Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
29ste Jaargang.
Woensdag 17 October 1906.
i\o. 8635.
Buitenlandscli Meuws.
^FEUILLETON.
Het geheim van den dokter.
Verspreide berichten.
Staten-Gteneraal.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst
lijke overeenkomsten aangegaan.
bil-
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
DUITSCHLAND.
Volgens een bericht uit Gmunden, zou de
hertog van Cumberland van plan zijn, een mani
fest aan het Brunswijksche volk te richten.
FRANKRIJK.
Maandag is sir Vaughan Morgan, de Lord-mayor
vkn Londen, door Parijs getrokken met pracht
praal, met zijn staf- en zijn zwaarddrager,
Zljn sheriffs, zijn aldermen, zijn officieren, zijn
koetsiers en zijn voetknechten.
Het was subliem, en de goede Parijzenaars
herrekten zich de kaken in verbazingsgegaap
He Matin geeft een enthusiast, met de bekende
Oneerbiedige en naar het schijnt onvermijdelijke
'ansclie spotternij gekruid verslag van 's Lord-
'hayors voorkomen en doen, hoe behoorlijk wit
zlJ'a haar was, en hoe schitterend zijn versier
selen, hoe zacht-wuivend zijn zwart-zijden man-
fel, en hoe wijd zijn gedofte mouwen
Vooral op den oneindigen dikken wereldbol,
'Hui beiaamden rolronden koetsier, Wrigt, neb-
'CU do Parijsche reporters het begrepen!
0<n twee uur bereikte de stoet het stadhuis,
^Vü"ar sir Vaughan Morgan werd toegesproken door
^''Schillende autoriteiten
Haar op begaf men zich naar het Elysee, waar
P'Rsident Fallières den lord-mayor ontving De
v'site duurde een kwartier
Clemenceau heeft in een redevoering te St.
■iaximin, krachtig do bedoeling van de regeering
'evesiigd om den thans ingeslagen weg te blijven
v<dten, want de 11e December zal de laatste nacht
ZlJh cnder het stelsel van het Concordaat doorge-
la©ht, den 12en December zal men ontwaken bij
c ücht van de zon der vrijheid. De wet zal op
^hereon worden toegepast. Niets zal hem doen
'-'geven in den grooten strijd voor rechtvaardig*
©n vrijheid.
l)e Fransche regeering zal, volgens een be-
richt uit Parijs, na de bijeenkomst van de Ka
ders een wetsontwerp indienen dat voor geheel
'ankrjk -alle soorten van weddenschappen op
°et van wederkeerigheid verbiedt, en het voor-
01 doen, om dit ontwerp spoedeischend te he
ndelen.
■Het haastig besluit tot indiening van dit wets-
ht\v0yp zaj we,j jn verband staan met bet ge-
yC'Urde te Longcbamp. Volgens de laatste schut
je S. is daar in het geheel een schade van 350.000
aangericht.
an ambtelijke zijde wordt gemeld, dat in de
Oostenrijk gerichte nota, de regeering haar
dusverre ingenomen standpunt handhaaft. Ten
(|<lIl2'en van de levering van de /kajnonnen en
i schietvoorraad wenscht zij de vrije hand te
^uden.
SERVIë.
ZUID-AFRIKA.
nr aanleiding van het verslag der commis-
Uit het Engelsch
21)
H zonderling lastig, mijnbeer. Waarom
ij u- dat ik dien heer ken?"
'\.r heeft met hem gearmd geloopen."
dan, als ik vragen mag?"
Ció' Turijn, dit voorjaar, vlak bij de San-
jj.^hni."
j zag mij zeer oplettend aan.
Ij Jjga' nu komt uw gelaat mij bekend voor.
©6i{ ewi van die twee jonge lieden, die het
Ji,V H'mv lastig maakten."-
h\vc h'd incident waarop u zinspeelt was geen
rii irul? van het lastigvallen van een dame;
kijf. M'n dit al zoo ware, is het nu het oogen-
J» )let> daarop terug te komen."
v0oreoni u in acht! Ik heb al een man gedood
^aaraeen Sor'iigere onbehoorlijkheid dan die,
z'ch uw vnend destijds tegenover mii
j/Tg maakte.''
eh'\vi/S .hier Seen sprake van mijn vriend;
hief In'i aangaat, ik heb destijds den mond
ter Overigens doet dit alles bier niets
far It wenscb den dokter te spreken,
êl aangaande zijn nicht."
sie van onderzoek in zake de Zuid-Afrikaansche
legersclxandalen aan den minister van oorlog ont
heft Kaldane generaal Lyttelton van alle schuld
omdat deze niet in staat was gelijktijdig het op
perbevel over het leger te voeren en de inten
dance doeltreffend te controleeren. Verscheiden
hoofdofficieren, waaronder luitenant-kolonel Wi
re, krijgen een berisping, anderen verliezen hun
senioriteit. Luitenant-kolonel Morgan, majoor Wal
ton, de drie kapiteins Douglas Jones, Forsyth
Grant en Limond moeten ontslag nemen met be
houd van recht op pensioen. Kolonel Hipwell
meet ontslag nemen met slechts gedeeltelijk recht
op pensioen, terwijl luitenant-kolonel Hamnett en
negen anderen van lageren rang eenvoudig het
leger worden uitgezet.
