Dagblad voor Schiedam Omstreken.
Alipateert D op is
Nieuwe SdMaische Courant
met iratis (MlsterU MapMai
prijs 10 c. p. veel, 0.43 p. mM, f 1.35 p. 3 mi.
30ste Jaargang.
Vrijdag 2 Augustus Hl O?
8873.
Officieele berichten.
Gymnasium te Schiedam.
Buitenlandsch Nieuws.
E ÜILLETON.
Donker P a r ij s.
Verspreide berichteii.
Birmonlaiid
Toen
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau BOTERSTRAAT 50
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1 6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemcuxl plaatsen wordt tvoeayuxcLl berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst
lijke overeenkomsten aangegaan.
bil
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39,
Onder nadere goedkeuring van Curatoren zal
"ten len September
het 2e TOELATINGSEXAMEN
gehouden worden. Belanghebbenden worden ver
acht zich voor 5 Augustus a.s. schriftelijk te
Wenden tot
Dr. C. J. VINKESTEYN,
Gymn. rector.
Schiedam, Juli 1907.
DUITSCHLAND.
Uit de gisterenmiddag ontvangen telegrammen
blijkt duidelijk, dat de beide Keizers voornemens
elkaar op de reede van Swinemühde te ont
boeten. Merkwaardig is het ,dat deze samen
komst tot op dit oogenblik nog niet officieel be
kend gemaakt is. De redenen, waarom dé Russi
sche Tsaar zoo in alle stilte met zijln jacht „Stand-
jaart" de haven van Kroonstadt verlaten heeft, zijn
gegeven de toestanden daar te lande, vrij duide
lijk. Evenals de vorige maal zal.ook nu de ont
moeting weer in zee plaats hebben. Uit goede
ran wordt ten minste bericht, dat de Tsaar niet
aan land zal gaan. 1
Algemeen hecht men aan deze ontmoeting géén
groote politieke beteekenis. Zij wordt meer be
schouwd als een uiting der persoonlijke vriend
schappelijke gevoelens der beide Monarchen. Dé
„Kölniscbe Zeitung" publiceert aangaande deze
ontmoeting een officieuse nota, waaruit hier eeni-
ge tiraden volgen:
„Voor hem, die met kalmte en zonder vooroor
deel den politieken toestand beschouwt, is het
bi waarschijnlijk, dat dit onderhoud een belang
de politieke overeenkomst beoogt.
Ge aanstaande ontmoeting der beide Vorsten
bit zich zeer g0C(l uit hun wederzijdsche per-
So°nlij!ke betrekkingen verklaren.
Ur blijkt evenwel toch eenigszins uit, dat Rus
and behoefte heeft buiten zijn goede vorstand-
'ug met andere Mogendheden, om vriend-
®c appelijke betrekkingen met Duitschland te on
derhouden.
Uok ditmaal, zoo heet het ergens, zal men
naar alle waarschijnlijkheid, zooals dat reeds meer
malen gebeurd is, aan Duitschland het plan toe-
c 'ten invloed te willen uitoefenen op de bin-
bmlaridsche Russische staatkunde in reactionnai-
bn zin Evenwel, zelfs in de anti-Duitschgezinde
bs'sche pers begint men meer en meer mét
^Partijdigheid de Duitsche politiek te beoordee-
omdat eindelijk ingezien wordt, dat Duitsch-
niet in het minst plan heeft, zich in de Rus-
"che binnenlandsche staatkunde te mengen."
(Uit het Fransch
35)
beest vervo'gens den blik richtte op de
zich n uS des huizes, die achter in den tuin
vOer dig hield met landelijke bezigheden,
hare 1 huivering van vrees en afkeer door
huis ebatenToen deze vrouw weldra naar
bezig <!rugkeerde, deed Bertha, alsof zij druk
band tof niu'' het handwerkje, dat zij' in de
Hare en dat slechts weinig vorderde.
°udkl ^as'™,lw was ongeveer vijftig jaren'
teestanr]111!^11 gastal te en nogal in welgestelden
en. Sch are citroenkleurige tint, hare harde
here «n §e^kende gelaatstrekken, haar som-
beds m t 01]dr'ngende blik, hare1 zwarte en
gaven ,eeni'se grijze haren gemengde harén
ja dreigendre Pbysionomie iets onheilspellends,
zij haai-Z'l Hertha gekomen was, beschouwde
door den cm8en Ujd met een blik, verscherpt
gen en 8 waan. Vervolgens zeide zij op droo-
sterk n' bi het Fransch met een
bmgaan n!! A°uenti 'k moet naar bin-
Sterker IT ,Iulcbt breekt aan en de wind wordt
uw zoon zopdt kou kunnen vat-
ENGELAND.
