Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
30ste Jaargang.
Donderdag \2 September 1907.
No. 8907.
Atflineert dj ie
^feuilleton.
Nieuwe Schieitaclie Com
net palis Geluisterd Maisblai
{rijs 10 c.weet, 0.45 p. mad, fl.35{Iiï.
Officieele berichten.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Coöperatie.
Donker P a r ij s.
Buitenlandsch Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS;
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ4.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëNi
Van 16 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst
lijke overeenkomsten aangegaan.
bil»
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
brengen, ingevolge art. 12, le lid der Drank-
^t, ter openbare kennis, dat bij hen een verzoek
ingekomen van MARIA JOHANNA VAN
"AART, om vergunning tot verkoop van
perken drank in het klein, voor gebruik ter
Plaatse van verkoop, voor het pand Lange Ilaven
no. H8;
en herinneren, dat ingevolge 3 van gemeld
Wetsartikel, binnen 2 weken, na deze bekend
making tegen het verleenen van de vergunning,
®chrilteljjk bij hun college bezwaren kunnen wor
den ingebracht.
Schiedam, 12 September 1907.
L'. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet,
Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden
aan H, J, 0, Hoehmts en zjjne rechtverkrijgenden
jergunning verleend is tot uitbreiding zjjner
boekdrukkerij, staande aan de Boterstraat no. 68,
kadaster sectie B no 1788, door plaatsing van een
gasmotor van 11 paardenkracht, ter vervanging
van dien van geringer vermogen.
Schiedam, den 12den September 1907.
jfe-L. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
f; 1->L M. A. BRANTS.
,J De Secretaris,
V. SICKENGA.
Uerbesteding woningen aan den Watertoren.
°P Maandag 23 September a.s., des namiddags
,e 2 uren, ten raadhuize, zal de Commissie van
cheer der Gemeentelijke Gas- en Drinkwaterlei-
lng openbaar aanbesteden.
Het bouwen van één machinisten' en twee
stokerswoniugen op een terrein aan de
Westzijde van den Watertoren.
Bestek en teekeningen ad fl.50 per stel, en
ckele bestekken ad f 0.75 per stuk vanaf 14
cptember a.s. verkrijgbaar ten kantore der Gas-
Jmriek. Inlichtingen op het bureau van architect
Sanders, Korte Haven 37, alhier.
^oor fle Vereeniging voor de Staathuishoudkun-
en de Statistiek zijn praeadviezen uitgebracht
°°r de heeren dr. D. B03, dr. J. Nouwens, K.
®yue en mr. H. J. Tasman, over de vraag:
'j ^dke beteekenis moet worden toegekend aan
r' coöperatie van kleine ondernemers op het
ge ied van landbouw, nijverheid en handel Heeft
Ze coöperatie van staatswege bevordering noo-
Uit het Fransch
dig? Zoo ja, waarin zou die kunnen bestaan?"
Dr. D. Bos besluit zijin praedavies aldus:
Res u mee ren de acht ik de beteekenis van de
coöpéralie der kleine ondernemers in landbouw,
nijverheid en handel en voor onze maatschap
pelijke constitutie van de grootste beteekenis én
meen dat de Staat, zoowel door het leggen van
een goeden rechtsgrondslag en het bevelen van
een deugdelijk toezicht, als door het propageeren
van den coöperatiegeest door voorlichting en gel-
dejijken steun bij de oprichting deze coöperatie
moet bevordexm en tevens voor een gezonde
opvoedende nijverheids- en landbouwpolitiek voor
al van deze coöperaties moet gebruik maken".,
Uit het praeadvies van dr. J. Nouwens is het
volgende ontleend
„Wanneer men de middenstand-coöperatie goed
beischouwt, zon Ier vooroordeel, dan moet men
wel tot het besluit komen, dat zij in beginsel
volkomen gerechtvaardigd en door de omstan
digheden meer dan ooit noodzakelijk is gewor
den." r
'En verder:
„Hoezeer ik ook steun van Staatswege wen-
schelijk en in zekere mate noodzakelijk acht, blijf
ik toch overtuigd, dat de vereenigingen vootr den
'middenstand tot grondslag moeten hebben het
beginsel van eigenhulp, indien een vereeniging
niet op eigen krachten bouwen kan, maar ge
heel afhankelijk wordt van den steun der Re
geering, zal zij op den duur geen stand houden."
