Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
28ste Jaargang.
Zaterdag 28 Januari 1905
No. 8116.
TWEEDE BLAD.
Iets over Agrarisch Socialisme.
Kunst en Letteren.
Gemengd Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1—6 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12i/2 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk ad ver teer en worden u i t erjs t }Jb i 1-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
Onder de ingrijpende eischen, welke de socia
listen zooal stellen, treft men ook deze aan, dat
de grond, de mijnwerken, de machines en alle
andere arbeidsmiddelen, ook de spoorwegen enz.,
gemeenschappelijk eigendom moeten worden van
den Staat en van de maatschappij; en dit wijl
die goederen, zoolang zij het privaat bezit zijn
van enkelen, aan dezen de macht geven, om alle
overige leden der maatschappij in economische
en politieke afhankelijkheid te houden. Al wat
kapitaal heet, zoo eischen de socialisten, moet
collectief eigendom worden. En kan dit niet langs
geleidelijken, wettelijken weg, dan zal geweld wor
den gebruikt. Eene omwenteling bereiden zij dus
voor; het moge dan vreedzaam gaan of geweld
dadig, toch zal het minstens een sociale, in
dien al geen politieke omwenteling zijn. Die om
keer van zaken zal dan volgens hen het recht"
ten grondslag hebben; want altijd heeft men ge
zien, dat tegenover het volk van „recht" wordt
gesproken, al staan de drijvers nog zulk eene
kwade zaak voor. De socialisten nu maken het
volk, de misdeclden, wijs dat zij do slachtoffers
van eene sociale onrechtvaardigheid, zelfs van
diefstal zijn; met de vernietiging van het pri
vaat kapitaal zou. het volk dan ook slechts zijn
eigen goed terugnemen. Dit werd voor jaren reeds
op congressen uitgesproken; daar werd geprocla
meerd, dat de maatschappij het recht heeft het
persoonlijk bezit, van grond en bodem af te
schaffen, zelfs dat het noodzakelijk was den
grond en bodem in gemeen goed om te zetten.
De socialisten beroepen zich daarbij op het
natuurrecht en verdedigen de stelling, dat oor
spronkelijk collectief eigendom bestond; door ge
weld en bedrog echter, beweren zij, is dit ver
dwenen en werd privaat bezit in de plaats
gesteld.
„De aarde, met al wat er op is, zoo rede
neeren zij, is een geschenk van de natuur, en
dus onvervreemdbaar gemeengoed van het, ge
heele menschdom. Door wapengeweld hebben de
machtigen der oudheid zich gesteld in het be
zit van den grond en den bodem; maar zelfs
niet door verjaring kan eenig roofgoed „recht
matig" eigendom worden, en het kan dus ook
door schenking of verkoop niet het eigendom
worden van een ander. Zij die land kóchten,
zijn bedrogen door de landróovers, en de koo-
pers plegen een nieuw bedrog tegenover de maat
schappij. Waar in den ouden tijd ruw geweld
zich meester maakte van den bodem, daar doet
flit in den nieuwen tijd de verraderlijke macht
van het kapitaal."
Dus het bezit van grond is volgens hen niet
te verdedigen, is onrechtvaardig.
Maar het kapitaal dan? mag men vragen.
Het kapitaal, zeggen de socialisten, kan ook
niet het privaat bezit van enkelen zijn. Want
het kapitaal is ontstaan door opeengehoopt on
betaald loon voor voorigebrachten arbeid; der
halve is de maatschappij ook daarvan de eenige,
wettige eigenares.
Men zou zoo geneigd zijn die heeren socia
listen toe te voegenGij moet maar zeggen,
mijne heeren, hoe ge het graag wilt hebben I
Want wat volgt uit hunne verdere redeneering?
Dat de maatschappij, de Staat, er over beschik
ken kan, wie bezitters zullen zijn van zekere
goederen. Hebben nu de socialisten eens een
maal het Staatsgezag in handen, dan zijn zij de
Staat en schaffen zij ten minste zij zouden
het künnen doen alle privaat bezit, af.
