Dagblad voor Schiedam en Omstreken. in|t„?riSsnk»„duLiKr„hie" DE OORLOB. isr; °p ",!i °ntass t" 28ste Jaargang. Donderdag 13 April 1905. No. 8179. ".SmigVcd. Kr». r/™ bM"w De onderwijs - novelle in de 1 weede Kamer. Mijnwerkersleven. ABONNEMENTSPRIJS: kost dtl?UjkS' J^gezonderd Zon- en Feestdagen, en week 10 cent FrarT 3 T^611 fi'35' Per maand 45 cent en per per k„„L. straat^'öfTe'n6bi'i8'1!1lo7:Tida7ft)k3 a?pgenomen aan ons Bureau: Boter- ____^__^____^J^ln ren, Postdirecteuren en Brievengaarders. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels f 0.77 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 12t/g cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk ad verteeren worden uiterst lijke overeenkomsten aangegaan. bil- Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Ken n i s g e t i n g. ïnrichtingen ^welkë gevaar, schade of nder bunnen veroorzaken. taKPSb™,'Schiedam, het perceel kedae.er SfL °P dat op Donderdag den 27stpn a i° middags ten 12 ure ten R u P a's,> des zal worden gegeven z® gG genhöld toestaan van da°t verzoek in mT" t6gen het mït6l3 °f s^r^telijk U)e te lichten^6 en60 hierboven genoemd^oD a^9611' vóor het tijdstip van de scliriftm- p, secretai'le der gemeente, hchocrt, «™r het BUrgemiZtCr™ ^ouders voornoemd, Mr. W. H. JANSEN W.B. De Secretaris, V- S1CKENQA «ver^C^ voofgoedT° het herhaaldelijk dTt T mafeert> bliikt bij de „Uberalen" zelven SÏ! f001' zooals het wezen moet. g a"es 18 AJs. V(>orbeeld daarvan wees de heer Talm-, meraam, waar een openbaar onderwijzer moest *1", hij «er onbSd S S (gen het hoofd zijner school. h4lrPf Van het' geval was, zeide de verontschnhl' - lkga'S tot ziine tuied 1,ë.lng We aangevoerd dat hij over- anarchlst was." Nu zegt art. 33 der maakt h8t °nderwi-!s moct dienstbaar ge- aakt worden aan de opleiding tot Christelijke b(» i e deUgden' Dat kunncn, zoo zers n(1 heer Talma' anarchistische onderwij- vbor iroen f11' Waar blijft nu de waarborg beseti i enV1J'S' hoe worden nu de kinderen beschermd' Toch werd de bdoelde onderwijze, maar 'S niet ®ntslagen wegens zijn anarchisme, chef at hlJ ^beleefd was geweest tegen zijn zer Ur het scdloolboofd schijnt tegen de onderwij- Ik 6SCbermd worden; maar de kinderen. de'h Z<m WCl eens willen vragen, zoo besloot hoer Talma, of de heeren, die het Nederland- vertellen, dat de godsdienstige overtui- v'Ui. het volk op de openbare school wordt FE UI LLET O N. Uit het Engelsch. 8). do^'er een med'c'jn> dat u wel goed zal 1en bet zal u in tien dagen genezen, U telkens een zekere hoeveelheid neemt, anneer u de aanvallen voelt opkomen. Maar moet niet meer nemen, dan u helpen kan." „Dank U wel", zei Grainger begeerig, terwijl oj bet. fleschje aannam. „Het is heel vriende- JK van u. Maar misschien hebt ,u het zelf Iwel noodig?" /,Ik heb nog drie of vier flesschen in voor bad. Ik kreeg een dozijn van den dokter in Georgetown, aan de Etheridge River. Dat js man, die alles van koorts pfweet, en ik kan u verzekeren, dat u binnen tien dagei^ een gezond mensch zult zijn. Laat ji mij uw hand eens zien, als 'tu belieft." De Europeaan strekte moedeloos zijn hand naai den Chinees uit uit, die een oogenblik de vingernagels beschouwde,,U zult binnen een paar uur weer een aanval krijgen." „Ja, ze komen meestal als de zon heel hoog Siaat zoowat tegen negen of tien uur." „Dan moet u et nu een ,Van nemen. Kan ik geëerbiedigd, durven beweren, dat het onderwijs in (handen van eên anarchistisch onderwijzer vei lig is, wat de opleiding betreft tot maatschappe lijke en Christelijke deugden. Dan vraag ik verder of een overheidsschool op den duur de volksschool kan blijven, waar een onderwijzer ontslagen wordt, niet omdat hij overtuigd anarchist is, maar omdat hij onbeleefd ls geweest. Naar mijn