Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Eerste blad.
Uitstel van executie
308ie Jaargang.
Zaterdag 12 Januari 1907.
No. 8706.
Officieele berichten.
Openbare Verhuring.
Buiteiilandsch Nieuws.
ZEEMILITIE.
een Onderwijzeres,
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
i Vir?r Per maanden 1.35, per maand 45 cent en per
■wee - 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
«trattb°^Ilemek-ten,1WOnde.n, da"eIiJks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
J e Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BÖTEUSTRAAT 50
i1 l;in miv
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1'6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteer en worden uiterst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85.
Postbus no. 39
Dit nummer bestaat uit twee bladen en een
Geïllustreerd Zondagsb lad.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
gelet hebbende op art. 138 der Militiewet 1901
na> deze °P a'le lotelingen der Natio
nale Militie, voor de lichtingen van 1906 en 1907,
e in Maart dezes jaars bestemd zjjn om te wor-
oefenpn 6 1,1 1efn der na te me'^en beroepen uil-
oefenen en verlangen by de ZEEMILITIE te die
terZi daarvoor vóór 1 Februari aanstaande
opgeven? Secretarie aan te melden of te doen
De bovenbedoelde, bij beschikking van den Mi
nister van Marine van 4 December 1903, no. 33
ureau S/B, aangewezen beroepen zijn de volgende:'
Zeevarenden.
A' tTUeden' sluurmansleerlingen, matrozen,
lichtmatrozen en jongens op koopvaardijsche
pen van.de groote en kleine vaart en op zee-'
sleepbooten. F
StuurHeden, schippers en verdere opvarenden
van loodsvaartuigen en tonnenleggers
Diepzee visschers en Noordzeekust-visschers.
Binnenschip-pers.
B' RtHncJLedeD' scl?'PPers.en schippersknechts van
i - epen, aken, tjalken en kleinere vaar
tuigen.
Stuurlieden, matrozen, schippers en schippers
knechts van passagiers- en sleepbooten op
binnenwateren.
Zuiderzeevisschers.
Visschers op Zeeuwsche wateren en op de
groote. rivieren.
Mossel- en oester visschers.
Schuitenvoerders, vletterlieden en veerlieden.
Smeden, stokers machinisten en bankwerkers.
C. Machinisten en machinistleerlingen op schepen
en vaartuigen bij spoor- of tramwegen en op
ra brieken en andere inrichtingen.
Stokers als boven.
ivJachinedry vers.
Smeden en smid-bankwerkers.
Machine bankwerkers en gewone bankwerkers
(hieronder ook te verstaan rijwielherstellers).
W erktuigmakers.
Kolentremmers,
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koper-
slagers) ketelmakers> vÜlenkappers en voor-
Elec riciens.
Overige ambachten.
D. Scheepsbeschieters.
Scheepstimmerlieden, (Scheepmakers).
E. Koek- en banketbakkers of -knechts.
Koks en Koksmaat, hetzij aan boord van
schepen of vaartuigen, hetzij aan den wal.
E. Koffiehuis- en hotelbedienden. v
Hofmeesters en Kelners op schepen of booten.
G. Ziekenverplegers.
Barbiers.
Apothekersbedienden.
n. Personeel van s'Rjjkswerven-
De personen genoemd onder A, B en D
komen allereerst in aanmerking voor inle
ving als zeemilicien-matroos.
De personen genoemd onder C, komen aller
eerst in aanmerking voor inlijving als zee-
mihcien stoker.
De personen genoemd onder E, komen in
aanmerking voor inlijving als zeemilicien kok.
l)e personen genoemd onder F, komen in
hofmeester6 *U
De personen genoemd onder G, komen in
aanmerking voor inlijving als zeemilicien-
ziekenverpleger.
De personen genoemd onder H, komen
in aanmerking voor zee-milicien matroos
of -stoker al naar mate van het beroep dat
dat zij uitoefenen.
Uit de lotelingen, die een dezer beroepen uit
oefenen, wordt de voorkeur gegeven aan hen, die
zich overeenkomstig deze uitnoopiging voor den
dienst ter zee hebben aangemeld of hebben doen
opgeven; de overige voor dien dienst noodige
manschappen worden te zijner tijd door loting
aangewezen.
De aandacht van de lotelingen wordt gevestigd
°P art. 116 der Militiewet 1901, luidende als volgt
,»De bij de militie te land ingelijfden worden
met tot het aangaan van eene verbintenis voor
de buitenlandsche zeevaart toegelaten, zonder
schriftelijke toestemming van wege Onzen Min s
ter van Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tijden niet
geweigerd aan de lotelingen, die reeds vóór hunne
inlijving bij de militie hun beroep van de buiten
land.sche zeevaart waakten en die zich overeen
komstig art. 138 voor de zeemilitie hebben aan
geboden doch, daarbjj niet hebben kunnen wor
den aangenomen."