Bjj de beraadslaging over de begrooting van
buitenlandsche zaken in het Lagerhuis, zeide mi
nister Grey gister met het oog op de kwestie der
oorlogstoerustingen ter Haagsche conferentie Ik
kan niet zeggen welk voorstel ten slotte aan de
Conferentie zal worden gedaan indien eenig voor
stel door de afgevaardigden van de andere mogend
heden wordt aangenomen, zullen de Engelsche
afgevaardigden bereid gevonden worden bet in te
dienen. Dat ik geen enkele afdoende mededeeling
over dit onderwerp kan doen, is, omdat, na alle
kritieken die in de Europeesche pers verschenen
zijn, en die eensgezind waren in de bestrijding
betreffende hetgeen van Engelscbe zijde nopeus de
oorlogstoerustingen werd voorgesteld, wjj in hooge
mate huiverig zijn, om aan de Conferentie eenig
voorstel te doen, dat haar van een vriendschap
pelijke bijeenkomst, hetgeen zij is en behoort te
zijn, zou kunnen veranderen in een Conferentie»
die verdeeld is door verschil van inzicht.
Zelfs als er zeide Grey verder geen beslis
sende uitkomsten ten aanzien van de oorlogstoe
rustingen op de conferentie zouden worden bereikt,
vertrouwde hij toch dat bet door Bannerman
gedane beroep op de openbare meening de bestu
deering der kwestie zal bevorderen.
Betreffende de berichten, dat de Duitsche afge
vaardigden inzake den vrede, ter Conferentie de
leiding hebben genomen, meer dan de Engelsche
afgevaardigden, zeide Grey, dat het door de Duit
sche afgevaardigden genomen aandeel eervol en op
den voorgrond tredend is geweest, maar dat er
geen reden was om de door de Engelsche afge
vaardigden gespeelde rol te verkleinen.
Vervolgens ging Grey er toe over, de verschil
lende kwesties te vermelden, die voor de confe
rentie waren gebracht en deelde mede, dat hjj
dacht, dat de mogendheden nu alle dicht bij
elkaar stonden in zake het voorgestelde algemeene
arbitrageverdrag. De Engelsche afgevaardigden
zouden de hervorming van het Haagsche Hof in
een permanent hof steunen. Al deze zaken leiden
naar den vrede en in al deze zaken namen de
Engelsche afgevaardigden een eervol aandeel.
De leider van de ontevreden politie-agenten
te Belfast is ontslagen en vijf anderen zijn geschorst.
De onderkoning van Ierland weigert het verzoek
schrift der konstabels in overweging te nemen,
voordat de tucht hersteld is.
MAROKKO.
Een 40 tal vluchtelingen zijn uit Casablanca te
Tanózjer aangekomen. Zg zeggen dat de toestand
nog altijd slecht is, maar dat er geen nieuwe
aanslag is gepleegd.
Naar uit Tandzjer aan de »Vo?sische Zeitung"
wordt geseind, i| de moordpartij in Casablanca
hieraan te wijten, dat vijandige stammen opgehitst
waren door bet verhaal, dat men van plan was
een spoorweg tusschen Casablanca en Rabat aan
te leggen.
ten. Ik moet evengoed over uwe gezondheid
waken als over uw persoon.
Bertha stond volgzaam en bijna schuchter op.
De zon is nog wam, doüa Mercedes zeide
zij o-p zachten en vriendelijken toon. Maar ik
zal toch naar binnen gaan, daar jgij het ver
langt. Maar sta mij eerst toe eehe vraaj' te
stellen. i
Ik luister, zeide doüa Mercedes, terwijl
haar gelaat eene uitdrukking van onverstoor
bare gestrengheid aannam.
Bertha werd beurtelings bleek en rood; ver
volgens kreeg zij moed en zeide:
U hebt mij beloofd, Mevrouw, dat, indien
u nieuws ontving van mijn man, gij het mij
zoudt mededeelen, en mij tevens zeggen,
waarom hij mij tot deze ballingschap veroor
deeld heeft en wanneer mijne verwijdering eèn
einde zal nemen.
Het gelaat van doüa Mercedes verduisterde.
Ik heb u niets van dien aard beloofd, zeide
zij met een vreemd en dreigend uiterlijk. Ik
heb u slechts gezegd, dat, indien de brieven,
die mij Van uw echtgenoot geworden, iets van
dien aard bevatten, dat het u moet meegedeeld
worden, ik dat 'zal doen, dat is alles.