overtuiging zijn de waarborgen op de bijzondere school beter dan op de open bare. i Wat maakt eigenlijk de school lot school? Niet de muren, niet de «leermiddelen, maar de onder wijzer." Een paar dagen na den beer Talma was de lieer dr. Kuyper, minister van Binnenlandsche Zaken, aan het woord. Deze zou zijn wetsvoordracht te gen de verschillende aanvallers verdedigen, wat hij op uitnemende, kalme wijze deed. Het was, zegt het Het Centrum, een magistrale redevoering, een redevoering gelijk men die van dezen minister mocht verwachten, principieel en zakelijk, argument op argument stapelend, knak kend en brekend het strijdmateriaal der oppo sitie. En' jd'aarbij getuigend van een rust en zekerheid, welke alleen het besef van groote kracht en van de onverwinbaarheid der eigen zaak schenken kan. Spiekende over de beweerde ongrondwettigheid van het wetsvoorstel, bewees de minister zijner zijds uit de eigen woorden den heer Borgesius nog overtuigender dan de heer Talma het reeds deed, hoe ongegrond dit bezwaar wel is. „Ik kan mij, zoo zeide de minister, clan ook geheel nederleggen .bij. wat op bladz. 2 van de Memorie van Antwoord nopens het wetsontwerp van 1901 door Minister Borgesius werd verklaard. „De vraag, of het. stelsel van subsidieering der bijzondere school is overeen te brengen met art. 192 der Grondwet kan naar het voorkomt" hier sprak de toenmalige Minister, de heer Borgesius „thans huiten beschouwing worden gelaten, waar de wetgever van 1889 die vraag in beves tigenden zin heeft beslist." Nog vele andere bewijzen bracht de minister bij voor de zoo goed als algemeen geldende mee ning, dat er geen enkel principieel bezwaar meer was tegen de subsidieering in ruime mate van het bijzonder onderwijs. Zelfs werd in 1901 er kend, dat wat. toen aan het bijzonder onderwijs werd toegestaan, niet was een gevolg van de Leerplichtwet. De heer Tijdeman zeide het toen rondweg: „Wij hebben hier dus niet, alzoo sprak hij, met een gevolg van de Leerplichtwet te doen, maar met een feestgave hij gelegenheid van de invoering der Leerplichtwet." De minister wees .er ook nog op, hoe volmon dig toen erkend werd dat met de neutrale school gebroken was, en dat een anderen weg gezocht moest worden, langs welken de Staat voor vol doend lager onderwijis kan zorgen. „Het is dus volkomen juist, zoo zeide hij, dat de wet van 1901 niet alleen hulpe heeft verleend ter wille van de Leerplichtwet, zij heeft bovendien nog binnen gaan en een glas water halen?" „Ja zeker. Hot is heel vriendelijk van u, zooveel moeite voor mij te doen." Met een glas water terugkeerend, goot fle Chinees een zekere hoeveelheid uit liet. flesch je m het glas en beschouwde piet een glim lach van bevrediging den zieken man, terwijl deze het leegdronk. Toen begonnen Grainger en zijn bezoeker met elkaar te puilen, eerst over nigenieene za ken, zooaJs de toestand van de landstreek tus- schen do Cloncurry en de. Burdekin, jen toen over Chinkie's Flat, zijn vroegere glorie pn zijn 'teigenwoordigen toestand. De open, vrije manieren van Ah San maakten den En- gelsichman spraakzaam, die, dat moest hij zich zelf bekennen, sprak tot een verstandig, kun dig man, die meer wist van Jiet Verre Noor den van Queensland en zijn goudvelden (dan hijzelf. Toen zag Ah San de gelegenheid, waarop hij had gewacht, en dichter naar Grainger toeschuivend, sprak hij ernstig met hem, ver telde hem nauwkeurig den toestand van zich zelf en zijn mannen, en eindigde met hem een voorstel te doen betreffende het werk van de verlaten gronden, en de herstelling van de roestende en oud-versiete „Ever Victorious"- mijn. Grainger luisterde aandachtig en knikte nu en dan met het hoofd, wanneer Ah San hij zonderen nadruk legde op het een of andere andere avances