Maar het is niet, zooals de socialisten lee-
ren. De natuur beeft hare gaven aan het mensch
dom geschonken, doch niet zóó, dat alles en
kel gemeen goed is en er geen recht op privaat
bezit zou zijn; wat ook weer niet insluit, dat
iedereen bezitter van ruime goederen moet we
zen. Als mensch heeft een ieder het récht, om
te bezitten. Maar wijl de ontwikkeling verschillend
is, evenals de arbeid die door verschillenden
verricht wordt en kan worden, en er ook rnen-
schen zijn die voor anderen moeten zorgen, volgt
daaruit dat er ook personen "moeten zijn, die
Den grond betreffend.
meer bezitten dan anderen. Het verkrijgen nu
van dat privaat bezit, moet dus door de na
tuur worden toegestaan, zonder dat men zich
aan de zedewet. vergrijpt, d. w. z. zonder dat
men, volgens de uitdrukking der socialisten, dief
stal pleegt aan de menschheid, aan de gemeen
schap. En het eerste begin van het bezit moet
dat der inbezitneming zijn geweest van aan nie
mand toebehoorend goed. Een nieuw ontdekt en
onbewoond eiland bijv. wordt door zijne ont
dekkers rechtens in bezit genomen, zonder dat,
iemand dit kan betwisten en zonder dat het
iemand schaadt. Hier is dus geen sprake van
gewelddadige inbezitneming of van diefstal, aan
de gemeenschap gepleegd.
Het recht op het inbezitnemen van vrijen grond
door bijzondere personen wordt ook door an
deren, die niet op socialist!schen bodem willen
staan, maar toch ook de zaak niet uit christe
lijk of godsdienstig oogpunt willen beschouwen,
als gewettigd voorgesteld. Zij doen dit, op dezen
grond, dat hij die zich in het bezit stelt van
een zekere uitgestrektheid gronds, dit doet in
het voordeel der maatschappij. Wie, zoo vragen
zij, wordt benadeeld, wanneer een lid van een
stam van jagers of herders zich met zijn ge
zin afzondert om landbouwer te worden en zijn
voedsel op een door hem in uitsluitend bezit
genomen terrein te verwerven? Niemand, zoo
antwoorden zij, en de gemeenschap wordt even
min beroofd. De gestelde daad is zelfs van groot
maatschappelijk nut, want de persoonlijkheid
wordt er door ontwikkeld, de beschaving wordt
geboren. En de erkenning van de uit dien nieuwen
toestand geboren voordeden brengt anderen er
toe hetzelfde te doen, en de overtuiging vestigt
zich dat. men goed heeft gedaan en in het maat
schappelijk belang heeft gehandeld.
Deze rechtsgrond is echter niet steekhoudend,
want het beweerde nut voor de gemeenschap zou
geen rechtvaardiging zijn van gepleegde beroo-
ving. De socialisten zouden in zulk een begin
sel groeien, omdat zij, bewerend dat het kapi
taal voor de maatschappij veel vruchtbaarder is
als het den kapitalisten ontnomen wordt, vrij
spel zouden hebben. Hun zucht tot „onteigening"
zou nooit roof of diefstal zijn, als zij maar kon
den zeggen, in het maatschappelijk belang te
handelen 1
Toch moet er, zooals wij reeds opmerkten, een
begin zijn geweest voor het verkrijgen van be
zit, hier speciaal van grond. Aanvankelijk be
hoorde de aarde aan niemand uitsluitend, maar
ook niet aan allen gezamenlijk. Zij was in den
vollen zin van het woord een res nullius. Hij
die zich dus een gedeelte daarvan loeeigende
pleegde geen roof, noch aan iemand, noch aan
de gemeenschaphij nam slechts een res nullius
iets wat door niemand bezeten werd, zooals hel
voorbeeld met het nieuw ontdekte en rechtens
in bezit genomen eiland aanduidt.
En dit in bezit nemen moet noodzakelijk een
goeden rechtsgrond hebben. De natuur of God
schenkt den mensch wel het vermogen om tc
bezitten, maar' het feitelijk bezit geeft Hij niet.
Daartoe moet een menschelijk feit gesteld wor
den, waardoor de rechtstitel wordt geboren. Die
rechtstitels nu zijn verscheidene, maar de eer
ste daarvan is, met betrekking tot goederen die
nog aan niemand toebehooren, die van inbezit
neming; deze uitwendige daad, het besluit om dat
goed, dien grond, tot het zijne te maken, is vol
doende om zijn recht in werking te doen tre
den. Maar niet op den grond van te handelen
in het maatschappelijk belang is dit recht ge
vestigd; ook niet in den toegekenden rechtstitel
alleen vindt de bijzondere eigendom zijn oor
sprong. Voor alle feitelijk bezit stelt de christe
lijke wijsbegeerte het recht, voorop, een recht
dat in God zijn oorsprong vindt. Dit. recht wordt
door ons uit de natuur afgeleid, maar wijl de
natuur met hare noodzakelijke gevolgen van God
komt, en door God zoo gewild is, zeggen wij
dat de mensch het van God ontvangt. En aan
dezen rechtsgrond mogen zelfs de socialisten niet
tornen 1
Evenzoo is het met de verplichting in gewe
ten, dat de menschen elkanders eigendomsrecht
moeten eerbiedigen. Ook hier schieten de socialis
ten tekort, wijl zij, inplaats van eerbied te hebben
voor bet rechtmatig bezit, alles aaneen ieder
willen ontnemen. Nu, wie niet erkent dat ook deze
verplichting zijn laatsten grond vindt in God,
staat op de liberale helling, daalt onvermijde
lijk af naar het socialisme. Immers, daar wor
den deze rechten en plichten niet als van God-
delijken oorsprong erkend; wijl nu noch de Staat,
noch eenige menschelijke macht een gewetens
plicht kan opleggen, blijft voor hen geen ander
recht over dan dat. van den sterkste, de hecht-
ste steun van het socialisme. En, wij herhalen
het, als zij eenmaal de macht in handen had
den, dan zou het aan hen staan om te verklaren
wie bezitters zijn; maar dan zullen het waar
lijk niet. de tegenwoordige eigenaars wezen,
tenzijdezen tot die verklaarders zeiven be
hoorden 1
Van een tentoonstelling in wording.