Op aangiften na 1 Februari a.s. gedaan wor
dende kan niet worden gelet.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 12den Januari 1907.
Burgemeeste-r en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris
V. SICKENGA.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
zijn voornemens in het gebouw Musis Sacrum
op Woensdag 16 Januari a.s., des voormiddags
ten 10 ure, in het openbaar te verhuren
de aan de gemeente behoorende opgespoten
gronden, liggende in de Keilen van Nieuw-
Mathenesse.
De voorwaarden liggen ter inzage op de afdee-
ling A. van de Gemeente-Secretarie en zijn aldaar
verkrijgbaar.
Aan de openbare school, met uitgebreid leer
plan voor meisjes te Schiedam (Hoofd mej. S.
LAZONDER) wordt gevraagd:
met akte nuttige handwerken (geschiktheid tot
geven van zang-onderwijs strekt tot aanbeveling.)
Aanvangsjaarwedde f550. -.
De jaarwedde word! verhoogd
lo. met f25.voor de akte nuttige handwerken.
2o. met f200,voor het bezit der Hoofdakte;
3o. met f75.voor het bezit eener afzonder
lijke akte van bekwaamheid tot het geven van
onderwijs in de beginselen der Fransche, Hoog-
duitsche, Engelsche taal of in de Wiskunde, mits
zij op de school daarin onderwijs geeft
4o. met f 50.— telkens na 2, 4, 6, 9 en 12-
jarigen dienst bij het openbaar of bijzonder lager
onderwijs, hetzij in de Gemeente, hetzij elders
5o. met f50.telkens na 15, 18 en21-jarigen
dienst bij het openbaar- of bijzonder lager onder
wijs. hetzij in de gemeente, hetzij elders, uitslui
tend voor de bezitters der booldakte.
Sollicitatiën in te zenden vóór 20'Januari 1907
bij den Burgemeester.
De donkere dagen voor Kerstmis 1906 hebben
eene historische beteekenis verkregen in de par
lementaire geschiedenis van ons Vaderland. Donker
en treurig zag 't er in die veelbewogen dagen uit
voor het ministerie, dal aan den Zutfensehen af
gevaardigde het aanzijn dankt, maar den naam
des vaders niet mag dragen. Tot de tanden ge
wapend stond de oppositie in 't veld, gereed den
toren van het Binnenhof te bespringen. Door de
vijanden bestookt, door de vrienden goeddeels ver
laten, waggelde de Regeeringstoren op zijne grond
vesten. Het Oorlogsdebat was begonnen en als
mokerslagen vielen de goed gemikte aanvallen der
oppositie op het stalen pantser dat heel de mi-
nisterieele burcht beschermen en voor den val
behoeden moest. Want het Kraakporcelein- of
Amsterdamsche Beursministerie al naarmate
men den vrijzinnig-democraat nor. Limburgh of
den oud-liberaal jhr. van Karnebeek het ministerie
doopen laat had zich homogeen verklaard met
het stalen pantser, hopende daarmee het broze leven
te redden.
Daar kwam de historische nacht van 21 op 22
December, de nacht die met roode letteren in het
parlementaire annalenboek zal zijn opgeteekend,
de nacht der verschrikking, de Oorlogsnacht, die
allen in gespannen verwachting den afloop van
het driedaagsch oorlogsdebat deed verbeiden.
Een dicht bezette zaal, volgepropte tribunes, en
daar aan de groene tafel den man, den geoordeelde
in deemoedige houding voor den scherprechter,
gereed het doodend scherp te toen vallen.
Toen, in dat spannend oogenblik, terwijl aller
adem als verstikt was, aller oog als roerloos
staarde op hem, wiens hoofd reeds naar het valmes
neigde, werd de hoefslag van een paard gehoord.
In gestrekten draf snelt een ruiter toe Hij licht
bet vizier en allen staren op het goedig glad ge
laat van den ridder zonder vrees of blaam, jhr.
de Savornin Lobman. Hij zou den reeds geoor
deelde reddenbij vraagt uitstel van executie,
want er zijn termen gevonden om het proces van
den geoordeelde te herzien. Eo aanstonds paart
zich aan die bede om genadig uitstel van executie
het verzoek van een anderen ridder, meer van
nabij met den geoordeelde bevriend, den Tielscben
afgevaardigde mr. Tydeman, die enkele oogenblik-
ken van zwakte en ontrouw door tranen van op
rechte boete en bekeering wil uitwisschen.
