Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Haar vriend.
Een Oordeel.
DE OORLOG.
28ste Jaargang
Vrijdag 14 Juli 1905
No. 8253.
Officieele Berichten.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
FEUILLETON.
Algemeen Overzicht.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dage.ijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.1 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels ƒ0.77 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 12'/a cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk ad ver teer en worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85.
Postbus no. 39.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien art. 98 der Kieswet,
rengen ter kennis van de ingezetenen, dat de
R Qcessen-verbaal, bedoeld bij art. 93 dier wet,
pla °P 8en ^Bden Juli j.l. in deze gemeente
ve VS .^e'lac' hebbende Herstemmingen voor de
0D ez*ng van vijf Leden van den Gemeenteraad,
Red secretarie der gemeente ter inzage zijn
ra ?.r£elegd, en dat afschriften daarvan aan het
««adhuis zijn aangeplakt.
bak 's Biervan afkondiging geschied, waar het
ueh°ort, den 14den Juli 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
lA^e'et °P ('e art'kelen 18 en 19 der wet van
September I860 staatsblad no. 138), gewij-
'gd bjj de wetten van 29 Maart 1877 staatsblad
v.0'. ^B), 15 April 1866 staatsblad no. 64), 10
f1 1890 staatsblad no. 83) en 22 Juli 1899
staatsblad no. 175;
brengen ter openbare kennis, dat de bij art. 17
ler wet bedoelde lijst, bevattende de namen van
RWoners, die voor het verleenen van inkwartiering
en onderhoud in aanmerking komen, heden is
aangeplaktdat die ljist van heden tot en met
27sten Juli a.s., ter secretarie der gemeente,
'deeling B, voor een ieder ter lezing is nederge-
®8o, alsmede dat de bezwaren tegen die lijst
chriftelijk aan hen moeten worden ingediend
'nnen 14 dagen na laatstgenoemden datum.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
Dehoort den 14den Juli 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Herziening van de belastbare
opbrengst der gebouwde
eigendommen.
5, De Burgemeester der gemeente
Gezien art. 26 der wet van 2 Mei 1897 (Staats-
no. 124)
Drengt ter kennis van belanghebbenden dat
one algemeene opgaaf van den inhoud der ken-
lsgevingen, bedoeld bij die wetsbepaling, omtrent
6 herziening van de belastbare opbrengst der
Bebouwde eigendommen volgens art. 2 der wet
.au 11 Januari 1904 Staatsblad no. 5) in de
Rdastrale gemeente Schiedam, onder bijvoeging
an den kadastralen legger en de plans, op de
ecretarie der gemeente is neergelegd ter koste
loze inzage van belanghebbenden gedurende
wintig dagen na heden.
Afgekondigd te Schiedam, den 14den Juli 1905.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
Op Woensdag, den 26 Juli 1905, zal door de
0tbtnissie voor het schattingsdistrict Schiedam of
27)
"Een edelman? Een Amerikaan?" Lady Blan-
uhernain trok haar mondhoeken naar beneden
bewoog eens haar schouders.
'.Een aristocraat, een patriciër", zeide John.
Gekheid zeide lady Blanchemain. „Ameri
kanen en Australiërs zijn alles wat ge wilt,
n>aar dat niet."
Jolhn lachte. „Onze aardige Bribsehe manier
?111 Australiërs en Amerikanen oyter dezelfde
kam te scheren is vermakelijk", zeide hij,
»de nakomelingen Van gedeporteerde misdadi
gers en <je nakotnel ineen van de Pelgrims
lathers."
"Is die Winbhoirpe efen afstammeling van de
elgriin Fathers?" vroeg lady Blanchemain
droogjes,."
»la, dat is hij", zeide John. „Hij stamt Van
Gen Verschillende personen af, die de eerste
Ile,s met de „Mayflower" deden. En hij be-
kit nog het land', dat het jaar daarna door
?e Indianen aan zijne familie werd geschon
ken. I)at is' toch een aanbeveling bij u een
^^mf&eibeoken, bezit Van bijna driehonderd jaar.
door een of meer harer leden van des voormiddags
10 ure tot des voormiddags 12 ure zitting worden
gehouden in het raadhuis te Overschie tot het
geven van mondelinge inlichtingen aan hen,
die zich daarvoor aanmelden.
{Slot.)
