Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
ïSï,spSe
29ste Jaargang.
Donderdag 31 Mei 1906.
No. 8520.
Feuilleton.
Officieele Berichten.
Kennisgeving.
Bet handschrift in den
rooden band.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.— per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driémaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst
lijke overeenkomsten aangegaan.
bil-
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
^richtingen welke gevaar, schade ol
hinder kunnen veroorzaken.
Düröemeester en Wethouders van Schiedam,
Gey8' °P de bepalingen der Hinderwet,
aan »en kennis aan de ingezetenen, dat op heden
den v Vai' ,^eurs Wz., en zijne rechtverkrijgen-
herstpir^iUnn'n® verleend is tot oprichting van een
Pand tP ats van lood- en zinkwerk in het
kadnof aande aan de Korte Singelstraat no. 12,
daster sectie I no. 705
c bied am, 31 Mei 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
LANDWEER.
VERGOEDING en ONTHEFFING
voor KOSTWINNERS.
gedan verband ,met de bij openbare kennisgeving
Wee r PP.roeping onder de wapenen van land-
oefenir! '^en voor de in dit jaar te houden
brenrroPd la8ev°lge artikel 11 der Landweerwet,
meent(,n argemeester en Wethouders der Ge-
dat h;i uedarn, bij deze ter openbare kennis,
No. 73n 7et van 27 April 1906 (Staatsblad
'nieuw artikel „^dweerwet is aangevuld met een
aan Ho u. °Pens het toekennen van vergoeding
van onthpfS^r. landweer en het verieenen
deelneminn aan VUn uCn werkelijken dienst tot
HetTiem, v?renbedoelde oefeningen,
«et nieuwe artikel luidt
J ARTIKEL 15bis.
onder h bIlJkt' dat tengevolge van het verblijf
een d' wapenen of in werkelijken dienst van
Waart Stplichtige bi-> de Landweer door het gezin,
ot toe deze behoort of waarin hij is opgenomen,
in w°°r den Persoon de personen, in wiens of
zien 16r 'evensonderhoud hg voorzag ot hielp voor-
vold'0 zonder zijne aanwezigheid niet of niet
Voorzfn ii eigen onderhoud kan worden
dien 60dan w°rdt aan dat gezin, aan
°ns tPer'°?,n of aan die personen, naar door
dienstnl 9e"en regelen, voor eiken dag, dien de
dienst ge onder de wapenen of in werkelyken
VerKoerii'S' °P bun verzoek uit 's Rijks kas een
.toegekend van ten hoogste EjcN
Minister v VIJFTIG GENT, tenzjj door Onzen
den dien«t^r ,rlog aan Dns wordt voorgesteld,
ontheffen P Ic*itige van den werkelyken dienst te
ioend, eQ ze ontheffing door Ons wordt ver-
VOorschriff??abng der vergoeding geschiedt naar
Vergoedin Va? 9nzen Minister van Oorlog.
Piet toeeeir^'j 'n bet eerste lid bedoeld, wordt
Dge vrijwiir ,voor dea ^d dien de dienstplich
ten is, l8i krachtens art. 13 onder de wape-
a regelen
waarvan in het nieuwe artikel
zijn vastgesteld by Landweer-
j ei 1906 (St„ ,°ninklyk besluit van den 9den
de navolilad No. 111) behelzende o.a.
B tavoWnH 50ta« No.
ARtiKej 6 b®Palingen
P dienstnil I -etboofd van het gezin, waartoe
J'^rin hu ge bjj de Landweer behoort, of
j? Personen 0pgenomen, dan wel de persoon of
baipliehtió» Wle?s of in wier onderhoud de
g Voor zijn opkomst onder de wapenen
Uit het Engelscjh.
gezicht en
29)
Toen rn
°PgezwollentlMiSS Gael'S bebl08d
^.®eselyt te huilen ang ,zaf' begon 't goede mensch
VP ze uitrien Hot' f1" door lacben, ter-
Sn <3e beele wereld en H rt0ekel°0Ste jongenwas
n Jonge dames niet t t men het Seleide
De dooier kon toevertrouwen,
éigens onTaTde Zij'n dochter en tilde haar
nderzoeken ha^1 f® w,onden en kwetsuren te
Woedenden hfl3 de hij zich om en wierp
A?ld van het °P,miJ' alsof ik werkelyk de
Merkwaard?! gebeurde was.
