanatorium voor longlijders. Onlangs is nu as resultaat van de giften en bijdragen bijeen- foiinalin -IP *let Steele land. een bedrag van ij ter beschikking van H. M. kunnen gesteld worden. Ik meen niet beter aan het vereerend verzoek aer geliefde Vorstin te kunnen voldoen, dan door net schrijven hier in zijn geheel te doen volgen. WelEdel Gestrenge Heer I Voor weinige dagen mocht ik het geschenk ntvangen, door het Nederlandsclie volk voor mij bijeengebracht, als een huldeblijk bij gelegenheid van mijn 2o-jarig verblijf in Nederland en v»rFraUu Yan dlt Seschenk beeft mij verrast ecbhjd. Verrast, omdat ik nimmer had kunnen rwachten, dat zoo van alle zijden en door alle standen aan dit huldeblijk zoude worden deelge nomen. Verblijd, omdat de aard van het geschenk Onrf" "u 61(1 g6-ett de stlchunS Oranje Nassau's Uord welke mij zoozeer ter harte gaat, meer nog dan tot heden toegankelijk te kunnen stellen voor minder vermogenden. jk waanieei\ mfer dan door mij in woorden f\TU',ge,drukt> de Sev°elens van Liefde, i iGj Nederlandsche volk mij toedraagt, en oprecht dankbaar ben ik voor al het goede, dat ik m Nederland heb gevonden. Het is mij eene ware behn°ft" -m-n re üanken, me tiebbp" «.v-acgewerkt en bijgedragen aan de gebracht*' den aanVang van llet afSelo°pen jaar Slechts zeer weinigen heb ik persoonlijk mijn TTtA )iUt?n,en betuigen daarom wend ik mij tot elEdel Gestrenge, met het verzoek, namens ij aan allen in uwe gemeente, die, op welke wijze ook, mjj bewijzen gaven van liefde en trouw, daarvoor openlijk hartgrondig dank te zeggen. Moge voor het vaderland, dat mij zoo lief is, en voor het Nederlandsche volk, waaraan ik mij innig voel verknocht, en dat ik in da 25 jaren, die ik doorbracht in zijn midden, steeds meer heb leeren liefhebben en hoogachten, onder Gods zegen eene gelukkige toekomst zij weggelegd. 's-Gravenhage, 7 Jan. 1905. EMMA. Schiedam, 10 Januari 1905. De Burgemeester van Schiedam, VERSTEEG. V Ue papier-manie. De papieren berg, dien de militaire wereld to verslinden heeft, is ontzaglijk, dat weet men. In een artikel in de Amsterdammer schrijft W. daar over 0. a. „De gansche warwinkel der militaire verhou dingen bestaat uit bundels vaak zeer duistere, onderling tegenstrijdige reglementen ai of niet Een Oost-Aziatische vertelling. 6) En de oude man stak de hand in zijn an deren zak en haalde er een nieuwen voorraad uit van het noodige. Gelijk ik later ondervond, waren deze zakken eene soort van veilige berg plaats, waaruit elk oogenblik een zekere som kon worden opgediept, tot welk bedrag men die ook verlangde. Ze nam het. geld op en deed het haastig in een klein taschje, dat aan hare zijde hing. »Ge neemt toch juffrouw Stretton mee?" vroeg hij. „Natuurlijk." „Mijnheer Fremorne is een neef van lord Fre- hiorne in Engeland", sprak de vader zeer lang zaam en ietwat plechtig. Ik was daar blijven staan in tamelijk ge dwongen houding, in plaats van afscheid te hemen, wat ik had moeten doen; want ik moet bekennen, dat ik geheel betooverd was door het schoone meisje, hoewel ze nog niet eens een blik in mijne richting had geslagen. Nu feek ze mij aan met hare prachtige oogen en ik voelde als eene trilling door al mijne leden uitgegeven op last. der Koningin (sic!) voor schriften, circulaires, aanschrijvingen, recueüs mi litair, nota's, wenken, aanwijzingen, nadere loelicli- tingen enz., dat alles soms nog extra voorzien van het merk „vertrouwelijk." Het essentieele kenmerk dezer laatste docu menten bestaat hierin, dat de meest onbenullige zaken dikwijls daarvan het. onderwerp uitmaken en voorts, dat die zoo lioog noodige vertrouwe lijkheid van dien aard is, dat zij vaak onder de oogen komen van, ja zelfs worden gecopieerd