De heer K. Reyne, die uitsluitend over land
bouwcoöperatie handelt, zegt o. m.
„Meent men als „bevordering der landbouw
coöperatie" te moeten verstaan een groeten, alles
beheerschenden, van de overlbeid uitgaanden maat
regel, dan kan het antwoord ontkennend luiden',
want de landbouwcoöperatie heeft zelve voldoen
de levenskracht om zich ook verder staande te
houden en te ontwikkelen".
Mr. Tasman concludeert omtrent de beteeke
nis der coöperatie in het kleinbedrijf van land
bouw, nijverheid en handel Jhet volgende
„Wij bevonden dat in den landbouw deze coö
peratie zich levendig ontwikkeld heeft en ook
Isteun verdient niet alleen uit individueel oog
punt inaar ook van het standpunt der maatschap
pij, dat dit ook bij de nijverheid, zij het op be
perkte schaal, het geval was, dodh bij den klein
handel bevordering van coöperatie niet om haar
zelve als begeerenswaard goed, doch alleen als
indirect der maatschappij ten goede komend s
middel, o. i. geraden was".
Over ie tweede vraag oordeelt hij aldus:
„De Staat heeft te zorgen voor eene goede
wetgeving en de belanghebbenden hebben aller
eerst, alvorens van steun van staatswege ook
maar eenigermate sprake kan zijn, te toonen, iat
zij de voordeden der coöperatie beseffen.
„Coöperatie is in de eerste plaats eigen hulp,
berustend op gemeenschapsgeest.
„Dwang tot coöperecren is principieel uit den
booze." j j i
En verder o.a..i
„Wil men bij ons het kleinondememerscrerlint
van staatswege steunen, dan moet men o.i. alleen
steun verleenen door middel van uit de coöpe
ratieve vereenigingen zelf gevormde centraal-
kassen."
RUSLAND.
Het jacht «Standart," van den Tsaar, stootte
gistermiddag om half 5 ter hoogte van Horsoe,
niet ver van Hongoe, op een onder water liggende
rots. Op de plaats van het onheil kwamen reddins-
stoombooten uit Reval. Verder liggen daar zeven
torpedobooten, die het jacht begeleidden. De Tsaar
is met zjjn familie aan boord van de »Standart"
gebleven.
65)
Berth Uauw^eur'gBeid van zijn verhaal in de aan
ïooeva bekende punten, den dienst, die hg haar
°tïlst en..bewezen had, door haar vele feiten en
te 0an<Bgheden, die haar nog onbekend waren,
te jjJ1. uUen, zgn opgewondenheid tegen Marcel,
om Vl8.en vooral op te hechten grond berusteud
8Unst<jVeinS<* te zgn, dat alles getuigde ten zgnen
^V°j*et aarzelde dan ook niet.
hji e neem ze voor mijne rekening aan, zeide
een bl't geloof, voegde hjj er bjj, na met Bertha
everw gewisseld te hebben, dat mevrouw ze
za' weigeren.
NivolUt °*ank u voor uw vertrouwen, mijnheer
geen w®^ervoer Raulhac bigde, en het zal u
sterke en..opzicht spijtenwant u heeft een
fttttteloos zgn V°0r U' ea m^ae ku'P u n'et
- weteijjiet, mijnheer, antwoordde Nivollet.
^orstellin™10!-'6^lijkheid zal vooral in het begin der
Wet ."ggen, en om advocaten en lui van
Pen Qv«.p vinden, die wij met onze woorden kun-
verreden. Mgnheer Marcel Percieux heefi
zijne voorzorgsmaatregelen met eene duivelsche
bekwaamheid genomen.
Hij beweert, dat mevrouw eene zuster is van
z\jne echtgenoote, wier zinsverbijstering daarin
bestaat, dat zg wil doorgaan voor Bertha Per-
cieux. Hij zal mij aanklagen een kolossale op
lichtingsonderneming op touw gezet te hebben.
Hjj heeft het mg zelf gezegd, voegde Raulhac erbij,
als antwoord op een blik van Nivollet. Ah! als
het 1 jjk van Lucien Percieux nog in het onder-
aarsch gewelf van 't Witte Huis ware, riep hg
uit, welk een machtig wapen zou dat niet zgn
tegen hem
Wie heelt u dan gezegd, dat het er niet
meer was antwoordde Nivollet.
