Binnenland.
en het is ons onmogelijk, na te gaan of de mi
nister iets doet. Spr. heeft een gevoel van onge
rustheid,
De heer Van G ij n betoogt met warmte, dat
onze consulairen ambtenaren moet worden aange
zegd te waken, dat onze Nederlanders door forma
liteiten na tien jaren hun staatsburgerschap zou
den verliezen. Door een waarschuwende aanschrij
ving kan dat voorkomen worden.
De heer P i e r s o n is niet onvoldaan over de
resultaten der Vredesconferentie. Met den heer
De Beaufort is hij tegen neutraliseering, waardoor
een valsch gevoel van zekerheid wordt geschapen
In het Prjjzenhof ziet spr. een groot belang, een
wijze om te handhaven de schoone leer, dat recht
boven macht gaat. en daarna komt spr. tot de
cruiek, hier vanmorgen op den minister geleverd.
Geen gemakkelijker veld voor losse critiek, dan
dit departement, dat bij elke kleine mogendheid
teleurstellingen schept, en het is dan ook gemak
kelijker die critische beschuldigingen uit te
spreken, dan ze te bewijzen. Als een klein land
wat krijgt, dan deelen natuurlijk alle landen, die
een tractaat met een meest-begunstigings-clausule
hebben gesloten, in dat voordeel. Het zou alles
behalve verstandig zijn geweest, als onze eerste
gedelegeerde over de bescherming van den pri
vaten eigendom ter zee voorstellen was gaan doen.
Dat is geen werk voor kleine staten. Spr. is zeer
dankbaar voor den genoten lof, omdat de eerste
Vredesconferentie naar hier werd gebracht, maar
de heer Van Asch van Wijck bedenke eens, aan
wie het bijna te danken was geweest, dat de
heele zaak was afgesprongen, en als conclusie
mag men zeggenweest voorzichtig met uwe
critiek.
De heer Schaper bespreekt een particu[iere
kwestie van een Nederlander in Zuid-Afrika, die
een langen lijdenstocht heeft gemaakt, en nog
steeds op hulp wacht. Spr. releveert ook het
geval van dr. Pannekoek. Hij wil niet verder
daarop ingaan, om de hulp des ministers, die
deze heeft toegezegd, niet te bemoeilijken.
De heer Schokking sluit, zich aan bjj de
critiek van heden-morgen en hjj vindt, dat we
niet altjjd moeten zeggen, dat we 'n kleine natie
zijnanders merkt men dat in het buitenland te
veel. Ook deze spr. is ongerust, al zal hij daarop
niet nader terugkomen. De consulaire dienst in
Zuid-Afrika geeft spr. aanleiding tot 'n kleine
opmerking, dat bij in Kaapstad gaarne het con
sulaat-generaal zag behouden, en daarna gewaagt
spreker van de ongelukkige berichten over Neder
land in de buitenlandsche pers. Volgens den
minister achterhaalt hier de waarheid de leugen
wel. Spr. is minder optimistisch. De regeering
moet zich met dergelgke dingen inlaten door
bemiddeling van de gezantschappen. Ook het Ned.
Verbond moet in dezen medewerken.
Staatsbegrooting.
Hoofdstuk 3 (Buitenlandsche Zaken.)
De heer Van Kol begrjjpt niet, waarom de
critici van vanmorgen nu pas met hun oordeel
komen en nu aandringen op mededeeÜDgen in
comité-generaal, terwijl omtrent een vorig minister
van Buiteulandvcbe Zaken zooveel nog op licht
wacui, zonder dat men geholpen heeft, tot dat licht
ie Komen. Door de Vredesconferentie is spr. niet
ieieuigesteld, omdat hjj er geen groote verwach-
i ingen van had.
De neer Ue Beaufort, zal, schoon noode,
e en enkei woord spreken en zich allereerst aan-
vanmorgen gezegd heeft. Van de risée-zjjn door
bet optreden der Carnegie-commissie, is spr. niets
oekend. De heer Carnegie heeft spr. zijn hooge
iigenomenbeid betuigd met alle daden der com-
•nissie.
Ue minister van Buitenlandsche
Zaken, (de heer Tets van Goudriaan)
beantwoordt de verschillende sprekers. Beginnend
met eeB gelukwensch aan den heer Borgesius met
zjjn nuidigen feestdag, dankt spr. vervolgens de
heeren Piersen en De Beaufort voor hun steun,
n de stukken is voldoende geantwoord op de
punten, door de onderscheiden sprekers gemo
veerd, alleen de Vredesconferentiemaar dat is
een kwestie van opvatting. (De minister is op de
>erstribune volkomen onverstaanbaar.) Ten aan
een der gememoreerde punten beroept de minister
zich deels op de onmacht van een kleinen staat
en aeels op zjjne overtuiging, dat de zaken naar
geweten zijn behandeld. De verschillende detail
punten worden blijkbaar uitvoerig besproken,
maar bereiken ons gehoor niet.
