Dagblad voor Schiedam en
30ste Jaargang.
Zaterdag 9 November 1907.
No. 8956.
EERSTE BLAD.
ElkVr^eirSlC«2i5mïni°b'SriP bewÜ!m°1"le'-
Buitenlandsch Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS^
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
2™ S'hl®dam Per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2.- per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
«traatb0^nemT-ennWürde,nv.dafeJijks aan8enomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders
BureauROTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADÏERTENTISN?
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend,
ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Hit»001" herhaaldelijk adverteeren worden uiterst
li)ke overeenkomsten aangegaan.
bil-
Dit nummer bestaat uit twee bladen en een
Geïllustreerd Zondagsblad.
-
De geheele beschaafde wereld is in de laatst
^'erloopen dagen verrast door het bericht dat de
uitsche keizer zijin voorgenomen bezoek aan Hol-
and niet zou brengen. En hoewel dat bericht,
aanvankelijk eenige teleurstelling barend, spoedig
Verbeterd werd in dien zin, dat hier slechts van
fistel, niet van afstel, sprake was, hebben toch
c buitenlandsche bladen op de reden van 's Kei-
J/'c'r's niet-komen thema's geborduurd, die een merk
waardig licht op de internationale Verhoudingen
Werpen. Een Parijisch blad somde onder de veel
voudige redenen, die den Keizer bewogen hadden
Van zijn Hollandsch bezoek af te zien, o.a. op
0 Hollandsch-Belgische entente, die zelfs reeds
ot opmerkingen van den Duitschen gezant te
rhssel aanleiding zou hebben gegeven.
Het denkbeeld van die Hollandsch-Belgische
V'dente is dan ook een merkwaardig bewijs van
0 verandering die er in de laatste tientallen
Jaren in de zienswijze van de bewoners van Noord-
<J| 71uid-Nederland heeft plaats gegrepen. Toch
55 het denkbeeld van een min of meer nau,w
Verband tusschen de Noordelijke en Zuidelijke
Seweston der oude Nederlanden niet van vandaag
gisteren; maar heeft 'i diepe wortelen ..in
e annalen onzer gewesten. Die toenadering lig!
Werkelijk, op de lijn der historie. Zeker er is
°h gelijkheid tusschen de germaansche bevolking
het noorden en de gallo-romcinsche neder-
etting v.an bet zuiden, tusschen de Vlaamsche
p' katholieke districten en de Bataafsche en
'oteötantsche gewesten. Maar de maatschappc-
1J t' groepeering is gelijk voor de beide romeinsch-
6c,maansche landdeelen, door het verdrag van
erdun een oogenblik onder Lotharius verzameld
^fl later nog onder de heerschappij van Karei
Creenigd. j)an <j00r (]cn teutonischen volkeren-
j room overweldigd, dan weer door het latijnscb
llluanisme herwonnen, vormen de provinciën die
U'p1 Van de ^u'dcrzec aan de Alpenreeks
'tstrekken, een tusschengebied, waarop de beide
^roote beschavingsbewegingen van het vasteland
n Europa elkaar raken, ontwijken, vermengen
verwisselen óm beurten.
tVd ten juiste tijde heeft de bevolking van
1 tusscheu-gebied het besef gehad van hare
aatselijike nationaliteit. En indien dat besef h,a,ar
ee^e zioh ooit duurzaam te vereenigen met
Eenheidsstaat, toch raadde dat haar een ver-
*lging> waarbij zij, op elkander steunend, zij
konden verweren tegen de grootmachten die
b f' omriugilen. Zoo kwam te midden van de troe-
Vh 611 Van den tachtigjarigen oorlog de Pacificatie
Hent tot stand, waarbij de noordelijke en
gewesten zich tot wederkeerigen steun
W^.°nden' maar toch velen een openbaring
ïïed V in de k°°h d'e £d de gro°te geesten van
herland voor de toekomst moesten hebben
d( iUds dien tijd IieP echter de hestemming van
jj' heide Nederlanden uiteen. Terwijl het bevrijde
°"and een republiek werd, keerden de Belgi-
c provinciën onder de heerschappij van Span
Telefoonnummer 85. Postbus no.
