Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
7~ÊERSTE blad.
130ste Jaargang.
Zaterdag 23 Februari 1907.
No. 8742.
Buitcnlandsch Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS;
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
v.'
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels 0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berpkend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor her h aaldel ij k adverteeren worden uiterst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 30.
Dit nummer bestaat uit twee bladen en een
Geïllustreerd Zondagsblad.
RUSLAND.
Een draadbericht uit Warschau meldt, dat
Vrjjdag-middag een 15-tal bandieten het post
kantoor in de Kincza-straat overvallen hebben.
Een beambte werd gedood. Drie bedienden en drie
soldaten, die de post bewaakten zijn gewond. Van
hen publiek werd een persoon gedood en werden
or vier gewond.
De bandieten bebben de kas ontvreemd en zijn
daarop gevlucht.
ZWEDEN.
Woensdagavond is de »01of Wijk" te Gothenburg
aangekomen. Het gerechtelijk onderzoek naar de
oorzaak van den dood der vier reizigers is dadelyk
begonnen.
DUITSCHLAND.
Roeren, lid van het centrum in den Rijks
dag en raadsheer in het Oberlandesgericht te
Keulen, heeft ontslag uit den staatsdienst ge
vraagd.
Ter gelegenheid van zijn jubileum heeft de
Norddeutfche Lloyd eergisterenmiddag te Bremer
haven een feestmaal gegeven aan boord van het
snelvarende stoomschip «Kaiser Wilhelmll", waarbij
prins Frederik Wilhelm van Pruisen aanzat, voorts
staatssecretaris Kriitke, Dernburg, de burgemeesters
Marcus en Barkhausen en andere overheidspersonen
FRANKRIJK.
„La Croix" bevatte gisteravond het volgende
bericht: Op de beweringen van de regeering kun
nen wij op gezag van uit goede bron geputte
inlichtingen, verzekerenle. Dat de groote her
stellingen niet ten laste van den contracteeren-
den geestelijke kunnen worden gebracht; 2e. Dat
de bisschoppen geen bepaling kunnen inlasschen,
waarbij de vroegere leden der congregaties van
den eeredienst worden uitgesloten; 3e. Dat het
met aan kardinaal Richard staat de afgebroken
onderhandelingen te hervatten, daar de prefekt
van de Seine een antwoord heeft beloofd.
Dat wil dus zooveel zeggen, voegt „La Croix"
er aan toe, dat men de onderhandelingen als
tot nader order afgebroken kan beschouwen.
Wat betreft de terruggave der archiefstuk
hen van de voormalige nunciatuur te Parijs wordt
8van wèl-ingelichte zyde" nog medegedeeld, dat
het Fransche ministerie van Buitenlandsche Zaken
het archief in gesloten, door de Fransche politie
verzegelde kisten aan de Oostenrijksch-Hongaarsche
ambassade uitleveren zal. De ambassade zal, zonder
den inhoud te verifieeren, de stukken ter beschik
ing stellen van de rechtskundige adviseurs van
mgr. Montagnini.
Volgens draadbericht uit Brest, loopt het
gerucht, dat in het fort van Dellec een geheim
zinnige diefstal zou hebben plaats gehad. Een
hoepel van een kanonnenkamer zou verdwenen
zyn. Het veelvuldig voorkomen van dergelijke
diefstallen zou doen denken aan een georgani
seerde bende. De politie en de gendarmerie stellen
een onderzoek in.
PARIJSCHE KRONIEK.
{Van onzen Parijschen correspondent.)
Parijs, 9—22 Febr. 1907.
Het werd met den dag onbetwistbaarder dat
er meftegenstaande de oogenschijnljjke verzoening
tusschen de beide ministers 'Clemenceau en Briand
een verschil betreffende de toepassing der Schei-
ingswet en hare bywetten bestond, dat op een
conflict moest uitloopen. De onderhandelingen
tusschen den kardinaal-aartsbisschop van Parijs,
mgr. Richard, en den prefect de la Seine, den
eer de Selves, ten einde tot eene algemeene over
eenkomst voor het in het bezit stellen der ker
en aan e pastoors in het diocees van Parijs en
e oms re en te geraken, zijn reeds een week in
gang en telkens loopen er geruchten van goede
en ongunstige resultaten en enkele radicalebla-
en wisten zelfs dat de onderhandelingen verbro
ken waren. In den ministerraad, Maandag gehou
den en waarbij de minister-president na zijn on
gesteldheid weer voorzat, schijnt de verschrikke
lijke Clemenceau al zijn trawanten opnieuw ver
baasd te hebben en in plaats van een herhaalden
aanval op zijn confrater Briand zich als een inder
daad zieke man te hebben gedragen. De oude
ministeries-verslinder, de onoverwinlijke temmer,
de tegenstander van de overeenkomsten met de
geestelijkheid, de vyand van het onsamenhangende,
de onverbiddelijke, die, zooals beweerd werd, een
vernieuwd beroep op het geweten der j-epubli-
keinsche partijen ging doen, was eensklaps tot
bezinning gekomen, zoo ten minste werd van alle
zijden Dinsdagmorgen de toestand weergegeven.