Ue beeren Van Asch van W jj c k, V a n
Ggn en Van Kol repliceeren.
Ue aigemeene beschouwingen worden gesloten.
Bg art. 2 klaagt de heer Van Asch van
W g c k over het wegvallen van den kabinets
chef, wiens ambt hjj allerminst een sinecure
vu. ui.
De heer De Beaufort dringt er nog op aan
»ut aan het departement een diplomaat van erva
ring aanwezig zjj, vooral voor phasen, dat de
minister zelf niet tot het corps diplomatique
behoort.
De minister betoogt uitvoerig, waarom
zoodanig ambtenaar moeiljjk 'n geschikte plaats
zou vinden aan het departement.
Bg art. 3 juicht de heer D o 1 k toe de opne
ming der commiezen en adjunct-commiezen bjj
de departementen in het stelsel van periodieke
tractementsverhooging. Voorts verzoekt spreker
den minister, om, wanneer een ambtenaar geen
promotie maakt, hem dit te berichten bjj gemo
tiveerde kennisgeving.
De heer Lohman zag deze zaak liever thans
terug genomen en bg afzonderlijke wet behan
deld, opdat de Kamer beter in net oog houde,
wat zjj in dezen voor alle departementen wil
beslissen.
De minister van Financiën (de heer
De Meester) betoogt hoezeer de toevalligheid
heerscht over de salarissen der departements
ambtenaren. Het beginsel was reeds in 1903 uit
gemaakt door de Kamer, toen hetzelfde stelsel
voor de klerken werd ingevoerd. Maar, indien de
Kamer terugname wil voorloopig, dan bestaat
daartegen geenerlei bezwaar.
De heer Ter Laan dringt op die nadere
voorstellen aan en ziet eigenlijk geen motief tot
uitstel.
Ue heer Lohman stelt dus voor den aanvan-
keijjken begrootingspost te behouden en de ver
bouwing van deze reglememsherziening weer te
laten vallen.
De minister neemt dit amendement over,
waarop de heer Ter Laan zijnerzijds het aan
vankelijke tegeeringsvoorstel overneemt, ten einde
alzoo de verhooging onverwijld in behandeling te
nemen. Over deze voorstellen zal worden gestemd.
Heden voortzetting.
Het Kon. Echtpaar naar Engeland.
Men meldt dat H. M. de Koningin en Z. K. H.
Prins Hendrik in het aanstaande voorjaar een
bezoek aanhet Engelsche Hof zullen brengen.
Herinnering aan een Koninklijk bezoek.
Bjj den veenweg van Valthe naar Valthermond
zjjn van keisteenen, cement en kalk pyramiden
opgericht ter herinnering aan het bezoek, dat H.
M. de Koningin op 4 Juli aldaar bracht. Aan den
eenen kant zjjn de reusachtige letters W. en H.
gegrift en daaronder het jaartal.
Bezoek Tan de Duitsche keizerin.
De keizerin op het Loo.
Men meldt uit Apeldoorn1
De keizerlijke trein kwam gistermiddag te 12
uur 52 minuten te Apeldoorn aan.
Het station was door een sterke politiemacht
geheel afgezet, maar een zeer talrijk publiek had
zich in de nabijheid opgesteld om de Duitsche
Keizerin te verwelkomen en van dit zeldzame
bezoek aan het Vorstelijke Loo getuigen te zijn.
Hare Majesteit de Koningin, die een fraai wan
deltoilet droeg met lichte mantille, liep op het
perron keizerin Augusta tegemoet en toen volgde
tusschen beide vorstinnen een bijzonder hartelijk©
begroeting.
Een interessant moment, de omhelzing van de
keizerin en de Koningin, terwijl Z. K. H. Prins
Hendrik in zijn generaalsuniform en de leden van
het gevolg op den achtergrond stonden.
Het gedeelte van het perron, voor de le klasse
wachtkamer was van het overige perron geheel
afgescheiden en in een baldakijn herschapen, even
eens keurig versierd.
Na de begroeting der Vorstinnen volgde een
wedeTzijdsche voorstelling van de gevolgen, waar
na men zich naar buiten begaf.
In het hofrijtuig, a la daumont bespannen,
namen keizerin Augusta en het koninklijk Echt
paar plaats, levendig door de menschenmassa met
hoera's begroet.
