Stads- en Gewestelijk Nieuws. In onze Vroedschap. Ingezonden. Land- en Tuinbouw. Gemengd Nieuws. beschouwd in het licht van zijn tijd, benevens een critische waardeering zijner geschiedkundi ge werken," zijn ingekomen twee antwoorden. Het eene droeg als motto„Christus vincit, Chris tus regnat, Christus impera"; het andere had tot zinspreuk: „Aan het werk ter eere God". Vol gens art. III der Statuten zijn deze antwoorden ter beoordeeling overgelegd aan een door het Doorluchtig Episcopaat aangewezen jury, bestaan de uit de heeren: pater G. A. Meyer O. P., pro fessor der Kerkgeschiedenis in het Dominicanen klooster te Huissen; J. C. Gonnet, Rijks-archivaris te Haarlem; dr. H. L. Schmedding S. J., leeraar aan het St.-Canisiuscollege te Nijmegen; C. E. Bleyenberg, leeraar aan het Seminarie „Ypelaar" te Ginneken; en A. J. Flament, Rijks-archivaris te Maastricht. Het eenparig en gemotiveerd oordeel der jury luidde, dat de bekroning moet worden toegekend aan het tweede bovengenoemd antwoord, dra gende tot zinspreuk: „Aan het werk ter eere Gods." Deze uitvoerige levensschets, die volgens de jury blijk geeft van ernstige studie en groote belezenheid, van oordeelkundige critiek en stren ge waardeering, zet dr. Nuyens in het volle licht, in het volle leven van zijn tijd, en niet enkel als schrijver en mensch, doch ook als mede-emancipa- tor van het katholieke Nederland. Bij opening van het gezegelde naambriefje bleek dit te bekro nen antwoord ingezonden te zijn door den Eerw. heer Gerhard Görris, scholasticus S. J., litt. neerl. cand. en leeraar aan het gymnasium te Katwijk, aan Zee. Hem wordt derhalve de prijs, bestaande in een eere-diploma en een geldsom van f 500, naar verdienste toegekend. In overleg met den geleerden schrijver wenscht het Bestuur deze bekroonde prijsverhandeling spoedig in het licht te geven, Aldus zal voor de nagedachtenis van dr. W. J. F. Nuyens een monu ment tot stand komen, niet minder eervol dan zijn koperen grafplaat in de kerk van Westwoud; aldus zij bewonderenswaardige en bij uitstek ka tholieke figuur zoo getrouw mogelijk bij: het na geslacht blijven voortleven, nog velen opwekkend tot navolging. Door het succes van deze eerste wetenschappe lijke prijsvraag aangemoedigd, meende het Bestuur op denzelfden weg onverwijld te moeten voort gaan. Daarom wordt thans, op gelijke voorwaar den, een nieuwe prijsvraag uitgeschreven. Ter be antwoording hiervan wordt verlangdEene ge schiedenis van de invoering der Hervorming in ons land tot den vrede van Munster (1648), die vooral tracht te verklaren, hoe en waarom de Hervormde leer in sommige streken vordering heeft gemaakt, doch in andere werd gestuit." Dit onderwerp kwam het Bestuur des te verkieselijker voor, om dat het onlangs, hoewel in anderen vorm, ook in studie werd genomen door de Apologetische Vereeniging „St. Petrus Canisius." Samenwerking van verschillende katholieke krachten op hetzelfde gebied kan immers voor het gemeenschappelijke doel niet anders dan hoogst bevorderlijk zijn. De nieuwe prijsvraag moet eveneens worden beantwoord in de Nederlandsche taal. De mede dinging naar den uitgeloofden prijis, bestaande in een eere-diploma en eene geldsom van vijf honderd gulden (zegge f500.staat open voor katholieke Nederlanders. Voor eene niet-bekroonde verhandeling kan door de Jury een loffelijk ge tuigschrift worden toegekend. Zij die naar deze prijsvraag wenschen mêe te dingen, zullen hun manuscript, in zijh geheel en duidelijk leesbaar, moeten opzenden aan den Voorzitter (Singel 154, Amterdam), uitserlijk voor 1 Januari 1910. Dé prijsverhandelingen zullen bij voorkeur niet zijn geschreven met de eigen hand van den steller zij mogen niet onderteekend zijn, doch moeten gekenmerkt' zijn door eene zinspreuk en worden vergezeld door een verzegeld briefje, dezelfde spreuk tot opschrift voerende en waarin des schrij vers naam en adres eigenhandig zijfn opgegeven. De bekroonde en niet-bekroonde prijsverhande lingen behoeven niet te worden teruggestuurd aan de