Binnenland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
dat te doen terwijl het gevecht reeds aan den
gang is, vooral wanneer men zich in een bergach
tig, moeilijk terrein bevindt. Voor ons was het
eenvoudig onmogelijk de troepenafdeelingen met
elkaar voeling te laten houden dat is chronisch
gebrek geweest zoolang de oorlog geduurd heeft,
en een van de voornaamste oorzaken onzer neder
lagen. Meer dan iets anders hadden wij kaarten
noodig.
RUSLAND.
In Rusland blijft de toestand nog steeds ge
spannen. De laatste berichten zijn weer zeer ver
ontrustend.
De Standard verneemt uit Moskou De over
heid heeft honderden menschen, meest jongelui,
die weken lang in voorloopige hechtenis hebben
gezeten, verbannen naar de verschillende steden
in het binnenland, die ze zelf mochten kiezen.
In een jaar mochten zij niet in in Moskou terug
komen. De boerenonlusten nemen overal toe, ook
in de Oostzee-provinciën, waar de grondeigenaars
luide klagen, dat de overheid niets doet.
Een telegram van Reuter uit Helsingfors
d.d. 20 Maart meldt:
Een onbekende, ongeveer 25-jarige man, heeft
geschoten op Mjasojedof, den gouverneur van
Wiborg, en hem levensgevaarlijk gewond.
Later werd geseind
De man die den moordaanslag pleegde op den
gouverneur van Wiborg, is in hechtenis genomen.
Hij heet Matti Reinikka. Hij lostte drie schoten
op den gouverneur in diens bureaumen gelooft
thans dat de wonden van den gouverneur niet
levensgevaarlijk zijn.
DUITSCHLAND.
Lucanus, de chef van het geheime civiele kabi
net van den Keizer, wordt binnenkort 75 jaar en
zal dan, naar men verneemt, aftreden.
Lucanus heeft eenige vermaardheid gekregen
als «zwarte man", aangezien de Keizer hem steeds
gebruikt heeft om een minister, die hem niet meer
aanstond, mondeling te laten mededeelen dat hij
zijn ontslag had in te dienen.
Minister van Hammerstein is gister-middag
om half vier overleden.
De Rijksdag heeft in tweede lezing het
wetsontwerp aangenomen tot verhooging der
sterkte van het leger in vredestijd, volgens de
lezing der commissie. De sociaal-democraten, de
vrijzinnige volkspartij en de Polen stemden tegen.
Ook het wetsontwerp tot wettelijke regeling
van den tweejarigen diensttijd voor de onbereden
troepen werd aangenomen volgens de lezing der
commissie.
ENGELAND.
§|Het Lagerhuis heeft met 200 tegen 138 stern-
het crediet voor 21.500.000 aangenomen. In
den loop der beraadslaging zeide Lyttelton, te
verwachten dat Transvaal in het volgende dienst
jaar een overschot zou hebben, voortspruitende
uit de belasting op de Premiermijn en uit de
hoogere opbrengst der belasting op de goudmijnen.
De minister was dus van oordeel dat Engeland
zeer veel kans had om in de naaste toekomst van
Transvaal bijdragen te ontvangen ter gemoetko-
ming in de uitgaven voor den oorlog.
MAROKKO.
Naar aanleiding van berichten in de Kölnische
Zeitung en de Standarden van beschouwingen
dienaangaande in de Times, betreffende 's Keizers
bezoek aan Tandzjer, schrift de Norddeutsche
Allgemcine Zeitung
Wij mogen bij deze gelegenheid in herinnering
brengen, dat de Keizer reeds een jaar geleden,
toen hij te Vigo den koning van Spanje ontmoette,
onvoorwaardelijk verklaard heeft dat Duitschland
in Marokko geen territoriale voordeelen van wel
ken aard ook verlangthet streeft slechts naar
het voortduren van den toestand waarbij Duitsch
land op handelsgebied gelijkgesteld wordt met
andere natiën. Tot dusver hebben wij geen aan
leiding om te vermoeden dat de Sultan van Ma
rokko verbintenissen wil aangaan, waardoor zijn
onafhankelijkheid beperkt zou worden, en hij niet
langer op zyn gebied alle natiën op denzelfden
voet zou kunnen behandelen. Overigens spreekt
het bij de omstandigheden waarin Marokko ver
keert, van zelf, dat bjj deze kwestie de belangen
van het algemeene verkeer in aanmerking geno
men moeten worden.
AMERIKA.