tijk k0n'n§ terug. Sedert dien tijd werden de beide
f>(, y'd<-'elen steeds meer gescheiden. Toch ontstond
het eind van het Oostenrijksch bestuur
6r eeniS° toenadering. Het verval van Ant-
't"''1 en de schitterende economische debuten
de Jongc Hollandsche republiek wekten in de
S'Sche provinciën een unionistische beweging
het grootste belang. Alles scheen een toe-
wie.--
k«lin
htü
dus
sen, toonde België in al zijine zwakheid tegen
over de Fransche bedreigingen. En toen in 1815
de mogendheden de twee verwijderde stammen
trachten te doen samenkomen in het éene ko
ninkrijk der Nederlanden, dat naar hunne gedachte
een sterke burcht van het germanisme zou wor
den tegen de' Fransche heerschzucht, hadden de
ongelijkheden van karakter zich tot zulk eene
hoogte doen kennen, dat eene nauwere vereeni-
ging onmogelijk was geworden, zooals de om wente
ling van 1830 op de meest welsprekende wijze
heeft, getoond.
Intusschen, waar de ongelijkheden blijkbaar niet
zijn verdwenen, denkt, ondanks de sympathie,
die de beide landen vereenigt, er geen énkel wel
onderricht persoon ernstig aan, ze in een nieuwen
eenheidsstaat te vereenigen.
Daarentegen is de mogelijkheid van een entente
en een modus vivendi" ter zake van 'de stoffelijke
belangen nooit ontkend, Zelfs niet in de jaren
die op de omwenteling volgden en thans dringt
zij zich hij de meest ver- en helderzienden op.
fn België vooral hebben de meest besliste en het
minst van ,,orangisme" verdachte patriotten zich
voortdurend beijverd de meest hartelijke betrekkin'
ger. met Holland te onderhouden. Staatslieden van
uiteen]oopende partijen als Lebeau, Rollin-Jac-
quemijns, Frère-Orban en Beernaert hebben steeds
beproefd eene economische entente met de noor
derburen. tot stand te brengen. Negen jaren nog
slechts na de stormen der revolutie durfde Le
beau in de Belgische Kamer van afgevaardigden
verklarenop politiek en commercieel terrein na
deren de ware toekomst van België, het waar
achtig belang zijner staatkunde, dagelijks meer
en meer tot Holland
Overigens, toen de verschrikkingen v.an den
Fransch-Duitschen oorlog voorbij waren, won het
denkbeeld, herhaaldelijk maar schroomvallig voor
uitgezet, meer stelselmatig veld. In Holland door
leefde men toenterfijld (1875) eene zeer ernstige
crisis, lot eiken prijs moest een meer dragelijke
toestand verkregen worden. Kamers van Koop
handel, deputatiën uit de provincie boden der
regeering een vaag ontwerp van eene overeen
komst met België. In België werd de kwestie
in verschillende economische kringen besproken;
artikelen en verzoekschriften maakten de open
bare machten daarop attent en de kwestie scheen
genoegzaam .gerijpt, toen het kabinet—Frère-Or
ban in 1878 optrad. De nieuwe bewindslieden
maakten van het onderwerp eene ernstige studie.