Kerst op de <4daeR?0eg kwam de Predikant het
bandmiddelen te w" °r? sPonsen- watten en ver-
d°ct°r geen tiid te komen en verzocht den
erbindenhii lP<r! ifZen met onze wonden te
twaalftai luj Jdie P* zw^gen °P aan bet
n trachtte de orde w daor elkaar redeneerden,
LPke vertelde Hat T -r te herstellen.
Xreesde, dat wfi aanaevauLgeVOlfd was'daar
- -- w Vauea zouden worden, en
of in werkelyken dienst voorzag of hielp voorzien,
zal of zullen, om toekenning van vergoeding te
kunnen erlangen, daartoe het verzoek hebben te
richten tot Onzen Minister van Oorlog.
Onze voornoemde Minister regelt de wijze, waarop
zal worden onderzocht, of en in hoeverre er grond
bestaat het verzoek in gunstige overweging te
nemen.
ARTIKEL 2. Blijkt uit het ingestelde onderzoek
betrekkelijk een verzoek om vergoeding, dat er
termen aanwezig zjjn, den dienstplichtige ingevolge
artikel 15öis der Landweerwet in aanmerking te
doen komen om van den werkelyken dienst te
worden ontheven, dan zal aan den dienstplichtige
vanwege Onzen Minister van Oorlog worden ken
baar gemaakt, dat hij zich tot ons zal kunnen
wenden met een verzoek tot het erlangen van
hiervoren bedoelde ontheffing.
ARTIKEL 3. De vergoeding mag niet te boven
gaan het bedrag aan inkomsten, dat door het
verblyf onder de wapenen of de vervulling van
den werkelyken dienst van den dienstplichtige
wordt onttrokken, hetzjj aan het gezin waartoe
deze behoort, of waarin hij is opgenomen, hetzjj
aan den persoon of aan de personen, in wiens of
in wier onderhoud hjj voorzag of hielp voorzien.
Bij het bepalen van het bedrag der vergoeding
wordt verder rekening gehouden met hetgeen de
dienstplichtige aan levensonderhoud kostte, hetzij
aan dat gezin hetzij aan dien persoon of aan die
personen, ingeval de dienstplichtige met dat gezin,
dien persoon of die personen samenwoonde.
ARTIKEL 4. Toekenning van vergoeding aan
een persoon of aan.personen, met wien of met wie
de dienstplichtige met tot hetzelfde gezin behoort,
of in wiens ot in wier gezin hij met is opgeno
men, mag in den regel niet geschieden, indien
deze persoon den dienstplichtige niet in bloed-of aan
verwantschap bestaan, of indien de graad van bloed
of aanverwantschap een ander is dan die van eigen
kind, stiefkind, vader, moeder, stiefvader, stief
moeder, broeder, zuster, halfbroeder, halfzuster,
grootvader, grootmoeder, behuwdvader, behuwd-
moeder, behuwdbroeder, behuwdzuster, behuwd-
stiefvader, behuwdstiefmoeder, behuwdhalfbroeder,
behuwdhalfzuster, behuwdgrootvader of behuwd-
grootmoeder.
Van den regel, in het vorige lid gesteld, kan in
bijzondere gevallen, ter beoordeeling van Onzen
Minister van Oorlog, worden afgeweken.
ARTIKEL 5. Het bedrag der vergoeding wordt
bepaald door Onze Minister van Oorlog.
ARTIKEL 6. De vergoeding wordt uitbetaald
door tusschenkomst van Burgemeester en Wet
houders der gemeente van inwoning van den recht-
hebbendeof de rechthebbenden, tenzy door Onzen
Minister van Oorlog anders wordt bepaald.
ARTIKEL 7. Eik verzoek om vergoeding moet
zijn onderteekend door hem, haar of hen die ver
meent of vermeenen daarvoor in aanmerking te
komen.