Tien Japanners, die zich in Texas willen laten
naturaliseeren om daar een kolonie te stichten,
kregen aanzegging, dat Japanners zich in de Ver-
eenigde Staten niet kunnen laten naturaliseeren,
waarover zij verbaasd en verontwaardigd waren,
zoo 't heet. Zij zouden een beroep doen op hun
gezant te Washington.
Van de Koninklijke familie.
H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik
zijn gister-avond 11 uur per Staatsspoor uit het
Loo in de residentie teruggekeerd.
Een nieuwe Ridderorde.
Onlangs meldden wij, dat een nieuwe ridder
orde zou worden ingesteld. In verband daarmede
kan nog worden gemeld
De nieuwe ridderorde draagt den naam van
«Huisorde van Oranje", ingesteld door H. M. de
koningin, handelend als hoofd van het huis van
Oranje.
Grootmeester der Huisorde is Hare Majesteit de
Koningin.
De orde is verdeeld in vijf klassen, welker leden
den titel dragen van I Grootkruis, II Grootof
ficier, III Commandeur, IV Officier, V Ridder.
H. M. de Koningin heeft benoemd a. tot Kanse
lier der Huisorde van Oranje, Z.Exc. den heer A'
J. C. baron van Pallandt-Neerrijen, opperceremo-
niemeester van H. M. de Koningin, en b. tot
Griffier der Huisorde van Oranje, den heer prof.
dr. F. J. C. Kramer, directeur van het Kon. Huis
archief.
Onderscheiding.
Het heeft Z. H. den Paus behaagd, den heer
C. Mohrman, directeur der Jongeheeren-vereeni-
ging tot instandhouding der St. Bavo-broederschool
te Rotterdam, te vereeren met het kruis van
verdienste «Pro ecclesia et pontifice".
Ongevallenwet.
De postkantoren, de bij- en hulpkantoren zullen
met ingang van 1 April, gedurende den geheelen
duur der openstelling open zijn voor het uitreiken
en in ontvangst nemen van formulieren wegens
aangifte van ongevallen.
R. K. kweekschool te Hoorn.
Te Hoorn is een groote woning van den vorigen
burgemeester aangekocht, waarin een R. K.
kweekschool (internaat) zal worden gevestigd.
Evenzoo worden er pogingingen aangewend om
een R. K. militair tehuis op te richten te Hoorn.
De moord te Amsterdam.
In verband met den op de weduwe Oerlijn in
perceel Driekoningenstraat 1 gepleegden moord,
verzoekt de commissaris van politie in de Ie sec
tie, allen, die zich herinneren een der volgende
bankbiljetten, die bij verdachte personen in be
slag genomen zijn,- in hun bezit gehad te hebben
daarvan kennis te geven aan het politie bureau
O. Z. Voorburgwal 274
1 bankbiljet V. G. 815 van f 25, 1 muntbiljet
A. H. 75359 f 10, 1 bankbiljet K. N. 2303 f 100
1 id. G. F. 9069 f 60, 1 id. G. D. 5228 f 60, 1
id. II. K. 2227 f 60, 1 id. W.C.797 f25,1 munt
biljet A. B. 88671 f 10, 1 id. A. B. 88667.f 10.
Mishandeling: met doodelijken afloop.
Een 26-jarige man, die Zondag-avond van de
vorige week bij een vechtpartij te Nieuwendam
in de zij werd gestoken en per tram naar Amster
dam werd vervoerd, is thans in het gasthuis
aldaar overleden. De dader is nog niet ontdekt.
Moordaanslag.
Men meldt uit Eindhoven van 20 dezer
Gisteren-avond te 12 uur vonden een paar hee-
ren op de Keizersgracht, aldaar, bij hun naar huis
gaan een spoorwegarbeider, bewusteloos liggende
en badende in zijn bloed. De rijkspolitie werd
onmiddellijk gewaarschuwd, en de gewonde in de
maréchausséeskazerne binnengebracht. Daar bleek
de man eene diepe snede aan den hals, eene aan
den linkerbovenarm en eene aan den pols te
hebben. Een "arts ;was spoedig aanwezig en op
zijn last werd de door bloedverlies uitgeputte man
naar 't Liefdehuis overgebracht.
De getroffene is de 23-jarige W. uit Stratum,
los arbeider aan het spoor aldaar. Als vermoede
lijke dader is gearresteerd de 19-jarige v. B. al
daar, die eerst gisteren uit het huis van bewa
ring was ontslagen, waar hij wegens eene bekeu
ring een paar dagen was opgesloten.
