Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 29ste Jaargang. Woensdag 20 Juni 1906. No. 8535. Buitenlandsch Nieuws. Staten-Generaal. ABONNEMENTSPRIJS.; Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 4.35, per maand 45 cent en per Week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst ljjke overeenkomsten aangegaan. bil- Telefoonnummer 85. Postbus no. Voor de een RUSLAND. e correspondent van de Times te St. Peters- o en andere berichtgevers aldaar seinen over een besluit van den Tsaar om de Doema niet te rdag«n of te ontbinden, tot welk besluit vrees de gevolgen aanleiding heeft gegeven. Maar correspondent van de Times seint er by, dat er Manifest van den Tsaar tegen de Doema zal cschjjnen, waarin het programma van deze in 0 dzaak onuitvoerbaar verklaard zal worden. Volgens de krant Dwadzati Wjek, zijn op alle r ogsschepen te Kroonstad de sluitstukken van de Oonnen afgenomen en is de schietvoorraad van ord gebaald. De Morning Post, de Tribune en de Daily eiVs verlangen dat het bezoek van de Engelsche 01 aan Kroonstad, wegens de gruwelen van het 0St°k' achterwege zal blijven. Zij zeggen dat onmogeljjk is met de tegenwoordige Russische Scering een overeenkomst te sluiten. De Daily e egraph vindt dat men aan de Russische amb- aarsbent geen geld meer moet verstrekken. He voornaamste Joden te Londen houden ens bijeenkomsten om te beraadslagen over ttüddeh Jod« bijeenkomsten om te eten en wegen om een herhaling der Russische enntoorden te voorkomen en tevens over hulp- eening aan de slachtoffers. Lord Rothschild Verklaarde in een interview, dat voorals nog be- °ten vvas niets te doen hangende het inwinnen nadere bizonderheden. Samuel Montagu ver arde naderhand in een interview, dat de toon aangevende Londensche Joden hopen, dat de regeering zal tusschenbeide komen I met ^asc'len °ok is geschied en met goed even 'gens zien de Joodsche leiders hier Wel 6' ^6en *n °Penbare protestvergaderingen. beh^n^Ste ^uss'£cbe leening in om vele Israëlieten ve eenige renegaten over te halen om er vertr°P ln te schrijven. Montagu sprak tevens zijn zhll °UWen u'l> dat de Joodsche financiers voortaan regeer'We^eren 6en §e'd'eening met de Russische a)le 'ng aan te gaan totdat gelijke rechten aan J°0cj (Ur8ers zijn verzekerd. Maar toch moeten de öjet e bnanciers in Engeland omzichtig optreden trokk 6t °0g °P de Franschen, die zoo sterk be z°uden sisch n dezelfde leiders er by de uitgifte en zijn bij de Russische financiën en gevoelig lijden tle slaatscrediet. De Mat bij den ondergang van het Rus- ^ilheir mat vn verneemt uit Berlijn dat keizer komst «i 60 Erans J°zel bij hun laatste samen- gr®nzen - -v "uu"v tot Po ZüUQen verdedigen, indien het in Rusland afspraken hebben gemaakt, hoe zij hunne ken zo °mvventeling mocht komen. Deze afspra- 2Ün z°uden ^bracht. ter kennis van de Russische regeering Gist er De frankrijk. D r e y f u s-z a a k, Tweede dag. ZettingH 'lee^t de rapporteur Moras zijn uiteen- herinne jQI" Verschillende feiten voortgezet. Hij gaven t 6 aan de omstandigbeden, die aanleiding st°ad 0t bet arrest van 4899. Geruimen tijd k°lonQie p^PPwteur stil bjj de enquête aangaande tegeft p 1C(luart, waaruit de eerste vermoedens een Z^n 8erezen- Vervolgens gaf hij Va,tl Pieta bizonderheden omtrent den persoon eïperti; 'Uart) ^eed mededeelingen van de diverse 0ftder\v0 S Waaraan bet beruchte borderel is Vari diens^6n geweest> van den twijfel van Picquart, Saandp Verklaringen en het een en ander aan- de e Dreyfus' onschuld, pS®eraals Oonse Hi fehde van de meening van en Billot en de polimiek in lerna beSprak de - het rapporteur de zaak betref- aebterst«n proteSeeren van Esterhazy en het ten v°°rts T Henry- v Esterbo ,blJ geruimen tÜd stil by de rol bHef v azy beeft gespeeld, behandelde den die va.. generaal Pellieux en ,e Voor doh i '-i™ ^«nieux en de verklaringen tv 4 uur imlgsraad te Rennes zyn gedaan. °e«8dag. Wer de zitting verdaagd tot heden, *n de Elémenceau's rede. "Jatten over g,ehouden Kamerzitting werden de ai8de B^iy voortgezeterPellatie afgevaar" Glémenceau vervolgde zyn rede van eergisteren. Volgens zyn meening heeft een arbei der, die werk zoekt en vindt, het recht om te arbeiden. Ieder's recht moet onaantastbaar zyn. Clémenceau beschouwde