Die van gisteren bevatte dus niets van
dien aard, vroeg zijl.
Neen, daar ik u niets heb medegedeeld,
antwoordde de Spaansche hard.
Vervolgens zag zij. de jonge vrouw spottend
en, tegelijkertijd toornig aan.
De Spaansche regeering overweegt de maatre
gelen, in gemeenschappelijk overleg met Frankrijk
te nemen, om voldoening te krijgen voor de
moorden te Casablanca. Een oorlogsschip heeft
bevel gekregen naar Marokko te vertrekken.
Men meldt nog uit Toulon, dat aldaar groote be
drijvigheid heerscht bij de zee-artillerie. Men
vormt munitievoorraden voor de sCondé" en de
»Duchayla". De scheepskapitein Huguet, die
waarschijnlijk de divisie comnaandeeren zal, heeft
geheime instructies gekregen.
Indien de uitzending van de »Condé" en de
»Duchayia" niet voldoende wordt geoordeeld, zul
len maatregelen genomen om het onmiddellijk
vertrekken van de »Desaix", de »Cassini" en de
»Lahire" te verzekeren.
De heer Trouin, afgevaardigde van Oran, zal
minister Pichon over de gebeurtenissen in Marok
ko interpeileeren.
KOREA.
Een bij het departement van* buitenlandsche
zaken te Washington van Thomas Sammons, den
consul generaal te Seoel, ontvangen telegram meldt,
dat er gister 40 Koreanen gedood en gewond zijn
in het gevecht, dat door de ontwapening van het
Koreaansche leger ontstond. De Japanners leden
weinig verliezen.
De raddraaiers van de staking te Lodz
schoten gisteren een winkelier dood, die gewéi-
gerd had aan den eisch dat alle winkels gesh>
ten moeten worden, te voldoen.
Naar de Daily Chronicle" uit Chicago ver
neemt, zou de stad daar voor 17 millioen dollar
opgelicht zijn, doordat de som, waarvoor de stad
de tram van de maatschappij die haar dreef over
nam, met dat bedrag te hoog geschat was.
Officieele berichten.
De nieuwe minister van Marine.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van 5 dezer
lo. aan den heer W. J. Cohen Stuart, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als minister van
marine, onder dankbetuiging voor de vele en ge
wichtige diensten door hem in die betrekking
aan Hare Majeste't en aan den lande bewezen
en
2o. benoemd tot minister van marine, de vice-
admiraal J. Wentholt, directeur en commandant
der marine te Willemsoord, tevens commandant
der stelling van den Helder.
De nieuwe minister van Marine.
De tót opvolger van kapitein-luitenant ter zee,
Cohen Staart tot minister van Marine benoemden
vice-admiraal J. Wentholt, is in 1851 te Stad-
Almelo geboren en telt dus bij zijn optreden 56
jaren.
Maar wie heeft u toch gezegd, dat ik dien
brief ontvangen heb; voegde zij er bij.
Niemand, Mevrouw, zeide Bertha de oogen
neerslaande.
Hoe weet gijl 't dan;
Ik heb hem u zien lezen en toen heb ik
de postzegels uit Frankrijk herkend. U moet
mij niet kwalijk nemen, dat ik het gezien heb,
voegde zij er vreesachtig en zacht bij. Ik lijd
zooveel in de eenzaamheid, waarin ik leef en
in de onzekerheid, waarin ik verkeer. Het is
hard, Mevrouw, zoo behandeld te worden, wan
neer men zich zelve bewust is, dat men niets
misdreven heeft. U moet dat inzien.
De Spaansche trok dé schouders op.
Ik I zeide zij. Ik begrijp niets van al die
jammerklachten, en als ik u een raad mag ge
ven, spaar ze dan u zelve en anderen, zij maken
u maar wrevelig en koortsachtig.
Ohl zeg-dat niet, doüa Mercedes, riep
Bertha uit, terwijl zij de handen der Spaansche
vastgreep en ze in de hare drukte, U weet
niet, hoe mij uwe woorden bedroeven.
Doch daar de Spaansche niet geroerd scheen
door hare beden, voegde zij erbij:
Schrijf toch in uwe volgende brieven, dm a
dat mijn man mij van de onzekerheid bevrijdde,
waarin ik verkeer.
