Dagblad mor Schiedam en Omstreken. 28ste Jaargang. Woensdag 18 Januari 1905. No. 8107 AVONTUREN. FEUILLETON. Algemeen Overzicht. De oorlog in Oost-Azië. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels 0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 121/2 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingeu 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk ad ver t eer e 11 worden uiterst bil lijke overeenkomstei) aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 30. V Arbeidscontract. Een lijvig antwoord der Regeering over het Voorloopig Verslag tot wijziging en aanvulling van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek om trent huur van dienstboden en werklieden en daarmede samenhangende artikelen in dat Wet boek, alsmede in de Wetboeken van Koophan del en van Burgerlijke Rechtsvordering, en in de W et op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie, is verschenen. De Regeering acht ongegrond het wantrouwen, waarmede enkele leden het wetsontwerp tege moet treden en luttele waaide hecht zij aan hun voorspelling, dat waar de arbeiders tenge volge van aaneensluiting in vakvereenigingen economisch sterk zijn tegenover den werkgever, Voorschriften van dwingend recht hunne actie vaak zullen belemmeren. De Regeering verheugt het dat de groote meerderheid der arbeiders de leer dat de werkgever natuurlijke vijand van den werknemer is, de zelfzuchtige egoïst voor wien de arbeiders slechts is het uit meer of minder krachtige spieren gebouwde werktuig, bekend en daadwerkelijk dienende tot ver meerdering van den rijkdom der patroons, blijft beschouwen als ten ©enenmale verwerpelijk. Evenzeer acht de Regeering het gelukkig, dat naar het beslist oordeel van de groote meerder heid dergenen die gekant zijn tegenover omver werping van den huldigen staat van zaken, het voorgestelde wetsontwerp het zijne er zal toe kunnen bijdragen, het aantal der volgelingen van die leer binnen engere grenzen te beperken. De Regeering meent dat voor verwezenlijking Vatbaar is de wensch, dat het zal mogen gelukken de voorgestelde regeling nog vóór de algemeene verkiezing van 1905 tot stand te brengen. Zij' is beslist van oordeel dat ook reeds óp zich zelve het afgescheiden van andere publiek rechtelijke regelingen die ten doel hebben kapitaal en arbeid op verschillend terrein meer harmonisch te doen samenwerken, de thans voorgedragen regeling goede vruchten zal kunnen dragen. Vooral wanneer (gelijk o. a. dan blijkt uit een bij de memorie gevoegde gewijzigd ont werp) een vereenvoudigde wijze van procedeeren haar vruchtbaarheid krachtdadig kan bevor deren. De minister verdedigt het opnemen van de algemeene uitzonderingsbepaling betreffende de toepasselijkheid van het ontwerp op personen in dienst, van den Staat, de provincie, de ge meente of ©enig ander publiekrechtelijk lichaam. Twijfel zou door geen grensregeling, hoe zorg vuldig ook afgebakend, kunnen worden voor komen. De te ontwerpen regeling zal zich aan sluiten aan die op het arbeidscontract, al dan niet met wijziging van deze laatste, in dier voege, dat, in het algemeen (behoudens uitdrukkelijk opgenomen uitzonderingen in afzonderlijke rege lingen) ieder die arbeid verricht als onderge schikte, de rechtsbetrekking, waarin hij staat, be- heerscht zal zien, hetzij door de arbeidsovereen- Een Oost-Aziatische vertelling. 13) Ik beken ten zeerste geraakt te zijn door hare bestudeerde minachting in blik en hou ding, doch het volgende oogenblik gevoelde ik misschien van eene mug een olifant te hebben ge maakt, want de goede, rondborstige kapitein zeide, alsof er niets bijzonders was voor gevallen „Zoo is het goed, jong mensch. Ik zie dat ge een behoorlijke opvoeding hebt genoten. Doe altijd wat de vrouwen van u willen. Zoo gaat het. altijd in ons land. Daar, mijnheer, laten We de vrouwen bevelen en haar woord is wet, zelfs hoewel de mannen stemmen." „Zulks is niet. het geval in het Oosten", kon ik niet nalaten