Staten-Generaal. Binnenland. gon, heeft om 2 uur een besluit aangenomen waarin aanbevolen wordt het werk te hervatten. Het door de afgevaardigden met op vijl na alge- meene stemmen genomen besluit omtrent de her vatting van den arbeid wijst op den indertijd onoverwinnelijken tegenstand der mijneigenaren en op het onberekenbare nadeel voor het geheele economische leven, indien de strijd thans nog werd voortgezet. Voorts op de omstandigheid, dat de openbare meening nu op de hand der stakers is en dat de regeering verbetering der arbeidstoe standen benevens hervorming der mijnwetgeving heeft beloofd. Het besluit doet echter tevens een beroep op de mijnwerkers om krachtig aan hun organisatie vast te houden teneinde elk oogenblik toegerust te zijn voor een nieuwen strijd. FRANKRIJK. In de Kamer heeft Bienvenu Martin gister een voorstel tot scheiding van Kerk en Staat ingediend. ITALIë. In den Senaat verklaarde gisteren de minis ter van Buitenlandsche Zaken in antwoord op een interpellatie over de Oostenrijksch-Italiaan- sche betrekkingen, dat daaraan niets is veran derd. Er bestaat volkomen overeenstemming en oprecht vertrouwen tusschen beide regeeringen. Oostenrijk, dat zich vroeger ongerust maakte over de beweging der irredentisten, heeft nu ver trouwen in de loyauteit van Italië. Ons verbond plaatst ons op een veilig standpunt wat de Ma cedonische kwestie betreft. Ten aanzien van het Albaneesche vraagstuk bestaat er een formeele afspraak tusschen Oostenrijk en Italië. Met betrekking tot het tegenwoordige wantrou wen in de openbare meening, deelde de minis ter mee> dat Oostenrijk aan Italië heeft kennis gegeven, dat zijn tegenwoordige krijgstoerustin gen een uitvloeisel zijn van zijn algemeene po litiek en niet tegen Italië zijn gericht noch een gevolg zijn van feiten of plannen van het oogen blik, maar geschieden met het oog op mogelijk heden, die niet te voorzien zijn. Indien Italië, dat een bescheidener politiek volgt, evenzoo deed, zou geen mogendheid er iets op te zeggen kun nen hebben. Ten aanzien van Macedonië is de toestand dit jaar minder geruststellend dan verleden jaar. Dat brengt Italië in nauwer betrekking tot Oostenrijk en Rusland, aan welke de leiding van het werk in het Oosten is opgedragen. De minister voegt er nog aan toe, dat Italië op den besten voet staat met Engeland en Duitschland, zijn bond genoot, en mee als grondslag zijner buitenland sche politiek beschouwt goede betrekkingen met Rusland, de bondgenoot van Frankrijk, dat met Italië is bevriend. Tittoni zegt vervolgens, dat hij afkeurt en be treurt de betoogingen, welke in Italië hebben plaats gehad, betoogingen, die alle perken te bui ten gaan. Deze manifestaties brengen de regee ring soms in ongelegenheid door de bewering, dat zij met een onverschillig oog de aanvallen op andere staten aanschouwt en ook dikwijls door de taal der pers, die niet altijd gematigd is. In een zoo teedere zaak als de betrekkingen met vreemde rijken vermag de regeering niets zonder de medewerking des lands, hetwelk in zijn gevoel van vaderlandsliefde aanleiding moet vinden 0111 onnadenkende opwellingen te onder drukken. De koning van Italië heeft een brief aan Giolitti gericht, waarin hij de aandacht der re geering vestigt op een denkbeeld, dat hem on langs aan de hand is gedaan door den Amerikaan David Lubbin, nl. de stichting van een Inter nationaal Landbouwinstituut. Het doel van het Instituut zou zijn om de toestanden op landbouwgebied in verschillende landen te bestudeeren; op geregelde tijdstippen de hoeveelheid en .hoedanigheid der oogsten be kend te maken; juiste gegevens te verschaffen over den toestand van de boerenarbeiders op alle plaatsen en maatregelen te nemen voor ge meenschappelijke bestrijding van ziekten bij dier en plant. Rome zou de zetel moeten zijn voor de bijeen komsten van de vertegenwoordigers der toegetre den staten. Ingevolge dezen brief zond de Italiaansche re geering instructies aan haar diplomatieke ver