Oud-Schiedam. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Orpheus' jubilee-coucours. De vaderlandsche driekleur wappèrènd uit tal van woningen en de ongewone drukte op straat verkondigde Jreeds Zaterdag dat er in Schie dam feest zou worden gevierd. „Orpheus," Sdhiedams alom 'bekende man- nenzangvereenigiji^g, die zoowel over als binneii onze grenzen lauweren wierf, zou gedurende de Pinksterdagen haar 40-jarig ruimvol bestaan her denken. Op initiatief der werkende leden werd beslo ten, tie luisterrijke viering van dit nieuwe jubilee vooral te doen bestaan in een nationalen zahg- wedstrijd, die gehouden zou worden gedurende de Pinksterdagen. De goede naam, die „Orpheu's" ook buiten Schie dam alom verwierf, was voorzeker oorzaak, dat tal van vereenigingen aait de uitn-oodiging vair Schiedams Mannenkoor gehoor gaven om op te gaan naar onze stede, om daar mede feest te vieren en ook daar nieuwe lauweren te oogsten. Weldra hadden dan ook .een 30-tal vereenigin gen met totaal circa 2100 zangers aan de roep stem van Orpheus" gehoor gegèven. De wedstrijd, ditmaal ook uitgeschreven voor ge mengde koren was, voor zoover 'tde mannenkoren betrof, die gedurende de Pinksterdagen zongen, Verdeeld in drie afdeelingen en een eerewèdstrijd. De jury bestond uit de heerenGeorg Rijken, Antoan Verhey, Rart Verballen, Ph. Loots èn .Wouter Hutschenruyter. Mannenkoren. Derde afdeeling. Zaterdagsavond werden door de 12 vereeni gingen, die vopr de derde afdeeling man'njen- koren waren ingeschreven de wedstrijden geopend. Opgekomen waren de volgende vereenigingen 1 met de na te noemen directeuren en het volgènd i paulal zangers. 1. 3e „Dellftsche zangers" te Delft, J. G. van Meel, 41; 2. „Harmonie" Via- nen a/d Lek, Com. A. GalesLoot, 19; 3. „Zang1 en Vriendschap," Rotterdam, Carl Blitz, 55; 4. „Delfts Mannenkoor," Delft, IJ. M. van den, Bosch, 58; 5. „Onderlinge Zangstudie," Amsterdam, Alb. v)an As, 58; 6. „Eulterpe," Hellevoetsluis, S. Ko- ining Jr., 20; 7. „Runsjt na dc(n' Arbeid" Dor drecht R. Davidson, 41; 8. „Voorbiurg's Mannen koor, Voorburg, J. D. v. Ramshorst, 36; 9. „Auro ra," Rotterdam, P. N. M|uus, 34; 10. „St. Caeci- lia," 's-Gravenhage, (onder-afd. van de St. Jozef gezellen-Ver.), A. H. Ragie, 56; 11. „De Vereenigdé Zangers," 's-Gravenhage, J. A. van Opïjnen 33; 12. „Crescendo" Schiedam L. Scheffers, 30. Alle gezelschappen waren opgekomen en had den te zingen het verplichte nummer naar den tekst van Hélemé Lapidoth-Swarth Oud Liedeke, gecomponeerd door den directeur van „Orpheus," den heer Georg' Rijken, Voor deze afdeeling presi dent der jury, benevens een hummer naar keuze. Over 't algemeen werd er met veel vuur ge zongen en heftig om den prijs gekampt. Bij alle vereenigingen, bleken de i^uonmers degelijk te zijn ingestudeerd. Maar de opvatting vooral van bet verplichte gummer liep zeer uiteen. Opmer kelijk was ook de houding' der onderscheidene directeuren: .sommige vrij kalm, andere erg be weeglijk, een enkele 0|0k, die, den staf versma dend alleen met de handen dirigeerde, een. en kele zelfs, die ook met den mond zijn zangerenj den weg wees. 1 De uitspraak der jury was bij zopveel vuur !en toewijding blijkbaar moeilijk. Ten slotte] maakte de heer Georg Rijken bekend, dat toege kend waren de volgendé prijzen: le prijs „Har monie' te Vianen, verguld zilveren medailje en 