Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Dienstboden.
OMBSChlOOBlS.
D
28ste Jaargang
Dinsdag 16 Mei 1905.
No. 8206
FEUILLETON.
Algemeen Overzicht.
P
De Russische en Japansclie vloot.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
"ost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
s raat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1—6 regels 0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12i/j cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk ad verteer en worden uiterst
lijke overeenkomsten aangegaan.
bil-
Telefoonnuininer 85. Postbus no. 39.
so n Z^n me' de herziene regeling der per-
nee e belasting ook de bepalingen omtrent de
lee^1 °^en ®ewijzigd. Vrijstelling werd o.a. ver-
n voor dienstboden onder 18 en boven 20jaar
voor de eenige (vrouwelijke) dienstbode in een
0fZ10.. nie^ drie of meer kinderen onder 20 jaar,
h een weduwnaar of iemand wiens vrouw
^ens ziekte elders wordt verpleegd.
liik 6 ,belaStinS bedraagt voorts voor elke vrouwe-
e* dienstbode van 18—21 jaar f 4, voor oudere
tal* °Pk''mmend bedrag naar gelang van hetaan-
en ten minste f 6 voor één. Voor eiken
annelijken dienstbode moet f 12 worden be
taald.
Onder deze regeling is het verloop in de
s Jaren 1897 tot 1903, gedurende welke
e evolking met 8.51 pCt. toenam, aldus ge-
geweest
dienstboden. 1897 1903 verschil.
rouw. onder 21 j. 21.547 21.079 2.17 7„
boven 21 j60 858 67 069 10.21
t ^nnelljke 49u 4597 g 39
Per loon 87"316 92"745 6'22"
S 1U0° ,nw1758 1721 - 0.37
e gezinnen met d.
id.bpVeïoon 49.930 54.983 10.12
Dit st mW' 1008 1107 9"82
vrouweUike^d'l6en °ns' dat het getal jeugdige
dat 1 thenstboden is verminderd, zoomede
v„;. 6r niannel(jke dienstboden, de laatste zelfs
vrt) sterk.
Daarentegen vinden wij bij de vrouwelijke dienst-
0 en boven 21 jaar een stijging met 10.21 pCt.,
8011 verhouding die de toeneming der bevolking
Inet 1 s te boven gaat.
De verklaring van deze cijfers zal wel deze zijn,
at het getal vermogenden die mannelijke dienstbo-
8n bielden, aanmerkelijk is gedaald en datvelejonge
vrouwelijke allengs door oudere zijn vervangen of
a t ïans niet weggezonden wanneer zij den leeftijd
r*0 jaren hadden bereikt en in de hoogere
lasting vielen.
Nog duidelijker blijkt dit uit de groote stijging
Van het aantal gezinnen die «duurdere" dienst
elen (boven 21 jaar) hielden, met 10.12 pCt.,
Us °°b veel sterker dan de bevolking toenam,
statistiek leert ons ook hoe het gesteld was
Tiet het aantal dienstboden boven 21 jaar, één of
meer in de gezinnen. Verreweg de meeste gezin-
nen badden in beide jaren slechts één dienstbode,
vvaarvoor belastig moest worden betaald. De cijfers
^aren aldus
Gezinnen met 1897 1903 verschil.
eéa dienstbode39,219 43,563 11.08
tvvee id7775 8402 8.06
drie 'd1826 1907 4.44
boven drie 1110 1111 0.99
Alleen het aantal gezinnen dat meer dan 3
'snstboden (ook mannelijke) hield, is dus met 1
Ogenomen. Dat der overige is vermeerderd en wel
ftiet 2 dienstboden ongeveer even sterk als de
4)
.Ik liet mij echter door haar houding geens
zins afschrikken, want een vermoeden was bij
nüJ opgerezen, waardoor de woorden en wijze
van handelen van mijnheer Winchester eeriigs-
zins tot klaarheid kwamen en wanneer zich bij
®en detective eenmaal een vermoeden gevormd
heeft., dan gaat hij daar onverbiddelijk ;>p door,
totdat, het door de voor den dag getreden feiten
onjuist is gebleken of nader bevestigd pn in
Vaste overtuiging is overgegaan. 1
„Mevrouw, uw verlies is zeer groot en eischt
van de politie een snel en krachtig optreden,
'anders is alle kans op herstel verkeken. Is
hot u niet opgevallen" en ik zag hierbij het
]onge meisje, flat ik door mijn veranderde po
sdie weer goed zien kon, scherp aan „dat
het in lieder gevial vreemd is, dat willekeurige
dieven, die pp deze gevaarlijke en openlijke
wijze hun bedrijf uitoefenen, 'zoo juist het
oogenblik geweten hebben, waarop zij met /suc
ces hun zoo gewaagden slag konden staan. Deze
inbraken, die, zooals u reeds opmerkte in den
laats ten tijd zoo veelvuldig zijn voorgekomen,
bevolking steeg, en dat met één dienstbode 40
pCt. sterker dan de toeneming der bevolking. ïn
die 6 jaren is derhalve allengs een veel aanzien
lijker aantal gezinnen dan vroeger in staat ge
weest de hulp van één dienstbode (boven 21 jaar)
te bekostigen. Beide verschijnselen zijn van betee-
kenis. Het getal zeer gegoeden, die zich de weelde
van een groot getal dienstboden kunnen getroos
ten, is naar verhouding tot de bevolking afgeno
men, maar onder de ontzaglijk grootere groep
van personen met beperkte inkomsten is de wel
vaart uit het houden van één dienstbode blijken
de, vermeerderd.