Had jhr. de Savornin. Lobman zijn steun aan
de begrooting afhankelijk gemaakt van de vraag
of de minister de aangekondigde maatregelen be
trekkelijk vermindering of gedeeltelijk afschaffing
van het Blijvend Gedeelte niet terstond wilde uit
voeren of althans de Kamer in de gelegenheid
stellen a tète reposée daarover te oordeelende
heer Tydeman kleedde dat voorbehoud in een
tweetal vragen, waarvan de eerste luidde of de
Minister alleen dan de Blijvende Gedeelten der
bereden wapens met 1 April zou wegzenden,
indien de door hem bedoelde voorzieningen doel
treffend en voldoende zjjn? En waar van de tweede
mededeeling van de maatregelen en van de voor
nemens des ministers vóór 1 April aan de Kamer
vroeg. Van de beantwoording dezer twee vragen
iiing 't af of de scherprechter, i. c. de Kamer, in
uitstel der excecutie, die tot afstel zou kunnen
leiden, wilde berusten.
Hier was de beslissing zoowel voor Kamer als
Minister zeer moeilijk. De Kamer mocht in geen
geval zelfs maar berusten in maatregelen, hervor
mingen, die tegen het beginsel van de meerder
heid harer leden streden. Ook mocht zij niet den
schijn aannemen, als had haar aanvankelijk vonnis
over den geoordeelde ten eenenmale gefaald. De
Minister mocht ook als man van beginselen niet tre
den in toezeggingen, die hem voor de toekomst
principieel zouden bindenwaar het ministerie
zich met hem homogeen had verklaard, moest hij
zorgen, dat het etiket, mannen van eer, door den
premier voor geheel het Kabinet opgevorderd,
ongerept werd uitgeleverd. Het verloop is bekend.
Na eenig beraad aan de groente tafel, nadat de
Minister eenige oogenblikken met het antwoord
op de tweede vraag had getalmd en ten slotte beide
vragen in bevredigenden zin had beantwoord, ver
klaarde de heer Lohman namens zich-zelven, doch
blijkbaar gevolgd door geestverwauten, vóór te
zullen stellen. Daarop verklaarde de heer Kolk
man namens sommigen zjjner politieke vrienden,
»dat zjjn hun (eind)oordeel over de door den Mi
nister te nemen maatregelen dienen op te schorten".
Zoo kwam 't in de Kamer tot het historische
votum, waarbij de Oorlogibegrooting met 60 tegen
38 stemmen werd aangenomen. De Kamer stem
de niet de Oorlogsbegrooting af om redenen buiten
die begrooting gelegen. Zij keurde bet technische,
fmancieele werk van den Minister goed, maar zij
behield zich het eindoordeel over de door bem te
nemen maatregelen in afwachting van nadere inlich
tingen voor; het werk van den scherprechter
werd uitgesteld, nog niet atgesteld.
Zoo is inderdaad de zuivere toestand. Of er
dan reden is tot juichen voor de lieden van links
Of zij reden hebben te zeggen, dat in minister
Staal diens richtiDg, de vrijzinnig-democratische
oorlogspolitiek, de zege wegdroeg Of er grond
is om te zeggen, dat de oppositie, zoo zjj ook al
geen smadelijke nederlaag leed, zich toch een wei
nig eervollen terugtocht moest getroosten Het
antwoord op al die vragen moet zeker formeel en
beslist ontkennend luiden. Vèt dr. Nolens in de
»Venl. Ct." vreezen toch velen in en buiten de
Kamer, dat de gevolgen van 's Ministers maatre
gelen zullen zijn: desorganisatie van het leger,
geen bezuiniging en verhooging van het contin
gent. De Minister sprak reeds van eene ver
hooging met 4000 jnan, zij 't dan ook geleidelijk
en met korten oefeningstijd. Mèt jhr. van Kar
nebeek meenen zeer velen, dat een verschil van
3743 man seen vermindering is van de infanterie
voor den dienst van de handhaving van de open
bare rust en orde, die zorgwekkend is."
Bljjkt 't, dat het Land in die ingrijpende maat
regelen niet kan of mag berusten, dan zal 't zulks
vóór 1 April bij monde van de Tweede Kamer
behooren uit te spreken. Die uitspraak zal vervat
moeten worden in een oordeel zeker niet over den
persoon des Ministers, veel minder nog over diens
begrooting, maar zuiver en zakelijk alleen over de
richting door den Minister van Oorlog met betrek
king tot ons leger voorgestaan. Daarbij zullen
twee vragen op den voorgrond treden, -lo. Zullen
de manschappen in het legerstelsel van den Mi
nister gevormd, voldoende geoefend zgn om een
buitenlandschen vijand te bestrijden 2o. Is de
legermacht, permenent onder de wapenen, voldoen
de om in het binnenland de orde te handhaven
Over deze beide vragen zullen de leden der
Tweede Kamer, buiten alle poliiieke overwegingen,
gewetensvol, in 's Lands belang hun stem hebben
uit te brengen.