Verder lezen wij:,
„Alles werd ook gedaan om de kerkelijke schei
ding ook in het sociale leven te doen doordrin-
gten. Dan kunt ge hegrijpen, dat men zich met
die fijnen wilde inlaten. Dominé's en dergelij
ke n waren van zelf belachlijk; men stond veel
te hoog voor vriendsdhappelijken omgang met
zulke lieden. Orthodoxen konden zeer goed be
merken dat ze in „liberale" kringen niet altijd
welkome gasten waren. Fijn gevoel in het ont
zien .van de denkbeelden van anderen was ook
lang niet algemeen. Men bevorderde dus op al
lerlei wijzen de scheiding van de wereld in twee
kampen, die geen de minste, voeling of aanraking
met elkaar hadden, en het eene kamp moest
dan zijn da.t der regeerders, het andere dat der
geregeerden. Is hei, niet begrijpelijk, dat de laat-
sten wel eens naar andere leidslieden omzagen,
dat ze het gevoel kregen, da,t die! libetrale be
windsmannen toch eigenlijk alle machtiging van
Gods wege om te pegeeren, misten, zonder welke
naar hunne misschien bekrompen, maar in ieder
geval natuurlijke, en in den loop der peuwejr
in de ziel als ingeroeste opvatting geen pnkel
mensch regeeren mag? Was het ook niet bei
grijpelijk dat de twijfel bij hen opkwam of hun
heiligste en hoogste, belangen in zulke handepj
wel veilig waren? O de, toestand was zoo ern
stig, de stand in de maatschappij die door geboorte
en opvoeding tot regeeren in de eerste plaats
was aangewezen, maakte zich hij het volk als
regeerders steeds meer onmogelijk.
En dan staan me daar die onmoozele vrij-
denkertjes de kloof, die ze zelf nutteloos wij-
der maakten, te item pen met ee.n tooverformule
scheiding van godsdienst en staatkundeIk weet
zeker, men begrijpt van zulke zaken nu nog
niets."
Treffend is ook de schets, welke de hoog
leeraar geeft van den kleinen buT|gle'r, den echt-
geloovige, die geen hóóge belanglejh Verzaakt, ,al
zegt gij hem de klandizie pp. „Het geloof der
kleine Nederlandsche burgerij," getuigt deze li
beraal, „is gebleven de hechts te grondpijler van
den Nederlandsöhen Staat te zijn."
„Omverwerping van het gezag stuit af ,op flc
ernstige godsdienstige levensbeschouwing van den
kleinen Nederlandschen burger. Ik zie niet, hoe
men zulk een eenvoudige historische waarhejd,
zou kunnen loochenen. En ziet ook eens welk
een plaats die burgerij in onze maatschappij in
neemt. Haar kracht is het, die een belangrijk
„Voorvaderlijk grondbezit is altijd een aan
beveling1", zeide de dame voorzichtig.
„'Daarbij1", vervolgde John losweg, „is hij ook
baronet."
Lady Blanchemain ging rechtop zitten. „Een
baronet?" zeidie zij1- „Een Amerikaan?"
„Helaas ja," zeide1 John, „een gewoon Ame
rikaan. En zijn adelbrieven datéeren van 1612
en zijn (door Jakobus I gegeven. Dus dat gaat
nogal. Maar hij gebruikt den titel nooit. Hij
beweert dat die verloren is gegaan in een hoo-
ger waardigheid."
„Wat vOor ihooger waardigheid?" vroeg zij
het voorhoofd fronsende.
„Die van Amerikaansch burger", lachte John.
„(Ba!" zeide zij1 ongeduldig.
„En daarbij", vervolgde John vroolijk, „behal
ve dat hij van de Pilgrim Fathers afstamt, stamt
hij langs een andere*» lijn af Van den voornaam-
sten adel der zeventiende eeuw. Bovendien is
hij nog een nakomeling van Alfred den Groote,
met uw .verlof. Hij is maar een Amerikaan,,
maar hij kan zijn afstammeling in de rechte linie
bewijzen van Alfred den GrooteIk heb altijd
een verfijnd pn innig genoegen gelhad, wan
neer ik Engelsche "lui, lui van gisteren, hem
zag patroniseeren."
„Je hebt mijn kennis vtermeetderd", zeide
lady Blanchemain (grimmig. „Ik wist niet dat
er adellijk .bloed in Amerika was. Praat dit
wonderbare personnage ook door zijn neus."
„Neen, jammer .genoeg met," zeide Joihn. „Ik
gedeelte van de geringste volksklasse, verhinderd
„het grauw" be worden;. Zij heeft naar bene
den toe ge.en scherpe grenzeln, haar geest straalt
tot in de laagste lagen der samenleving. Zij
trekt veel naar zich toe, wat anders reddeloos
zou verloren gaan."