door personen, te wier kennismaking zij allesbehalve zijn bestemd. De papiermanie wordt verder in niet geringe mate bevorderd door het overgroot aantal mili taire bureau's. .Wanneer men bedenkt dat. op elk daarvan een of meer officieren (soms drie a vier en meerdere nog) met het noodige of liever veeltijds onnoodige hulppersoneel „werkzaam" zijn, dan behoeft men zich niet meer te verbazen over de stapels papier die worden beschreven. Op tal van die bureau's nemen do „werkzaam heden" slechts enkele uren daags in beslag en daarom zou het beschrijven van al dat papier als ©en Voor verveling behoedend, vrij onschuldig tijdverdrijf kunnen gelden, ware het niet dat het zoo uiterst kostbaar is. Zo.o verheugen zich de garnizoenen 's-Graven hage, Amsterdam, 's-IIertogenbosch, Breda en Utrecht in het bezit van plaatselijke comman danten, wier werkelijk dictatoriale macht steunt op een militaire antiquiteit het: „Reglement voor den Garnizoens-Diensl" dateerende van het jaar 1815 en sedert lang uitver-v„~i-* Tot o— -fJjSAsiling van onze vreedzame mede burgers, zij echter terloops vermeld, dat die auto riteiten van hunne extra vagante macht slechts een uiterst bescheiden gebruik maken. Aan ieder van die functionarissen nu is onder den naam van plaatselijk adjudant een kapitein of luitenant toegevoegd, terwijl op al die bureau's weer een of meer schrijvers werkzaam zijn. In andere niet minder gewichtige garnizoens plaatsen zooalsAmersfoort, Bergen-op-Zoom, Haarlem, Leeuwarden e. a. kan de plaatselijke commandant worden gemist en neemt de oudste hoofdofficier der aldaar vertoevende wapens diens veelomvattende diensten waar." W. meent dat hieruit voldoende de absolute overbodigheid van die dure betrekkingen blijkt, die dan ook als „liefdadigheidsinstellingen" wor den beschouwd, „waarin aan hèn een plaats wordt ingeruimd, die het om de eene of andere reden bij den troep hebben „afgelegd" zooals het in de militaire wereld heet. De begunstiging met een plaatselijk commando biedt aan menig „afgemaakt" majoor of overste een welkome gelegenheid om het aan zijn rang verbonden pensioen te kunnen halen, zonder eenige kans te loopen van te gaan lijden aan de treurige gevolgen van overmatigen hersenarbeid." gaan, Ik heb in mijn leven verscheiden schoone vrouwen gezien, doch geene, die was te ver gelijken bij deze heerlijke dochter van het westen. „Inderdaad?" riep ze uit met een liefelijke stemverheffing van verrassing. Toen stak ze mij eene smalle, blanke hand toe en her nam: Het is me aangenaam kennis te maken mijnheer Fremorne. Woont ge te Nagasaki?" „Ja, sedert een jaar." „Dan kent ge de stad goed?" „Ja, heel goed." Op dat oogenblik kwam er eene andere jonge- vrouw aan dek en juffrouw Hemster wendde zich schielijk tot haar. „Oh Hilda!" riep ze. „Ik zal u van daag niet noodig hebben. Dank u wel." „Niet?" vroeg de vader. „Ge kunt toch al- leen met de stad in gaan?" „Dat is mijn plan ook niet", gaf ze op vnendehjfcen toon ten antwoord, „Indien mijn heer Fremorne zoo goed wil zijn, mij te verge zellen." „Het zal mij eene eer wezen", stamelde ik, terwijl ik eene terechtwijzing van den vader verwachtte. Doch de oude heer zeide alleen: „Goed, kind. Juist gelijk ge verlangt." „Rumpert, beste jongen", zeide ik inmij- zelve, „uw schip is inderdaad aangekomen!" 10 Januari. De oorlog in Oost-Azië. In Mantsjoerije. Een aantal Russische hoofdofficieren, met gene raal Mistchenko aan 't hoofd, hebben van uit Moekden aan de Nov. Vremya een telegram ver zonden, waarin zij protesteeren tegen de bewering van Menschikoff, dat het Mantsjoerijsche leger uitgeput en uitgehongerd zou zijn. De officieren verzekeren, dat het Russische leger zich in voortref- felijken toestand bevindt, dat de giften uit Rusland ruimschoots vloeien en dat de geest der man schappen niets te wenschen overlaat. De koude in Mantsjoerije is thans naar de Nov. Vremya. o.a. nog verneemt gedaald tot 5 gr. 