De gevolgen van eene douane-eenheid met Hol
land uit internationaal oogpunt beschouwd, leken
niet gevaarlijk te zijn; 't was voldoende de kwes-
tiën te reserveeren, die de .neutraliteit betreffen,
als de invoer van wapenen en de toelating der
oorlogvoerenden in de neutrale havens der beide
betrokken landen. De overwegingen van de bin
nen landschc politiek schenen hier geen ernstig
beletsel op te leveren; de moeilijkheden, die de
vereehiging van een handeldrijvend en koloniaal
land met eenö zuiver industrieele natie oplevert,
bleken niet onoverkomelijk. i
De twee Staten besloten, na een nauwkeurig
ken landen, maar in "de geheele Europeesche pers,
de kwestie in h,are wijde draagkracht moest ont
plooid worden. r
Hopen wij, dat de ernstige pogingen, die nu
door de meest bevoegde staatslieden der beide be
trokken landen in 't werk worden gesteld, om
to! eene overeenstemming op de betrokken pun
ten te komen, tot het gewenschte resultaat mo
gen leiden. Holland en België, twee ziister-landen
van den ouden moederstaat der Yereenigde Neder
landen, behooren zich steeds nauwer aaneen te-
sluiten. Het militaire zoowel als het commercieele
Lu'ropa vinde in het veelzijdig verecnigde volk
der beide Nederlanden een grootmacht die ontzag
afdwingt en waarmede ten allen tijde te rekenen
valt. r
DUITSCHLAND.
Het Duitsche keizerlijke echtpaar is gister-avond
om II.14 uur van het Potsdamnier station op reis
naar Engeland gegaan. 1
ENGELAND.
De Lngelsche socialisten zjjn van plan, bjj
keizer Wilhelm s bezoek aan de City een betooging
tegen hem te houden. Hun bekende woordvoeder
Hyndman verklaarde Woensdagavond dat Wiihelm's
intocht in de City alles behalve een zegetocht
zou zijn. Wjj zullen, zeide hij, niets ongepast doen,
maar zjjn voornemens, duideljjk te verstaan té
geven dat wjj niet meegaan met hen die Wilhelm
hier als de vertegenwoordiger van Duitschland be
groeten. De Keizer vertegenwoordigt volstrekt niet
het Duitsche volk, maar enkel het Duitsche
militaire element, terwijl hjj overigens in Europa
het reactionaire type van een vorst is. Het zou
iets anders zjjn, indien de Keizer als genoodigde
van den Koning kwam- Hjj komt echter als de
gast van het Engelsche volk.
onderzoek, eene toenadering te beproeven. De
io doen wenschende krachtige ontwik-
Ij van het Hollandsche zeewezen zou uit
etende debouchés bieden aan de Belgische in-
%tri
scl). 'ee'en- Hubens, steunend op zijjn hooge maat
PP©1 jjke positie en artistieken roem, deed aan
8eb der yereenigde Provinciën in het
k°inltn VoorsteDen 0111 tot een modus vivendi" te
Wld maai' werden na mislukking niet her-
Sf6g en i)et verval der Belgische provinciën nam
hacta grootere verhoudingen aan. Het Barrière-
^rn- at (1713), dat aan Holland het recht gaf
- AOeflcn te leggen in België,'^ versterkte plaat-
Hollandsche regeering bakende het terrein waarop
zij moest getroffen worden nauwkeurig af. Het
voornaamste punt zoowel toen als nu was de be
trekkelijke vereeniging der accijnsrechten. Op dou
aneterrein kwam t er op aan vrij te stellen de
handelswaren door een gelijkluidend invoerrecht
getroffen. Een nauwere aaneensluiting der spoor
wegtarieven moest betracht en de mogelijke ge
volgen der entente op de verdragen, gesloten op
het punt der meest begunstigde natie, nagagaan
worden. Ten einde na te gaan, welke moeilijk
heden deze kwestiën zouden opleveren, werd eene
commissie gevormd, die al spoedig tot het besluit
kwam, er groote moeilijkheden waren te over
winnen. Men besloot de sluiting van het handels
verdrag met Frankrijk af te wachten om de kwes
tie nader op te lossen, 'tKwam er niet toe: het
kabinet Frère-Orban Verdweenandere kwestiën
traden op den voorgrond; maar het denkbeeld,
eenmaal opgeworpen, begon zich steeds meer baan
te breken. f
Eenige pogingen nog door sommige corpora-
tiën beproefd, leden achtereenvolgens schipbreuk
om deze reden dat om de gunst te winnen niet
alleen der openbare meening in de heide betrok-
FRANKRIJK.