100, met 3 tegen 2 etemmèn2e „Dè Delftsche Zangers" te Delft, verguld zilveren medaille en f 50, met 41, 3e „Aurora" te Rotterdam, zilveren medaille en 25, met 3—2; 4e A. „Voorburgs' Mannenkoor" te Voorburg een zilveren médaille, inet 32; 4e B. „Zang en Vriendschap" te Rot terdam, een zilveren medaille met 32, 5e A. „Vereenigde Zangers" te 's-Gravenhage, een zil veren medaille met 3—2; 5e B. „Euterpé" Helló- 3) N. J. M. D. Naar authentieke bronnen bewerkt. voelsluis, een zilvérèn medaillé, mét 3—2 stóm men. Tweede aidling. Zondag-avond moesten voor de twéedé afdee ling, voor mannenzangvereenigingeh, die ih dezé afdeeling nog geen éérsten prijs béhaalden, zes j ingeschreven vereenigingen optredén. Opgekomen waren de volgende véreénigingén i met de na ie noemén directeuren én liet volgénd aantal zangers: 1. „De Vereenigde Zangérs, Rotterdam, M. M. Broemer, 58; 2. „Orpbeon" Rotterdam, P. N. Muus, 40; 3. „Runst na den Arbeid," Delft, A. P. Lade- is tein, 51; 4. „St. Caeeilia," Tilburg, W. J. Reij- niers. 35; 5. „Inter Nos," Rotterdam, Bern. Dia mant, 23; 6. „St. Caeeilia," Schiedam, A. M. den Draak, 59. Zij hadden te zingen het vérplichté nummer De dag des oordeels, muziek van den héér A. B. H. Verhey voor dezen wédstrijd president van de jury en een nummer naar keuze. Vooral de opvatting' van het vérplichté num mer, met zijn zoo hooglst ernstigen tekst, liep zeer uiteen. Rêeds de inzet „O dag van toorn! Wie zal genade vinden voor't oordéel van des Vaders Zoon?" giaf tal van variatiën te hooren. Treffend werd vooral dit nummer wèerigegeven door „St. Cecilia" van Tilburg'. De Tilburgers ble ken over uitnemende krachten te beschikken, zij, mochten dan ook een daverend applaus verwer ven. Ook „St. Cecilia" van Schiedam was in de opvatting van dit zwaar nummer zeer geluk kig en werd ook na de prachtige uitvoering van Saintis' Sur les remparts met eèn welverdiend applaus beloond. De uitspraak der jury deed zich géraimen tijd wachten. Als oorzaak der vertraging deelde de heer Verhey mede, da;t 't in langdurige bespreking bij de jury een punt van ernstige overweging I had uitgemaakt, of zij, gebruik makende van het betrokken reglemenltsartikel enkele prijzen niét zou toekennen. Evenwel op verzoek van de feest vierende vereeniging besloot zij toch alle prijzen toe te wijzen. Haar uitspraak luidde dan als volgt: le prijs „Inter Nos," Rotterdam, een verguld zilveren medaille en 200, met 4—1 stemmen; 2e prijs „St. Caecila" 1 Tilburg een verguld zilveren medaillé en 100, met alg'emeene stemmen; 3è prijs: „St. Caeeilia," Schiedam, een verguld zilveren medaille en 50, met 4—1 stemmen; 4e prijs: „Runst na den Ar beid," Delft, een zilveren medaille met 2—1 stem man én 2 blanco5e prijs „Vereenigdé Zan gers, Rotterdam, een zilveren medaille, met 32 stemmen (de beide laatste prijzen op verzoek van „Orpheus" toegekend). 