's nachts. Wat betreft den invloed van Port Arthur's val op het verder verloop van den oorlog, zegt de militaire medewerker van de Nat. Zeitung dat slechts 25.000 man beschikbaar zullen zijn om Oyama's leger te versterken. Ten slotte zou Oyama dan begin Februari over circa 350.000 man kunnen beschikken. De schrijver in het Duitsche blad is echter van meening, dat deze numerieke kracht vermoedelijk niet voldoende zal blijken om tegen de Russische offensieve beweging bestand te zijn. Verspreide berichten. Stössel zou in zijn gesprek met Nogi nog het volgende gezegd hebben. De ware oSrzaak van den oorlog ligt hierin dat H» Dae milltaire eio-enschaim-- uür JaPannei's onderschatten. Hij uau gecapituleerd, aangezien hij het nog maar enkele dagen kon uithouden, en dan slechts met opoffering van veel menschenlevens. De komst van de Japansche kanonnen van 28 cM. op het oorlogs terrein bij Port Arthur was het keerpunt geweest van het beleg. Hij was verbaasd geweest, te hoo- ren, dat Iioeropatkin verslagen was. En danhet was onnoodig, nu nog de Oostzeevloot uit te zenden. Dit alles onder voorbehoud. -— Te Petersburg maakt men zich ongerust over een bootje, waarin een aantal officieren en ande ren uit Port Arthur naar Tsjifoe vertrokken zijn, den dag na de capitulatieaan boord van het vaartuig had men ook veel brieven en telegram men mee genomen. Het is nog niet te Tsjifoe aangekomen, en men vreest dat het verongelukt is. De Petersburgsche correspondent van de Echo de Paris, vertelt dat de lijkdiensten, in de Izaitk-kerk en de kathedraal van Kazan te Peters burg gehouden voorde bij Port Arthur gesneuvelden, zeer weinig de aandacht hebben getrokkengeen vijfhonderd menschen woonden de plechtigheden bij. »In deze plechtigheden, zoo zegt de corres pondent, schijnen eigenlijk de Russen geen belang te stellen. Geen enkele groep menschen stond buiten de kerk. Het Noordzee-incident. Gister heeft de internationale commissie voor het Noordzee-incident haar eerste voltallige ver gadering de Parijs gehouden. Men weet dat de III. Er hing een trap aan de andere zijde van het jacht, dan waarlangs ik aan dek was ge komen en heneden lag een groote en gemak kelijke boot, bemand met yier stevige roeiers. Ik hielp juffrouw Hemster erin. Ze ging ach terin zitten en sloeg de hand aan het stuur, waarna ze zelf het hevel gaf, af te steken. Zoodra we om het jacht heen waren gekomen, klonk er een geroep van een half naakten Ja- panschen jongen, die heen en weer roeide in een sampan. „Wat wil hij?" vroeg het meisje met een lachje. „Denkt hij, dat we zijn notedopje zullen vjerkiezen, boven deze boot?" „Ik geloof, dat het mijn roeier is", zeide ik, „en dat hij vreest, mij te zien vertrekken zon der betaling te krijgen. Mag ik laten ophouden, tot hij bij ons komt? Hij heeft geduldig op mij gewacht, terwijl ik bij u aan boord was." „Wel zeker", antwoordde zij en de roeiers deden het vaartuig stil liggen. Ik wenkte den jongen en hij was spoedig bij ons. Daarna daf ik hem het dubbele van hetgeen ik hem schul dig was en hij deed bijna zijn schuitje kantelen door zijne menigvuldige buigingen van dank baarheid. „Gij zijt Engelschman, veronderstel ik?" vroeg jnfrfouw Hemster. commissie in December reeds bijeen geweest is om verschillende regels, haar werkzaamheden be- bietreffende, vast te stellen, en oni haar vijfde lid te' benoemen. Admiraal baron vonSpaun, dit vijfde lid is Zaterdag te Parijs aangekomen, tegelijk met ad miraal Doebassof, die admiraal Kosnakof