Uw man zeide doüa Mercedes heel lang--
zaam en met ©ogenschijnlijk groote verwondering
Uw man? herhaalde zij jiogmaals, hare som
bere, onheilspellende oogen op Bertha gericht
Den len September 1866 trad hij in den zee
dienst als adelborst 3e kl. bij het Kon. Insti
tuut voor Marine en werd adelborst le klasse
1 September 1869. Daarna maakte hij promo
tie tot luitenant ter zee 2e klasse in 1873; tot
idem le klasse in 1883; tot kapitein-luitenant
ter zee in 1894; tot kapitein ter zee in 1897; tot
schout-bij-nacht in 1903 en tot vice-admiraal op
1 December 1905.
Als zeeofficier heeft de heer Wentholt afwis
selend op tal van bodems in Nederland en in
Oost-Indië gediend. Zijn stadiën en zijn officiers
loopbaan bewogen zich bij voorkeur op het ge
bied van het torpedowezen.
In verband hiermede zien wij hem als luite
nant ter zee le klasse gedetacheerd bijl den tor
pedodienst en te Fiume, een der groote Euro
peesche torpedostations; in 1887 geplaatst bij
den torpedodienst te Amsterdam en belast met
het bevel over de inschietplaats en de visch-
torpedo's in een zijkanaal van het Noordzeeka
naal. Na van 1890 gedetacheerd te zijn geweest
bij het departement van Marine le afdeeling
(materiaal der zeemacht) werd de toenmalige
overste Wentholt in 1893 belast met het bevel
over het torpedo-instructieschip „Marnix". Slechts
een korten tijd werd hij aan den torpedodienst
onttrokken, toen hij geroepen werd op te treden als
commandant over den schoener „Bonaire", maar
in 1898 werden hem weer werkzaamheden op
gedragen ten behoeve van den haventorpedodienst,
waartoe hij in commissie werd gesteld te 's-Gra-
venhage, alwaar hij, sedert bevorderd tot kapi
tein ter zee, in functie bleef, daar dezen hoofd
officier met September 1898 de betrekking werd
opgedragen van inspecteur van den marine-tor-
pedodienst.
In 1902, in den actieven zeedienst terugge
keerd, werd hij belast met het bevel over hét
pantserdekschip „Holland", dat grootendeels in
West-Indië gestationeerd bleef.
Den 16en Maart 1903 kreeg hij tijdelijk het
commando in de stelling Den Helder en 7 April
van dat jaar, tegelijk met zijn bevordering tot
schout bij nacht, werd hij benoemd tot directeur
en commandant der marine te Willemsoord, te
vens commandant in de stelling vah Den Helder.
Van de door den heer Wentholt bekleede spe
ciale betrekkingen, worden hier vermeld het lid
maatschap der oommissie tot het examineeren van
adelborsten en het voorzitterschap der commissie
in zake de stranding der „Evertsen" in 1905.
Bij de zeemacht in Oost-Indië nam hij deel
aan de krijgsverrichtingen in Atjeh in 1873 en
aan de expeditie naar Tamiang in 1893.
Nog onlangs werden zijn diensten, als mari
ne-officier den lande bewezen, gehuldigd door
zijne bevordering tot groot-officier der orde van
Oranje-Nassau, welke onderscheiding admiraal
Wentholt draagt, naast den Nederlandschen
Leeuw, hem reeds vroeger toegekend én tal van
houdende. Van wie spreekt u; wlen bedoelt
u, mevrouw
Maar, antwoordde Bertha geheel en al
verwonderd, van mijnheer Marcel Percieux.
- Ahzoo i antwoordde de Spaansche met
eene stem vol woede en dreiging, kom dan
eens hier, mevrouw.
En, haar bij de hand nemende, leidde zij
haar naar een der tuindeuren, dje op het veld
uitzag; zij' opende deze deur en toonde haar
een gebouw, somber van voorkomen, en dat
zijne hooge muren, door een uitgestrekten tuin
omringd, scherp tegen den horizon afteekende.
Ziet gij dat gebouw? vroeg zij met ge
dempte stem.
Ja.
Weet u, waartoe het dient?
Neen, mevrouw.
Het is een krankzinnigengesticht.
Ah' zeide Bertha, wier hart onwillekeurig in
haar boezem bonsde.
Ja, het gekkenhuis, antwoordde doüa Mer
cedes, en luister nu goed naar hetgeen ik u
zal zeggen
Indien het u nog ooit overkomt den naam
van mijnheer Marcel Percieux hier uit te spre
ken, en te zeggen, dat gij' zijn echtgenoote zijt
dan zult gij daar levenslang worden opgesloten'
en uw zoon zal in een weeshuis worden once'
voed. - 10
I
W ordi vervGlgil.