tegenwoordigers, waarin zij zeide, dat de Koning geleid werd door de gedachte om de talrijke klasse der boerengrondbezitters en landbouwers, die afgezonderd en verstrooid wonen, te hulp te komen. Dezen hebben zich minder begeerig betoond naar het aanknoopen en aanhouden van onderlinge betrekkingen; elkaar vlugge en nauw keurige inlichtingen te verschaffen over het ver bruik, de prijzen en de gebruiken op verschillen de markten, waar anderen, die zich als belang stellenden in hun lot opwerpen, zich van de vruchten van hun arbeid meester maken, hetgeen leidt tot abnormale productie, verspilling van ka pitaal en werkkrachten, die dikwijls verliezen ver oorzaken, waardoor deze klassen en alle andere te lijden hebben. Daardoor zijn de landbouwers dikwijls weerloos tegen de misbruiken der syn dicaten. Zij zullen bescherming kunnen vinden tegen de syndicaten in hun eigen kracht. Om de gedachte d©s Konings te verwezenlijken is het noodig een internationale overeenstem ming tot stand te brengen. De vorming van een Internationaal Landbouwinstituut zal tot verschei den doeleinden leiden, met name de stichting van landbouwtermenarbeklsbureauxvoorbe reidende bëstudeering van maatregelen op wet gevend en administratief gebied; beter organisa tie van landbouwerscoöperatie; verweer tegen mo gelijke verdrukking door syndicaten en trusts. Het Instituut stelt zich niet ten doel den oorlog te verklaren aan de groote organisaties, maar beoogt slechts krachtig verweer tegen buitenspo righeden. De instructies besluiten met een verzoek aan de diplomatieke vertegenwoordigers om de regee ring, bij welke zij geaccrediteerd zijn, uit te noo- digen afgevaardigden te zenden naar de eerste vergadering, die in Mei a,s. te Rome zal bijeen komen met het doel reglementen te ontwerpen. Uit Rome. De Osservatore Romano meldt dat de Paus den nuntius in Brazilië gemachtigd heeft als opperste scheidsrechter op te treden in de arbitrage-com missie tusschen Brazilië en Peru bij eventueele conflicten over het grondgebied van den Hoogen Jurua en den Hoogen Parus. AUSTRALIë. Anderson, ondervoorzitter van de Oriental- stoomvaartlijn, is te Melbourne aangekomen om de onderhandelingen over het mail-contract te her openen. Reid, de eerste minister van het Austra lische Gemeenebest, heeft aan een deputatie uit Tasmanië gezegd, dat hij er persoonlijk wel voor was, de wettelijke bepalingen, die het gebruik van Lascars (Indiërs) op door het gemeenebest gesubsidieerde stoomschepen, alsmede het invoeren van vreemdelingen als arbeiders verbieden, af te schaffen. Maar sterk blijft hij er tegen, Chinee- zen in te voeren. De Engelschen, die daarvoor pleiten, hebben dienaangaande geen ervaring. Zij zouden evenzeer tegen de Chineezen zijn, indien zg ze kenden. EERSTE KAMER. Vergadering van Donderdag 9 Februari. S taatsbegrooting. De minister van Waterstaat, de heer De Marez Oyens, zijn rede, gisteren afgebroken, voortzettende, zegt omtrent de aansluiting van Amer en Zuid-Willemsvaart geen toezeggen te kunnen doen, terwijl de provincie Noord-Brabant aan het door haar toegezegde subsidie blijft ge bonden. Het kanaal 's-Hertogenbosch—Drongelen zal, als deel uitmakende van de Maasmond-werken, te zijner tijd worden aangelegd. Het waterschap N. O. hoek van Brabant be hoort nu aan haar achterstallige verplichting te voldoen de minister heeft, om dit waterschap te helpen, een technisch adviseur toegevoegd. De aanleg van de lijn GoudaSchoonhoven zal zoo veel mogelijk worden gefaciliteerd. Inkrimping van treinenloop op Zondag gaat in ons land het is gebleken zeer bezwaarlijk. Wel zegt spr. een Koninklijk besluit toe, waarbij uitbreiding van Zondagsrust bij de spoorwegen op andere wijs kan worden verkregen. Inzake contróle op vaartuigen geeft de minister de voorkeur aan een onderzoek van scheepsrampen boven een contróle op elk schip vóórdat het in zee gaat. De heer Van Velzen heeft indertijd gestemd vóór de wet op de visscherij, waarbij de wonder- kuil niet werd