Hg zelf, en hg heeft beweegredenen genoeg,
om het mg aannemelijk te maken. Zou hg ge
logen hebben
Ik heb voldoende redenen, wedervoer Nivol
let, om het te meenen.
Dan hebben wij hemriep Raulhac uit,
een uitroep van blijdschap stakend, en terwijl hg
de vingers van zgn rechterhand tegen elkaar sloeg.
Maar hoe zich er van te verzekeren
Hoe Door in het gewelf te dringen. Ik
belast er mg mede. In den toestand, waarin ik
mg bevind, heb ik niets meer te winnen en niets
te wagen. Maar men moet er eer vroeg dan laat
in binnendringen.
We zullen dat wel bespreken. Maar u be
grijpt wel, we kunnen dat immers niet doen in
tegenwoordigheid van mevrouw. Al ben ik nog
BELGIS.
De dag van gisteren is te Antwerpen, evenals
de overige dagen, kalm voorbijgegaan en geen
enkel feit van geweld werd gesignaleerd. De kleine
incidenten, die nu en dan gemeld worden, zijn
alleen het gevolg geweest van dronkenschap.
De overheden, dit inziende en verder reke
nende op de voortdurende kalmte der werklieden,
hebben een groot deel der burgerwacht wegge
trokken tot groote blijdschap van het grootste
deel der „jefkens" en bijzondere korpsen, schrijft
het „Hdbl. v. Antw."
Ook is het leger geheel weggetrokken en geen
enkel soldaat is nog aan de dokken te zien;
enkel zijn er wat meer gendarmen te paard in
dienst gebracht, die patrouilleeren.
Alles gaat zoo kalm en stilweg aan de dokken,
dat men waarlijk niet zou zeggen, dat er een
algemeene staking aan den gang is, ware het
niet, dat men nu en dan een piket gendarmen
voorbij' zag trekken. i
Zoo kalm is het wel en zoo weinig wreirdt
er voor wanorde gevreesd, dat aan de Cam-
broman geen bewakingsdienst is ingesteld en som
mige Engelsche dokwerkers te voet en zonder
begeleiding van politie naar hun schepen trekken.
Een confrontatie heeft in het kabinet van den
onderzoeksrechter Cruysmans plaats gehad tus-
schen Posthumus en Everaert, bijgenaamd Zwarte
Willem, beiden gearresteerd in verband met de
brandstichtingen. j
Posthumus heeft staande gehouden, dat Zwarte
Willem hem behulpzaam was bij htet in brand
steken der houtstapels.
De twee beschuldigden werden daarna gebracht
in tegenwoordigheid van een inwoner van Aus-
truweel, die bij het uitbreken van den brand
twee kerels heeft zien vluchten.
De getuige heeft de twee verdachten niet her
kend. f r j
zoo geneigd om aan de oprechtheid uwer woorden
te gelooven ik kan u slechts in die mate ons ver
trouwen verleenen, als de voorzichtigheid ons
toelaat.
Dit alleen heb ik u slechts gevraagd, zeide
Raulhac levendig.
Ik heb het niet vergeten, mijnheer ant
woordde Nivollet. Daarenboven zult u bij mij
thuis eenige vrienden van mevrouw aantreffen, die
niet minder dan wij zeiven, belang hebben bjj het
welslagen harer aanspraken. Hier is mjjn adres.
Wel, dat is heel dichtbjjriep Riulhac uit.
We behoeven maar een passen te doen, om ons
van uw huis naar het Witte Huis" te begeven....
ik zeg wjj, want alleen zal ik er niet biimendrin<ren.
Het is mgn «alter ergo", mgn tweede sik", me
vrouw weet dat maar al te best, voegde hjj er
bjj, ter wjj 1 hg eerbiedig voor Bertha boog. Wan
neer zjj vernomen hebben wat er gebeurd is, zul
len zjj niet minder dan ik op mjjnlieer Marcel
Percieux verbitterd zgn.
Nivollet dacht een oogenblik na en zeide
Indien u wilt, moogt u hea meebrengen.
Tot weerzien, mijnheer.
Raulhac was reeds opgestaan en zeide tot Birtha
Mag ik hopen, mevrouw, dat u mij eeas
zult vergiffenis scheuken
Ik heb u reeds vergeven, mjjheer, antwoord
de Bertha zacht. Trouwens niet mjjne vergiffenis
moet u afsmeeken, maar die van God.