Er wordt nog overwogen of er een strafrech
telijke vervolging tegen de voornaamste schul
digen zal worden ingesteld.
De geheel© pers keurt in hoofdzaak de beslis
singen van het legerbestuur en Haldane in deze
kwestie goed.
De Zoeloe-opperhoofden Tilonko en Sikikóe-
koe zijn wegens deelneming aan den opstand
veroordeeld tot ieder tien jaar dwangarbeid en
een boete van 500 stuks vee.
JAPAN.
Als uitvloeisel van beraadslagingen der admi
raals is te Tokio een bijzondere commissie voor
den scheepsbouw ingesteld, om de beste en mo
dernste plannen voor den bouw van oorlogssche
pen Ie- onderzoeken. Men verwacht dat dienten
gevolge de voltooiing der slagschepen en krui
sers, dio thans op stapel staan, aanmerkelijk ver
traagd zal worden.
Er is in Japan sedert geruimen tijd een
beweging gaande, om geheel Azië in beschaving
te verheffen, maar zonder tusschenkomst van de
westerlingen, doch onder de hoede en de leiding
van Japan. De Tsjinkoroe, een blad dat te Tokio
verschijnt, is hel orgaan van dit streven, en be
pleit de stichting van een groote Oost-Aziatische
universiteit, die bezocht zou worden door stu
denten uit alle oorden van Azië, om onderricht
te ontvangen in de moderne wetenschappen. Er
bestaat reeds een keizerlijke universiteit te Tokio,
gelijk men weet, maar deze is zoo druk bezocht,
dat zij geen nieuwe studenten meer opneemt,
en aangezien de voorstanders van het nieuwe
streven ervan droomen, de Hindoes en Siameezen
evenzeer te ontwikkelen als de Chineezen, is 't
duidelijk dat een instelling op zeer grooten voet
noodig zou zijn.
Behalve in Engeland, stelt men ook in Frank
rijk buitengewoon veel belang in de gedenkschrif
ten van Hohenlohe. Er staan dan ook genoeg
dingen in over d betrekkingen van Duitschland
met Frankrijk, die van geschiedkundig belang zijn.
Wat de Franschen het meest zeer heeft gedaan
is de onthulling van Hohenlohe, dat Tsaar Niko-
loos voor zijn bekende bezoek aan Parijs in 1896
De vreemdeling toonde de grootste verbazing.
„Wat heeft u met zijn nicht uitstaande?"
vroeg bij levendig.
„Dat is mijn zaak. Zeg mij slechts waar ik
hem treffen kan?"
„Hoe is uw naam?" vroeg hij kortaf.
„Gilbert Vaughan."
„Eenvoudig een Engelsch gentleman."
Hij dacht een oogenblik na.
„Ik kan u hij Ceneri brengen, maar eerst
wensch ik te weten, wat u van hem verlangt,
en waarom u van Pauline sprak. De straat is
echter geen geschikte plaats om te praten."
Ik nam hem mede naar mijn hotel. Toen
wij gezeten waren, hervatte hij
„Voor alles, ik herhaal het, mijnheer Vaug
han, antwoord op mijn vraagWat heeft Pauline
March met deze aangelegenheid uitstaande?"
„Pauline is mijn vrouw."
Hij sproKg op, een grove Italiaansche vloek
ontsnapte sissend aan zijn lippen, en hij werd
bleek van toom.
„Uw vrouw 1 Dat is een leugen! Ik zeg, dat
het gelogen is!"
Ik sprong op, even woedend als hij'.
„Ik heb u reeds gezegd, dat ik een Engelsch
gentleman ben. U maakt mij uw verontschul
digingen of ik schop u de deur uit!"
Hij hehcerschte zich met groote inspanning.
Heb ongelijk en vraag u verschooning
zeide hij. Wieet Ceneri gein uw huwelijk?"
zich eerst te Berlijn heeft vergewist dat men
daar er geen aanstoot aan zou nemen. Voor de
Leoordeeling van de waarde die het veelgeroemde
bondgenootschap voor Frankrijk heeft, is dat feit
een kostbare bijdrage.