Het Bestuur der Maatsch. Arti et Amicitacmeldt
ons
Door het Bestuur der Maatschappij «Arti et
Amicitoe is het plan gevormd van een tentoonstel
ling. die even fraai als leerzaam worden kan en
die den naam zal dragen van
Tentoonstelling van Gildekunst, in verband mét
Publicatiemiddelen.
Ook de aanleiding tot deze Tentoonstelling zal
voor meerderen niet zonder belang zijn.
De Maatschappij heeft namelijk als zuo menige
Vereeniging (en hoevele telt er onze moderne
samenleving!) voor haar verkeer met leden en
belangstellenden behoefte aan verschillende publi
catie-middelen. Dit maakt in de eerste plaats een
beroep op de Boekdrukkunst noodig.
Voor een twintigtal jaren zou men dit nog een
hoogst gewone zaak geheeten hebben. Maar wie
weet met hoeveel ijver sedert dien in den vreemde
en daarna ook bij ons gezocht is naar werkelijk
goed, dat is schoon, duidelijk en degelijk druk
werk, die begrijpt dat een Kuhstenaarsmaatschap-
pij daartegenover niet onverschillig kon blijven.
En zoo besloot men dus, ten dienste van de
van «Arti" uit te geven publicaties, ter eigen stu
die en voorlichting een Tentoonstelling te maken
van oude publicatie-middelen en van oud fraai
drukwerk.
Het is duidelijk dat de uitnemende gedachte om
aldus in de oude kunst een les te zoeken voor
wat wij heden ten dage doen moeten niet alleen
ten dienste der Arti leden behoeft te wezen. Het
is genoegzaam bekend dat de zalen van «Arti"
tegen niet te hoog Entree ook voor het publiek
toegankelijk zijn en de vele Vereenigingen van
verschillende strekking en doel die echter, wat
het rapport met hunne leden aangaat, dezelfde
nooden kennen als «Arti" zullen dus eveneens
van de zoo gemakkelijk geboden gelegenheid der
studie gebruik kunnen maken.
En het is van harte te hopen dat dit geschie
den zal, opdat een zoo bij uitstek algemeene
Kunst de Drukkunst het voedsel vinde
waaraan, na langen tijd van verslapping, zoo zeer
behoefte is. Temeer is dit te hopen, waar «Arti"
haar werk niet half doen zal. Men heeft na
melijk, en zeer zeker terecht, bedacht dat een
vereenigings-publicatiemiddel een stempel, een
onderscheidingsteeken, een distinctief behoeft.
Ook dit is weer een behoefte die in alle Ver
eenigingen bestaat en wie wel eens let op de
stempels en merken die de drukwerken heeten te
versieren, maar ook volkomen op vaandels, in
signes, opschriften en wat er meer van dien aard
in het vereenigings-leven moge voorkomen, die
zal weten dat de moderne vondsten in deze niet
altijd schitterend zijn.
Ook hiervoor mag wel eens naar de producten
onze voorvaderen gekeken worden. En de voor
beelden zijn waarlijk ontelbaar. Zij bevinden zich
op de gedrukte stukken en op de soms zoo sta
tig geschilderde Gildeborden, op vaandels en
drinkbekers, op uithangborden en geborduurde
kussens kortom op al die voorwerpen die ook
van ouds in het vereenigingsleven een eerbare
plaats hadden.
Welnu, ook een afdeeling ter bestudeering van
dit deel der publicatie-middelen, van distinctieven
en onderscheidingsmerken, zal in de tentoonstel
ling begrepen zijn.