Gaan wij ook hier de verdeeling na over de
provinciën en gemeenten, dan komen wij tot de
volgende verhoudingscijfers (percentage van de
aantallen over het geheele land)
03 «O I g o3
Provinciën. g t'0 3 5 £L S
N.-Brabant. 10.73 6.27 8*09 7.69 7.88
Gelderland11.01 10.81 10.96 11.51 12.34
Z.-Holland.22.80 20.57 27.77 28.56 27.23
N.-Holland 19.10 23.02 23.82 24.37 22.66
Zeeland4.13 3.71 3.01 2.72 2.97
Utrecht4.92 6.23 6.13 7.06 8.14
Friesland. 6.49 6.41 5.03 4.31 4.47
Overijsel6.54 4.92 4.08 4.02 4.43
Groningen.5.77 7.63 6.03 5.03 4.88
Drente2.93 1.74 1.33 1.17 1.33
Limburg.... 5.58 2.69 3.75 3.56 3.57
Het Rijk.. 100.— 100— 100.— 100.— 100.—
Gemeenten
boven 20.000
inw36.99 51.62 57.35 58.82 52.53
5001—20.000
inw29.32 27.07 23.44 22.78 23.85
onder 5001
inw33.69 21.31 19.21 18.40 23.62
~100.— 100.— 100.— 100.— 100.—
Grootste gemeenten
Amsterdam10.07 12.16 14.40 12.89
Rotterdam6.55 6.83 67.1 5.81
's-Gravenliage4.19 8.20 11.70 12.30
Utrecht2.03 3.15 3.52 3.31
22.84 30.34 36.33 34.31
Wij vinden dus alleen in de provinciën Zuid-
Holland, Noord-Holland, Utrecht en Groningen
een aanzienlijker percentage voor de jeugdige
dienstboden dan de bevolking aanwijst. In Bra
bant, Overijssel, Drente en Limburg is het ver
daaronder. Hetzelfde geldt van dienstboden boven
21 jaar, behalve wat Groningen betreft, waar,
evenals in Zeeland, Friesland en Drente, naar
verhouding meer jongere dan oudere worden ge
houden.
Gaat men de groepen van gemeenten na, dan
blijkt het dat 'die boven 20.000 inwoners met
slechts ruim 1I3 der bevolking in alle opzichten
ruim het dubbele aanwijzen van de percentages in
alle overige gemeenten. In de eerste zijn dan ook
de meeste gezinnen die meer dan één dienstbode
hebben tot nog toe allen plaats gehad op het
uur, dat de familie vermoedelijk aan het mid
dagmaal zit, terwijl men hier juist het tijd
stip heeft (gekozen, dat men zich weer naar bo
ven begeven ihad en daarenboven, het gas brand
de in deze kamer, nietwaar?"
„Ja.
„En de gordijnen waren neer?"
„Zoodat de dief, voordat hij op het bordes
en vandaar in de kamer geklommen ,was, alle
reden had pm te vermoeden dat er iémand in
die kamer was, tenzij de een pf ander, die be
ter op de hoogte kon zijn dan hijzelf, hem het
tegendeel heeft kenbaar gemaakt."
Mevrouw staarde mij met groote oogen pan
en lachte heel fijn en sarcastisch, /toch op dat
oogenblik nam ,ik niet zoo zeer haar op, als
wel de jonge Plhilippa. Niettegenstaande deze
zeer bescheiden was en de staat, waarin zij
verkeerde, haar noopte tot zelfbedwang, deed
zij een stap vooruit, toen ik dit zei en opende
haar mond, alsof zij plotseling zich in het ge
sprek wilde mengen op een wijze, die noch pver-
eenkwam met hare bescheidenheid, noch met
de rol van onverschilligheid, die zij tot nog
toe had aangenomen; maar een seconde na
denken was voldoende om die hartstochtelijke
opwelling te onderdrukken en een oogenblik
later ging zij zachtjes de kamer uit.