1 1 Eerste afdleeling. Maandag-middag moest in de éérste afdeeling gezongen worden door drie véréenigingén, die in deze afdeeling nog géén prijs behaalden. Allen waren opgekomen, nl. 1. „Zang en Vriend schap," 's-Gravenhage, directeur: A. J. J. Beij- ersbtelrgten van Henégouwèn, mét .97 zangérs, 2. „Haarlems Zangenot," Haarlem, directèur: N. H. Andriessen, met 54 zangers en „N,ut én Genoe gen" Rotterdam, directeur: L. C. Rééréwéér, mét 115 zangers. Zij hadden te zingen het verplichte koor naar tekst van Hélène Lapidoth—Swarth Kom meel gecomponeerd door den héér Bart Verballen, voor dezen wédstrijd Jvoorzittér dér jury, benevens eén nummèr naar ikeuzé. Geweldigen indruk maakten in déze afdeeling de forsebe korten, zoo sterk dajt zij nagénoeg geheel het podium innjamen. Liep ook hier de opvatlting van het verplichte nummer nog vrij wat uiteen, vooral de wijze waarop „Zang en Vriendschap" dit vertolkte, maar méér nog dè prachtige uitvoering door het Haagsche gézel- schap van Richards Hols, Hymne aan den Vrede behoort geroemd te wordén. Ook Rottèrdams „Nut en Genoegen," dat évén nadat „Haarlems Zang genot" het Christenballingen van directeur Kéere- weer had ten gehoore gebracht optrad, was in de opvatting van het verplicht koor zéér gélukkig, maar bekoorde ons nog meer door de voortreffe lijke wijze wiaarop zij het zoo treffende Wie zijt gijvian Heinze tot zijn recht wist te bren gen. Het kasteel Uiternesse. Alvorens over te gaan tot een beschrijving van het kasteel Mathenesse (Huis te Riviere) moeten we volledigheidshalve nog opmerken, dat volgens sommige schrijvers in de nabjjbeid van Schiedam, behalve Spangen en Mathenesse, een kasteel Uiter nesse zou hebben gestaan. We hebben echter gegronde reden om aan te nemen, dat dit kasteel niet anders is geweest dan bet slot dat voor 1310 op de plaats van het kasteel Spangen stond, (dit vermelden ook, zooals we zagen, v. d. Sluys en Lois). Met zekerheid is echter hierover niets te zeggen. De inhoud der enkele stukken van voor de 14e eeuw2) die op het geslacht en de bezittingen van Mathenesse en Boekei Uiternesse betrekking heb- ben, is zeer vaag en onduidelijk. Het is niet mogelijk deze documenten in een juist verband met elkaar te brengen. Het slot Matenesse Huis te Riviere. Ter plaatse waar men thans aan de Ged. Broersvest een ruïne vindt, stond reeds in de 11e eeuw een ander adellijk slot, ïMatenesse" of zoo als het in oudere bescheiden ook wel genoemd wordt (»'t Huys te Riviere" De geschiedschrijver v. d. Sluys zegt er het volgende van Het slodt van Matenesse is gelegen in de lande j De uitspraak der jury deed zich ook hier èèni gén lijd verbeiden, zooals de heer Bart. Verhallen, i voorzitter, mededeelde, omdat hier te vergeven iw|as de prijs door de afd. Schiedam van het. Ned. Verbond toegezegd voor de vereeniging, die onze schoone moedertaal 'Lbest ten gehoore zou brengen, en welke de jury besloot toe te kennen in deze afdeeling, waar uitsluitend Hollandsch werd gezongen. Haar uitspraak luidde als volgt: le prijs: „Zang en Vriendschap," 's-Gravenhage, een gouden me daille en 300, met 3 tegen 2 stemmen2e prijs„Nut en Genoegen," Rotterdam, een ver guld zilveren medaille en ƒ150, bij acclamatie; 3e prijs„Haarlems Zanggenot," Haarlem, een ver guld zilveren medaille en ƒ75.— met 3—2 stem men. De prijs van de afd. Schiedam van het Alg. Nod. Verbond, werd als directeursprijs aan „Zang en Vriendschap" 's-Gravenhage toegekend. E ere wed strijd. In den eerewedstrijd moest Maandag-avond eerst door de tweede, daarna door de eerste prijs winners gezongen worden. Als tweede prijswinners kwamen op 1. „Nut ten Genoegen" Rotterdam, dir. I.. C. Reerweer, 115 zangers, met het verplichte koor uit de eerste afdeeling: Kom mee. 2. „St. Caeeilia," Tilburg, dir. W;. J. Reijniers, 32 zangers, met het verplichte koor uit de tweede afdeeling De dag des oor deels. 