inzenders, doch kunnen bij het bestuur in eigendom blijtven. Het oordeel over deze prijsvraag berust we derom bij een door het Doorluchtig Episcopaat aan te wijizen Jury van vijf personen. De uitslag zal te gelegener tijd jn de dagbladen worden bekend gemaakt. i De vijïjaarljjksche bekroning, die volgens art. II der Statuten wordt toegekend aan het beste, in de laatste vijf jaren verschenen geschiedwerk van een katholieken Nederlander, heeft als ter mijn het lustrum 7 Maart (Datum der oprichting van het Nuyens-fonds) 1903 tot 7 Maart 1908. Zij staat eveneens ter beslissing eener bisschop pelijke Jury. i Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het Commissariaat van politie sleutel, portemonnaie met eenig geld, wit wollen dasje, grijze dameshandschoen, lederen muilkorf, bok. Te bevragen aan de volgende adressen zilveren armband, Aalbers, Noordmolenstraat 22; hlauwe duif, Sanders, Hoofdstraat 224ring met sleutels, Bruggeman, Spinhuispad 49; grjjs linnen tasch, Duk, kl. Groenendal 47. Ambachtsschool. Door Ged. Staten is aan Prov. Staten van dit gewest voorgesteld, een subsidie van f3000 voor de te Schiedam te stichten ambachtsschool te ver- leenen. S. T. M. Gedurende de maand October zijn door de Schiedamsche Tramwegmaatschappij 24131 pas sagiers vervoerd. Zilveren jubilee. De heeren J. A. de Boer, onderwijzer aan school C, en J. Koorengevel, onderwijzer aan school D, herdachten gisteren onder veelzijdige blijken van belangstelling, dat zij een kwart eeuw als zoodanig werkzaam waren geweest. Reiden werden door het hoofd en het personeel hunner school in hun lokaal ontvangen, eerst bedoelde zelfs in het versierde schoollokaal en met een welkomstlied der kinderen; beiden wer den door het .hoofd hunner school waardeervoi toegesproken en ontvingen ook stoffelijke blijken van hulde van collega's en leerlingen. Beide jubilarissen werden ook gecomplimen teerd door de onderwij's-autoriteiten. Den heer De Boer, teekenonderwijzer, voegde dr. Vinkesteyn, voorzitter der schoolcommissie, toe, dat hij door zijn bijzonderen aanleg een arüstieken stempel drukte op zijn onderwijs, die den kinderen ten goede kwam. De heer Kooiengevol ontving ook ten zijnen huize een deputatie uit het bestuur van de af- deeling Schiedam van den Bond van Nederland sche onderwijzers, waarvan hij reeds jaren lid is en waarin bij ook eenigen tijd een bestuursfunctie vervulde, om hem aller gelukw'enscjhen aan te bieden. B ij Kon. besluit is, met ingang van 46 Nov. 4907 benoemd tot agent der Rijksver zekeringsbank de heer E. J. M. Beukers, pro curatiehouder bij de Naaml. Venn. Schiedamsche kunstsmederij en machinefabriek, voorheen G. J. Vincent en Co., alhier. B(j het eergister te Rotterdam gehouden examen vrije en ordeoefeningen der gymnastiek slaagde o. m. mej. E. De Vries, van Schiedam. Begrootingsdebat. Wethouders- wedde. Weddeverhooging Pre sentiegeld. Schoolgelhelfing. Eindverrasing. Buitensluisbrug. Drukwerkaanbesteding. De traditioneele begrootingszitting die het eind van October ons pleegt te brengen, is ditmaal tot eene viervoudige voortgezette raadszitting uitge dijd. De welsprekendheid vooral der nieuw inge komen. Raadsleden is aan dit opmerkelijk feit niet vreemd gebleven. Want hetgeen wij den heer Van der Schalk aan het eind der langdurige zit ting bij het^scheiden hoorden zeggen »die man spreekt voor de tribune", werd tenpjnrechte alleen op den heer Van der Laan gedoeld, daar toch veel meer de andere nieuw ingekomenen, die het dichtst bij de tribune zitten, aan dit feit schuldig moeten worden gekend. Of zij ook voor de tribune bestemd was, de dorpere aanval, die de heer De Groot in den aan vang der zitting op een ander lid der christelijke partijen, enzen wethouder van Financiën, richtte, willen wjj hier niet beoordeelen. Maar dat de wjjze waarop hij zijn kritiek op Financiën, uit oefende en de manier om ook later den betrokken wethouder aan fe duiden, niet loyaal en voor den aangeduide alleszins kwetsend was, bleek uit het verweer van