PAFUJSCHE KRONIEK.
Van onzen Parijschen correspondent
Parijs, 25 Oct.—8 Nov. 1907.
Eenige weken geleden verscheen hier een boek
Worden w(j verdedigd?" tot titel voerende, wat
tot zelfs in de parlementaire kringen, waar ge
woonlijk alleen de verkiezingsbelangen gelden,
een groote beweging en buitengewone belangstel
ling verwekte. De schrijver er van de heer
Charles Humbert, afgevaardigde, gewezen attaché
van den oud-minister van Oorlog, generaal Andrè
wel bekend, was verre van malsch voor zijn vroe-
geren patroon en ontmaskerde zonder genade de
algenaeene desorganisatie welke in het leger is
gaan heerschen. tWas dan ook voor een stamp
volle Kamer dat de afgevaardigde Gauthier de
Clany den 25n October het woord nam, ten einde
aan het governement verklaring en uitlegging te
vragen der zoo beteekenisvolle feiten door den
heer Charles Humbert openbaar gemaakt. Deze
spreker heeft twee goede eigenschappen h(j
blijlt, hoe gepassionneerd de discussie ook moge
worden, altjjd in de goede vormen, en wat nog
meer waarde heeft, wat hjj zegt, is klaar en dui
deljjk. Het doel zjjner interpellatie was om het
land te laten weten wat de heer Humbert ge
schreven heeft en het antwoord dat de minister
daarop zal geven. Hierop volgde een zeer lange
ljjst van beschuldigingen en begane fouten, van
tekortkomingen en gebreken in al de afdeelingen
van s Lands verdediging, welke algerneene toe
stand den heer Humbert er toe bracht openlijk te
verkondigen dat Frankrjjk niet verdedigd wo-dt.
Aan het einde van zjjn requisitoir, zeide hij, zich
tot het bloc keerende nGjj, mijne collega's der
»meerderheid, weegt de verantwoordelijkheid
welke ge 0p u gaat nemeD. In aw binnenste
verkent ge, ik ben er zeker van, dat deze desor-
vganisatie der nationale verdediging het werk
»uwer staatkunde is".
De indruk dezer woorden was zoo sterk dat er
uit de meerderheid zich geen enkel protest tegen
de herhaalde toejuichingen der minderheid hooren
deed. Er was een gevoel van malaise in de
Kamer gekomen dat er niet beter op werd, toen
in plaats van den minister Picqoart de heer
Messimy, de rapporteur van de commissie, van het
leger, kwam zeggen, dat hjj op de oijuistheden
en de overdrijving der voorstellingen welke in het
boek van Charles Humbert voorkomen, ging ant
woorden. Uit zijn verschillende verklaringen
bleek al zeer spoedig dat hjj door Picquart ge
bruikt was om bij het tegenspreken van vele
zaken van minder beteekenis toch de krasse ver-
klaring af te leggen dat, gedurende jaren de
gi enzen in het Oosten van Frankrijk geheel ver
onachtzaamd zijn geworden.
Hiermede kregen de drie compères, oud-minis-
ters, Combes, Peletan en generaal Audré, de
klappen en trok het ministerie—Clemenceau—
Picquart zich als overwinnaar uit het gevecht
waarbjj echter Frankrjjk het loodje moet leggen
want toen eindeijjk ook de minister van Oorlog
de tribune beklom, was 't nietzjjn redenaarstalent
dat flauw en krachteloos is, noch het zoeken van
excuses voor enkele nalatigheden, welke hem eene
groote meerderheid schonken in het votum van
vertrouwen den wensch uitsprekend dat de noo-
dige hervormingen voor de nationale spi .lediging
mogen verwezenlijkt worden, doch 't w s z<4k-
gevoel van schaamte en wrevel om z-o voor
geheel Europa aan de kaak te Wordeö ge>iejo wat
het bloc dwong aan ,deze schjjn-victorie tevens
eene ovatie voor de galerjj toe te voegen. Het
Land heeft er zich niet door laten bedriegen, maar
zeer goed begrepen, dat 't beste in dit geval was,
zekere huiselijke zaken, vooral die van 's Lands
verdediging, niet zoo in 't openbaar tc tienan-
delen.