gegeven, de bijdragen uit 's Rijks kas aan de bizondere school zijn verhoogd en wel omdat zulks gegeven werd aan de open bare school, derhalve volgens den grondslag, dat er volkomen gelijkstelling moest zijn tusschen beide." Vervolgens hesprak de minister de waarbor gen voor goed onderwijs op de bijzondere scho len, en toonde aan, dat die in de wet van 1889 reeds voldoende gegeven werden. En hij Voerde ook twee getuigenissen aan, door den minister Borgesius in 1901 gegeven, luidende: „Tot verscherping van het toezicht van den Staat, op het bijzonder onderwijs bestaat geen aanleiding"en„Er bestaat alzoo voldoende zekerheid, dat het onderwijs volgens den roos ter v,an lesuren voldoet aan de bij de wet ge stelde eischen, terwijl het schooltoezicht in staat en verplicht is toe te zien, dat daarvan niet wordt afgeweken." Wat wil men nu meer, en wat beteekent daar bij vergeleken het geroep in de Kamer om meer waarborgen voor goed onderwijs op de bijzondere scholen? Maar de minister wees er op, dat thans tóch weer meer waarborgen worden aan geboden. „Men heeft altoos gezegd, zeide hij, de reden waarom uw onderwijs niet zoo goed kan zijn als het openbare, is te zoeken in de fatale po sitie van uw onderwijzers; dezen missen alle rechtswaarborgen. En wat doen wij nu? Wij komen tot de Staten-Generaal en zeggen: wij wenschen, ook wat de positie der bijzondere onderwijzers betreft, te geven, al de waarborgen die zich geven laten. Vooreerst, dat zij behoor lijk gesalarieerd zullen zijn; in de tweede plaats, dat er een dien.stcont.ract tusschen hen en hun schoolbesturen zal bestaan; eindelijk dat er een recht van appèl zal wezen bij ongevraagd ont slag van onderwijzers. Daaraan wordt dan nog toegevoegd de eisch, dat er een leerplan zal wor den medegedeeld, terwijl op het stuk van den schooibouw, wij de mitsdien te ruime voorschrif ten, klie thans gelden, voor de nieuw te bouwen scholen willen verscherpen. Ik wil dan ook wel eerlijk bekennen, zeide de minister, mij te hebben gevleid, dat van li berale zijde zou zijn erkenddat is royaal. Maar niets daarvan, Mijnheer de Voorzitter 1 Neen, dat beteekent alles niets." Algemeen Overzicht. 13 April. De Russische en Japansche vloot. De strijd bij de Anambas eilanden. De strijdkrachten. Berichten spre ken elkaar tegen. Hoe men te St. Petersburg over den toestand denkt. Beide Russische smaldeelen veree- nigd. Voorzorgsmaatregelen tegen een torpedoaanval. Spionnen. Naar Wladiwostok. Er is tot nog toe geen enkel nader bericht punt. Aan het eind van een. gesprek van een uur lang, hoorden ze zweepslagen van den her: bergier en het gerinkel van vee-belletjes, pn de Chinees stond op en stak zijn hand uit. „Goeden morgen dan, mr. Grainger, ik hoop, dat u er in slagen zult uw makkers te over tuigen, dat we best allen tezamen kunnen wer ken." „Dat geloof ik zeker. We hebben zooveel te doen, en jij1 en je mannen kunnen ons helpen, en wij kunnen jullie helpen. Kom van avond nog eens even aan, dan zal ik je het resultaat van mijn onderhoud met hen mede- deelen." HOOFDSTUK V. t De wederopstanding van de „E ver Victorious." Om zes uur 's avonds was Grainger aan het eene eind van de ruwe eettafel in de „Digger s Rest" gezeten, met eenige couranten voor zich. Aan het andere eind zat Dick /Scott, en de overige mannen zaten aan de zijkanten, bun pijpen rookend en zich afvragend wat pr nu weer boven hun hoofd hing. Grainger liet ze niet lang in onzekerheid. Hij legde zijn pijp uit zijn mond, legde die op de tafel en maakte dadelijk een begin met zijn voorstel. Hij sprak tot ben, ^lsof hij een ontvangen van den strijd, die bij de Anambas- eilanden gevoerd zou zijn. Het bericht, dat het daar reeds tot een bot sing zou zijn gekomen, kan zeer goed waar zijn, daar de