Ik boog mij voorover tot mevrouw .Winches
ter en fluisterde:
houden boven 21 jaar. In de gemeenten onder
20.000 inw. houdt men naar verhouding veel meer
jonge, dan oudere dienstboden.
Wat de vier grootste gemeenten aangaat, te
zamen brengen zij wegens dienstboden ,/3 op van
dit geheel, ofschoon de bevolking slechts ruim 1/5
bedraagt. Vooral 's-Gravenhage heeft hier hooge
cijfers, wat de opbrengst aangaat bijna zooveel
als Amsterdam. In de residentie waren dan ook
550 gezinnen met 3 of meer dienstboden (57
dienstboden boven 10, elk belast ad f50), terwijl
er te Amsterdam slechts 483 zulke gezinnen ge
vonden werden en geen enkel meer dan 9 dienst
boden had.
Te Rotterdam, dat ook hier weder lage ver
houdingscijfers toont, werden slechts 230 gezinnen
aangetroffen met drie of meer dienstboden en
geen boven 9te Utrecht 120 gezinnen, waar
van 1 met meer dan 9.
De hoogste percentages van belastbare gezinnen
met één dienstbode kwamen voor in de provincie
Groningen (92.58) en Friesland (91.11). Utrecht
had slechts 75%, omdat daar in verhouding de
meeste gezinnen met meer dienstboden werden
gevonden. In Noord-Brabant en Drente is het
hoogste aantal dienstboden in één gezin 6in
Zeeland en Limburg 7, in Groningen 8.
16 Mei.
Nu, ,er op het Oogenblik geen nieuws van |de
Russische pn Japan sche; vloot Valt te vermel
den, kan men dagelijks in de groote bujten-
landsche /daden zeer uiteenloopende beschou
wingen lezen over den naderenden zeeslag..
Een beschouwing, welke thans 'zeer de pan-
dacht .trekt, 'is die van den hekenden Russi-
schen Jcapitein Klado.
Kapitein Klado is van oordeel, dat Rozjest
wenski en Nebogatof zich 'reeds met elkaar
vereenigd hebben, en hij 'acht een spoedig ver
trek yan de eskaders naar het noorden waar
schijnlijk, tenzij Nebogatof nog eenigen tijd /mo
di g .heeft voor herstellingen 'aan zijn schepen,
na hun grooten tocht 'over den pceaan.
De ,vereenigde smaldeelen zullen, naar Kla
do verwacht, herhaaldelijk door 'torpedobooten
aangevallen worden voordat zij de Japansche
kust .bereiken, waar zij opgewacht worden door
Togo, wiens betrekkelijke zwakte aan pantser
schepen ,meer dan opgewogen wordt door (zijn
sterkte ,aan goede gepantserde 'kruisers. Klado
is niet zeker van het vergaan der Jasjima,
maar wel is hij 'overtuigd dat do Wladimir Mo-
nomack en Dmitri Donskoj volstrekt nutteloos
zijn.
Maar al behaalde Rozjestwenski een over
winning, jzoo zegt Klado, dan zou hij nog moe
ten oppassen voor de 'torpedobooten en de mij-
„Wil die jonge vrouw verzoeken om buiten
op het portaal te wachten en zeg haar, dat zij
de deur openlaat; ik wensch niet, dat iemand
die mijn laatste opmerking gehoord heeft, juist
thans uit mijn gezicht gaat, hoe betrouwbaar
die persoon ook zijn moge."
Mevrouw Winchester keek verbaasd en zag
mij aan met een uitdrukking in haar oogen,
alsof ik haar verzocht had een muis te belet
ten 0;in weg te loopen van .onze conferentie;
maar zij deed toch, wat ik vroeg, doch op zulk
een koude en bevelende wijze, dat daaruit dui
delijk bleek, dat, hoezeer zij de diensten van
de handige en bevallige Philippa op prijs stel
de, zij toch geen werkelijke genegenheid voor
haar koesterde én niet het minste belang in
haar stelde, dan voor zoover het voortsproot
uit een waardeering van haar werk. Was deze
verhouding de schuld van mevrouw Winchester
of van Philippa? ik had geen tijd om |dat uit
te maken. Op de lijdzaamheid van de laatste
moest men misschien niet al te veel staat ma
ken, vooral niet als, hetgeen ik zoo half en
half vermoedde, er een zekere band bestond
'tusschen haar en de dieven, die de juweelen
gestolen hadden. Terwijl zij daar nog stond,
zóó dat ik h.aar goed zien kon, stelde (ik de
vraag, die door den ernst der omstandigheden
zoo allernoodzakelijkst was geworden
„Mevrouw Winchester, is er iemand in uw
huis, die u in staat acht, medeplichtige te pijn
Van de roovers?" t I
nen, en er is 'niet veel kans dat hij Wladi-
wostok bereikt zonder verliezen geleden te heb
ben. Alle overgebleven schepen 'zullen overi
gens .herstellingen moeten ondergaan, die niet
gemakkelijk uit te voeren 'zullen zijn, .terwijl
Togo ,de talrijke havens 'bij de hand heeft juit
welker pmtrek hij zich niet heeft laten verlok
ken .door de kans, 'Rozjestwenski met succes
te bevechten voor de komst van Nebogatof.