W. zocht verkeering met een familielid van
v. B. waar deze op tegen had. Dit nu werd gis
teren-avond door v. B. gewroken.
W.'s toestand is hoogst ernstig.
Gezondheidscommissie.
III.
Hoofdstuk IV.
Volkshuisvesting.
In ons vorig verslag over 1903 deelden wij mede
dat een aanvang was gemaakt met het onderzoek
naar slechte woningtoestanden in de gemeente. De
resultaten zouden in dit jaar echter moeten worden
medegedeeld.
Drukke werkzaamheden van de leden der Com
missie veroorzaakt door de geheerscht hebbende
epidemie van Febris Typhoïdea, de behandeling
van de nieuwe bouwverordening enz., waren oor
zaak dat het onderzoek niet is kunnen voleindigd
Voor een stelselmatig woningonderzoek en beschrij
ving is thans door de Gemeenteraad een som van
f 500 voor het jaar 1905 goedgekeurd.
De algemeene indruk van de Commissie bij het
onderzoek voor zoover dit heeft plaats gehad, was,
dat in de gedeelten der gemeente die onderzocht
zijn, zeer vele woningen niet die ruimte en ge
makken verschaffen, die men uit hygiënsch oog
punt zou verlangen. Bedenkt men echter dat de
meeste dier kleine woningen worden bewoond
door alleen wonenden en ouden van dagen, dat de
huurpngs varieert van 0.60 tot 1 gulden per
week en dat een grootere woning ook voor ver
warming enz. grootere kosten met zich medebrengt,
dan zal deze toestand nog wel eenigen tijd moeten
blijven bestaan. De staat van onderhoud was wel
niet overal schitterend maar toch voldoende. Licht
en luchttoevoer zouden wij op meerdere plaatsen
beter wenschen, maar ook dikwijls viel het ons
mede dat wij, door een smallen gang op een plaats
komende nog zulke luchtige woningen aantroffen.
Onze Commissie was huiverig hooge eischen
te stellen, omdat zij overtuigd is dat eerst het te
houden systematisch onderzoek en de beschrijving
haar een goed inzicht zal geven en haar behoeden
voor het afkeuren van woningen die misschien
nog veel beter dan andeie binnen de gemeente.
Tot ons genoegen kunnen wij mededeelen, dat
ook hier ter stede de eerste stappen zijn gedaan
om te komen tot een Woningvereeniging in de
richting aangegeven door de Woningwet.
Twee malen is de Commissie overgegaan om
woningen voor te dragen voor onbewoonbaarver
klaring.
In de Prinsensteeg bevond zij, dat het pand
No. 24, dat eenigen tijd had leeg gestaan, door
den eigenaar weder werd ingericht om nieuwe
bewoners te ontvangen. Bekrompen ruimte, gebrek
aan licht en lucht en bouwvalligheid waren de
gebreken die haar de overtuiging gaven dat zeer
zeker deze woning absoluut ongeschikt was om
door menschen bewoond te worden.
Bij schrijven van 5 December, A. 793, wezen
wij Burgemeester en Wethouders, ingevolge Art
11 der Woningwet, deze woning dan ook aan, als
onbewoonbaar, en niet door het aanbrengen van
verbeteringen in bewoonbaren staat te brengen.
Hetzelfde advies zonden wij in dato 27 December
(A. 812) over de woning staande aan den Rotter-
damschen Dijk genummerd 101.
Deze zeer laag gelegen woning was in hooge
mate vochtig, bouwvallig en had een te lage
verdieping, terwijl nog bovendien een diepe goot,
langs de zijwand loopende, bijna voortdurend met
water gevuld staat, wat zeer zeker veel tot den
algemeen vochtigen toestand van het geheel zal
hebben bijgedragen.
Uit den aard der zaak hebben hierop Burge
meester en Wethouders nog geen voorstel aan den
Raad kunnen indienen.
Een groot euvel, dat niet breed genoeg kan
worden uitgemeten, is het ontbreken van privaten
in de woningen.
Meestal is voor een complex van woningen
slechts één privaat aanwezig. Ernstig zullen wij
er dan ook naar streven dat hier aan een einde
wordt gemaakt, waar dit maar eenigszins mogelijk
is.
Hoewel wij slechts twee malen advies gaven
tot onbewoonbaarverklaring is toch het resultaat
van onze andere bemoeiingen niet geheel onbe
vredigend geweest.
Den eigenaar van pand 7 in de Gruttersteeg
deden wij een waarschuwing toekomen dat deze
woning als bouwvallig en te laag van verdieping
spoedig in aanmerking zou komen voor een on
bewoonbaarverklaring.