den titularis maar ai te duidelijk. Gaarne gelooven we de verzekering dat hjj naar zijne beste kraehten aan het Dag. Best. aandeel neemt tn er naar zijne beste inzichten bij werk zaam is. Trouwens de heer Van Westendorp deed dat bjj de discussie over het havengeld niet on duidelijk uitkomen. Dat vooropstellend, vinden wij den aanval van den voorzitter der Financieele com missie te minder loyaal en rijst bij ons te meer de vraag of 't wellicht des heeren De Groot's be doeling is de rol van Clemenceau in het ongeluk kige Frankrijk, hier ten einde toe te spelen. Eigenaardig was 't dat juist van dit Raadslid het voorstel uitging, de jaarwedde van de wet houders te verhoogen en niet minder verrassend, dat de Raad daar zoo betrekkelijk gemakkelijk bij een zoo benepen begrooting" op inging. Waar de verhooging, hoewel voor de betrokkenen niet ongewenscht en allerminst onverdiend, van dien aard is, dat zjj niemand zal verlokken er zjjn particuliere zaken voor prijs te geven, meenen wij dat zij volstrekt geen doel zal treffen en zich daardoor zeker niet »de beste krachten uit de burgerij" zullen beschikbaar stellen. Wat overigens de verhoogingen betreft, we hebben ditmaal het merkwaardig schouwspel beleefd, dat de Raad bij die benepen begrooting niet zijn heil gezocht heeft in het tradioneele besnoeiingswerk, maar in tal van verhoogingen zoowel op de uitgaven- als op de inkomsten- posten. Die verhoogingen hebben ditmaal niet uitsluitend de hoogere ambtenaren gegolden, maar zjjn ook den vkleinen luyden" ten goede geko men. Te verwonderen valt 't daarom te meer, dat men voor een enkelen hunner, een ambtenaar, die reeds zeven jaar de gemeente heeft gediend en wiens ambt, getuige de discussiën, lang geen sine cure is, zooveel bezwaar heeft gemaakt. Werkelijk waar men zoo royaal is geweest" zouden die honderd gulden de gemeente-financiën niet noe menswaardig meer hebben gedrukt I Dat in deze zitting niet alleen de zes oude agenten, maar ook de drie nieuwe Raadsleden met op overige toelage in den vorm van presentiegeld kregen, verwondert ons niet Charité bien ordon- née commence par sox memme. Bij ons stond 't na het intreden der drie nieuw ingekomen Raads leden vast, dat uit hun kring een voorstel tot weder-invoeren der presentiegelden zou komen, zooals nu ook gebleken is. Of zjj nu met dat presentiegeld al de schade zullen kunnen vergoeden, 'die zij op andere wjjze, ook door het werk in de commissiën, in hunne zaken wellicht lijden, durven wjj hier niet uit te maken. Maar zeker is 't, dat het Raadslidmaat schap niet meer een eere-ambt. maar een bezoldigd, zij 'l dan ook karig bezoldigd, baantje is. Overigens is er bij deze begrootingsdiscussiën zooveel behandeld, dat wij bier werkelijk het bekende spreekwoord in zake het vzout leggen" moeten toepassen. Over distilleer- en ruw- ketels, gasfabriek en waterleiding, en nog tal van andere zaken is vooral door de nieuwe leden uit den treure gediscussieerd met een ver toon van technische kennis, die zelfs den voor zitter verbazen dead. Of er daarom veel nut tig werk is verricht, willen wij niet uitmaken zeker is 't, dat men aan de bestuurstafel verrjjkt is met een reeks opdrachten, die wel ee» beetje aanleiding geeft tot het medelijden in den loop der discussie voor het College voorgewend. Wat ons vooral bij deze begrootingsdiscussiën goed heeft gedaan, is dat de heer Van der Laan den nadruk gelegd heeft op het enorme verschil in de opbrengst der schoolgelden bjj het open baar en bijzonder onderwjjs. Al nemen wij ook gaarne aan de verzekering van den wethouder van onderwjjs, dat 't zijne zwaarste taak is de schoolgelden te doen innen, en gelooven wjj alles zins dat hjj zjjne beste krachten daaraan wijdt, toch valt hierbij een opmerkelijk feit te consta- teeren. Waar de levensomstandigheden bjj de ouders der kinderen, die de openbare en bjjzon- dere scholen bezoeken wel gelijk zjjn, valt 't toch op, dat de laatste zooveel offervaardiger zjjn om iets voor het onderwijs hunner kinderen