Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ^8dr~rri"8'*-*■ LX zjn Reseer>r 28ste Jaargang. Dinsdag 11 April 1905. No. 8177. eTeS—Br; be Schoolwet-novelle in de Tweede Kamer. Mijnwerkersleven. Officieele Berichten. »i»g 2 m "e 0,ltate»- eS Zd 7 0ndenVijS' Hct is ook W.g gtTw'wT el van een OMecht' «i te FEUILLETON. Hoofd ons r§d ®g8nOVer die enorm© massa van gediend het1°Penbaar onderwijs derstf 6n erenVGel recht heeft op on- ABONNEMENTSPRIJS: ko"d vThijnt dTUjks' uitgezonderd Zon- en Feestdagen en Kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35 ner maanH 1.1°' PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels f 0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12i/j cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor h er h aaldel ij k adverteer en worden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 33. roeïnTS Pen op Sollicitanten naar de betrekking van OndTrwifs^TklS.11001 V°0r gCW°0n lag<5r ninDg! Jverhoeogde m^TlOO 4°°'~ w°- bijzonder onderwijs61! tC"°01 het °Penbaar of elder», indien w' urn 'a §erneente, hetzij «neenteraïï J a n d daartoe door den Ge" ders en dé Sehoord llurgemeester en Wethou- °P het lacrerP n J e Commissie van toezicht Het onderlitc rWflS'JWaard'g wordt gea<*t. ln *rtikel 2 der we!^1 n ,vakken a"k genoemd Sollicitanten j °P at ^er enderwijs. zegelde verzoeWh to ult£enood'£d hunne ge lukken, voleens: J n> met overlegging der burgemeester in f W6t !ereischt. franco aan den enada^rMj op te geven? ™Ór 23 Aprfl e*k* de hoofdakteefverUmde biJ"akten' het jaar waarin trekking en zon teg.enwoordige be- hoofd eener schnni 6* "lcltant niet zelf aan het wien hij werklaam"fvanhetHoofd d'ssement daartoe d^ dl,stri.ct en van het arron- hehoort. school van den Sollicitant «erwi,, d00, van het Km,n i woidt de vrijmaking vaattli^id n ev,gr00tste hülijkhei.l en recht- denke^mg Van haie SCh°len' als de nnders- het 1 - 6n °P Steun v°or de hunne. En men mag W(;r.a ,<X'ne groote onrechtvaardigheid beschou- at die andersdenkenden steun en hulp wei- eev n aai' het hijzonder onderwijs, dat toch ge- ou wordt volgens dezelfde wet, met dezelfde 1 orS0n voor de bekwaamheid der onder- jzeis en met hetzelfde toezicht vanwege den tvil^d' a'S V001 hunne scholen gelden. Maar men 1 dat aan de overzijde niet inzien; hardnekkig V°U lril'n vast aan het stelsel van bevoorrechting u het openbaar, aan dat tot achteruitzetting ah het bijzonder onderwijs. Bij de behandeling an het ontwerp in de Tweede Kamer bleek au liberale zijde niets van ©enige toegevend- _'dd of meegaandheid. Integendeel werden door Uit het Engelsch. 7) Terwijl hij zoo zat en dacht en peinsde, kwa- JUou er acht of tien van zijn troep bij hem en hurkten naast hem neer, met hongerige oogen starend naar de hoopen puin en zand, die de p VeT yicforious" omringden, kijkend naar de Europeanen, die ijverig aan het werk waren, en zo vroegen zich af, wanneer ook zij het op Zouden geven en hun kameraden zouden vol- §on. Want de Chineezen wisten, dat die droge, duif© bergen puin en asch en zand, waarop de uoodsadder en de tijgerslang zich nu kronkel en en sliepen in de middagzon, nog goud ge- iioeg bevatten, om geduldige bewerking te be wonen werk, waartoe de „foreign-devils" .niet in staat waren, wanneer het resultaat hechts vijf pennyweights per dag zou zijn, uit- gewasschen in de heete wateren van de baai, onder een metalen hemelmet meel van „two- Pounds-ten per 50 IK. bag", zooals Dick Scott zei. Plotseling zich wendend tot een zon-verbran- dend, inageren Chinees, naast hem zijn lui tenant verzocht hij} hem den mannen te zeg- sprekers van alle zg. vrijzinnige richtingen niet anders dan bezwaren geopperd, bezwaren welke allen de onaannemelijkheid van de wet moes ten betoogen. Zoo durfden de socialisten, die óók durven poseeren als