vervangt als Russisch lid. Admiraal Fournier, voorzitter van de commis sie, opende de werkzaamheden met een korte toe spraak. De commissie zal zich eerst bezig houden met de vraag of haar vergaderingen voor het pu bliek toegankelijk zullen zijn. Men vermoedt dat de beslissing in ontkennenden zin zal uitvallen, maar dat men besluiten zal, iederen dag een korte samenstelling van het verhandelde te laten opmaken door een der secretarissen, die dat stuk dan voor de pers beschikbaar zal stellen. In verband met de opening van het onderzoek naar de feitelijke toedracht van het voorval op de Doggersbank,! is het misschien de moeite waard, ter beoordeeling van het Russische standpunt, te vermelden wat een medewerker van de Eclair vernomen, heeft van een „goed-ingelicht, hoewel niet ambtelijk persoon" voor wiens ver antwoording wij natuurlijk de geheele voorstelling moeten laten. Rusland zal, volgens dezen zegsman, «Uvii met bepalen tot het bepleiten van verzachtende om standigheden, maar tegenover de commissie be slist volhouden /W nC' S0011 schuld heeft. Er .^-schillende ernstige bewijzen worden bij gebracht voor de bewering, dat de Japanners in derdaad de Russische schepen hebben aangeval len. De commissie zal zelfs te overwegen heb ben, of de Engelsche overheidspersonen niet al te veel door de vingers gezien hebben, toen de Japansche agenten bezig waren. De zegsman van den journalist vertelde van „het netwerk van spionnage" dat de Japanners georganiseerd had den, met Stockholm en den Haag als middel punten van werkzaamheid. De Russische agen ten hadden ontdekt dat de voornaamste taak van dat Japansche complotje was, het Russische Oost- zee-smaldeel tot eiken prijs op te houden. Ja pansche agenten, die door de Deensche overheid vervolgd werden, trachtten Deensche loodsen om te koopen, de Russische oorlogsschepen in de Deensche zeeëngten ergens aan den grond te zet ten. Een dozijn van die loodsen had daarin reeds toegestemd, maar admiraal Rozjestwenski was ge waarschuwd; hij liet deze verraderlijke loodsen aan boord komen, maar zond hen naar beneden, en stoomde de Belt door met behulp van andere, op het laatste oogenblik in dienst genomen lood sen. De Russische regeering bezit afdoende en onwraakbare bewijzen van dat alles, en zou ze aan de commissie voorleggen. Toen de streek met de omgekochte loodsen mislukt was, huurden de Japansche agenten kleine schepen, die zij als torpedobooten inrichtten. Deze vaartuigen, door Japansche officieren bestuurd, gingen tusschen de trawlers uit Huil liggen en deden den aanslag op de Russische oorlogssche pen. Volgens Rozjestwenski zelf werden twee van „Van geboorte ja. Doch inderdaad ben ik meer wereldburger. Verscheidene jaren lang heb ik minder in Engeland gewoond dan in andere landen." „Verscheidene jaren?' Ge praat alsof ge al een oud man zijt en ge ziet er toch geen dag ouder uit dan dertig." „Ge hebt gelijk", antwoordde ik lachende, „ik ben nog geen dertig." „Ik hen een en twintig',, hernam ze onver schillig, „doch iedereen zegt, dat ik niet ouder dan zeventien lijk." „Ik hield u voor jonger," zeide ik, „toen ik u straks voor het eerst zag." „Inderdaad? Dat is zeer vleiend voor mij. Ik hoop, dat ge het meent." „Zeker doe ik dat, juffrouw Hemster." „Denkt ge, dat ik er jonger uitzie, dan Hilda?" vroeg ze met een lachje. „De meeste menschen zeggen het." „Hilda? Welke Hilda?" „Wel, Hilda Stretton, mijne juffrouw van ge zelschap." „Ik heb haar nooit gezien." „Toch wel. Ze stond bij de kajuitstrap en wilde mij vergezellen toen ik aan uw geleide de voorkeur gaf." „Ik heb haar niet gezien. Ik heb alleen maar op u gelet" Wordt vervolgd.) ---T

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1