3. „De Delftsche zangers," dir. de heer J. G. van Meel, 43 zangers, met het vrije num mer uit de derde afdeeling1: Wie zijt gij Over het geheel was er bij de zangers in dezé afdeeling van dien eerewedstrijd een zekére mat heid op te merken: de invloed van een feestdag, die tusschen dit en hun vorig optreden lag, deed zich blijkbaar gelden; alleen de Rotterdammers, die teerst 's middags gezongen hadden, bleken in de vereischte conditie te zijn. De voorzitter der jury voor dezen wedstrijd, de heer Wouter Hutschenruyter, deelde mede, dat de jury, onder erkenning van het vele goede in de afdeelingen, meende een spècialen twèèdeh prijs te moeten toekennen. Zoo luidde dan hare uitspraak: le prijs, groote zilveren medaille van 11. M. Koningin-Moeder en zilveren lier „Nut en Genoegen", Rotterdam, met algemèèné stèmmèn; 2e prijs, zilveren medaille „De Delftsche zan gers," Delft, met 32 stemmen. Als eerste prijswinners moesten, na de pauze opkomen: 1. „Harmonie," Vianen a/d Lek, dir. Com. A. Galesloot, 2. „Inter Nos," Rotterdam, dir. Bern. Diamant en „Zang en Vriendschap," Den Haag, dir. A. J. J. Beijersbergèn van Hene gouwen. De Voorzitter van „Orpheus," de heer M. L. Bonnerlage Grete, deelde echter mede, dat van „Harmonie," Vianen, een telegram was ontvan gen, dat zij bij ontstentenis van den directeur, die bij het concours te Alkmaar moest zijn, on mogelijk kon optreden, zoodat slechts de beide overblijvende vereenigingen zö,uden zingen. Aan deze mededeeling verbond'voorz. nog een [andere, nl., dat het bestuur der Of£icieren-Ver- eeniging het concert Donderdag in den Tuin te geven voor heeren werkende en buitengewone leden van „Orpheus" met hunne dames openstelt. Het bestuur der feestvierende veréeniging, daar voor ten hoogste dankbaar, hoopt, dat de leden er in groot getal van zullen gebruik maken. Waar vcorz. nog niet sluit met een vaarwel, wil hij toch het gevoelen der feestvierende véreéniging vertolken. Zij is dankbaar voor de groote sym pathie haar betoond avond aan avond waren hier volle zalen. Veel heerlijke muziek is er genoten, maar heerlijk is 't ook zoo'n zaal te zien vol feestgenootenmoge de sympathie bij voortduring voor „Orpheus" blijke. Nu traden ten slotte op „Inter Nos," Rotter dam met het eerst verplicht koor De Dag des oordeels en „Zang- en Vriendschap" Den Haag met het aanvankelijk verplicht nummer: Kom mee I De uitspraak der jury luidde, dat -met 32 stemmen de le prijs groiote zilveren medaille van 11. M. Koningin Wilheknina en Zilveren Lauwer krans aan „Zang- en Vriendschap" en met al- gc-rneene stemmen de 2e prijs, groote zilveren medaille van Z. K. H. Prins Hendrik aan „In* ter Nos" was toegewezen. In opgewekte stemming scheiddén zoowel feest genooten als zangers van de plaats waar de eerste serie wedstrijden zoo, schitterend was geslaagd- De zangvereeniging „St. Caeeilia," onder-afdee- ling van den Ned. R. K. Volksbond afd. Schiedam, die in de Iweede afdeeling van den wedstrijd de derde prijs verwierf, toonde zich met dat succes wel ingenomen. Om het vaandel geschaard verlieten hare leden in blijde stemming den Tuin en na aan (l.iet begin van den Vlaardinger dijk nog eens het treffèndè Les Martyrs aux Arènès te hebben doen hooren, trokken zij naar het Bondsgebouw. Daar sprak na eenige opgewekts z,angen de president, de