voorstanders van de vrije school, bij monde van „burger" Schaper eischen, daf het school toezicht d. w. z. het Rijks-toezicht er vbor waken moet, dat de door den onderwijzer beleden beginselen, inbreuk zouden maken op de materie van het onderwijs. Van liberale en vrijzinnig-democratische zijde werd verder gehamerd op bet oude aambeeld der „ongrondwettigheid" van het wetsvoorstel, terwijl mede van diezelfde zijde gewezen werd op bet gevlaar van verdeeldheid onder het volk of der na,tie, door het bestaan van verschillende scholen. Nn ha,d dezer dagen de bekende en goed be spraakte heer Talma, dien wij ook hier eenmaal bet woord hooren voeren, zich tot taak gesteld deze beweringen en tegenwerpingen te weerleg gen, en hij deed dit >1. Dinsdag in de Tweede Kamer op eene wijze, zoo raak en afdoende, dat zijne tegenstanders de striemen daarvan nog lang zullen voelen. Het kan nuttig zijn, ook vo.or onze lezers die rede van den heer Talma in hoofdzaak weer te geven, omdat zij er uit leeren kunnen met welke argumenten vele tegenwerpingen op onze recht matige eischen kunnen weerlegd worden, en zij verder nog meer en meer overtuigd en gesterkt worden in de rechtvaardigheid onzer beginselen en eischen, ten opzichte van het bijzonder on derwijs. Het eerst kwam de heer Schaper aan de beurt, die zou, willen dat een christelijk onderwijzer geen christelijk onderwijs mocht geven. Hem voeg de de heer Talma toe: „De heer Schaper zegt dus eigenlijk dat de vrije school niet vrij kan zijn daarin, waar voor zij wordt opgericht. Immers, wij rich ten geen vrije scholen op voor de aardig heid, of omdaf wij het aardig vinden school bus tuurtje te spelen, maar omdat wij mee- nen dat er voor de kinderen van Christelijke ouders scholen moeten zijn, welke in haar ge- heele onderwijs met de Christelijke beginse len rekening houden. Wanneer het zoover moest komen dat de Overheid een schooltoezicht zou gaan in stellen, hetwelk de bevoegdheid zon hebben in onze scholen te komen en daar op het onderwijs zélf gebiedende kracht uit te oefenen, dan zou, niet alleen ten aanzien van de bizondere school gedaan worden wat niet gedaan wordt jfen aanzien van de openbare, maar dan zou de eigenlijke reden van bestaan vloor de vrije school geheel weggenomen zijn. Trouwens, het is merkwaardig na te gaan hoe de heeren er eigenlijk in hun hart over denken. Dezer dagen hoorden wij den heer ter Laan aanbevelen een brochure van den heer Gerhard te Amsterdam, waarin de' schrijver gen zich gereed te maken, om naar de Creek te gaan en in eenige der poelen te gaan visschen. „ar is veel visch in al die haaien die in de groote rivier (de Burdekin) uitloopen maar ik zal eerst naar de Manken gaan en hun toe stemming vragen. Die groote, zieke man is ons goedgezind en wij moeten geduldig zijn en ons onderwerpen aan de tyrannic der anderen voor een tijd. Maar alles kan nog heM goed met ons afloopen, als ik hem maar alleen te spreken kan krijgen. Bewaak intusschen den troep goed en laat memand het kamp verlaten voor ik terug hen." T,oen, zijn tent binnentredend, nam hii uit een tasch van zeildoek een fleschje, stak het m den zak van zijn pak, en, langs de klip atdalende, begaf hij' zich naar de Dio-gms Rest," fcb Toen hij vlak bij was kwam Grainger ge volgd door den herbergier, het huis uit en ze gingen zitten op ruw gemaakte leunstoelen sa mengesteld uit twee stukken van een kw'eek- oompje, met dwarsstukken, waarvan een meel zak neerslingerde. „Goeden morgen, heeren", zei de Chinees be leefd. „Goeden morgen", antwoordden ze beschaafd, en toen vroeg Grainger, die een zware over jas droeg, Want hij gevoelde 'alweer de huive ring van een nieuwen koortsaanval, hem te gaan zitten en hem te vertellen hoe zijn man nen het maakten. aangeeft hoe het eigenlijk in de bizondere school moest