bjj te dragen dan de eerste. Bjj de eerstbedoelden domineert bljjkbaar de lust de opvoedingstaak op alvader Staat te schuiven, terwijl de laatstbe- doelden die taak zelf gewetensvol ter hand nemen- Aan het eind van dit begrootingsdebat werd hun, die meenden, dat deze begrooting zonder aan zienlijke belastingverhooging sluiten zou, nog een kleine verrassing bereid. Het ontbrekende bedrag van f 7600 moest toch ergens op gevonden wor den en 't is na eenig debat op de opcenten gelegd. Al werden de verhoogde personeel-opcenten bjj nadere becijfering nog gereduceerd, een stjjging tot 76 mag toch niet onaanzienlijk worden ge noemd. Zoo zullen dan de belasting-betalers van het begrootingsdebat nog eenige napjjn in hun beurs voelen. Als wjj aldus het begrootingswerk, dat het hoofdmoment dezer langdurige beraadslagingen vormde, vooropstelden, willen wjj niet doen uitko men, dat er in deze viervoudige raadszitting geen ander belangrijk werk is verricht. De besluiten inzake de Buitensluisbrug en Drukwerkaanbeste ding om van het Waterleidingtarief, dat slechs een kleine wijziging gaf, niet te spreken, mogen zeker belangrjjk genoemd worden. Bjj het eerst bedoelde willen wjj ons in de technische kwestie van het type der brug geen partjj stellen. Ver blijdend is het dat de brug er komt, hoe dan ook, want op dit drukke punt wordt er reeds al te lang op gewacht. Wat het gemeentedrukwerk betreft, hier is een novum ingevoerd, waarvan wjj de resultaten nog moeten zienwij hopen niet tot schade der gemeentekas en der betrokken ook jeugdige werkkrachten. Voor velen was het langverbeide eind der lang durige raadszitting een ware verlichting, betrek kelijk nog slechts voor de betrokken verslagge vers, die ze nog een heel eind nagevoelden. Brokken. Brokken. Mevrouw, waarom ruimt gjj dien rommel niet op Die schoenen, die kooi en dat beeld zonder kop, Dien stok en die kleeren, die boeken incluis, Ze geven maar herrie en stof in het huis. 't is waar, beste Mina, reeds lang heb 'k gedacht, Waarheen toch die brokken, dien rommel gebracht Er mee naar het brokkenbuis gemarcheerd. Daar wordt al die rommel in dank geaccepteerd. Aanbevelend, HET BROKKENHUIS. Een stier van f3000.Zooals bekend is, worden door buitenlanders voor bijzonder mooie exemplaren Hollandsch vee buitengewoon tiooge sommen betaald. Vooral Spanjaarden zijn voor geen kleintje vervaard, en gaarne zien de boeren deze op de veemarkten verschijnen. Iu het laatste nummer van „Ons Blad" lezen wijl nu, dat onlangs te Schamegoutum, in Fries land, door een stierenVereeniging een stier ver kocht is voor de kapitale som van f 3000, bestemd voor Polen. Hoewel het zeer vleiend voor ons land is, dat buitenlanders van heinde en ver komen om ons vee voor hooge prijzen op te koopen, voegt het zelfde blad er direct bij', dat bet treurig is, dat geen particulier maar een vereeniging zich laat overhalen zulk een pradhtig dier voor eeni ge guldens per lid uit het land tc laten gaan. En waarlijk, dit is onbegrijpelijk. Een sfierenvereeniging hóeft tot doel een of meer exemplaren machtig te worden door aanfok of aankoop, om door middel van zoo'n stamvader den geheclen veestapel te verbeteren. Is men er nu na veel kosten en moeiten in geslaagd een dergelijk exemplaar in eigendom te hebben, en blijkt dit aan bijna alle mogelijke eischen te voldoen, dan lijkt Ihet ons in de eerste plaats zaak, om zooveel mogelijk afstammelingen daarvan te verkrijgen. Gaat men echter het lang gewenschte exem plaar, al is het dan ook voor een buitengewoon hoogen prijs, verkoopen, dan is het zeker, zooals de schrijver in bovengezegd blad dit noemt: „de kip om de gouden eieren slachten." Nog al te dikwijls behaalt een oogenblikkelijk winstje de overwinning op veel grootere baten, om dat deze meer in de toekomst liggen. Orpington's. De kippenwereld is evengoed aan mode onderhevig als elke andere. Waren tot voor weinige jaren de Wyandotte-hoenders in de mode, thans loopen zij gevaar te worden verdron gen door de Orpingtons. Dit is zóó