daarna het passe-par- tout-program der socialisten en vond het uiterst bourgeois". »Dat program maakt Jaurès kracht uit, die het van mij heeft overgenomen8 uren-dag progres sieve belasting naar het inkomen, hernemen door den staat van de groote monopolies; maar men moet zich met elkaar verstaan. Men kan bijvoorbeeld, beginnende met een spoorweg-exploitatie aan te koopen, een wetgeving betreffende het arbeidscontract voorbereiden. Wat de onteigenings-kwestie betreft, wy wach ten op de voorstellen van den heer Jaurès om ze te onderzoeken. Wy gelooven, dat de individueele eigendom nog lang zal stand houden. Wanneer ge weigert de begrooting aan te ne men, zyt gy tegenstanders". Clémenceau wees daarop de socialisten op het gevaar, om een reactionnair spelletje te beginnen. »Gy gaat een motie van afkeuring tegen mij indienen, maar uw plan zal worden verydeld, en de radicale party zal my er zelf uitredden. »Man van weinig trouw", zeide hy tot Jaurès, »gy bedreigt de republiek en gy zyt een harer beste arbeiders geweest. Wanneer gy uwe hulp wilt verleenen, dan reiken wy u de hand en zeggen laat ons werken. Zoo gy weigert, zullen wy moedig de verant woordelijkheid dragen." Maugean stelde voor, de rede van Clémenceau aan te plakken, hetgeen werd aangenomen met 365 tegen 78 stemmen. Na een breedvoerig antwoord van Jaurès, stellen Dejante en Allemane voor, Jaurès' rede ook aan te plakken, hetgeen werd geweigerd met 228 tegen 439 stemmen. De debatten worden Donderdag voortgezet. MAROKKO. De Times verneemt uit Fes, dat de Marokkaan- sche regeering besloten heeft het protocol van de conferentie te Algeciras te teekenen. Aanleiding daartoe was een gesprek van den Sultan met Malmoesi, 't welk grooten indruk op den Sultan maakte. AMERIKA. Het Huis van afgevaardigden heeft zonder stem ming het wetsontwerp betreffende de toewijzing der landbouwkredieten aangenomen met de amen dementen, waarby een vleeschkeuring wordt ingesteld. De wet wordt nu gezonden naar een com missie, bestaande uit afgevaardigden van het Huis van afgevaardigden en den Senaat. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 49 Juni. Bathpolder. By de voortzetting der beraadslagingen over het wetsontwerp tot aanvulling en verhooging der en waterstaats begrooting voor 4906 (f 250,00(7 sub sidie voor herdyking van den eersten Bathpolder) noemt de heer Hennequin de houding van den minister, die de Waterstaatswet niet wil hand haven, minstens genomen zonderling. Spr. bepleit nogmaals Staats bedijking. üe heer Lely, repliceerend, betoogt, dat men niet behoeft te vreezen voor verwerping van dit ontwerp, waar de minister zelf verklaard heeft dat de regeering in verwerping zal berusten en zet uiteen dat belanghebbenden door de Water staatswet gebonden zijn. De henr IJzerman betoogt, dat men zich had kunnen beperken tot versterking van het noordelijk talud van den spoorwegdyk en treedt in uitvoerige^ becijferingen om aan te toonen dat het wetsontwerp de voorkeur verdiend boven over neming der gronden van de eigenaars of af stemming. De heer van Foreest waarschuwt by repliek tegen het gevaarlijk antecedent dat ze zouden scheppen door de verklaring dat het loopen van een spoorwegdam door een polder een motief is om dien polder te subsidieeren. De heer de Savornin Lohman betoogt, dat het hier kwestieus is of Gedeputeerde Staten ver plicht zyn het herstel van den polderdyk te ge- lasten. De heer de WaalMalefyt, repliceerend, vraagt waarorn de minister den Commissaris der aai, vertol worat daarna vo Koningin met had opgedragen art. 38 der Water- I Juli tot 10 Augustus verleend. staatswet toe te passen, als er inderdaad zulk een dreigend gevaar is. De heer van Wassenaer van Catwijck betoogt, dat het beter is, goed land te behouden en tevens een veiligen spoorwegdyk, dan den spoorwegdyk tot zeedyk te maken. De minister van Waterstaat ad in terim, dupliceerend zet uiteen dat volgens mede- deeling van den ingenieur-directeur in de 11e directie de veiligheid van den spoorwegdam nog niet voldoende verzekerd is, zoolang niet het zui- delyk, en eigenlyk ook het noordelijk gedeelte van den Bathpolder is bedykt. Na duplieken van den heer Lely en den minister werd het wetsontwerp met 42 tegen 37 stemmen