te antwoorden. „Wel", hernam de kapitein, „het is liet Oos ten, waar ik over spreek. Overal in de Ooste lijke staten, ja, en in de Westelijke niet minder." „Oh, met uw verlof", hernam ik. „Ik be doelde bet Oosten van Azië. Daar regeeren de vrouwen niet." „Wel," hervatte 4e koppige kapitein, „daai- kornst, hetzij door de wet regelende den rechts toestand van ambtenaren. In een additioneele paragraaf geeft de minis ter voorts een opgave van de belangrijkste wij zigingen, die naar aanleiding van het Voorloo pig Verslag in het ontwerp zijn aangebracht.: lo, als creterium: ter onderscheiding van ar beiders, voor wie bepalingen van dwingend recht in meerdere of in mindere mate noodzakelijk zijn, is niet. meer aangenomen de tijd, waarbij het loon is vastgesteld, doch het bedrag van het loon; 2o. door wijziging der redactie van onderschei dene artikelen, in de eerste plaats van de artt. 1638e en 1638n, is de toepasselijkheid dier be palingen verzekerd ten aanzien van handelsrei zigers, die op provisie werken 30. de toepasselijkheid der bepalingen van het ontwerp op de beambten en bedienden der spoorwegdiensten is beperkt tot die onderwer pen, welke niet bij reglement geregeld zijn; 4o. een artikel is weder ingevoegd in den geest der bepalingen van art. 41 ontwerp-Drucker en art. 1637s ontwerp van 1901 5o. 's werkgevers bevoegdheid om te bedingen dat de arbeider (hjem na het einde der dienstbe trekking geen concurrentie zal aandoen, is gere geld en beperkt 60. voor de geldigheid van het arbeidsregle ment is een derde vereischte vastgesteld, over eenkomstig de bepaling van art. 7, lo., ontwerp- Drucker 7o. de boeten mogen niet meer tot persoonlijk voordeel des werkgevers strekken 80. de bepalingen van art. 1638c, betreffende liet recht des arbeiders op loon voor den tijd door hem tengevolge van ziekte enz. verzuimd, zijn op onderscheidene punten herzien; 9o. Het z.g. staangeld maakt niet meer deel uit, van het vermogen des werkgevers en wordt ter Rijkspostspaarbank belegd; lOo. de bepalingen der vorige ontwerpen, welke op grond harer publiekrechtelijke natuur achterwege waren gelaten, zijn thans weder in het ontwerp gevoegd, terwijl tevens de bevoegd heid des werkgevers om des Zondags arbeid te verrichten, is beperkt.; llo. de normale ontzeggingstermijn is gelijk gesteld aan den uitbetalingstermijn, met een maxi mum van zes weken 12o. art. 1639J, houdende verlenging van den opzeggingstermijn naarmate de dienstbetrekking langer heeft geduurd, is vervallen 13o. de eigenmachtige verbreking der dienst betrekking is in het algemeen onrechtmatig ver klaard 14o. voor de beslechting van geschillen uit de arbeidsovereenkomst ontstaan, is een eenvoudige procedure vastgesteld 15o. arbeiders, wier loon minder dan vier gul den per dag bedraagt, procedeeren kosteloos. om is het hier ook zoo'n rare boel. Ik heb nog geen Oostersch land gekend, dat een oordje waard was." „Ik vrees", wierp ik hem tegen, „dat uw stelregel niet algemeen doorgaat. In China re geert eene vrouw en ik zou dat rijk niet dur ven ten voorbeeld stellen aan andere." De kapitein begon hartelijk te lachen. „Jongmensch, ge spreekt u zelf tegen. Daar even zeidet ge, dat in het Oosten de vrou wen niet regeeren en nu wijst ge er op, dat in het grootste rijk van het Oosten eene vrouw de baas is. „Het kan toch niet allebei waar wezen, ziet ge." Ik stemde ietwat gedwongen in met zijn la chen en daar het maal nu opgediend was wijd de de goede oude man al zijn aandacht aan het eten. Ik deed nog ©ene poging om het gesprek aan den gang te maken en wendde mij tot mijne buurdame rechts, die niet had opgekeken, sedert ik binnen was gekomen. Juf frouw Strett.on was niet zoo schoon als juf frouw Hemster, doch zou in een ander gezel schap voor zeer bevallig zijn doorgegaan. Ze had een zacht en innemend gezicht, dat op het oogenblik eenigszins hoog was gekleurd. „Zijl ge reeds te Nagasaki geweest?" vroeg ik Het was een domme vraag, want ik wist, dat