heer A. M. den -Draak zijn zangers toe, dankte hun het succes en hoopte 't een spoorslag zou zijn, zoo door te gaan om nóg hoogere lauweren té kunnén verwerven. Hét bè- stuurslid, de heer J. H. de Boer, weet het succes allereerst aan de .voortreffelijke leiding van den president-directeuy en wenschte hem namens al len geluk. De president der Bondsafdeeling de heer T. IJ. J. Mouwens, „rustend lid" der Zang1 vereeniging, wenschte allen hartelijk geluk met hun succes en verbond daaraan de beste wen- schen voor de .toekomst. Het bestuur van „Orpheus," dat éérst dén Til burgers in café Suisse zijne gelukwènschèn had gteboden, kwam daarna in .het Bondsgebouw èn wenschte da,ar, bij monde yan den voorzi ttèr, den heer M. L. Honnerlagé Grétè, dén wakkèrèn president-directeur, dén héér A. M. dén Draak, en zijn volijverige zangers, geluk met het verkre gen succes, welke attentiè door alten tèn hoogstè gewaardeerd werd. Ook de Tilburgers; die moesten overnachten, en meerendeels in hótel Suisse verbléven, toon den, daar hun vreugde met den behaalden prijs en deden er hun hoogste zangen hooren, waarbij onze bariton, de heer Jan Rijsselberg dén Til- buiigters deed botoren, dat hij in zijn vaderstad zoo mogelijk nog beter dan ten hunnent in zijn element is. Alom in de s!tad, pvera! waar zan gers zich vertoonden, ,waJs opgewektheid, blijde instemming met Orpheus' feestvreugde op te melken. Vermorzeld. Gister-middag heeft er nabjj de Hoekplankjes, precies op de grens van Schiedam en Rotterdam, een treurig ongeluk plaats gehad. Zooals meermalen gebeurd, werd door jongens op de meest roekelooze wijze daar te plaatse op en van de in volle vaart zijnde stoomtram gesprongen. Een hunner, de 14-jarige H. v. R., wonende Piet Heinsplein no. 96 te Delfshaven, geraakte onder de tram met het noodlottig gevolgd, dat een der wielen over z(jn hoofd ging en dit lichaams deel werd vermorzeld. De knaap was onmiddellijk dood. Het l(jk is naar de Alg. Begraafplaats alhier vervoerd. Moge dit ernstige voorval ter leering strekken van de jeugd, die zich onophoudelijk aan ernstige gevaren daar ter plaatse blootstelt. van Matenesse op de kant van de revyere of an ders de Schie genaemt onder de vesten van Schie dam. Dyt slodt is seer out en is gebout van de onbekende heer van den burghgraven van Leyden, want dyt huys heeft een leen van deselve heeren geweest, ende men meent dat den eersten heer een van de sonen van den burghgrave zijn ge weest, dye dyt goet hebben beseten, want dese hebben den name van dyt slodt gedragen tot nu toe. Deze eersten heer was genaemt Phlyps van Matenes ende is met den grave Dyederyck en de Gerryt van Putte tot Dordrecht getogen in den jare 1048, daer sy de Keulse heeren verdreven ende de grave doot bleef. Voorts zoo hebben die Delvenaers in den jare 1351 dyt huys geheel ver- brant, alzoo den twyst van de Houcx en de Cabeljaeus seer groot was, ende hartogh Willem togh met de Cabelyaus selve uut, want de Houckse heeren waren alle op hare sloten ende huysen gevlucht, waervan dat heer Daniel van Matenesse, een van de Houckse, mede op dyt huys belegen was, dat hy most opgeven, ende wierde doen ver woest met noch wel 17 schoone sloten in Hollant gelegen, die mede vernielt sijn geworden. Die van Schiedam en hebben sedert niet willen toelaten dat dit slodt soude opgetimmert werden, dat