De meeivermeldc belangstelling in Frankrijk is
zelfs zoo groot dat Fransche journalisten hun
DuitsCiien collega's vliegen af zijn gaan vangen
door het uithcoren van de mannen die voor de
uitgave van de gedenkschriften verantwoordelijk
zijn. De Parijsche Matin heeft zich tot prof. Cur-
tius te Slraatsburg gewend.
Curtius zeide dan tegen den vertegenwoordiger
van de Matin dat hij zoomin als prins Alexan
der den slorm had voorzien dien de verschij
ning van de gedenkschriften heeft doen opsteken.
De opteekening van de gedenkwaardigheden is
alleen toe te schrijven aan de omstandigheid dat
de rijkskanselier van schrijven hield, zoozeer dat
hij zelfs krantenartikels heeft opgesteld. Zoowel
hij, Curtius, als de prins, hadden in het dagbaek
talrijke plaatsen onderdrukt, die op binnenland-
sche aangelegenheden betrekking hadden, vooral
uit den lijd toen prins Hohenlohe rijkskanselier
was.
Het boek zelf vindt intusschen een razendei
aftrek. De eerste oplaag van 10,000 exemplaren
was reeds in liet einde van de vorige week uit
verkocht. Een groot Berlijnsch boekhandelaar
heeft verteld, dat hij, na de verschijning van
het hoofdstuk over Bismarck's ontslag in Ueber
Land und Meer, 22 exemplaren besteld kreeg;
maar na het telegram van den Keizer werden
er dadelijk 125 bij besteld.
Gislermiddag om drie uur is te Brussel
een internationale conferentie tot herziening van
de maatregelen op den invoer van sterken drank
in Afrika geopend.
Vertegenwoordigd zijn België, Duitschland, En
geland, Frankrijk, Italië, de Kongostaat, Neder
land, Portugal en Zweden.
Te Bonn is gister op het Keizerplein
voor de hoogesohool in tegenwoordigheid van den
Keizer een standbeeld voor Wilhelm I onthuld.
Het beeld stelt den Keizer in de generaalsuni
form voor en is een werk van Haxro Magnussen.
De gemeenschap tusschen Marakesj en de
Marokkaansche kust is ten gevolge van het op
roer in het Zuiden volkomen gestoord Verschei
dene karavanen zijn van Marakesj opgebroken,
om te beproeven, met wapens en schietvoorraad
de oasis \an Tafilelt te bereiken Men is ongerust
over het lot dat. hun wedervaren is.
De Petit Parisien bevat een telegram van gene
raal I iautey, den bevelhebber van zuidelijk Oran,
aan den minister van oorlog, waarin de gene
raal meldt dat in hef. gebied van Tafilelt de toebe
reidselen van de stammen tot een heiligen oor
log tegen Frankrijk voortduren. Moelai Aboe, een
neef van den Sultan, heeft alle stammen be
zocht en de beslechting van alle inwendige ge
schillen bewerkt. Zij beloofden tegen half No
vember den oorlog te zullen beginnen. De stam
men zuuen zich aan den Wadi Gir verzamelen.
„Zeker, hij was er bij tegenwoordig." Op
nieuw dreigde zijn woede los te barsten, en
hij bromde in zijn moedertaal: „Traditorel In-
gannatore!" (Verrader! Bedrieger!)
Maar deze benamingen golden thans Ceneri.
Daarop wendde hij zich weer tot mij, wat
gekalmeerd.
„Indien dit zoo is, blijft mij niets anders
over dan u geluk te wenschen, mijnheer. Uw
vrouw is schoon en ongetwijfeld beminnelijk.
U- heeft in haar een levensgezellin ongetwijfeld
naar uw smaak."
„Ik dank u," zeide ik mij: bedwingend. „U
zal nu wel zoo goed willen zijn, mij de ge
vraagde inlichting te verstrekken."
„Ceneri is niet te Genève. Maar ik heb goede
redenen om aan te nemen dat hij: binnen een
week terugkeert."
„Ik zal hem vóór dien tijd gaan opzoeken
waar hij zich bevindt. Als u mij maar wilt
zeggen,
„Neen, ik kan hem alleen uw verlangen mede-
deelen."
Hij nam afscheid en vertrok, mij in pijnlijke
onzekerheid achterlatend.
fk wachtte een volle week. Ik begon reeds
Ie vieezen, dat Ceneri besloten had mij te ont
wijken, toen ik een brief ontving. Hij bevatte
slechts de volgende woorden:
„U heeft naar mij gevraagd. Een rijtuig zar
u om elf uur komen afhalen. M. M. C."
Om elf uur reed een huurrijtuig voor het
Generaal Liautey heeft den minister machti
ging gevraagd, om de noodige maatregelen tot
bescherming van het Algerijnsche gebied te nemen.