Indien de hieroverenbedoelde persoon of personen
om bijzondere reden niet in staat zyn, of worden
geacht om zelf over de vergoeding te beschikken,
dan kan onderteekening van het in het vorige lid
bedoelde verzoek plaats hebben door hem of haar,
aan wien of wie in geval van toekenning van ver
goeding de uitbetaling geschieden zal.
De dienstplichtige zal, zoo hy daartoe niet
buiten staat is, moeten doen blijken van zyne
instemming met het verzoek door mede onder
teekening daarvan.
Ter uitvoering van het nieuwe wetsartikel en
van voren vermeid Landweer-besluit III zijn door
den Minister van Oorlog bjj de Landweer-Instruc
tie III de noodige voorschriften gegeven. Mede in
hoe verwonderd ik was geweest over het groote
aantal personen, die zoo plotseling als uit den
grond waren opgekomen en schijnbaar onder be
vel stonden van een vreemdeling, ten minste iemand,
die hun onbekend was. Hij zag, dat wij een schuil
plaats in den ouden molen zochten en vond het
toen beter eerst hulp te gaan halen daar hij al
leen ons toch niet kon helpen. Hy riep derhalve
de jongelui, met wie wij den dag na de over
strooming hadden samengewerkt, bij elkaar, en
had het geluk in een der huizen den hoofdcon-
stabel aan te treffen.
Het verdere verloop laat zich best voorstellen.
Tydens Luke's verhaal had doctor Gael zijn
dochter behandeld en wendde zich nu tot my, om
mij te behandelen. De wond aan mijn schouder
achtte hy niet gevaarlijk, doch hij schudde be
denkelijk het hoofd toen hij mijn kaak onderzocht.
Voorloopig kon hij alleen een natten doek om
myn gezicht binden, terwyl ik een bitter meng
sel kreeg, om myn mend te spoelen, met de
waarschuwing er by het vooral niet in te slikken.
Intusschen beschouwden mijn vrienden, die naar
het verbaal van Miss Gael geluisterd hadden, mij
a s een held, en daar zat ik met een opgezet ge
zicht, een mengsel voor me op tafel, waarvan ik
tril? 6n .dat bla het gebruik mijn mond bij elkaar
trok niet in staat een woord te uiten. Ik beschouwde
en hLT tlry, b?sP°tteliJke Portie voor een held,
en begon te lachen, waardoor een gedeelte van
"rWen terwllde
Wemsto Wit nju weg neer binnen vond, wat
verband met deze voorschriften wordt de aandacht
gevestigd op onderstaande bepalingen
lo. Verzoekschriften om ontheffing, ook in
dien daarbij tegelyk vergoeding wordt gevraagd
moeten geadresseerd zijn aan de Koningin
verzoekschriften, waarbij enkel vergoeding wordt
gevraagd, aan den Minister van Oorlog
2o. Verzoekschriften enkel om vergoeding en
die hetzij om vergoeding hetzij ontheffing, moeten
worden onderteekend door hen, die de vergoeding
noodig hebben' en bovendien door den dienst
plichtige verzoekschriften enkel om ontheffing
behoeven alleen onderteekend te worden door den
dienstplichtige
3o. Alle verzoekschriften moeten worden inge
diend bij Burgemeester en Wethouders der
Gemeente van inwoning; wonen belangheb
benden buitenlands, alsdan by Burgemeester en
Wethouders der Gemeente, waar de dienstplich
tige in het verlofgangersregister voor de Land
weer is ingeschrevenBurgemeester en Wethou
ders zorgen voor de opzending der verzoekschriften
4o. De indiening der verzoekschriften moet ge
schieden, zoodra mogelyk
5o. De beslissing op elk verzoek wordt door den
Minister van Oorlog rechtstreeks ter kennis van
belanghebbenden gebracht; wordt vergoeding
toegekend, dan wordt daarby tevens medegedeeld
het toegekende bedrag
6o. De dag en de wijze van uitbetaling der
toegekende vergoedingen zullen nader by open
bare kennisgeving worden bekend gemaakt
Burgemeester en Wethouders voornoemd noodigen
mitsdien allen, die vermeenen aanspraak te kunnen
maken op vergoeding of ontheffing, uit, hunne
daartoe strekkende verzoekschriften binnen 8 dagen
na heden persoonlijk ter Gemeente-secretarie, at-
deeling B, in te leveren, en wel des voormiddags tus-
schen 9£ en 12 ure, en des namiddags van 1$ tot
3| ure. Zoo zy daaraan de voorkeur geven, zullen
zr ter Secretarie, aan voornoemde afdeeling ge
holpen worden aan het schrijven van dat adres,
zoo zy gehuwd zyn moeten zij hun echtgenoot alsdan
medebrengen, en zoo zij ongehuwd zijn hun vader
of is deze overleden hunne moeder. Sïܧ
Alsdan zal tevens aan belanghebbenden gelegen
heid worden gegeven hunne aanvragen toe te
lichten, terwyl des gewenscht verder de noodige
inlichtingen zullen worden verschaft.