verboden 1 In de Tweede Kamer werd dan ook destijds het argument gebruikt, dat het geen zin had, de wonderkuil te verbieden, waar nog zooveel ander moordend vischtuig ge oorloofd bleef. De afdeeling »Landbouw" bij het departement zoo zelfstandig mogelijk te doen zijn ontmoet bij spreker geen enkel principieel bezwaar. De Paardenwet werkt nog te kort om reeds nu tot een wijziging over te gaan. Het wetsontwerp tet afschaffing van tienden zal waarschijnlijk nog heden het Departement van Waterstaat kunnen verlaten. Hulde brengt ook de minister aan de werkzaam heid van de consuls. Dat de heer De Jongh niet alles verwacht van wettelijke maatregelen inzake kaascontróle, ver heugt spreker, maar toch wijst hij op den uit muntenden invloed, dien de botercontróle-stations hebben uitgeoefend en het dus overweging ver dient iets dergelijks voor kaas in te stellen. Aan het bezwaar, dat sommige bestelkringen van de posterijen niet overeenkomen met den bouw en vorm der gemeenten, zoodat de bewoners die het gevoel hebben tot denzelfden kring te behooren en dus met elkaar a 3 cent wenschen te correspondeeren (zooals in Den Haag en Sche- veningen), zonder dat dit het geval is, hoopt, spreker tegemoet te komen. Het wetsontwerp nopens de carnets de rente hoopt spreker nog minstens tot den Raad van State te brengen. Verscheidene leden repliceeren en na dupliek van den minister wordt hoofdstuk IX van de Staats begrooting aangenomen. Na de pauze verdedigden de Minister van Waterstaat en de heer W i 11 i n g e de Motorwet, welke de heer Welt met 't oog op den landbouw en de veiligheid van het verkeer op het platteland bestreden had. Het ontwerp werd aangenomen met 27 tegen 6 stemmen. Aan de orde komt daarna begrooting van Koloniën, welke zonder hoofdelijke stemming wordt aange nomen nadat de heer S c h 0 11 e n aan den minis ter van Koloniën een berekening heeft overgelegd, omtrent de eenheidsprijzen van de koffie, in ver band met de door de Handelmaatschappij voor de koffieveilingen berekende kosten. De vergadering gaat daarna tot nadere bijeen roeping uiteen. Op audiëntie. Twee Marker-visschers zijn in bijzondere audiën tie toegelaten bij H. M. de Koningin, om aan te dringen op een verbod tegen het visschen met den wonderkuil. Tweede Kamer. De wetsontwerpen tot wijziging en aanvulling der wet tot regeling van het lager onderwijs en der burgelijke pensioenwet tot regeling van het pensioen der weduwen en weezen van onderwijzers en wijziging en aanvul- li»g der wet tot regeling van het pensioen der weduwen en wezen van burgerlijke ambtenaren tot regeling van de pensioenen van het onder wijzend personeel aan gemeente-hoogere burger scholen, onverplichte gemeente burgerscholen en gymnasia, gemeentelijke middelbare scholen voor meisjes, en gemeentelijke kweekscholen voor on derwijzers en onderwijzeressen en tot verhooging van het bedrag der pensioenen ten laste van het fonds voor weduwen en weezen van burgelijke ambtenaren (ingesteld bij de wet van 9 Mei 1890), zijn gereed voor openbare behandeling. Volksgezondheid. Men meldt uit den Haag Gister vereenigden zich in het gouvernements gebouw onder leiding van den hoofdinspecteur dr. Ruysch, de inspecteurs van het Staatstoezicht op de volksgezondheid in Zuidholland en Zeeland en voorzitters van de gezondheidscommissiën in dit gewest op hunne jaarlijksche vergadering. Aan de orde was gesteld de watervoorziening ten platte- lande, hef*toezicht op de levensmiddelen, in het bijzonder op de melk, de bestrijding van besmet telijke ziekten, o. a. van de mazelen, ontsmetting en ziektegevallen, voortkomende uit het gebruik van levensmiddelen, bereid in vaatwerk met lood houdend bekleedselen voorts onderwerpen, de Gezondheids- en Woningwet betreffende. Onze Boter. Door de Kamer van Koophandel te Aken wordt geklaagd, dat veel boter uit Nederland vermengd is met margarine en andere bestanddeelen. Een gunstige uitzondering hierop maakt de boter, af komstig van de botermijn te