Uit Londen wordt gemeld, dat de overheid
van Lagos (Slavenkust) heeft toegestemd in een
concessie voor den aanleg van een spoorweg van
Ilorin naar Jebba, en verder in een bedrag van
L 260,000 voor de voltooiing van de haven van
Lagos.
De scheepsbouwers te Glasgow hebben toege
stemd in een samenkomst met de afgevaardigden
van de stakers, waardoor het zeer waarschijnlijk is.
dat de slaking een einde zal nemen.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 16 Oct.
Indisch Regeeringsreglement.
De minister van Koloniën licht toe
een aangebrachte Regeeringswyziging op art. 1,
ten doei hebbende te bepalen dat een inlandsche
vrouw, gehuwd met een Europeaan, onderworpen
zal zjjn aan de bepalingen voor de Europeanen.
De heer Bog aardt licht z(j a amendement
toe, en stelt b(j tweede amendement voor, den
Gouverneur-generaal de bevoegdheid te geven,
niet-Europeanen met Europeanen geljjk te stellen!
Naturalisatie kan den betrokkene weinig schelen,
meent spr.
De heer de Waal Malefijt bestrydt het
eerste amendement, waardoor prijs zou worden
gegeven het beginsel, dat alle christenen dus
ook christen geworden» vreemde Oosterlingen
met Europeanen gelijk zijn.
Ook het tweede amendement bestrijdt spr. Uit
de gegevens der laatste jaren is van zulk een
groote zucht, om met Europeanen te worden ge
ljjk gesteld, bjj de Chineezen niet gebleken.
De heer de Beaufort acht dringend noodig
wetswijziging om een eind te maken aan den
toestand, dat alle inlanders feiteljjk vreemdelingen
zijn.
De heer van Deventer verdedigt het eerste
amendement-Bogaardt, en bestrijdt het tweede, op
grond dat de daarbij voorgestelde gelijkstelling
in het stelsel der wet niet past, en als onnoodig,
nu het instituut der vrijwillige onderwerping is
uitgebreid. De weg der naturalisatie staat open.
De menschen worden daardoor niet slechts Euro
peaan, maar ook Nederlander.
De minister van Koloniën deelt mee,
dat een wjjziging van de wet op het Nederlan
derschap wordt voorbereid. Aan den heer de
Waal Malefijt geeft de minister te kennen,
dat de bestaande bepalingen de benoe
ming van inlanders tot regent niet in den
weg staan en met den heer van Deventer, en op
de door dezen ontwikkelde gronden, bestrijdt de
minister het tweede amendement-Bogaardt, dat
weer een gelijkstelling in het leven roept, die tot
groote moeilijkheden aanleiding heeft gegeven.
D i t amendement, dat het stelsel van de wet te
niet doet, is dan ook voor den minister onaan
nemelijk. Het eerste amendement kan de minister
niet zóó sterk ontraden.
De heer B o g a a r t trekt het tweede amende
ment in. Hij handhaaft echter het eerste, dat ten
slotte wordt aangenomen met 37 tegen 35 stemmen.
Het artikel 1 wordt daarna mede aangenomen.
Na goedkeuring van art. 2 verdeaigt de heer
van Dedem op art. 3 zijn hiervoren aankon-
digd amendement.
hotel, bestemd, naar men mij verwittigde, voor
mijnheer Vaughan. Zonder iets te zeggen stapte
ik in, en werd naar een klein huisje buiten
do stad gevoerd. Op de eerste verdieping vond
ik den dokter gezeten voor een met couranten
bedekte tafel. Hij stond op, drukte mij de hand
en bood mij een stoel aan.
„Ik verneem dat u om mij te spreken naar
Genève gekomen is, mijnheer Vaughan?"
„Ja ik wilde eenige vragen tot u richten be
treffende mijn vrouw."
„Er zullen er daar vermoedelijk bij zijn waarop
ik niet kan antwoorden. U herinnert zich de
voorwaarden, die ik gesteld heb toen u met
haar trouwde?"
„Waarom heeft u mij haar geestestoestand niet
medegedeeld?'-
„U had Pauline bi) herhaling ontmoet. Haar
toestand was steeds dezelfde, hetgeen niet ver
hinderd heeft, dat u zich sterk tot haar aange
trokken gevoelde. Ik betreur uw wat laat ko
mende ontgoocheling."
„Indien u mij alles gezegd had, zou ik nie
mand iels kunnen verwijten."
„Zie hier mijn beweegredenen. De zorg voor
Pauline landde op my een groote verantwoor
delijkheid. Zij was voor mij een zware last,-
want ik ben arm. En alles wel beschouwd,
is u zoozeer te beklagen? Zij is mooi, goed
en zacht Zij zal een liefhebbend echtgenoot
voor u zijn."
(JiVordt vervolgd),
„Wie is u?"