gaan. Het heet daar: „Daarom mag noch kan de Slaat godsdienstonderwijs geven in de alge- meene volksschool. Daarbuiten mogen de ouders hun kinderen laten leeren wat zij willen, ten minste zoolang de Staat den geest van het kind niet even zorgvuldig beschermt als zijn lichaam. Als den ouders v'erboden wordt hun kinderen voor 't 12de of 14de jaar naar 'n fabriek te sturen, of hen anderen toonenden arbeid te laten verrichten, dan acht ik 't niet onmogelijk dat in de toekomst de Staat ook verbieden zal den geest van 'tkind te misvormen, door 't b.v. voor zijn 14de jaar kerkelijke dogma's in te prenten. Zoover zijn we echter nog niet." Neen, Mijnheer de Voorzitter, zei de heer Talma, zoovter zijn wij nog niet. Maar wanneer de socialistische schoolpoli tiek ons naar dat ideaal moet brengen, dan zou ik zeggenverbied dan liever vandaag die vrije school en laa(t ons dan probeeren van die algemeene volksschool te redden wat er Van te redden is. Want wanneer de leuze der vrije school voor hun partij een middel is, om naar dat einddoel te komen en intusschen nog wat kiezers te Vangen onder de arbei ders, dan geloof ik, dat daarmede de zaak van de vrije school in geen enkel opzicht zal wor den gediend. Ik wil du;s constateeren, dat de sociaal democraten, nu het erop aankomt om vier kant te zeggen wat. zij willen, hier wel hun pleit hebben gevoerd voor de vrije school, maar absoluut niet begrepen hebben ik geloof wel dat zij het goed hebben bedoeld waarom onzerzijds eigenlijk de vrije school wordt gevraagd en waarom onze scholen zijn wat ze zijn. De lieer Schaper: Dat hebben wij wel begrepen. De heer Talma: Als u hel. wel begrepen hebt, hebt u de menschen misleid. De heer Schaper: Het is u te doen om anti-revolutionnaire kiezers te kweeken. De heer T a. 1 m aWanneer de sociaal-de mocraten wel hebben begrepen wat de be doeling is met de vrije school, dan hebben zij tegenover het volk met woorden gespeeld, wanneer zij zeidenook wij willen de vrije school. Ik onderstel nog altijd, dat de so ciaal-democraten het niet hebben begrepen, omdat zij over het algemeen eigenlijk geen behoorlijk begrip hebben van wat aan onze zijde wordt gedacht en gevoeld. Daarom ge loof ik, dat de heer Schaper de zaak er niet beter op maakt door te betoogen, dat hij er alles van begrepen heeft. De redenen zullen wel in het duister moeten blijven. Do heer Schaper: Uw bedoelingen zijn nog niet die van het Christelijke volk. Gij lieden zijt verkapitaliseerd. „Oh, dat gaat wel, dank u, sir", antwoordde Ah San, „maar ze zijn nog heel zwak en zul len niet in staat zijn te werken gedurende minstens een veertien dagen. Maar de rust zal hun goed doen, vooral als ze genoeg voedsel krijgen. Ik ben nu, gekomen om te vragen, of u en uw maats het goedvinden, wanneer we wat visschen in de baai. We hebben een klein net," i j J „Zeker", antwoordde Jansen, „wat visch zal hun goed doen, en er zijn er veel in de poe len, nu, de baai zoo laag staat. En in ieder geval willen we ju,llie niet tegenhouden in het verkrijgen van voedsel is het wel, mr. Grain ger?" j „Zeker niet, we hebben geen recht ter wereld om jpllie te verbieden te visschen in de baai, en als -we dit recht hadden, dan nog zouden we er geen gehrujk van maken. We zijn geen beesten." j „Dank, hartelijk dank", zei Ah San en toen, zich tot den herbergier wendend, vroeg hij de zen, of h ij een s.tier te. koop had. Jansen was een wakker zakenman. Hij had een kleine kudde vee, die in het wild rondliep om de baai, en hij was oVerblij een beest jte kunnen verkoopen. i „J© kunt nemen welken je wilt, van de stie ren Je dikste kun je uitzoeken maar con tant." De Chinees haalde zijn beurs te voorschijn, overhandigde hem een bankbiljet van vijf pond De heer Talma: Ik geloof, dat de heer Schaper door dergelijke uitdrukkingen toont, dat de voorraad van argumenten absoluut uitgeput is en dat, waar hij begonnen was mij te interrumpeeren, en hij nu zijn inter ruption niet meer achterwege kan laten, hij in plaats van argumenten leelijke woorden gaat gebruiken." Vervolgens kwamen zij aan de beurt, die over de „ongrondwettigheid" van het wetsvoorstel hadden gesproken, de heeren Treuh (vrijz.