Maastricht, welke voorzien is van den rijksstempel. Genoemde Kamer heeft besloten aan de Prui sische Regeering te verzoeken botercontrole, zooals in Nederland, in te voeren. Advokaten van Sint Pieter. Men schrijft van geachte zijde uit Rome aan het Centrum Herhaaldelijk deed door de pers het bericht de ronde, dat Z. H. de Paus den een of ander tot advocaat van St. Pieter heeft benoemd. Oferbodig schijnt het niet daarbij op te merken, dat de 11. Stoel met een dergelijke benoeming niets te ma ken heeft en er hoogstwaarschijnlijk niet eens van afweet. De advokaten van St. Pieter vormen een zelfstandigen kring, oorspronkelijk opgericht met het alleszins lofwaardig doel, dat katholieke rechtsgeleerden de juridische verdediging van be dreigde godsdienstige of kerkelijke belangen gralis op zich zouden nemen. Het streven van dezen Kring werd indertijd door den II. Stoel goedge keurd, terwijl aan de leden (ter aanmoediging) werd vergund, zich te noemen advokaten van Sint Pieter en als insigne een eerekruis te dragen. Of het lidmaatschap der Vereeniging die tegen woordig ook niet-rechtsgeleerden opneemt behalve het voeren dezer onderscheidingsteekenen en het betalen van contributie, nog andere werk zaamheden meebrengt, hiervan blijkt' zelden iets. Voor enkele jaren misschien is hij 't nog was president der Vereeniging de heer Lautier te Parijs. Brand op Marken. Naar het eiland. In een kouden, verradelijken mist toog ik per motorboot naar het eiland Marken, de plek waar eens de dichter Ten Kate woonde, het sombere en voor vreemdelingen toch zoo aantrekkelijke eiland, het vroeger door de voornaamste schilders van ons land zoo geliefd oord, vanwaaruit de wereld hunne kunstvoorwerpen ontving. Langzaam en bijna rechtop steeg de rook der Monnikendammer rookerijen of bleef hangen tus schen de grauwe massa huizen, waardoor het Zuiderzeestedeke ean nog armoediger voorkomen verkreeg. Slap hing de wimpel van de enkele bot ters, die in de haven of ter beurtvaart naar Mar ken gereed lagen. Eenige werkloozen stonden op de brug of in de nabijheid van de aanlegplaats der botters en motor en bleven steeds turen in de verte, in de hoop de grijze mistlaag met hunne oogen te kunnen doorboren en nog iets te bespeuren van het onge val op Marken, van den brand, die niet minder dan elf huisgezinnen, midden in den nacht, hunne woningen uitdreef. Schokkend en puffend sneed het mastelooze vaartuig het stille water, aanvankelijk aan weers zijden door grasland en dijk begrensd. Bijna niets verstoert de regelmatige ademhaling van het voor Marken nog pas nieuw verkeersmid del. De drijvende bakens, georneerd door een zeemeeuw, duiken bij de nadering van ons water wegsnijdend vaartuig en jagen den ranken vogel de ruimte in. Een enkele botter drijft langzaam voorbij en groet met omhoog gestoken hand zijn machtigen concurrent. Sneller dan wij vermoeden stoomen wij voor waarts. Binnen een kwartier was de zoogenaamde Gouwzee (was het maar een Goudzee) bereikt en zagen wij niets meer. Nog een kwartier en wij stoomden de nauwe haven binnen, die, links en rechts bijna gevuld met botters, ons met moeite een aanlegplaats bood. Geen mensch aandehaven. Bijna geen mensch aan de haven. Wordt men gewoonlijk, vooral in den zomer, opgewacht en begroet door oude Markers, die niet meer varen kunnen, of jongere dito's, die wegens werkgebrek aan den waterkant afleiding zoeken, nu bijna niemand. Reeds dadelijk bij aankomst bemerkt men, dat er iets gewichtigs gebeurd is, want groepjes vrouwen en kinderen, waartusschen hoog uitste kende mannen, gesticuleeren, schudden met het hootd, richten vragende blikken, soms de tranen in het oog. Een groote, zwarte opening, waaruit nu en dan een rookpluim opschiet, is duidelijk zichtbaar het is de plaats waar 14 woningen stonden, waar elf huisgezinnen den vorigen dag, al was het dan velen in nooddruft, nog het leven met hoop op een betere toekomst blijmoedig tegemoet zagen. Uit de vele en verwarde gesprekken naar