En inderdaad de lang verwachte zitting van 19
dezer heeft alleen de vrienden van Clemenceau
teleurgesteld. Briand is er als zyn overwinnaar
en beheerscher opgetreden en heeft den grooten
minister onerbarmelyk in zijn hoek teruggedron
gen, zoodat hij geen woord gesproken heeft.
De tribunes zyn overvol. Het debat is niet op
beurend, de vervelende heer Buisson leest een
voorstel voor waarin gevraagd wordt de wet van
2 Januari 1907 te completeeren door aan de ge
meenten toe te [staan de pastoriën, waarover zij
de vrije beschikking krijgen, tot scholen te mogen
inrichten Op verzoek van den minister wordt
het naar de Commissie van Eerediensten verwe
zen Met den interpeliant Paul Meunier veran
dert eensklaps de voorstelling. Clemenceau zit op
zijn beurt op de bank der beschuldigden Een
malaise hangt over de godsdienstige politiek der
regeering, zoo vangt hij aan. De heer Briand wil,
hoe dan ook, de Kerk in de legaliteit plaatsen
Onderhandelingen zyn tengevolge van het manifest
der bisschoppen, tusschen den prefect van de
Seine en den aartsbisschop van Parijs gevoerd
Dit manifest is hier door den heer Clemenceau
met den voet afgewezen, zeggendeAlles of niets
Clemenceau verbetert en roeptAlles of niets,
dan de vrijheid
Paul Meunier. Na deze verklaring konden wij
toch niet denken dat de onderhandelingen zouden
worden voortgezet? De heer Briand heeft met
eene wondervolle scherpzinnigheid getracht onze
verlangens met die van den Paus te doen over
eenstemmen. De heer Clemenceau had deze capi
tulatie voorzien. Als senator schreef hij in de
»Aurora" «Gij gaat al de kerken niet aan de ge-
sloovigen, doch aan eene geprevilegeerde corpora
tie overleveren welke geen monarchie, zooals wij,
»ooit zoo beschermd heeft. »In April 1905 schreef
hij nog sik heb de schitterende pleidooien van
«Briand over de Romeinsche orthodoxie bij ge-
swoond, waarbij het talent de slechtste der zaken
sgoed moest maken. Indien ik ooit terecht moet
sstaan, dan kies ik Briand als myn verdediger."
De heer Lasies Heeft de heer Clemenceau
hem ook vandaag als verdediger genomen
Paul Meunier. Verder schreef de heer
Clemenceau: slndien ik de heer Briand eene
sjcheiding wil maken, welke de Kerk aan-
«nemelijk oordeelt, dat kan ons verleiden. Nu moet
sde strijd tegen den clericalen geest worden voort-
sgezet, dat is onze politiek en ook die van den
«president van den ministerraad. Ik smeek U er
smede door te gaan: Geheel de linkerzijde zal U
«volgen slechts magere toejuichingen kwamen
suit den uitersten linkerhoek op deze "verplette
rende aanhalingen.
Nu verscheen de type der sectarissen, een
zekere Guieysse en las de volgende nonsens voor:
sliet is van meer belang den overheerschenden geest
r Kerk te verbreken dan haar hare goederen
ste ontnemen. Laten wy de priesters, van welke
«richting ook, vry laten in hunnen dienst. Het is
shet volk, dat kiezen zal tusschen den Roomschen
sof schismatieken eeredienst.
De heer Lasies. sik wachtte al een uur op dien
uitval. Gij zyt alleen daarom op de tribune
verschenen."
De heer Binder. Zyt gij bij de troep van
Vilatte geëngageerd
De heer Guieysse. - Ik vraag den minister van
«eeredienst, die te veel onderhandelt. Zijt gij voor
sde Republiek met of zonder het Vatikaan
Eindelijk kregen wij nog den collectivist Allard,
welbekend. Ik had mij, zeide hij, voor deze dis
scussie laten inschrijven, toen er slechts over on
seenigheid in het Kabinet sprake was. De heer
«Briand vond alles in orde met zijne tegenstrijdige
«circulaires. De heer Clemenceau, dat men in
«vollen onsamenhang zwom. Sedert schijnt men
»'t eens geworden te zijn. Hoe is dat in zijn werk
sgegaan Zullen wij het eens hooren De heer
sBriand moet van Canossa teruggekeerd of de
sheer Clemenceau moet hem wat op den weg
«welke er heen leidt, tegemoet gegaan zijn Wij
«zullen nu hooren op welk punt zjj elkaar ont-
smoet hebben en ik bewaar mjjne bemerkingen
stot zjj gesproken hebben.