Raulhac verwijderde zich; Nivollet en Bertha
waren nog zoo onder den indruk hunner ontroe-
MAROKKO.
De Duitsche rijkskanselier is van oordeel, dat
de Duitschers, die schade geleden hebben bij het
bombardement, van Casablanca, niet tot, in hei
oneindige op hun schadevergoeding moeten wach
ten. Hij heeft aan den Rijksdag voorgesteld hen
alvast 250.000 mark voor te schieten. De bena
deelde Duitschers eischen ongfeveer 1 millioen
mark schadevergoeding, zoodat het kwart millioea
hen reeds goed te pas komt
De juiste beteekenis van Bülow's voorstel it
dat de Duitsche regeering nu beslist zal zorgen,
dat de centen bannen komen, van wie doet er
thans niet toe. In Frankrijk zal men met dez*
(handeling van de Duitsche regeering wel niet
bizonder ingenomen zijn.
De correspondent van de „Matin" seint pit
Casablanca, ter bevestiging van het bericht dat
de aangeboden onderwerping op niets is uitge-
loopenEr schijnt geen verandering te zijn ge
komen in den toestand van de stammen die te
genover Casablanca gekampeerd zijn. De pogingen
om te onderhandelen, welke van eenige welmee-
ncn.de hoofden waren uitgegaan, vonden hij de
andere Marokkanen geen instemming. Zij werden
zelfs beschuldigd, van door de Franschen met
o0,000 douro's omgekocht te zijn. Zoodoende kun.
nen zij 'die werkelijk vredelievend zijn, met naai
de Franschen gaan. Zelf kunnen zij niet te Casa
blanca komen, omdat zij dan hun gezinnen ea
al hun have aan moord en plundering zouden
overlaten. Wij hebben, zegt de correspondent, te
maken met dergelijke roofzieke stammen als in
Ion kin die, niets bezittende, met de tegenwoor
dige troebelen hun voordeel trachten te doen.
•Zij leggen dezelfde onbeschaamdheid en dezelfde
minachting tegenover ons aan den dag.
De verkenningsballon van de Franschen is ge
vuld en al een paar maal aan een kabel opge
stegen. Maar aangezien de wagen waaraan hij
bevestigd moet worden, nog niet in orde was,
konden zij er nog niet veel nuttigs mee uitrich-
ten. f fj
Van Moorsche zijde verneemt de Tangersch*
correspondent der „Köln. Ztg." dat Moelei Ha-
fid aan den deken van het corps diplomatique
een brief richtte, waarin hij: de redenen u.teen-
zet, die hem tot het aannemen 'der sultanswaar-
digheid bewogen. Abdul Azis, zegt de nieuwe
sultan, heeft tegen het belang van zijn volk en
van de Europeanen gehandeld door niet met sterke
hand de anarchie te onderdrukken en den Fran
schen niet onmiddellijk genoegdoening te geven.
Overigens noemt hij het optreden der Franschen
in Casablanca voorbarig; het heeft «luizend on
schuldige slachtoffers gekost.
TURKIJë.
De nieuwe vorst van Sa.mos, Georgiades, is op
ring, dat zg eenige minuten bleven zwijgen.
Ik kan niet anders dan vertrouwen stellen
in dien man, zeide Nivollet, het eerste de stilte
verbrekend.
Ik geloof ook in hem.
En toch komt hjj naar ons van den kant
des duivels.
Ja, maar God zend heiu naar ons toe, ant
woordde Bertha.
XI.
LEONTINE EN JULES.
Terwjjl het boven omschreven voorviel, haalde
Léontine Nivollet en Jules Percieux hun hart op
aan allerlei kinderlijke spelen en vermaken.
Deze twee kinderen hadden een levendige vriend
schap voor elkaar opgevat en waren altjjd te samen.
Vgf jaar ouder dan Jules had Léontine voor hem
die moederlijke genegenheid, die meisjes van 12
a li jaren gaarne ,ten toon spreiden tegenover
jongentjes aan hunne zorgen toevertrouwd.
Zij maakte zgn toilet in orde; wanneer zg gin
gen wandelen, en ook voor het naar huis gaan
wanneer hg door het spelen wat minder ordelijk
uitzag, wischte zgn gezicht af, wanneer hg wat
hard geloopen had en bracht zgn blond, krullend
hoofdhaar weer in orde.
- i ®0£sU vervolgd).
f
Lj