Schiedam, den 31 Mei 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
M. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
1866. 1906.
De kunst heeft in Schiedam blijkbaar altijd
hoog gestaan. Reeds Pieter Opmeer, m zyn his
torie der Hollandsche Martelaren, verzekert ons,
dat de Schiedammers oudtijds van hunne priesters
naast deugd in vroomheid en andere eigenschap
pen die men in een priester veronderstellen mag,
ook vooral vorderden, dat zij goed konden zingen.
Die liefde voor de kunst heeft zich ook in
Schiedams nieuwere historie voortdurend doen
kennen. In de achttiende eeuw vooral bestonden
hier meerdere zoogenaamde rederijkerskamers.
Aan die traditioneele kunstliefde in Schiedams
mij door de hoestbui welke er op volgde, zooveel
pijn veroorzaakte, dat de lachlust my weldra ont
nomen werd.
De hoofdkonstabel achtte het raadzaam, de
pastorie gedurende den nacht te bewaken en nam
zelf het commando op zich.
»Men kan nooit weten wat dat uitvaagsel zal
doen als zy het minste begrip van tooverij heb
ben", zeide hij, sen volgens mijn mseniag zou het
uiterst raadzaam zyn, als de doctor en Miss Gael
zoo spoedig;mogelijk een schuilplaats bij hun familie
te Sandtoft zochten".
Wij werden in den nacht niet lastig gevallen en
des morgens gebeurde er iets, dat voor eenigen
tijd althans onze zaken geheel op den achtergrond
drong.
Wy kregen bezoek van een koninklijke com
missaris, die met slaande trom een proclamatie tot
het volk richtte, waarin gezegd werd, dat alle
weldenkende en goede onderdanen binnen drie
dagen hun opwachting bjj hem moesten maken
en wel in de gerechtszaal van het Witte Hert",
waar de plaatseljjke terechtzittingen gewoonljjk
gehouden werden, om aldus van hun goedgezind
heid en loyaliteit te doen blijken, zoowel door het
geven van geld en aalmoezen als door aanbiedin
gen van hun vrij willigen dienst ten behoeve van
Z. M. den koning.
Deze man, geëscorteerd door een peleton mus
ketiers, verscheen 's morgens in de pastorie. Toe
vallig zat ik by den geestelijke in een kamer,
waar deze gewoon was die gemeente-aangelegen-
aloude veste dankt ook »Orpheus" haar veeljarig
bestaan. Ontsproten uit het samengaan van twee
kwartetvereenigingen, welke hier reeds in 1855
bestonden, werd zy in 1866 opgericht door een
aantal kunstlievende mannen, meerendeels reeds
overleden of uit de stad vertrokken.
Haar eerste optreden na de vlytige repetities,
welke later 's winters in het gymnastieklokaal
achter het (oude) gymnasium, 's zomers in het
societeitslokaal »De Maas" bij het Westerhavenhoofd
gehouden werden, was een werk van liefdadigheid.
Ten voordeele van de bemanning der verongelukte
visscherssloep De Wisselvalligheid werd door
x>Orpheus" den lOn Mei 1867 een concert gegeven
in »Musis Sacrum."