Verbeteringen werden echter niet aangebracht.
Over de leegstaande woningen in de Roosbeek
genummerd 19 en 21 schreven wij aan Burge
meester en Wethouders en maakten hen opmerk
zaam op den vervallen toestand. Het antwoord
was echter dat de bevinding van den Directeur
van Gemeentewerken niet zoo ongunstig wa«, als
onze Commissie had gerapporteerd.
De eigenaar van een paar, zelfs ongenummerde
panden in de Kleine Baan adviseerden wij om tot
amotie van die panden over te gaan, omdat
daardoor de toegang tot zijn andere panden en de
toetreding van licht en lucht veel zoude verbete
ren. Ons advies is evenwel niet opgevolgd.
Meer succes had onze Commissie met de
pogingen tot verbetering van den woningtoestand
in de Roosbeek. Het eigenaardige geval deed zich
voor, dat een drietal woningen, wat betreft
afmetingen, onderhoud enz., als voldoende konden
worden beschouwd, doch wegens onvoldoende
lucht- en lichttoevoer als onbewoonbaar moesten
worden aangemerkt.
Eenige woningen, die blijkbaar echter van
ouderen datum waren, stonden met de achtergevels
op nog geen Meter afstand van het drietal
genoemde woningen, zoodat hier woningen waren
ingericht op een plaats, waarvoor uit hygiënisch
oogpunt, geen vergunning had mogen zijn gegeven.
Amotie van de oudere en thans belemmerende
woningen zou een goeden toestand in het leven
roepen, te meer omdat dan in die volkrijke buurt
een open pleintje zoude ontstaan, wat zeer ten
voordeele van de volksgezondheid zou strekken.
Wij konden echter geen termen vinden die
woningen als onbewoonbaar aan te wijzen, hoewel
het zeker geen ideaajwoningen z\jn.
Wij besloten Burgemeester en Wethouders op
dezen eigenaardigen toestand te wijzen en kunnen
thans tot ons groot genoegen mededeelen dat de
Raad op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders heeft besloten alle woningen in kwestie aan
te koopen, wat dan ook is geschied, en gedeel
telijk te amoveeren. In het volgend jaarverslag
zullen wij dus wel mede kunnen deelen dat de
belemmerende woningen zijn weggeruimd, en dat
de woningen die wjj als onbewoonbaar moesten
beschouwen door gebrek aan licht en lucht
vriendelijke woningen zijn geworden.
Het kwam ons voor dat in casu deze handel
wijze goedkooper en sneller was dan toepassing
van Art. 77.3o van de Wet van 28 Augustus 1851
(Art. 26 van de Woningwet.)
Wij waardeeren het optreden van het Gemeen
tebestuur in deze.
In het pand 15.1 in de Roosbeek werd door den
eigenaar na aanschrijving onzerzijds een privaat
ingericht.
De woning aan den Rotterdamschen Dijk No.
110, gaf ons aanleiding den eigenaar op verschil
lende gebreken te wijzen met verzoek verbetering
aan te brengen.
Ook werden ons twee woningen gesignaleerd
aan de Zijlstraat No. 34. De Commissie meende
evenwel geen termen te vinden deze als onbe
woonbaar aan te wijzen.
Ook de woning Broersveld 127.6 werd herhaalde
malen door ons bezocht, omdat de staat van
onderhoud slecht was te noemen, voornamelijk
veroorzaakt door slordige bewoning. Bij ons
laatste bezoek bleek voldoende herstel aangebracht
te zijn en de bewoonster vertrokken.
De woningen in de Heerenstraat No. 41, 6, 8
en 10 werden door ons bezocht. Het bleek dat
hier privaten waren ingericht in het portaal
waarop de trap naar den zolder uitkomt, evenwel
zonder eenige omtimmering. Aangezien ons bleek
dat hiervoor voldoende ruimte aanwezig was en
een behoorlijke luchtkoker door het dak kon
worden aangebracht, werd besloten den eigenaar
daarop te wijzen. Het resultaat zal in het volgend
verslag dienen te worden medegedeeld.
Ter vergemakkelijking van ons woningonder
zoek verzochten wij bij schrijven A. 476 dd. 5
Maart, Burgemeester en Wethouders de in verso
gedrukte vragen op het model door Z. E. den
Minister van Binnenlandsche Zaken vastgesteld
voor de aangitte volgens Art. 9 der Woningwet,
die niet verplicht zijn gesteld, voor deze Gemeente
verplicht te verklaren. De Commissie had lioop
uit die beantwoording op korte en snelle wijze
de woningen te kunnen vinden, die een onderzoek
van de Commissie noodig hadden. Een antwoord
is hierop echter niet ontvangen.