Die zelfde schaamte moeten vele Franscben ook
gevoelen bjj het lezen der discussiën welke over
het wetsontwerp betreffende den roof der kerke
lijke goederen gevoerd worden, 't Geldt hier
voornamenljjk de fondatiën door Katholieken aan
de kerken geschonken met een bepaald godsdien
stig doel, als het oprichten van armenkazen, en
andere weldadige inrichtingen, en niet het imnst
die tot het lezen van missen voor de overledenen.
Al de katholieke afgevaardigden die de gaven van
het woord bezitten, hebben met kracht, overtuiging
en onverzaagd het eigendomsrecht en het wettig
bezit daarvan verdedigd. De heer de Castelnau
zeide in zjjne gewone schoone taal. dat men, zon
der de grootste ongerechtigheid te begaan, den
Franschen burgers, die aan de godsdienstige collec
tiviteit schenkingen deden, toch niet de waarbor
gen welk in het burgerljjk wetboek vervat zjjn,
kan weigeren. De wet van 1905 was stom op dit
punt en dit zwjjgen aangaande de londatiën moet
in dien zin worden uitgelegd, dat deze schenkingen
door het burgerljjk recht moeten geregeld worden.
Het bloc had dezen spreker met kalmte aange
hoord, doch toen hem de professor in het recht
aan de katholieke faculteit te RjjsseJ, de heer
Groussau, opvolgde, toonde 't van minder goed
humeur te. worden. Deze rechtsgeleerdeen oprechte
christen wind er geen doekjes om en veracht de
parlementaire handigheden en dat werkt zichtbaar
op den mister van eeredienst Briand.
Mjj den 3en November van het vorige jaar, op
seen vraag welke ik hem aangaande de g.hsdieii-
sstige fondatiën deed, zoo begon de heer Gious-
ssau, antwoordende, zeide mjj de minister: Wjj
szullen ze niet confisceeren, houdt u daarvan
sovertuigd, wjj zijn geen oneerijjke lui." »Ea
snu, t is niet te ontkennen, noodigt uw nieuw
wetsontwerp ons uit, maatregelen aan te nemen
bwelke in de hoogste mate oneerljjk zjjn. De wet
svan 1905 bevatte reeds een roof, doch geen ai-e-
smeene. zooals die welke U ons thans aanbiedt".
Een stem van de uiterste linkerzijde roeptDe
sKatholieke Kerk beeft zich-zelve vermoord".
Minister Briand, »De Katholieken zijn zelt
de schuld".
Groussau, Bedoelt ge mjj daarmee
Briand»Ja".
Groussausik ben niet geneigd amende hono-
srable te doen". sDe Paus heeft 't van het begin
saf gezegd, gjj zjjt van eene geheele miskenning
van,het beginsel der Katholieke Kerk uitgeeaan.
Groussau legt daarna al de laaghart.ghe.d bloot
waarmede de arttkelen der wetten van 1905 en
1907 gemaakt zijn alles is er opzetteljjk duister
in gemaakt om ze zooals thans, nog onverdrage-
ljjker en schandelijker te kunnen maken. De
schenkers van fondatiën deden dit juist aan de
keikbesturen, omdat zij 't niet aan de gemeen
ten wilden doen en op hetzelfde uur dat gjj ver
klaart niet aan de kerken te willen raken, stelt
gjj er de ontrooving van voor door hare beiit-
I