Maar de „waanwijze vrijdenkertjes met slechts
een negatie in de ziel" kenn]ejn die getoovigen
niet en lachen, om wat zij niet begrijpen. „He
laas^", zegt de heer Holwerda, „Dajaks en Al-
fperen moeten bestudeerd worden, doch het Ne
derlandsche volk mag men regeeren zonder het
ook maar eenigsizins be kennen."
Dit verklaart mede het anti-clericale der „vrij
zinnige" schoolwet-politiek, waaromtrent de hoog
leeraar o. m. deze behartigenswaardige dingeR
zegt:
„Socialisten en radicalen gunnen ook aan ieder»
wel zijn godsdienst. Maar toch heb ik pieer-1
malen van radicalen de, meening géhoord, ,de
oud-rationalistische opvatting, dat de wereldj
sle.chts door het verwijderen van priesters kan
ge,red worden. De godsdienst is een „mallig
heid", waar men de, menschen zoo gauw mo
gelijk moet afhelpen, want die houdt de „ware
beschaving" tegen. De ware beschaving, d.i. na
tuurlijk 't meedoen met het politiek radicalis
me. Krijgen de kinderen nu een „bekrompem'f
opvoeding, dan zijn ze voor de, radicale par
tijen verloren. De openbare onderwijzer zal peu-
traai blijven, maar hij zal de kinderen („flink
ontwikkelen", en als, die zelf goed radicaal is,
dan weet men dat niets van hem kan uitjaanj
wat (die ontwikkeling in verkeerde richting zou
kunnen stuken; ia ®lk geval ©lk kind dat onder
openbare onderwijzers komt, komt niet op eend
bijzondere school. De openbare onderwijzer, voor
al de radicale, behoort geheel in het radicale
systeem te huis. Van daar dan ook de groote
plaats die de radicale, schoolmeester in de .radi
cale politiek inneemt. Met dien bezadigdpn ouder
wets ch en openbaren onderwijzer, dat sieraad van
zijn stand, is niet zooveel aan te vangen. In
ieder geval' het staatsgeld moet in het radicale)
partijbelang aangewend worden, om der kleine
kleine burgerij haar aloud karakter te ontnemen.
Ik weet wel, dat mén dat half bewust, mis
schien onbewust doet, maar toch in die richting
wordt men door de macht van zijn denkbeelden
en belangen voortgedreven. Of de kleine bur
ger gelijk heeft die verlichte leidslieden piet je
vertrouwen
14 Juli.
Van het oorlogsterrein.
Linjewitsj meldt d.d. 11 Juli uit het district
Hei-lung-tsjen8 Juli werd er op onze pfdee-
wensrihbe, dat hij het deed, om hem wat lokale
kleur te geven. Neen, hij praat als u bn ik pn
hij krijgt in Engeland altijd complimentjes. Is
hij waarlijk een Amerikaan", vragen onze takt-
violle luidjes. „Op1 mijn woord, da,t had ik nooit
gedacht?"
,yfk denk, dat hij bovendien ook rijk is?"
vroeg lady Blanchemain.
^Onmetelijk", zeide John. „Wanneer men
van de gunsten der Fortuin spreekt, dan heeft
hij ze alle."
„Dus is hij knap ook?"
„Zoo!" zeide ,lady Blanchemain. „Als ik een
telegram van zoo iemand had gekregen, zou
ik dat zeker willen beantwoorden."
„Dat ben ik ook van plan", lachte John.
„Wanneer wij pmkeeren, en u kunt uw koet
sier overhalen om even te stoppen bij hel post
kantoor van het dorp, zal ik mijn plan ten
uitvöer brengen."
„Wij kunnen nu wel omkeeren", zeide lady
Blanchemain. „Het wordt hier zoo somber."
