Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 29ste Jaargang. Dinsdag 16 October 1906. No. 8634 FEUILLETON. Hei geheim van den dokter. Buitenlandsch Nieuws. Verspreide berichten. Uit de Pers. ABONNEMENTSPRIJS; Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Nog altijd de kluts kwijt Onze oudere zuster is over het entrefilet in ons Nummer van Zaterdag al heel slecht te spreken. 2\j wjjdt er bijna anderhalve kolom aan. Beginnend haren spjjt uit te drukken, dat zij °ns in dezen moet tegenspreken, zegt de Schied. Cl-, dat er voor haar geen reden was tot bitteren spijt in dien uitslag en 't dus onwaarschlijk is dat z\j toch de kluts is kwijt geraakt. «Doch bijna had zy ons door haar schrijven van Zaterdag-avond in dien minder gewenschten toestand gebracht. Dat toch bevat zooveel enormi teiten dat wij by de lezing van de eene verbazing tl de andere vielen". Gaan wy de «enormiteiten" die de Schied. Ct. 10 onze driestar ziet, maar eens na. Dat by de beide liberalen, die voor de ver vulling van dien zetel werden aangewezen geen vrees de oorzaak der weigering was, weet de Nieuwe, blijkens het vervolg van haar stuk even goed als wij. Was het dus by den heer v. d. Velden, dat de Nieuwe vrees zoekt Wij ge- looven te kunnen zeggen, dat zy ook daar dan zich vergist. Waar de Nieuwe spreekt van den man harer (dat is onze) keuze, willen wij even opmerken, dat er van eene keuze onzerzyds geen sprake is de groep van liberalen in den Raad heeft een candidaat uit haar midden aangewezen en over de keuze hebben wij geen woord gezegd". Naif mooi, maar toch weinig steekhoudend is Vooral dit laatste zinsnedetje. Neen, de Oude heeft geen keuze gedaandat behoort alleen aan hare geestverwanten in den Raad maar wie in overdrachtelijken zin de man harer keuze was, heeft zy in haar spijtig stukje onder stadsnieuws genoeg doen uitkomen. Onze tweede enormiteit schuilt in hetgeen wy over het candidaatstellen de commun accord op merkten De Oude zegt er het volgende van Dat in zoo'n geval het gebruik wil dat de candidaat de commun accord gesteld zou Kloeten worden, is een bewering die ons wel Wat verbaast. Wy willen even herinneren aan he benoeming tot lid der Gedeputeerde Staten van de heeren Goekoop, Fock en Versteeg leden der minderheid in de Staten, die door deze minderheid werden aangewezen, toen de meerderheid een zetel aan de minderheid aan bood. Onze oudere collega kan van hare verbazing ekomen. Wat in 't byzonder de verkiezing van ^01 heer Versteeg tot lid van het Slaten-college etreft, kunnen wij haar stellig verzekeren, dat 'e de commun accord geschied is. Na nog getracht te hebben het apodictisch ®aKw^jzen van een candidaat voor de minderheid 6 verdedigen en over hetgeen wij omtrent de erde stemming opmerkten, te zjjn heengegleden, '®mt zij nog aanstoot aan de volgende regelen ji^°cht niet veeleer verwacht worden, dat de erale party de winste zou aannemen, die haar grootmoedig in den schoot werd geworpen vindt dit al een heel zonderlinge uiting en tracht dit beweren teverdedigen met een verwij zing naar de bereidwilligheid van de liberalen om op het aanbod der meerderheid in te gaan en aan de bestuurswerkzaamheden deel te nemen. 't Blijkt, dat de Oude nog maar altijd de kwes tie niet goed vat. Als men de meerderheid in den Raad heeft en dus door eigen kracht over een wethouderszetel kan beschikken, dan kiest men den meest gewilden partijgenoot. Kan men daar entegen slechts met behulp van andere partijen een der geestverwanten aan de bestuurstafel zitting doen nemen, dan neemt men daarvoor den man waarover men met de tegen partij tot overeenstemming kan geraken. In dien zin waar d i e partij het heft in handen heeft kan men zeker van een grootmoedig in den schoot werpen spreken. Onze laatste enormiteit is te zoeken in hetgeen wjj omtrent het driestarretje opmerkten. Vooral in hetgeen zjj daaromtrent zegt, toont de Oude, dat zij