goedgekeurd. Arbeidscontract. By de hierop gevolgde voortzetting van de be raadslagingen over art. 125a Burgerlijke Rechts vordering (procedure) en het amendement-Schaper (permanent college van advies) bestreed de heer L i m bu r g het amendement-Schaper, waardoor aan het beginsel der leekenrechtspraak veeleer schade zou worden toegebracht. De minister van Justitie ontraadde stellig het amendement-Schaper, als een uiting van wantrouwen in de rechtspraak van den kanton rechter. De heer Schaper verdedigt uitvoerig zyn amen dement. Maar inziende dat het hier toch eigenlyk svechten tegen de Bierkade" is, trekt hij het daarna in, en dient, mede namens zijn partijgenooten, een motie in, waarby de Kamer met het oog op de uitbreiding onzer arbeidswetgeving de noodzake lijkheid uitspreekt, om daarvoor een afzonderlijke rechtspraak in te stellen. Deze motie zal later behandeld worden. Het artikel wordt vervolgens goedgekeurd. Heden voortzetting. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 19 Juni 1906, des namiddags 2 uur. (Slot). De heer Van Westendorp betoogt de noodzakelijkheid van de inwilliging van adressants verzoek. De Voorzitter zegt, dat B. en W. daartoe niet kunnen adviseeren, omdat zy voorzien, de Regeering met die regeling geen genoegen zal nemen. De wethouder van onderwijs, de heer Honner- lage Grete, licht dit nog nader toe, zeggende dat wat de heer Krijger heeft by het M. O., hij niet heeft bij het L. O. en het niet gewenscht is, het door adressant bedoelde te wagen. De heer De Groot zegt, dat er hier geen kwestie is van wagen, maar alieen van rechtvaardig heid alleen op dien grond moet gehandeld worden. De heer Van Westendorp zegt, dat hier niets gebleken is van twee afzonderlijke betrek kingen, maar adressant volkomen gerechtigd is de beide betrekkingen als een te beschouwen, die hem tot den gewenschten pensioengrondslag recht geeft. De heer Honnerlage Grete meent, dat die redeneering niet opgaat, want in dat geval zou hy f60 per wekelyksch lesuur moeten genieten, terwyl hy er nu maar f40 geniet, aangesteld als leeraar by het vak-onderwys L. O. De heer Van Westendorp zegt, dat het hem onverschillig is hoe adressants werkkring onderscheiden wordt, maar houdt vol, dat hij recht heeft op bedoelden pensioengrondslag. De heer Honnerlage Grete vraagt waar om hy dan by de regeling van zijn pensioengrond slag in 4904 niet zelf geprotesteerd heeft. De heer Van Westendorp, repliceerend, handhaaft in hoofdzaak zyn standpunt. Het voorstel van B. en W. in stemming ge bracht,1 wordt aangenomen met 13—2 stemmen Tegen stemmen de heeren Van Westendorp en Gouka. Voorstel van B. en W. tot het vaststellen van de rykspensioen8grondslagen van leeraren bij het Middelbaar Onderwijs. Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen- Verlof Gemeente-secretaris. Aan de orde is Adres van Mr. V. Sickenga, secretaris der Gemeente, met verzoek hem verlof te verleenen tot afwezigheid uit de Gemeente te beginnen met 42 Juli tot en met 44 Augustus a. s., met advies van B. en W. De heer mr. Jansen meent, dat wanneer de secretaris van 42 Juli tot 11 Augustus afwezig is, hy feitelyk, door den invallenden Zondag tot 43 Augustus uit zal zijn en dus voor den secretaris- plaatsvervanger de tweede maand zal ingaan. Om dus geen twee maanden salaris aan den plaats vervanger uit te keeren, zou hy het verlof tot 10 Augustus willen beperken. De heer Van Westendorp ziet geen be zwaar het verlof te verleenen maar de kwestie komt ieder jaar terug. Daarom zou hij niet al leen voor den Secretaris, maar voor alle ambte naren het verlof vastgesteld willen zien. De Voorzitter zegt, dat B. en W. bereid zijn aan dien wenk gevolg te geven. Het verlof wordt daarna voor den tyj van 12 Adre sv. W o e r k o m. In behandeling komt Adres van L. van Woerkom, le brugwachter aan de Oranjebrug, met verzoek om naar aanlei ding van art. 29, 2e al. der Pensioenverordening de bepalingen van art. 7 dier verordening ten zynen aanzien voor een jaar op te schorten. Overeenkomstig het advies ran B. en W. wordt hierop gunstig beschikt. De Buitensluis. Aan de orde is Voorstel van B. en W. tot vernieuwing van de Buitenvloeddeuren van de Buitensluis. [B. en W. zeggen in hun toelichting by dit voorstel»Om redenen die