nu noch in s(jn muyeren leyt, waervan dat men de grootte bequamelijck kan syen. Dyt slodt met de Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het commissariaat van politie manchetknoop, rozenkrans, ledige portemonnaie, kinderportemonnaie waarin rozenkrans, sleutels en sleuteltjes, stuk gaspijp. Terug te bekomen aan de volgende adressen rozenkrans, G. Brinkman, Schie 92lederen hon- denmuilkor, P. Zandstra, Achter de Teerstoof 19 lombardbriefje, G. v. Kempen, Touwbaan 23 moer van een wagen, L. Groene weg, Baan 27 onderstuk van een oorbel, J. P. W. Pols, Ged. Broessvest 6 koperen fietspomp, H. Wessel, Piet Heinstraat 30 crème kant, v. Es Broersveld 153boek met ver zen. A. v. d. Kwart, Lange Singelstraat 19knip mes, H. Putters, Nieuwebuurt 4gummiband van een wiel van een kinderwagen; J. L. Kuneman, Hagastraat 60; bos kinderklompjes, Figee, Brand- pad achter de Hoofdstraat; eikenplaat, A. Bouw man, Broersveld 52. landen daeraen gelegen komt nu den heer Wou ter van Matenesse die besitter is van het slodt met de lande van Hilgersbergh. Dese heeft eenen jongen soone, heer Aderyaen van Matenesse In het Man. Oude ware beschrijvinge van Schielant van Jacob Lois leest men aangaande dB kasteel Dit slot van Mathenesse is gelegen in den lande van out Mathenesse op de kant van de reviere ofte anders de Schie genaemt in de vesten aen de noortwestsyde van de stad van Schiedam. Dit slot is zeer out ende is daar eerst gebouwt tot ee» tolhuys van de heeren van Wassenaer en RhijniaO* en burghgraven van Leyden. Den eersten beef van Mathenesse is geweest een jonger soon va» heer Jacob burghgrave van Leyden, ende w»s geheeten heer Philip Uyternesse deese besadt de landen van Mathenesse ende de landen val1 Spangen. Deese heeren hebben van den jaere 1280 den naem van Mathenesse alleen gevoert, gelijck oock de heeren van Spangen haeren naem mede alleetl voerden, hoewel het twee broeders waeren, beef Dirck van Mathenesse ende heer Philip was heCf van Spangen ten tyde van Willem den goeden» DOOR f i 1) Vinck, De Geer e.a. 2) A». 1249 (Mense primario) de stalen bij Mathenesse enz. in leen gegeten aan Jacoba van Pernisse. - Otide Leenregisters, Rijksarchief. Toen bestond dus reeds Mathenesse. A°. 1280 (13 Dec.) Floris V vergunt dat de landgenoo- ten van het ambacht van Diederik genaamd Boekei, rid der, vrij zullen zijn van alle grafelijke beden. Archief der heeren van Mathenesse, Ilooge Raad van Adel. A°. 1287 (24 Sept.) Floris V verleent eenig dijkrecht aan haren Diederik Bokel. idem. A0. 1314 (19 Mei.) Uitspraak van Jan van Henegou wen, ïeer van Beaumont, in een twist tusschen haren Ogier van Cralmgen en Diederik Bokel.-Vidimus van het Hof van Holland, 17 Apiil 1534. Ao- 1314 (29 Sept.) Overeenkomst tusschen Gerard kerspelpriester te HiUegersberg, en Diederik Boekei Uiter nesse over eemge landerijen. - Archief Mathernesse. Ao- 1335 (12 Juni) Dirk van Mathenesse geeft aan Herman Boekei, Stapels zoon, een kapelrij, door wijlen zijn vader Dirk Boekei gesticht in de kerk te Ouder- schie. Archief Mathenesse. Van Mieris II 744. 1) Niet te verwarren met het Huys te Riviere aan den Overschieschen weg, dat oudtijds een hofstede van dit kasteel schijnt te ziju geweest. 1) silie nu getrouwd was met juffrou Marya van DUJ venvoorde", doorgehaalde regel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 2