Waar de beantwoording dezer beide vragen,
ook na de inlichtingen door den Minister vóór
1 April te geven, zeer goed in onlkennenden zin
kan luiden, en dus ten slotte nog een veroordee-
lend eindvonnis over den Minister kan gestreken
worden, is er zeker voor de lieden van links aller
minst reden tot juichen.
Maar ook den vriendan van rechts heeft het
naderend eindoordeel veel te zeggen. Luidt 't ver-
oordeelend, dan bljjkt het votum van den histo-
rischen winternacht slechts uitstel van executie
geweest te zijn, dan valt de Minister van Oorlog
en met hem het geheele kraakporcelein-ministerie.
Voor dat zeer goed mogelijk geval is 't voor de
leden der christelijke partijen alleszins zaak het
kruid droog te houden niet alleen, maar te zorgen
't in voldoende mate in voorraad is. Dat droge
kruit, i. c. de kiezersstof, moet verzameld woruen
op de lijsten, die in de eerstvolgende maanden
weer ten stadhuize worden vastgesteld. Daarom
moeten wjj zorgen, dat niemand, zoo eemgszins
mogeijjk wellicht met eenigen moreelen ot
financieelen steun op die lijsten ontbreke, die
kiezer zou kunnen of mogen zjjn. Voor den fata-
len termijn moeten alle christelijke adspirant-
kiezers binnen, in de veilige haven zjjn. Het woord
door Cromwell herhaaldelgk tot de zijnen gespro
ken Fear the Lord and hold your power dry,
behoort vooral voor den eerstkomenden tyd de
wapenkreet aller christelijke kiezers te zijn. Niet
alleen met 't oog op de zekere Statenverkiezingen,
die ons dezen zomer wachten, maar ook gelet op
de zeer wel mogelijke Kamerverkiezingen, die ons
kunnen verrassen, behooren wjj ons kruit droog
te houden, ons kiezerskorps op volle sterkte te
brengen.
Moge dit ernstig woord door allen die bij het
veelomvattend verkiezingswerk betrokken zijn,
bijzonder ook door de wakkere leiders onzer chris
telijke kiesvereenigingen, ernstig ter harte worden
genomen
RUSLAND. I
De »Times" verneemt uit Petersburg dat eenige
raadslieden, volgens het zeggen, naar Tsarkoje
Selo zjjn ontboden, om met den Tsaar nieuwe
onderdrukkingsmaatregelen tegen de terroristen te
overwegen.
De »Slowo" betoogt dat al dergelijke maatregelen
tot niets dienen en dat alleen een regeering, die
het vertrouwen van het volk geniet, de orde zal
kunnen herstellen.
De »Rossia" bevat en dreigend artikel tegen de
mannen van den terror.
Da Petersburgsche c irrespondent van de
»Daily Telegraph" zegt een Ijjst te kennen van
hooge personages, die door de terroristen ter dood
zjjn veroordeeld. Hij noemt natuurlijk geen
namen.
De Russische politie zegt, dat de moordenaar van
Pawlof een jood is.
De moordenaar van generaal Pavlo, die gis
teren door den krijgsraad tot de doodstraf met
den strop werd veroordeeld, is in den loop van den
nacht terechtgesteld.
FRANKRIJK.
Be Paus heeft aan de bisschoppen, de gees
telijkheid en de geloovigen van Frankrijk een
lang schrijven gericht om hen te sterken in de
hcdendaagsche beproevingen, die door do geheele
katholieke Kerk worden medegeleden. Z. H. ver
oordeelt de wet-Briand, welke de breuk met de
Kerk voltrekt en acht haar onaannemelijk, om
dat zij de onzekerheid, en de willekeur beves
tigt. Pius X eindigt met te zeggen, dat Hij zijn
plicht deed. Hij zou niet anders hebben kunnen
handelen zonder tekort te doen aan zijn eed
dc katholieke hiërarchie niet te doen schenden.
Zonder vrees wacht Hij het oordeel der historie,
waar Hij noch het burgerlijk gezag noch den
regeeringsvorm wilde bestrijden, maar alleen
Christus' heilige Stichting behoeden. Hij verwacht
van de edelmoedigheid der Katholieken, dat zij
j de noodige offers zullen weten te brengen.
In de „Semaine reli.gieuse van Grenoble" wijst
de Bisschop na de derde algemeene vergadering
van het episcopaat te hebben aangekondigd op
den ernst der feiten, die de nieuwe bijeenroe-
j ping noodig maken en op de moeilijkheden djg