De zenuwen van den oorlog.
In het Japansche tijdschrift Taiyo geeft een
Japansch bankièr eene beschrijving over de Ja
pansche leeningen en de uitgifte van oorlogsbons,
in één woord over de oorlogsfinanciën.
Verleden jaar, zegt de schrijver, bedroegen de
militaire uitgaven 570,000,000 yen. Van dit
bedrag was een som van 170,000,U00 yen gevon
den op de vei hooging van inkomsten en bezuini
ging der administatie. De overblijvende 400,000,000
yen kreeg men door leeningen, waarvan 280,000,100
in het land en 100,000,000 in het buitenland ge
plaatst werden.
Driemaal, sedert het begin van Oen oorlog,
heeft de Japansche regeering haar toevlucht moe
ten nemen tot buitenlandsche teenmgen.
De Japansche bankier schat de oorlogskosten
voor 1905 op 700 millioen yen, waarvan 200
millioen zullen gedekt worden door nieuwe be
lastingen of door bezuinigingen op de admi
nistratieve uitgaven, die, naar beweerd wordt,
eenige millioenen kunnen bedragen, vooral wat
het oorlogsdepartement betreft, tieieend zal moe
ten worden een bedrag van 500 miliiuen yen, en
wel 300 millioen door biimenlandsche inschrij
vingen en voor het restant zal men zijn toevlucht
nemen tot het buitenland.
Om den oorlog te kunnen voortzetten tot Maart
van het volgend jaar acht de regeering een bedrag
van 1 milliard 270 millioen yen (1£ milliard 125
millioen gulden) noodzakelijk. Eindigt de oorlog
vóór dien tijd, dan behoeft Japan alleen dit bedrag
af te sluitenduurt de strijd langer, dan zal het
successievelijk nieuwe leeningen moeten aangaan,
tot een bedrag van ruim een milliard yen.
Na een oorlog van twee jaar zou de Japansche
schatkist derhalve bezwaard zjjn met de enorme
som van 2 milliard yen (ruim 2£ milliard gulden),
hetzelfde bedrag dus als Frankrijk in 1871 aan
Duitschland als oorlogsschatting moest betalen.
Hier komt echter nog bij 370,000,000 yes, die zijn
uitgegeven bij het begin van den tegenwoordigen
oorlog.
De groote vraag is nuKan Japan deze groote
oorlogslasten dragen
De Japansche nationale rijkdom wordt geschat
op 15 milliard yen. De Japansche leeningen, door
dezen ongelukkigen oorlog noodzakelijk geworden,
vormende een bedrag van 2| milliard yen, staan
dus in een verhouding van 10£ procent tot den
nationalen rijkdom.
Voor Rusland bedraagt 't percentage 10.48%,
voor Engeland 10.48%, voor Frankrijk 10.47%,,
voor Oostenrijk en voor Italië 10.50%.
De vraag verraste haar ten zeerste, zij maak
te een beweging Van schrik en de blos ^er-
scheen weer op haar wangen. „Ik begrijp u
niet" begon zij; doch spoedig herkreeg zij
hare zelfibeheersching en op zachten, maar (ia-
drukkelijken toon zei zij„Neen, hoe kunt u
aan zoo iets denkenhot is het werk van inbre
kers van beroep ep van niemand anders."
Ik maakte een lichte*, doch volkomen (be
grijpelijke handbeweging naar het portaal.
„Wie is /dat meisje?" vroeg ik.
„Philippa? Mijn kamenier", antwoordde zij,
zonder het minste teeken, dat zij eenig begrip
had van, veel minder doelde in ,tnijn vermoe
den, hetwelk ik vreesde misschien te hebben
laten bemerken door mijn vraag scherp te stel
len „of liever" verbeterde zij een weinig sar
castisch, „zij is, wat men gewoonlijk noemt
een juffrouw van gezelschap, daar zij voldoende
opvoeding genoten heeft, om mij voor (be lezen,
als ik in de stemming ben, pm t© luisteren en
zelfs om piano te spelen, wanneer wij wat mu
ziek in huis willen hebben."
De kille onverschilligheid van dit antwoord
stempelde mevrouw Winchester tot iemand van
meer elegance dan gevoel, maar aangezien dit
mijn vrij onaangename taak heel wat vergemak
kelijkte, zou het ondankbaar zijn daar pannier-
king op te maken.
Wordt vervolgd
P? cr CfQ cr s
lT" o_. P
„Ja."
j