nog maar altijd de kluts kwijt ishoort slechts Die 9 regels hebben ons werkelijk moeite gekost om te begrijpen. Zjjn de stukken niet van denzelfden schrijver? Veel doet het aan de kwestie eigenljjk niet af. Waarom de redactie zjjn stukken met een driestarretje merken zou, is ons volkomen onbegrijpelijk, wanneer zjj daarmede niet een weideren oorsprong aanduidt. Wij herinneren ter verduidelijking aan bijv. den hoefjjzer-correspondent van het «Handelsblad" en de redactioneele stukken, die door een pseu doniem of een letter worden onderteekend. O, onbegrijpelijke Schied. Crt, is uwe redactie zoo weinig bekend met de journalistieke gebrui ken, dat zjj niet weet, de driestar het gewone teeken voor entrefilet is, slechts in de laatste jaren door sommige bladen met een ander tee kentje afgewisseld Heeft zij nooit van «een drie star" gehoord Zoo neen, dan geven wy den moed op, 't haar duidelijk te maken, dat zij in onze opmerkingen slechts het werk der gewone redac tie heeft te zien. Is zjj op andere punten even hardleersch als zij zich in deze materie toontof hadden wjj gely'k met te zeggen, dat zjj nog altyd de kluts kwjjt is? Zoo ja, dan wenschen wjj haar van harte beterschap. Na de nieuwe keuze zal zjj wellicht wel weer een beetje opknappen. Uit het Engelsch.) 20) kwam spoedig terug. Ik begreep dat brandde, mij over mijn onver- at huwelijk te ondervragen; maar ik stuitte ïadelijk haar woordenvloed. Zij zag direct RUSLAND. Kapitein Klado, de man] die] tjjdens den Russisch-Japanschen oorlog zoo scherpe kritiek oefende op de Russische marine en deswege uit den dienst werd verwijderd, is nu benoemd tot pro fessor aan de keizerlijke Nikolaj marine-academie DUITSCHLAND. Prins Alexander Hohenlohe, ingevolge wiens opdracht de gedenkschriften van zijn vader zyn uitgegeven, heeft, naar nader gemeld wordt, Zater dag een lang onderhoud met Bülow gehad en daarna aan den stadhouder van Elzas-Lotharingen hferlr iTL1^tl houding dat ik haar niets vroolijks tuij t0 deelen had. Zij ging zitten en hoorde .Yyji Vei'haal aan, zonder mij in de rede ^h.zooal* ik haar verzocht had. te ou- tVfcj. dat mijn oude Priscille mijn v.rti tnkemVVaaTit^ was' en 'k °P haar stilzwijgen kon q'Ues"n' veelde haar daarom alles of bijna g^„j 7 verklaarde haar zoo goed mogelijk den ^ÏÏzin eSt,anrï van Pauline. Ik gaf haar aan- vindi.^en ™'rent hetgeen mijn korte onder nam I geleerd had en droeg haar op, in a q &eilegenheid die zij voor mij had, ik li°f, u!'ende niijn afwezigheid de vrouw die mnael te verzorgen. kor},fe?!end beloofde zii het mij. Een weinig h j£l ik Pauline weder op. ik rJroeS haar of zij wist aan welk adres demi l f1, k°n schrijven. Zij schudde ontken- - u net hooid. later „Doe je best eens, het je te herinneren/ vraagde ik haar. Zij drukte de toppen van haar fijne vinders tegen het voorhoofd. Ik had reeds bemerkt'"dat elke poging tot nadenken haar een groote kwel ling was. „Teresa wist het adres van Ceneri," zei ie ik, om haar te hulp te komen. „Ja, vraag het haar" „Maar zij is niet meer bij ons, Pauline. Kar: je mij zeggen waar zij is?" Het arme kind schudde het hoofd met een wanhopige uitdruk king en bewaarde het stilzwijgen. „Hij heeft mij gezegd, dat hij te Genève woont. Indien ik hem daar niet kan opsporen, zal ik hem te Turijn gaan zoeken." Ik vatte de hand van mijn vrouw „Ik vertrek v-.or eenige dagen, Pauline. Je blijft hier totdat ik terugkom. Iedereen zal goed voor je zijn. Priscille zal je alles verschaffen wat je n omlig hebt „Goed, Gilbert, zeide zij met haar onver stoorbare kaïmte. Ik had haar geleerd mij Gilbert te noemen Na mijn laatste instructies aan Priscille ge geven te hebben, vertrok ik. Op het oogenblik, dat het rijtuig mij wegvoerde, wierp ik een bbk op de vens „rs van de kamer waarin ik Pauline verlaten had. Daar stond zij en zag mij na; en mijn hort sprong op van vreugde want het kwam mij voor, dat haar heerlijke, oogen