later zyn ontstaan, komt het ons wenschelyk voor, het terrein ten westen van de sluiskolk glooiend te doen ophoogen tot de dekzerken en uwe machtiging te vragen om alsnog nieuwe sluisdeuren te doen maken." Zij vragen voorts een crediet aan van f5000]. De heer Van der Schalk vraagt wax fle reden is om aldus te doen hij zou dat gaarne weten. De heer mr. Jansen ontving omtrent het glooiend oploopen van het terrein gaarne eenige inlichtingen. De Voorzitter zegt, dat de toestand van de Buitensluis van dien aard is, de reeds laag te gemoet geziene voorziening nu moet plaats hebben. Gebonden als wij zyn aan Schieland, zyn wy ge noopt dit werk uit te voeren; er moeten nieuwe deuren ingezet worden en de coupures aangevuld. Met de uitvoering van dit werk zal aan alle mo gelijke eischen voldaan zyn. De heer Van Westendorp meent met genoegen akte van laatstbedoelde verslavinghy had zich de zaak zoo niet voorgesteldmaar meende, dat wy een nieuwe sluis moesten maken wordt de zaak nu zoo opgelost, dan is hy wel te vreden. De Voorzitter zegt, dat wy den toestand moeten beoordeelen, zooals hy nu is, en dan meenen wy volkomen gegarandeerd te zyn, maar dat sluit niet uit de gebeurlykheid dat wy toch een nieuwe sluis zouden moeten maken. De heer m r. Jansen constateert, dat zich dus alles beperkt tot nieuwe sluisueuren en de noodige aanvullingen. De Voorzitter zegt, dat zyne mededeeling berust op inlichtingen van wege Schieland gegeven. Byzonder had nog de landmeter van Schieland (de heer Nolen), met Schiedamsche toestanden wel vertrouwd, verklaard, Aat de vloer der sluis nog wel voldoende was. De heer Gouka merkt op, dat als de vernieu wing Jder sluisdeuren niet afdoende blykt, ze er weer uitgehaald moeten worden. Waar op gemerkt wordt, dat men niet onder water kan kijken, zou hij toch een onderzoek willen doen voorafgaan. De Voorzitter wyst op de groote moeite, die het droogleggen der Buitensluis zou geven; een ernstig bezwaar voor de scheepvaart. Aan onze verplichtig tegenover Schieland kunnen wy ons niet onttrekken, maar het nu uit te voeren werk prejudicieert nietsblykt de vernieuwing der sluisdeuren niet voldoende, dan vragen B. en W. den Raad hooger crediet om de geheele sluis te vernieuwen. De heer m r. Jansen vraagt, waarom wy gebonden zyn aan Schieland. Op welke nieuwe feiten berust die gebondenheid aan Schieland? Is dat het gevolg van het niet ophoogen van de Hoogstraat, dan moet hy het betreuren, dat B en W. toen den Raad niet op de hoogte hebben ge steld en hoopt hy, dat het nieuwe bestuur, als zich zulke zaken voordoen, den Raad van volledige inlichtingen zal dienen. Tot staving van zijn betoog wijst hy op het gebeurde met den strekdam in de Maas. Had de Raad geweten, dat wy aldus onze vryheid tegenover Schieland kwyt zouden zijn dan zou hy niet aldus besloten hebben. In nadere gedachtenwisseling met den Voor zitter nog constateerend, dat het dijkje bij de sluis zal moeten gebruikt worden op de hoogte van den buitendijk vreest spr. dat dykverhooging en deurvernieuwing toch geen afdoende verbete ring zullen waarborgen. Wie zegt, dat de sluis aiet dieper en breeder /.al moeten worden, o.a. voor de schepen der haringvisschery en dan zullen ie deuren van nul en geener waarde zynzal de nieuwe constructie voldoende zyn en er geen ge vaar voor inzakking bestaan? Die vragen nopen spr. te meer die zaak door een duiker, desnoods met licht, te doen onderzoeken. De Voorzitter zegt, dat een onderzoek waarby de scheepvaart gestremd moet worden altijd groot bezwaar medebrengt. Overigens bestaat de vaste overtuiging, dat het nu uit te voeren werk voldoende zal zijn en zonder grooten last voor de scheepvaart kan uitgevoerd worden. De heer Gouka zegt, dat als de verbetering imperatief door Schieland is voorgeschreven het noog tyd wordt, ons aan dien dwang te onttrekken. De heer tjini i zegt, dat de maatregelen hier ter voorziening te nemen, alleszins noodzakelijk zyn. j6er G o u k e ziet hier opnieuw de wensche- lykheid bewezen van eene tweede verbinding met de Mias. Maar zonder den dwang van Scmeiand zouien wy net besproken wera een half jair of een jaar kunnen uitstellen tot dili iitteve plannen gemaakt zyn. Vft Vx 0

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 1