oorzaak en afloop van de geweldige gebeurtenis kon ik het volgende opmaken Het ontstaan van den brand. De meeste bewoners lagen reeds ter ruste, want de Marker is gewend vroeg naar bed te gaan, toen tegen 10 uur een plotseling geroep en geschreeuw van brand de bewoners van de Haven buurt uit bed en naar buiten dreef. Onmerkbaar hadden zich de vlammen reeds op den zolder van het café De Jong een uitweg gebaand en knet terden de wegspringende vonken in het lucht ruim, voordat men eerst recht besef kreeg van het ongeval. Op de Kerkbuurt, ongeveer 10 minuten afstand, waar de burgemeester woont en de kom van het eiland kan genoemd worden, ontwaarde men dan ook spoedig onraad, waarop de angstwekkende brandklok geluid werd. In een minimum van tijd, alsof er oproer was, vlogen de bewoners der verschillende terpen langs de smalle paadjes, naar de plaats des onheils en vulden de nauwe ruimte van het pad, dat naai de Haven leidt en waaraan het aangetaste per ceel was gelegen. Slechts één spuit. De eenige nog niet lang geleden aangeschafte brandspuit, werd voor den. dag gehaald en gaf eerst helaas na een 20 minuten water. De burgemeester, wel beseffend, dat niet door één bluschmachine, en dan nog een van beperkte kracht, de brand gebluscht kon worden, verzocht telephonisch hulp aan zijn ambtgenoot te Mon nikendam, die dan ook wel genegen was tot hulp, maar op het vaartuig wachtte, dat de brandspuit enz. zou overbrengen. De motorboot van den schipper Simons was juist naar Marken vertrokken om hulp te ver leunen, doch die vergat helaas, dat voor hulp te Marken in de eerste plaats een flinke brandspuit noodig was. Toen dan ook de motorboot te Marken aan kwam, zonder iets, werd den schipper verzocht terstond terug te keeren en minstens één brand spuit met personeel te halen. Met dat alles, bo vendien gehinderd door den mist, waardoor het varen eenigszins vertraagde, verliepen uren, zoo dat het ongeveer 1 uur werd eer hulp kon gebo den worden. Intusschen hadden de Markers èn door hun brandspuit èn door het regelmatig en snel aan voeren van emmers water, den voortgang tracht ten te stuiten. Onverschrokken gingen zij te werk. De dichtsbijzijnden moesten menigmaal met water overgoten worden, om niet in brand te gera ken. Hunne van zweet parelende hoofden sta ken zij in de emmers, want de hitte was onhoud baar. Dertien huizen Verbrand. Niet minder dan dertien woningen werden ge heel in de asch gelegd. Het hotel van De Jong, met bijna nieuw aanbouwsel voor logies van vreemdelingen, is verdwenen; de oudheidkamer van den alom bekenden schipper C. de Waart weg, waarbij: veel antiquiteiten óf verloren gin gen óf, zooals dat gaat, in ontredderden toestand werden terug gevonden. De spuit van Monnikendam redde gelukkig nog de bakkerij van De Waart. Was nu alles maar verzekerd, maar helaas, verscheidene, en daaronder de mingegoeden, laag of in het geheel niet. De schade wordt begroot op pl. m. f30.000, voor Marken, met bet oog op de woningen, een groote som. Oorzaak, tot dusver, onbekend. Het zwaar bezochte eiland. Dat de eilandbewoners in de laatste jaren on gelukkig zijn is genoeg bekend. Niet alleen, dat herhaalde ov'erstroomingen het leven bijna on duldbaar maken, maar ook de verdiensten worden steeds minder. Weken achtereen liggen de bot ters stil, omdat zij niet kunnen visschen; her haalde malen varen zij op vangst en komen met niets thuis. Tientallen flinke mannen moeten hun toevlucht reeds op Vlaardinger, Maassluiser of vreemde schepen zoeken, omdat de Zuiderzee geen; brood meer geeft. Aan den eenen kant geplaagd door den won- der- of moordkuil, die, naar hun beweren, den vroegeren vischrijkdom vernietigt, aan den an deren kant de voortdurende angst, dat de brood winner op de valsche Noordzee zijn dood in de golven zal vinden. Mogen de Nederlanders een medelijdend oog slaan naar het zoo zwaar bezochte eiland, en bedenken, dat hulp gewenscht en yerlangd wordt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 2