Na dit eerste openbaar optreden trad nOrpheus"
in de rij der erkende zangvereeuigingen. In een
vergadering den lOn October 1867 te Dordrecht
gehouden, werd »Orpheus" als lid van het Zan
gersverbond ingeschreven.
Den 12n September 1868 werd de heer M. L.
Honnerlage Grete lid van het bestuur, voorzitter
de heer C. J. Smith, waarvan hjj sedert onafge
broken, nu reeds 31 jaren als voorzitter, deel uit
maakt. Het jubilee,van »Orpheus" mag dus ook zjjn
jubilee genoemd worden, wyl zijn kunstleven met
dat dar jubileerende vereeniging als geheel te
,zamen valt en hjj ook tot de stichters der vereeni
ging behoort.
Na een concert, den ln Juni 1870 gegeven, voor
de noodlijden door den brand te Bodegraven, nam
de liedertafel »Orpheus" den 16 Juli 1870 deel
aan het concours door »Rotte's Mannenkoor" uitge-
geschreven. Er werden gezongen twee liederen naar
keus sDas Kirchlein" van Becher en nFrühlings
morgen" van F. Abt. In de laagste afdeelmg werd
de tweede prjjs behaaldeen zilveren medaille
en f 50.
Nadat de burgemeester, de heer P. J. van Dyk
van Matenesse, inmiddels eerelid der Vereeniging
was geworden, nam s Orpheus" van 5—7 Augustus
1871 deel aan het Xe zangersfeest te Arnhem den
18n Februari 1872 verleende zy hare medewerking
tot opluistering van 's Konings verjaardag. Op de
vereerde uitnoodiging van Amphion" werkte zjj van
4—5 October 1872 mede bjj de feesteljjke viering
van diens 2o-jarig bestaan.
Den lln Mei 1878 gaf zjj eene uitvoering in de
sociëteit »De Vriendschap" ter inwjjding van een
nieuw lokaal en ter onthulling van de beeltenis
van Z. M. den Koning; den 17n,Juni 1874nam zjj
deel aan de kunst-ovatie aan H. M. koningin Sophia
der Nederlanden op haar buitenplaats ïHet Huis
ten Bosch" gebracht.
Den 7n Augustus 1874 werd de heer C. C. A.
de Vüegh, waarnemend directeur; de heer K. M.
Smith, die wegens ongesteldheid van den heer
W. H. Kühne meermalen de repetities had geleid
werd tot eerelid benoemd.
Een merkwaardige datum in Orpheus' historie,
als 't ware een keerpunt in haar veeljarig bestaan,
is 31 Maart 1875. Vele oud-leden sloten zich
toen weer aan by de Vereeniging, die den naam
aannam van ^Schiedam mannenkoor Orpheus".
In het zelfde jaar 24 Sept. werd de
heden te behandelen, welke hy ruet aan myn
tante kon overlaten, toen een gezet heer naar
binnen kwam waggelen met, zooals hy meende,
een schijn van gezag, doch in werkeiyüheid be
sefte hy het gewicnt van de kracht der buiten
wachtende musketiers.
Na een korten groet nam hjj een stoel, zette
zich daarop neer en zeide
»Gij Hebt van den aartsbisschop de opdracht
gekregen uw gemeente te wyzen op haar plicht,
om door giften en geschenken de schatkist te
steunen en haar zoodoende op myn bezoek voor
te bereiden. Niettemin achtte gy het voldoende
dezen brief eenvoudig van den kansel voor te
lezen. Vanwaar deze ongehoorzaamheid
De geestelijke vroeg
»Wie geeft u het rechtDoch de ander
viel hem in de rede
Recht, recht, vraagt gjj, recht genoeg om een
bisschop in de gevangenis te zetten, indien hjj iets
deed dat verkeerd was".
Op dit oogenblik handelde ik met buitengewone
voorzichtigheid door de kamer te verlaten. De
commissaris hield zijn hootd eenigszins op zyde
gebogen; de lust bearoop me en myn handen
jeukten am hem den nek om te draaien, en ik
verliet de kamer vóór dat verlangen weer met
meer aandacht mocht terugkeeren.
tWordt vervolgd
i i_i_. d
I ati. Jfeu