De Maatschappij verheelt zich niet dat een en
ander veel moeite en zorg zal keten, doch vooral
veler medewerking noodzakelijk zal maken. De
saam te brengen voorwerpen immers zijn door het
geheele land verspreid en in velerhande bezit. Zij
vertrouwt echter dat om der wille van de prac-
tische, actueele en voor het geheele Vereenigings
leven nuttige strekking de tentoonstelling, waarin
slechts aan schoon en kunstrijk werk zal worden
plaats gegeven, deze medewerking haar evenmin
onthouden zal worden als toen zij de «Zilver-Ten
toonstelling" samenbracht, die indertijd zoo uit
nemend geslaagd is en nog leeft in de herinne
ring van hen, die daarvan toen mochten genieten.
Het nieuwe plan moge niet zóó kostbaar zijn. het
zoekt, bij niet minder belofte van schoonheid,
nauwer aansluiting aan bij uitstek moderne be
hoefte.
Boekentafel.
Sinds de vorige opgave zijn ons toegezonden
Het Socialismedoor Victor Catrein. Uitgevers
vennootschap «Futura", Leiden.
In Huis en op reis. No. 4, Held en Martelaar,
door Christine J. F. Vetter. E. v. d. Vecht Am
sterdam.
Oorlog of Vrede. Een beroep op alle beschaafde
Volken. Nygli van Ditmar Rotterdam.
Kath. Illustratie. No. 1, 39e jaargang.
Sociale Stadiën. Uitgegeven onder toezicht van
mr. P. J. M. Aalberse. Albert de Mun. Wat wil
len wij op sociaal gebied Met een inleiding van
jhr. mr. O. van Nispen tot Sevenaer. Leiden, Uit
gevers vennootschap «Futura."
De Katholieke Gids. Eerste aflev. 17e jaargang,
Haarlem. «Nieuwe Ilaarlemsche. Courant.
Algemeene Statuten Diocesane en plaatselijke
reglementen voor de Katholieke Sociale Actie.
Leiden. G. F. Theonviiie, Steenschuur 9.
Een wereldberoemde medicijn legen alle kxoa-
len voor Rijk en Arm of De Arbeid in eiken
Staat of Stand, door Pater Seraphinus, M. K.,
G. Mosmans Zoon. 's-Bosch.
Oudheden. Men schrijft uit TielIn ver
band met de opgravingen, die gedurende eenige
weken onder toezicht van den heer Brenk-
man, den oudheidkundige te Lienden, in het na
burig Resteren hebbes plaats genad, meldt men
ons, dat de in het Ambtshuis tentoongestelde oud
heden hoofdzakelijk fragmenten van Romeinsch
glas en aardewerk zijn, beenderen, priemen van
hertehorens, enkele gave potjes en urnen, veel
spinsteentjes. kleine eivormige balletjes, veel over
eenkomst vertoonende met hetgeen in de terpen
in het noorden van ons land gevonden wordt. De
gevonden voorwerpen zullen geplaatst worden in
de Oudheidkamer te Tiel. Als de middelen het
veroorloven, zullen de opgravingen worden voort
gezet.
Een vrouw alsomroepster. De oude
omroepster te Oldemarkt, de wed. A. de Vries
Danil is niet meer. Op ongeveer 88-jarigen leef
tijd is zij overleden. Voor ongeveer 25 jaar toen
haar man stierf, werd haar in diens plaats het
ambt opgedragen. Ieder ingezetene van genoemde
plaats weet hoe het oudje bij weer én wind, tot
in het najaar toen ze begon te sukkelen, trouw
op haar post was, om den volke met luider
stemme 't dagelijksch nieuws te verkondigen. Dat
zij thans ruste in vrede.
Iets nieuws. Te Southampton heeft men
een hond gedresseerd voor het inzamelen van
gedd ten behoeve van een weeshuis. Eiken dag
gaat het dier met een spaarpot op zijn rug naar
het spoorwegstation, waar hij de aankomst van
de treinen afwacht. In een jaar tijds heeft de
hond ongeveer f 1500 opgehaald.
Telefoon- en telegraaflijnen. Het is
een aantrekkelijk verschijnsel bij vele Engelschen,
dat zij zooveel voelen voor het behoud van na
tuurschoon. Al menig plan van spoorwegaan
leg en huizenbouw is afgestuit op het verzet
van de openbare meening, die zich niet alleen
in de pers uit, wanneer een schoone stueek er
door ontsierd zou worden. Nu begint zich de
tegenstand krachtig te roeren tegen de onooglijke
telegraaf- en telefoonpalen, met de stijve dra
den er tusschon, die straten en pleinen in de