pen zekere droefenis uitdrukten. Het wan wellicht ontslag gevraagd als districtspresident van den Boven-Elzas. De Lok. Am. meldt, dat majoor Fischer is vrijgelaten. De vervolging tegen hem is geschorst. (Affaire Tippelskircn en Co.) Gepasseerden Zondag is 't monument ont huld voor de in den slag bij Jena in 1806 geval len soldaten. Enorme toeloop van belangstellenden. Eenige vorstelijke personen waren er by tegen woordig. Generaal-veldmaarschalk graaf Hüseler legde, op last van keizer Wilhelm, een eikenkrans aan den voet van het monument. De Köln. Ztg. had gister weer een hoofdartikel ten betooge dat de Duitsche grenzen geopend die nen te worden voor den invoer van levend vee en voor deugdeljjk vleesch, in de eerste plaats voor bevroren rund- en schapenvleesch uit Australië en Nieuw-Zeeland' ZUID-AFRIKA, De Tribune verneemt uit Maritzburg, dat de speurpolitie honderden onbegraven lijken van ge sneuvelde Zoeloes heeft ontdekt, hetgeen de verhalen van zendelingen over de slachting, die is aangericht, bevestigt. VENEZUELA. De toestand van president Castro van Venezuela js verergerd en men verwacht binnenkort zijn dood. Men ziet een algemeene omwenteling tege moet. De bevolking in het Westen wordt door generaal Lontillo gewapend. In alle katholieke kerken van het diocees Gnesen en Posen is eergisteren een brief van den aarts bisschop van Posen voorgelezen. Hjj zegt daarin dat het godsdienstonderwijs in de moedertaal dient te geschieden. In de gegeven omstandigheden rest slechts, het godsdienstonderwijs op school aan te vullen te huis en in de kerk. De aarts bisschop noodigt de geestelijkheid uit- zich met nog grootere offers dan totnogtoe aan de leering van de jeugd te wijden, en de ouders, om hunne kinderen nog ijveriger en zorgvuldiger op te voeden, De Porte heeft te Athene hare vertoogen tegen het bedryf van de Grieksche benden in Macedonië hernieuwd. De accijnsverhooging. Het Weekblad voor den handel in gedistilleerd enz. bespreekt in zijn jongste nummer de voor gestelde accijnsverhooging als volgt: In ons vorig nummer drukten we het staats stuk af, waarin de Minister van Financiën, De Meester, de verhooging van den accijns op het gedistilleerd van f63 tot f90 per H.L., ad 50 pCt. sterkte verdedigt. Alen zal moeten toegeven, dat het handig in elkaar is gezet.; maar daarmee is nog niet ge zegd, dat do argumenten bijzonder steekhoudend zijn. een spel mijner verbeelding, maar ik nam de herinnering aan dien blik als een schat mede. En nu op weg naar Genève, om Ceneri te zoeken I .-; HOOFDSTUK VIII. Teleurstellende antwoorden. Ik reisde mei grooten spoed naar Genève. Zonder een minuut te verliezen ging ik dadelijk op inlicülingen uit, om de woning van dokter Ceneri te vinden. Maar niemand had ooit dien naam gehooid Ik bezocht alle geneesheeren van de stad; allen zonder onderscheid verklaar den mij, dat zij geen collega van dien naam in Zwitserland kenden. Er bleef mij nu niets anders over, dan naar Turijn te gaan. Aan den vooravond van mijn vertrek liep ik te wendelen met den dood in het hart, toen ik een man opmerkte, die aan den overka it van de straat liep. Zijn gelaat en zijn houding kwamen mij bekend voor; ik stak de straat over om hem meer van nabij op te nemen. Hij wa0 gekleed als een Engelsch tourist; maar m weerwil van zijn costuumsverwisseling her kende ik hem zeer goed, toen ik nader kwam: Het was d© driftige man met wien Kenyon scherpe woorden gewisseld had bij de San Gio vanni, dezelfde die onze bewondering voor Pau line s schoonheid zoo slecht opgenomen had, en die gearmd met Ceneri vertrokken was. Dat was een gelukkig toeval 1 Ik zou door dien man kunnen vernemen, waar de doktei Zoo weerlegt Zijne Excellentie het bezwtar, dat het heffen van een accijns op het gedis tilleerd geld slaan uit de zonde zou zijn, volgen- der wijze: Het is neg de vraag of het gebruik van gedis tilleerd zende is. Deze stelling kan