-dem.) en Tydeman (oud-liberaal). „De hevigste bezwaren, zeide de heer Talma, zijn ingebracht door de heeren Tydeman en Treub. Ik zal na het betoog van den geachten afgevaardigde uit Goes (den heer Lobman), die vertoogen niet principieel gaan wederleg gen, maar alleen toch zeggen dat de heer Treub telkens zeer ver afwijkt van iemand met wien hij zich anders op dit oogenblik in zoo innige concentratie bevindt, met den, heer Goeman Borgesius. Toen ik den heer Treub allerlei aanhalingen hoorde doen uit de stukken als bewijs hoe wij hier aan deze zijde en ook de regeering waren afgeweken van de Grondwet, werd ik telkens herinnerd aan wat hij een vorig ontwerp in de stukken had ge staan. Waar de heer Treub aanhalingen deed uit de Memorie van Toelichting en het Voor- loopig Verslag, en vond dat dit duidelijk bewees dat deze wet ongrondwettig was, zal ik een aanhaling doen uit een andere Memorie van Toelichting op een wet op het lager onder-' wijs, die niet uw onderteekening draagt, Mijn heer de Voorzitter, maar die van den heer Goeman Borgesius, minister van Binneniand- sche Zaken. Wat staat daar? „Wat de bijdragen of suhsidiën voor hel bizonder onderwijs betreft, zoo is het stelsel der bestaande wet, dat uitgaat van de grond gedachte in zake de bijdrage voor het per soneel hebben openbaar en bizonder onder wijs aanspraak op volkomen gelijkstelling, ook bij dit wetsontwerp behouden gebleven." De geachte afgevaardigde heeft dus als mi nister van Binnenlandsche Zaken zooi weinig gedacht, dat volkomen gelijkstelling van het openbaar en bizonder onderwijs in zake de bijdrage voor het personeel ooit kon zijn on grondwettig, dat hij eenigszins ik zeg niet pralend maar met nadruk er zich op be roemt, dat door zijn voorstel ongerept gela ten wordt de grondgedachte van de wet van '89 die in die woorden wordt teruggegeven. Naderhand zegt hij uitdrukkelijk: „Ook met betrekking tot het herlialingsonderwijs wordt de regel van volkomen gelijkstelling toegepast", en wanneer hij nagaat, dat deze nog niet is toe gepast pp het gebied van den schoolbouw, zegt hij„ten einde de gelijkstelling volkome- ner te maken zal ik de bizondere school bij dragen geven voor den schoolbouw." Het is zelfs zoo kras, jdat waar er van de overzijde als een zeer bedenkelijk toeken op en vroeg wanneer hij het dier kon krijgen. „Binnen een nur, als je het dadelijk wilt slachten; maar het is beter dit niet te doen vóór zonsondergang, in zoo'n weer als dit. Hoe het ook zij, ik zal met een knecht wegrijden om den troep hierheen te voeren. Dan kun je er zelf een uitzoeken er zijn 6 stieren en een paar jonge, vette koeien keus genoeg dus." In minder dan vijf minuten had de herber gier twee paarden gezadeld, en terwijl hij op het eene sprong en het andere bij den teugel leidde, reed hij naar het veld, waar het ma gere paaru bestegen werd door een van de mannen, die daar aan het werk waren. Daama wendde hij zich tot den zieken man en vroeg: „Hebt u,-koorts?" „Ja. Die heb ik opgedaan op de Norman- ton weg in de Gulf Country, zes maanden gele den; ik dacht, dat ik haar kwijt zou raken, maar een maand geleden kwamen de aanvallen weer terug en sedert heb ik me niet goed ge voeld." „Dat kan ik n aanzien en de koorts van de Gulf is heel erg ja, heel erg. Ik weet er, alles van, want ik heli tien jaar lang in /de Gulf County gewoond en heb er zelf ook apn geleden. 1 Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1