De aangifte die, volgens Art. 10 van de Wo
ningwet in onze handen moeten worden gesteld, zijn
wegens onvolledigheid nog niet ontvangen, niet
tegenstaande zich het Gemeentebestuur zich hier
voor veel moeite heeft getroost.
De toestand in de Warande waarvan wij reeds
in vorig verslag melding maakte, heeft onze Com
missie ook dit jaar nog bezig gehouden. Door
het aanleggen van een parallelstraat is ter plaatse
het verband met den polder verbroken, waardoor
een hoogeren grondwaterstand is opgetreden. Als
gevolg daarvan, en van de minder goede construc
tie der huizen, hebben de bewoners nu last van
water in de kelders. Eenige van hen richtten
zich tot den Gemeenteraad met een verzoek tot
verbetering, omdat zij van oordeel waren dat de
oorzaak was, het water dat stond in de kuilen
van de nog niet bebouwde terreinen. Zij ver
zochten ons om adhaesie. Wij vonden ook in
verband met het feit dat wij reeds in December
1903 ons ter zake tot Burgemeester en Wet-
hadden gewend, geen termen hieraan te voldoen,
waarvan wij hen mededeefing deden.
Onder datum 4 Maart ontvingen wij van Bur
gemeester en Wethouders bericht dat een voor
stel tot verbetering door hen ingediend, door den
Raad niet was aangenomen. De Raad was van
oordeel dat bij het bouwen geen voldoende voor
zorgsmaatregelen waren genomen. Onze commis
sie heeft zich deze les ter harte genomen en
heeft bij de behandeling van het uitbreidingsplan
van de gemeente en de bouwverordening nadruk
kelijk er op gewezen dat met de mogelijkheid van
verandering van het grondwaterpeil dient reke
ning te worden gehouden.
Den derden Maart werd door Burgemeester en
Wethouders ons in handen gesteld een voorloopig
ontwerp-bouwverordening. In de vergaderingen
van 3, 9, 16 en 24 Juni en 8, 15 en 20 Juli werd
dit voorloopig ontwerp door ons behandeld.
Het advies werd 20 Juli aan Burgemeester en
Wethouders verzonden.
Van den Woning-Inspecteur, den heer Van Boven,
ontvingen wij daarbij zeer gewaardeerde adviezen
en tevens eenige teekeningen van woningtypen, die
wij 27 Juli ter kennisneming aan Burgemeester
en Wethouders toezonden.
Een verzoek om advies volgens Art. 6.1 der Ge
zondheidswet over de bouwverordening heeft ons
in dit verslagjaar niet meer bereikt.
Het uitbreidingsplan van de Gemeente werd
ons 13 Mei door Burgemeester en Wethouders
ter fine van advies toegezonden,
In de vergadering van 27 Juli werd het plan
behandeld en de opmerkingen van de Commissie
vastgesteld.
Het plan is door den Raad in dit verslagjaar
nog niet behandeld.
Van Burgemeester en Wethouders ontvingen
wy, onder datum 10 October, verzoek om advies
over eene voor te stellen wijziging in de bestaan
de bouwverordening. In ons antwoord meenden
w\j uitdrukking te moeten geven aan onzen
wensch dat deze wijzigingen in de bestaande
bouwverordening geen aanleiding tot vertraging
zouden geven voor de behandeling, door den Raad,
van de bouwverordening, volgens Art. I der Wo
ningwet, en verzochten wij toezending van de
denitief aan den Raad voor te stellen wijzigingen.
Dit definitieve ontwerp ontvingen wij den dag
waarop de Raad vergaderde en de wijzigingen
goedkeurde.
Wij vernamen dat Gedeputeerde Staten aan
wijzigingen in de bestaande bouwverordening
hunne goedkeuring niet meer wenschen te verleenen.
Wordt vervolgd).
Gemeenteraad.
Voor den Raad zijn nog ingekomen
le. een adres van 20 Maart van A. Timmermans,
waarin hij grond aan de Nassaustraat te koop
vraagt 24 M. lengte, van door Van der Meer
en Vink gebouwde huizen af, tot op pl. m. 30 M.
van de Mauritsstraat.
2e. een adres van A. W. Vaandrager, waarin bij
om gezondheidsredenen eervol ontslag vraagt uit
zijne betrekking van hoofd van school D., met in
gang van 1 Mei a.s.
j