ten minste moeilijk als een axioma worden aanvaard. En als we aannemen, dat het wel zoo is, dan zou de Overheid verplicht zijn heelemaal geen geld uit de zoude tc slaan en allen accijns op gedis tilleerd moeten afschaffen. Daardoor echter zou het gebruik van gedistilleerd zoodanig toenemen, iat de Overheid door het afschaffen van den accijns de zonde had uitgelokt. De Minister is hier heel handig. Hij slaat een heele schakel, in de bestrijding door de drank bestrijders gevoerd, over. En hij weet heel goed, welke schakel. .Want later erkent de Minister, dat iedere verhooging van dezen accijns den band tusschen schatkist en verbruik grooter maakt A's de drankbestrijders beweren, dat het drankgebruik een kwaad voor den staat is, en dat deze uit dit kwaad, uit deze zonde, geen geld moet slaan, dan bedoelen zij daarmee geenszins, dat de staat dezen verkoop geheel vrij moet laten. Integendeel; ze bedoelen, en zoo dom is de Minister niet, dat hij hiervan onkundig is, dat de staat geener lei bezwaaff moet te overwinnen hebben om het drankgebruik geheel onmogelijk te maken, de zonde te verbieden. We willen niet zeggen, dat we het argument der drankbestrijders aanvaarden; geenszins ach ten wij het matig gebruik van gedistilleerd een zonde. Maar dit neemt niet weg, dat de bestri ding van den Minister onjuist is; handig, zonder meer. Het argument, dat de smokkelarij zal toenemen, telt de Minister niet zwaar. Nu moet er reeds streng legen fraude worden gewaakt, zegt Z, Ex-.; een enkele kommiezenpost meer aan de grens is van met veel beteekenis. De Minister is, dunkt ons, niet met alle feiten betreffende smokkelarij op de hoogte. We hebben reden te geloov :n, dat zij nu reeds veel erger is, dan men meent. We hoorden nog dezer dagen uit zeer geloofwaar dige bron, dat zeer vele drankhandelaren in 't klein in Limburg voor hun jenever, van d ia groothandel betrokken, nooit meer betaald hebben dan. f0.40 per liter, accijns inbegrepen. Dit kan niet anders dan van smokkelarij afkomstig zij i. De cijfers van het gebruik van gedistilleerd voor Limburg tegenover de andere provincies zijn ons ook al te mooi. Zoo matig leert men de bevolking er waarlijk niet kennen, als men ze anders ian op het papier ontmoet. En gelooft de Minister niet, dat die smokkelarij ontzettend zal toenemen, als er zooveel meer mee te verdienen is Met een enkelen kommiezenpost is zulks niet te ver helpen. Ook de meerdere vervalsching laat de Minister vrij koud. Toch moet dit gevaar niet onderschat worden. Vervalsching met water zal wel niet dnk geschieden. Vitriool komt niet voor, wordt gez :gd. Was het maar waar. Met brandspir.tus worp. zich verscholen hield, eenvoudig door hun eenige minuten onderhoud te verzoeiren. Ik sprak hem in het Engelsch aan. Hij wierp een snellen, doordringenden blik op mij, en antwoordde toen in dezelfde taai, dat hij mis gaarne van dienst wilde zijn. „Ik zoek het adres van iemand," zeide ik op ongedwongen toon, „en ik geloof dat u mn helpen kan." „Helaas, mijnheer, ik ben Engelschman even als u, en ik .mn hier maar weinig meuschèii.' „Het betreft een dokter, Ceneri genaamd Het omging mij niet, dat hij bij het hooren van dien naam opschrikte. Maar hij herstelde zich dadelijk. „Het doet mij zeer leed u niet van dien3t te kunnen zijn." „Ik heb u echter," zeide ik thans in het Ita- liaansch, „in zijn gezelschap gezien." De prikkelbare man fronste de wenkbrauwen en nam een dreigende houding aan: ,Ik ken niemand van dien naam; vaarwel Jus Hij nam zijn hoed af en liep weg met groote stappen, maar ik haastte mij, hem in te halen, Ik verzoek u zeer dringend mij te zeggen, waar ik hem zou kunnen ontmoeten," hervatte ik, hem opnieuw staande houdend. ,,Het is nut teloos te on kennen, dat hij tot uw bekenden behcort."- U lj Ui QSLorM Vv-. ttUln hftillll in O Haf ilr liaar niofo -.TT. •yjn -j vv.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 1