ze den vorigen dag aan boord was geble ven en geen andere gelegenheid kon gehad heb ben om de stad te bezoeken. Ze antwoordde neen, doch zoo zacht, dat 48 Januari. De Oostzee-vloot op weg naar de Oost- Aziatische Wateren. In Le Temps worden de kansen van de Oost- zeevloot besproken. Het artikel trekt bizonder de aandacht, omdat de Franschen, als warme vrienden van de Russen, meestal optimistisch in hun uitlatingen zijn, en Le Temps nu in het geheel niet optimistisch is gezind. Wat moet er dan toch worden van die vloot, vraagt het blad. Het eindeloos talmen van Roz- jest.wenski met het eerste eskader, eerst op weg naar Madagaskar, en nu op den tocht langs dat eiland, vindt niet alleen zijn oorzaak in het ach terblijven van het laatste eskader. Bovendien, meent het blad, blijkt daaruit de aarzeling van den Russischen admiraal, om den Indischen Oce aan voor goed over te steken. Die onzekerheid van beweging der Oostzee- vloot geeft de besluiteloosheid weer, die heerscht onder de raadgevers van den Tsaar. De eene partij vindt, dat een order aan het Oostzee-es- kader om terug te keeren, een vertoon van on macht zou zijn; het zou de Japanners, in de ze kerheid, dat zij uit Europa niets meer te vree zen hebben, op Wladiwostok afsturen, dat met de schepen, die er nog liggen, genomen zou wor den. Het laatste bolwerk van de Russen aan zee ware dan gevallen. Alle latere pogingen van het Russische leger in Mantjoerije zouden dan onvruchtbaar zijn, de macht van de Japanners over de zee en de kusten, zou onverbroken voort duren. Er zijn er dan ook, die Rozjestwenski maar willen laten aanvallen. Al zal hij de Japanners niet verslaan, hij kan hun verliezen toebrengen en heeft, alle kans, althans de groote schepen Wladiwostok binnen te krijgen. Wel worden zijn bewegingen bewaakt door admiraal Togo, maar de mazen van het net zijn wijd genoeg voor de Russische vloot om er door te slippen. Zoo praten de avontuurlijke patriotten, zegt de Temps, zij weigeren zich te schikken in de vernedering van een terugtocht. Maar de raads lieden van den Tsaar, die verder doordenken, spreken heel anders. Do uitkomst van hun over wegingen isterugroepen van de Oostzeevloot. De eenige hoop van Rozjestwenski is de ha ven van Wladiwostok te bereiken. Wat zou daar- meer gewonnen zijn? (Kapt. Klado denkt hier an ders over. Men zou daar al zeer veel mee be reikt hebben? Red.) De Japansche verbindings lijn bedreigen Maar daartoe moet hij toch sterk genoeg zijn om tegen de Japansche vloot te vech ten en zonder groot gevaar van geheel vernield te worden, buiten de haven kunnen komen. En dan, Wladiwostok ligt 500 mijlen van de ver bindingslijn tusschen Nagasaki en Dalni. Het zou daarop neerkomen, dat Rozjestwenski niet an ders zou doen, dan hulp bieden bij de verde diging van Wladiwostok zelf. Is het de moeite men het nauwelijks hoorde. Toen sloeg ze hare oogen op voor een enkele seconde en keek mij van ter zijde aan met een blik, zoo smeekend en zoo vol beteekenis, dat ik mij niet kon vergissen in de beteekenis ervan: „Och, wees zoo goed, niet tot mij te spreken." Het maal was uitmuntend, toch herinner ik me niet, ooit zulk een onaangenaam half uur te hebben doorgebracht. Juffrouw Hem ster had gerecht na gerecht onaangeroerd la ten voorbijgaan. Toen ik met de andere dame sprak, trommelde ze met hare vingeren op de tafel, alsof ze haar drift met moeite moest in houden. Haar vader bemoeide zich slechts met zij ne spijzen en deed niets, om de hinderlijke spanning te doen ophouden. Zoodra het voor naamste gerecht was opgediend en gebruikt, Stond de kapitein op, boog tegen het gezel schap en ging naar de kajuitstrap. Daar bleef hij even staan en vroeg „Hebt. ge orders, mijnheer Hemster?" Eer de vader had kunnen antwoorden rees de jonge dame overeind met zulk een drif tige beweging van hare rechterhand, dat een stuk van het tafelservies voor haar met luid geraas op den vloer viel. Ik zag dat mijn heer Hemster werktuigelijk