Niettegenstaande deze uitlegging blijft Clemen
ceau op zjjn bank en het is Briand, die zich ge
heel meester, de tribune bestijgt. Zonder lange
inleiding biedt hij zijn gevaarlijke tegenstander
dadelijk repliek. Ik kom, zoo ving hij aan, den
heer Allard de verlangde uitleggingen geven.
«Men heeft ons nooit over onze daden geïnterpel-
«pelleerd; men bepaalt zich onze woorden uit te
«leggen. Dat is niet zeer welwillend zijn. Ik
«zoude willen dat dit debat het laatste ware en
«men tot afdoende verklaringen kon komen".
«Hier herinnert de spreker aan de verschillende
«interpelaties van de uiterste linkerzijde welke hij
«beantwoordde en zyne inzichten werden door de
«Kamer goedgekeurd. Wat ik gedaan heb, was
«in de gedachte dat de scheiding nooit op een
«religie-oorlog mocht uitloopen. De scheiding
«moest aan de priesters hun officieel karakter
«ontnemen, maar achter de bisschoppen en de
«priesters der Katholieke Kerk staan millioenen
«Franschen, die het recht hebben te gelooven en
«een eeredienst uit te oefenen in harmonie met
«hun innige overtuiging. De Katholieken zyn
«evengoed burgers, als gij en zoo zij er een andere
«wijsbegeerte op na houden/ kunt gij mij niet
«vragen hun wetten en regeeringsdaden op te
«leggen, welke hun geweten kwetsen. Onze be-
«doeling is geheel anders. Wij hebben gewild,
«dat de Republiek niets aan de vrijheid van gods-
«dienst in den weg zal leggen. Maar het is met
«genoeg het te zeggen, doch men moet handelen.
«Van den aanvang af hebben de president van den
«ministerraad en ik gezegdDe Kerken zullen
«open blijven. Het gold hier niet de pogingen te
«steunen van den eenen of anderen godsdienst»
«Zij bleven voor den katholieken godsdienst geopend".
De heer Lagasse roept: De Pauselyke.
«De heer «Briand". Zjj, die zoo beangst zjjn
«voor den Paus, staan er dichter bij dan ik".
«Aan hen die hem beschuldigen met Rome te
«onderbandelen antwoordt de minister dat zij
«hem de concessies moeten noemen welke ons
«naar Canossa leiden", en hij noemt al de voor
deden op welke de Kerk heeft prijsgegeven, zoo
zelfs dat zy moet aanvragen om die kerken te
mogen huren, welke zij drie maanden geleden
volgens de scheidingswet van 1905 in eigendom
zoude bezeten hebben, indien zij de cultuelles
niet verworpen had. De meerderheid kan zich
dus vleien overwonnen te hebben. Doch zij moet
er aan denken de behaalde overwinningen niet
noodlottig te maken. «Wy hebben, zoo zegt hij,
«millioenen katholieke medeburgers, en wij, re-
«publikeinen, en vrijdenkers, kunnen hen metuit-
«stooten en, zooals er enkelen zouden willen, bui-
«ten de wet stellen; zij hebben het recht de vrjj-
«heden te eischen en ons nabjj te komen, vooral
«wanneer deze vrijheden haren oorsprong in het-
«geen het hoogste is, het geweten, vinden."
«Hier spreekt hjj even over zijne circulaires en
«men roept rechts De verwarring 1 waarop Briand
«antwoordt: De minister-president heeft dit woord
«gebruikt, doch 't had op deze kwesties geen
«betrekking en Clemenceau, roeptIk deel
«er met u de verantwoordelijkheid voor: Briand
«De president van den ministerraad is de man
«niet om zijn eigen werk belachelijk te maken.
Een algemeen gelach volgt op dezen zet en
Clemenceau bljjtt stom met hangende ooren zitten
alsof hij het niet begrepen had en Briand ver
volgt Na het manifest der bisschoppen, waarin
zij den eersten stap deden om te onderhandeier,
zijn de besprekingen aangevangen; ook hierbij zijn
wij niet naar Canossa gegaan. De heer Meunier
zegt wel, wij er heengingen, omdat wjj met den
Paus sprekendoch hoe kan men tusschen twee
personen een contract sluiten zonder samen te
komen l De onderhandelingen werden tengevolge
der parlementaire incidenten geschorst. Ziedaar
hoe de toestand thans is.