sterk, dat men gerust kan zeggen, dat de hoenderfokkerij tegen woordig in het teeken van dit ras staat. Of de mode nu echter alleen schuld hieraan is, betwijfe len wij. Wat men al sinds tientallen van jaren zocht, is een kip die aan de drie eischeneen fraai dier, een goede legster en een goede vleesch- kip, beantwoordt en de Orpington vereenigt deze eigenschappen zonder twijfel. De Orphington is een mooie, groote, zware kip, niet zoo zwaar als een Cochin, maar meer van Wyandotte-grootte, met kleinen kop en enkelen lagen kam, korten staart en onbevederde pooten. Het meest algemeen is in ons land tot nog toe de gele of buff-Orpington (waarom zeggen wij toch niet eenvoudig gele, in plaats van steeds het Engelsche buff te gebruiken) en het aantal fok kers is legio. Meestal vindt men de witte het fraaist; het is een prachtig sneeuwwit dier met vleesch- kleurige pooten (gele pooten is een gebrek.) Ver der heeft men zwarte en porseleinkleurige. De ze laatste ziet men nog niet veel, even als de Jubileum-Orpington's, welke thans een jaar geleden op de groote pluimveetentoonstelling te Londen den 2n prijs verwierven. Deze Orping ton s zijn zwart met wit, in dier voege, dat de grondkleur der vederen zwart is met witte vlek jes. Hoe regelmatiger deze zijn hoe beter. De porseleinkleurige vertoonen een reebruine grond kleur met zwarte strepen en witte vlekjes. De Orpington is gefokt door zekeren heer Cook, die in het graafschap Kent bij St. MarnixGray op „Orpington house" woont. Hij noemde ze naar zijn huis, en zeker heeft het Cochin-ras een groot aandeel aan het ontstaan van dit nieuwe ras, evenals het Langshan-ras. Hoe het zij, de Orpington treeft ongetwijfeld een toekomst. Uit een oogpunt van schoon, is het een imposante verschijning, het vleesch is voor treffelijk en tevens is het een uitmuntende legster, die, en dit verhoogt de waarde, een goede win- terlegster is. Zooals elke nieuwigheid, is de Orpington nog vrij duur. Voor een stelletje witte, betaalde men een jaar geleden f 5 per stuk, terwijl de haan mij f 7.50 kostte. De gele zijn billijker in prijs omdat zij het talrijkst zijn; maar voor een dozijn broedeieren van de porseleinkleurige, vroeg men nog in den afgeloopen zomer f8. i Doodslag. Twee broers te Nieuwdorp kregen ruzie over het werk. De eene sloeg den anderen broeder met een suikerbiet op het hoofd, waardoor deze bewuste loos werd. Tengevolge daarvan is de geslagene overleden. De justitie heeft zich in de zaak gemengd. („M. Ct.") De justitie te Arnhem heeft f600 uit geloofd voor hem, die den voortvluchtigen direc teur der Arnhemsche Bankvereeniging Lincker ar resteert of door wiens tusschenkomst de arrestatie geschiedt. Spoorwegongeluk. Op den Chrohtal-spoor- weg stortte gisteravond in de nabijheid van Ober- zissen de laatste trein met alle aangekoppelde wagens van het viaduct in de diepte. Vier per sonen zijn gedood, tien zwaar gewond. Een van de laatsten is reeds gestorven. Bloedvergiftiging. De heer W. S. teVlis- singen is gister overleden aan bloedvergiftiging. De overledene had een puistje aan het been open- krabd, en zich op deze, wijze geïnfecteerd. Een gruwelijk feit! Twee jongens van 44 en 42 jaar, L. v. V. en C. S., wonende in de Wilhelminastraat te Rotterdam, kwamen Donder- derdagavond aan den politiepost in de Van der Leckestraat aldaar mededeeling doen van een gruwelijk feit. Een man had aan den Maaskant bij de Oude Plantage een kind doormidden gesne den en de stukken in de Maas geworpen. De commissaris van politie, de heer L. J. C Vuijk, begaf zich dadelijk met zjjn inspecteur,' den heer Van Nooten, en de beide jongengs der waarts, om zich door hen de plaats, waar de gru welijke moord geschiedde, te doen aanwijzen. Voorzien van lantaarns en gewapend met dreggen toog men er op uit. Ter plaatse geko men, deelden de jongens mede, dat de moord (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Van ingezonden stukken wordt de kopy niet teruggegeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 2