naar het tafellaken greep, doch het meisje stapte weg als een grenadier, met vierkante schouders, als ware ze op een militaire parade en verdween in het voorste gedeelte van 't schip. Juffrouw waard, voor zoo klein gewin, de Oostzeevloot bloot te stellen aan den bijna onvermijdelijken ondergang die haar wacht in vijandelijk water, bedreigd door een vloot, die sterker is dan zij, terwijl zij bovendien nog een uiterst kwets baar geleide van kolenschepen achter zich sleept? Een zeeslag om den vijand te verzwakken zou zin hebben, als het derde en vierde eskader sterk genoeg waren om den verzwakten vijand te ver nietigen. Het overblijfsel van de Japansche vloot zou, zelfs na een derden en vierden aanval, de zee blijven beheerschen. Summa summarum: er blijft voor Rusland geen andere oplossing dan het terugroepen van de Oost zeevloot. En dus zijn de Japanners voor goed baas op zee? aldus de voorstanders van den strijd on danks alles. Maar dan moeten we de eindaf rekening uitstellen lot een tweeden oorlog en zoo spoedig mogelijk dezen oorlog beëindigen. In deze redeneering komt de groote moeilijk heid van het vraagstuk juist voor den dag; men ziet er uit, dat de Tsaar geen bevel zou kun nen geven tot terugkeer vanhet eskader zon der op zijn eigen woorden terug te komen en zonder stilzwijgend tot den vrede te besluiten op een oogenblik, dat hij, in zijn oekas van 14 Januari, van zijn legers de uiterste inspanning eischt door zonder wapenstilstand de vijandelijk heden voort te zetten. De Petersburgsche correspondent van de Pe tit Parisien seint, dat de Tsaar elke gedachte aan een terugroeping van Rozjestwenski heeft laten varen. Het ministerie van Marine over- li gl op 't oogenblik hoe de Oostzeevloot het best in den Indischen Oceaan de komst van een ver sterkingseskader uit Libau kan afwachten.Dat eska der zou einde Januari uit Libau vertrekken. De cor respondent voegt er bij, dat de Russische admi raliteit bij haar overpeinzingen Frankrijk's neu traliteit ernstig in 'toog houdt. Reuter seinde gister nog uit St. Petersburg: Aan de uitrusting van het derde eskader te Libau wordt met koortsachtigen haast dag en nacht gewerkt. Dientengevolge kunnen de tor pedojager Gromjasjtsji en het transportschip Don niet, zooals het plan was geweest, uitloopen. Wladiwostok. Kapitein Klado heeft zijn stem weer laten hooren en waarschuwt zijn land, dat een der gevolgen van den val van Port Arthur weieens kan zijn een beleg van Wladiwostok. Het is volstrekt niet zeker, zegt Klado, of Nogi's leger maarschalk Ojama zal gaan helpen, of wel zal beproeven Wladiwostok te vermeesteren, dat een verleidelijke buit moet zijn voor deJapanners, wier doel het is de volledige heerschappij ter zee te krijgen. Het is daarom noodiggeweldige krijgs voorraden naar Wladiwostok te sturen en er een maritieme basis van te maken ten gebruike van admiraal Rozjestwensky, voor 't geval deze de Japanners mocht verslaan. Wanneer de Russen Stretton zag de oude heer aan, kreeg een hoofd knik tof antwoord en ging hare meesteres na. Ik hoorde voor eon oogenblik een luide, toor nige stem, schril als die van eene pauw; toen word er eene deur gesloten en was alles stil. „Ik zal over eene minuut boven zijn en u laten weten waar we heengaan", zei mijnheer Hemster tot den kapitein. „We hebben al den lijd, is niet?" „Zeker," antwoordde de ander, terwijl hij de trap opsteeg. De heer Hemster scheen zich hef gebeurde niet erg aan te trekken; ik wist. niet wat te zeggen en zoo liep het maal onder stilzwij gen ten einde. Eindelijk echter sprak de oude lieer „Indien ge koffie wilt, kunt go dien aan dek gebruiken." „Dank u", zeide ik, blijde mij te kunnen ver wijderen. Terwijl ik de trap opklom, hoorde ik hem zeggen op vasten toon, dan ik nog van hem gewoon was: „Zeg mijne dochter, dat ze hier bij mij komt", een bevel, dat beantwoord - werd door een zacht „ja, mijnheer", van den Japanschen jongen. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1