Wjj hebben u eerljjk, oprecht de zaken bloot
gelegd en vragen u evenzoo te handelen.
Nu had men verwacht dat Clemence.;u in het
strijdperk zoude treden doch in plaats van hem
verscheen de collectivist Allard op de tribune, om
Briand van repliek te dienen. Hjj verweet hem
geen rekening met de gebeurtenissen gehouden
te hebben. Clemenceau heeft artikel 4 hevig be
streden.
De heer Clemenceau Gjj maakt onze inzichten
altijd verdacht en verwijt ons geen enkele daad.
De heer Allard. Briand blyft zieh-zelven
gelijk, Clemenceau niet.
De heer Clemenceau zegt, dat gy de kerken
wil sluiten. De heer Allard. Neen
De heer Clemenceau. Dan kunt ge er toch
niemand anders dan een pastoor in plaatsen.
De heer Allard. Ik wil de kerKen ter be
schikking der gemeenten laten, welke er naar goed
vinden mede zullen handelen.
De heer Clemenceau. Dit verbiedt de wet.
De heer Allard. Het komt er op een wet
meer of minder niet aan. De scheiding zai dan
eerst voltooid zjjn, wanneer gy aan de Kerk alle
privilegies zult ontnomen hebuen.
De heer Pion. Zy zoude zelf niet meer mogtn
huren wat haar toebehoort 1
De heer Allard. De wet van 1905 bestaat
niet meer.
De heer Briand zegt, dat aan de Protestanten
en Israëlieten I
De heer Allard. De overwinningen door het
gouvernement op Rome behaald, zyn net best bij
die van Kouropatkine op de Ja/iai ners ie verge
lijken. Wy zyn ook aliyd teruggetrokken.
Ouder een hevift rumoer keert ue spieker naar
zijn plaats terug en Clemenceau verklaar, deoider
van den dag: De Kamer naar vertrou wen aan de regen»
ring schenkende en hare verklanugen goeokeuonue,
aan te nemen, wat met 384 tegen 33 a.euiuiea
eindelgk gescniedde en het ministerie op de
beenen hield, Clemenceau gevoelig verzwakt en
Briand versterkt achterlatend.
Wij geven van deze zitting wat breedvoeriger
verslag, daar er veel kans bestaat de scheiding
thans een laatste phase gaat intreden.
Fidelius.
ITALIë.
Uit Rome wordt aan de Brusselscbe «Petit Bleu"
gemeld, dat verscheidene afgevaardigden van de
uiterste linkerzyde dezer dagen beraadslaagd heb
ben over de opportuniteit om weer te behandelen
een wetsontwerp in 1885 samengesteld door een
parlementaire commissie, voorgezeten door den
senator Cadorna, en dat strekte om de scheiding
van Kerk en Staat voor te bereiden en de goede
ren der Kerk onder een leeken-administratie
(prototype der eeredienst-vereemgingen) te plaatsen.
Aangemoedigd door het voorbeeld van Frankryk,
zouden zy dit wetsontwerp aan de vergetelheid
willen omrukken na het eemge noouzakeiyke
wyzigingen te hebben doen ondergaan.
ZUID-AF RIKA.
De Johannesburgsche correspondent van de „Ti
mes" seinde eergisteren dat de definitieve ui^siag
van de Transvaaische verkiezing pus over en
kele dagen bekend zal wezen, maar het staat
reeds vast dat de partij van het Volk een meer
derheid over de andere partijen zai hebben. De
eerste-minister zal waarschijnlijk op 45 stemmen
en op een meerderheid van 21 stemmen kunnen
rekenen.
De progressieven hebben §1 zetels gekregen
en zullen vermoedelijk de medewerking van twee
onafhankelijker! en een arbeidersafgevaardigde
kunnen krijgen.
Onder de progressieve candidaten hebben niet
de kapitalisten, maar de professioneele en com-
mercieele candidaten het afgelegd.
Volgens den correspondent zijn onder de vier
Boeren die in den Wetgevenden Raad zijn be
noemd, een tamme Boer en vier „bittoreinders."
Maar de Engelsche leden hebben niet voldoende
gezag, om een overwicht te vormen. De besten
zijn nogde goede mannen op de slechte plaats.
J. de Villiers, die in Maraisburg is gekozen
wordt waarschijnlijk attorney-general. Beyers van
het Volk is in het district Tonffontein, generaal
Botha voor Standerton gekozen. Advocaat Gre-
gorowski (Het Volk), vroeger opperrechter van
de Z. A. R., is voor Zuidwest Pretoria gekozen.