Ziji zag om zich heen met een lichte tilling
en ga,f toen orders aan haar koetsier. De Vallei
was zoo nauw geworden, dat slechts een smal
pad overbleef tusschen twee hoogc ruige hen-
Veis., heuvels vol pijnboomen, die de zon buiten-
sjo.ten en het kil en donker maakten, terwijl
de schuimende, spattende Rampio een leiblau-
we kleur kreeg. „Het doet aan roovers drin
ken," zeide zij nog eens huiverend. Maar die
lucht, boewei kil, was toch geurig door de pijn-
ling in het dal van de rivier de Ha-mi-ho van
de bergen aan den linkeroever van de /'hier
geschoten. Na de beschieting ontruimden de Ja
panners den oever en jrokken zij naar het Zui-
iden terug. Ondanks de groote moeilijkheden,
die de weg opleverde, /.ette onze afdeeling dep
tocht door het dal van de Ha-mi-ho voort tot
zij op een punt kwam, waar de weg geheel
ophield. Onze afdeeling keerde (lerhalve om, ep
trok in noordelijke richting terug zonder ver
liezen te hebben, geleden, nadat zij den yijand
pog beschoten had.
Sachalin.
Uit .Tokio wordt gemeld, dat de Japanners
den Oiud-Japanschen naam Kabafoeto aan Sacha
lin teruggegeven hebben; opk andere eilanden
krijgen ,weer hun o,ude namen.
Een krachtig protest.
Volgens een bericht van de Daily Telegraph
uit Tokio heeft de Japansche regeering krach
tig jgteprotesteerd tegen het rondschrijven der Ghi-
neesche regeering pp den 9en Juli; Japan zou,
naar 'theet, China's medewerking bij het to,t
stand komen van het .vredesverdrag niet gedoo-
gen. Naar men zejgt beeft Rusland China het
plan to.t verzending van dat rondschrijven gan
de hand gedaan. v
RUSLAND.
De Tsaar (heeft een brief aan Birilef gericht,
waarin ,hij herinnert aan de, onafgebroken ne
derlagen (van de, vloot, die haar beroofden van
de mogelijkheid om de taak van de landmacht
te yerlichten en ietsi uit te richten. Het is de
plicht jegens bet vaderland, dat alle zeelieden,
naar hun krachten medewerken aan vernieuwing
der strijdkrachten tér zee, ,die voor Rusland on
misbaar .zijn. Birilef's werkzaamheid bij de .uit
zending ,van het tweede pn derde eskader naar
Oost-Azië staat den Tsaar borg, dat hij den juis-
ten man heeft gevonden.
De Tsaar gewaagt verder van de gebeurtenis
sen .met de Zwarte Zee-vloot en zegt, ,dat het
Birilef's ,eerste plicht is den geest van militaire)
ordejt e herstellen. De KeizeT wijst op de nood
zakelijkheid van een technisch goed ontwikkeld
en goed gedrild vlootpersóneel en op de- nood
zakelijkheid de te bouwen schepen overeenkom
stig 4© eischen des tijds uit te rusten. Met bet
trekking ,tot de reorganisatie der vloot verlangt
de Keizer eerst, dat de kustverd'efliging jvord©
Verzekerd pn dan stap voof stap wederopbouw
der (slagvlopt.
Aan /te Kölnische Zeitung wo,rdt uit St. Pe
tersburg geseind, dat de vermoording van Sjoe-
walof pn in 't bizonder de omstandigheid, dat
ambtenaren ,van de Mo/kousche (prefectuur hei
melijk lid zijn Van den bond van revolutionairen
evenals de nieuwste berichten o.ver toeneming
van pp roer in de luiteenloopendste nijverheids-
streken .zoodanig den gezondheidstoestand ivan
den .Tsaar hebben aangetast, dat zijn omgeving
en de geneesheeireki de grootste bezorgdheid
boomen.
„Wel", vroeg zij, toen zij weer terugredehy
„en hoe s taat het met u.w vrouw Wat is
er voor nieuws?"
„Niets"', zeide John. „In alle geval, heel
weinig." Hij gevöelde dat het heerlijk zou zijn
om o vier (haar Ie praten, maar hij wilde bet
niet Laten merken.
„Maar uw detective dan? heeft die niets ont
dekt?"
„Niet veel, alleen haar naam en haar leeftijd."1
„En hoe is haar naam?" vroeg lady Blan
chemain.
„Zij heet Maria Dolores", antwoordde John.
(En hij ondervond een nieuw ongekend genoe
gen in het uitspreken van dien naam.)
„Maria Dolores?" vroeg lady Blanchemain
(,en het deed hem pok heimelijk g^noejgen dien
naam te hooren.)
„Maria Dolores wat?"
„Mijn detective heeft niet haa,r achternaam
ontdekt", zeide John.
„Dus zijt gij nog in twijfel of zij wel de
dochter van een molenaar is?" Lady Blanche-
main trok haar wenkbrauwen pp.
(Wordt vervolgd.)
C H I E D A M,