bron alleszins betrouwbaar is. Ook de correspondent van de Nieuwe Courant te Ba tavia seinde gister, dat er in den omtrek der Anambas-eilanden gevochten werd. Ten aanzien van de strijdkrachten die thans reeds in botsing gekomen zouden zijn, beschikt men nog oVer geen enkel betrouwbaar bericht. Of de strijd bij de Anambas-eilanden nog maar een torpedo-aanval is, of Togo's vloot zich reeds daar heeft saamgetrokken men weet er nog niets van; de Japanners hebben, zooals altijd, hun bewegingen zeer goed geheim weten te hou den. Maar zelfs van de samenstelling der Rus sische vloot is niets met zekerheid bekend, hoe wel toch een groot aantal schepen Singapore voor bijgevaren zijn. Het is niet eens zeker of de zware Russische pantsersohepen er wel bij zijn. De berichten dienaangaande, uit verschillende bron, spreken elkaar vierkant tegen, misschien wel met opzet. Men dient dus nadere berichten af te wachten. Te St. Petersburg is men op het oogenblik zeer gerustgesteld door het bericht, dat alle schepen van Rozjestwenski's vloot thans bijeen zijn getrokken. Men begreep al niet, zoo seint de correspon dent van de Londensche Times te Petersburg, waarom Rozjestwenski de onvoorzichtigheid be gaan zou hebben, zijn vloot te splitsen, terwijl hij de Oost-Indische wateren instoomde. Het is nu duidelijk dat Rozjestwenski den In- dischen Oceaan is overgestoken zonder op Ne- bogatóf te wachten, omdat het onmogelijk zou zijn, kolen te laden of de torpedojagers op sleep touw te nemen tijdens den moesson. Er bevinden zich acht of negen torpedojagers bij Rozjestwens ki's eskader, en geen bij dat van Nebogatof. Waarschijnlijk (zoo denkt men te Petersburg, volgens den Engelschen berichtgever) zullen zij in de Nederlandsche wateren ten nooTden van Sumatra kolen innemen, en dan op Nebogatof wachten. Deze laatste moet daar over een dag of tien aankomen, maar zal wel vertraging heb ben als het weer ongunstig is, omdat de drie pantserschepen, voor de kustverdediging bestemd, een laag boord hebben. Het Russische marinebestuur vertrouwt dat Rozjestwenski de beste voorzorgsmaatregelen zal nemen tegen een torpedoaanval; toch begrijpt men dat dit gevaar groot blijft, en men hoopt ernstig, dat de admiraal zijn schepen zoo min mo gelijk op eenzelfde plaats zal laten liggen. De Daily Telegraph .vernam gisteren uit St. PetersburgVolgens berichten jn de pers, krioelt het langs de kust van Malakka van door Japan bezoldigde spionnen. Er .moeten vele Engelschen onder hen zijn. Uit Petersburg wordt aan de Standard geseind Vele deskundigen gelooven dat de Russische vloot zonder vechten Wladiwostok zal bereiken der hunnen was, met een eenvoud van uit drukking en taal, welke hij wist, dat tot hun gezond verstand en oordeel zou doordringen, beter dan een met zorg voorbereide speech. „Nu jongens, ik heb jullie iets ,te zeggen, en dat zal ik dan ook maar zoo gauw mo gelijk doen. Geen van jullie weet iets van mij af, buiten hetgeen ik jullie zelf verteld heb maar ik geloof niet, dat een ,van jullie zal denken, dat ik een man ben, die zwendel voor had toen ik het oude ding kocht, is het £oo niet?" - „Vooruit, master", zei Dick Scott, „we heb ben nooit zoo iets gedacht. We hebben al leen gedacht, dat u uw geld in t wild ver kwistte." Grainger lachte zoo hartelijk, dat zijn toe hoorders meelachten. Daarna vervolgde hij „Neen, ik gooi mijn geld niet jveg, jongens. Ik ben van plan geld te maken van dit veld, net als jullie zelf ook. Maar we hebben niet genoeg werklui. We hebben meer mannen noodig, huurmannen; zoo dadelijk zal ik .ver klaren, waarom we die noodig zullen hebben. Maar laat ik jullie eerst eens toonen, wat ik gisteren verkreeg uit dat puin." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1905 | | pagina 1