Het gevolg verdeelde zicli over de andere rij
tuigen en toen reed de vorstelijke stoet langs
Stationsplein, Stationsstraat, Kerklaan, Loolaan,
naar het Paleis. Langs heel den weg stonden veel
menschen geschaard die de Hooge Gast van ons
Hof hartelijk toejuichte, de Keizerin boog dankend
voor deze hjjJde en hartelijke ontvangst.
Na aankomst op het Loo had een dejeuner
plaats. j t
Zooals men weet is ook H M d<> KV.n,'n<rin-
Moeder op het Loo. Ook de begroeting tusschen
Keizerin en Koningin-Moeder, beide Hooge Vrou
wen, die in menig opzicht zoo'n goede overeen
komst vertoonen, was een zeer hartelijke.
Het gevolg van H. M. de Keizerin bestond uit
grootmeesteres gravin Von Brockdorff, hofdames
gravin Von Keiler en jonkvr. Von Gersdorff en
vice-opperceremoniemeester Von den Knesebeck,
en kamerheer Von Winterfeld.
Apeldoorn was ter eere van dit, zij het ook
kortstondig Keizerlijk bezoek, in feesttooi.
Van vele openbare en particuliere gebouwen
wapperde de driekleur en in de straten was het
zeer levendig.
Uit den omtrek waren vele vreemdelingen her
waarts gekomen, om keizerin Augusta te zien en
te verwelkomen. Ook de Duitsche vlag werd veel
vuldig gezien. I I
Militairen, marechaussees en rijksveldwachters
hadden het terrein om Het Loo afgezet en sur
veilleerden in Apeldoorn. i
Men meldt nog van 't Loo
In de vestibule van het paleis ontving H. M.
de Koningin-Moeder, in tegenwoordigheid van den
hofmaarschalk, den intendant en overige dignita
rissen de Keizerin. Van het paleis wapperde naast
de koninklijke de keizerlijke standaard. Om goed
drie uur, na een intiem déjeuner, reden de rijtui
gen voor. De koninklijke familie deed met keize
rin Augusta een rijtoer door het koninklijk park
en de bosschen van Hoog-Soeren. De strenge af
zetting van het Loo door de marechaussee werd
tot gisteravond tien uur gehandhaafd. Aan het
diner dat om 7 uur plaats had, deed de staf mu
ziek van het 8e regiment zich hooren.
Tegen het uur van vertrek der Keizerin verzamelde
zich weder een talrjjk publiek in de omgeving van he t
paleis 'tLoo, ofschoon alle lanen naar het paleis
waren afgezet. Omstreeks tien uur reden de Kei
zerin, Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik in
een k la Daumont bespannen gesloten rjjtuig van
het paleis, hartelijk begroet door het talrijk
publiek langs de wegen. De rit ging van 't Loo
door Loolaan, Oranjepark en Stationstraat naar
het station. Bij het stationsgebouw stegen bg
aankomst der vorstelijke personen luide hoera's
op. De Keizerin, steeds vriendelijk nijgend, ging
met het koninkljjk echtpaar en het gevolg door
de vestibule, waar de burgemeester aanwezig was,
naar de wachtkamer en daar werd ook van de
leden van Hr. Ms. Huis afscheid genomen. De
Keizerin en de Koningin omhelsden elkaar, en met
den Prins deed de Koningin Keizerin Augusta
toen uitgeleide tot aan het salonrjjtuig. Vóór de
Keizerin in haar salonrjjtuig stapte, kuste zij de
Koningin tweemaal en onderhield zich voor het
geopend portier staande nog geanimeerd met het
koninklgk echtpaar. Toen de trein wegreed, wuifde
de Keizerin hartelijk met de hand. Zij droeg een
sortie van wit bont en een diadeem van diaman
ten in de hand een bouquet. De keizerlijke trein
werd tot aan de Duitsche grens begeleid door
den ingenieur van tractie Hoekstra en den inspec
teur van vervoer Jorissen.
Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik werden
op hun rit terug naar het paleis luide toegejuicht.
Kamerverkiezing te Sneek.
Men seint ons uit Sneek:
Dr. Kuyper heeft voor de candidatuur bedankt.
Uit telegrafisch ingewonnen informaties blijkt
ons, dat dr. Kuyper bedankt heeft wegens het
niet mede gaan van alle christelijk-historischen.
Door dr. Kuyper is onderstaand telegram ge
zonden aan den voorzitter van de Centrale Anti-
revolutionnaire Kiesvereeniging te Sneek
„Uit de bladen zie ik, dat de Centrale mij
candid aat heeft gesteld voor de Tweede Kamer.
Gelijk ik u bij uw bezoek op 30 October ver
klaarde, kon ik een candidatuur voor Sneek zelfs
niet in overweging nemen, tenzij de drie partijen
van de Antirevolutionnairen, Chris lelijk-Histori-
schen en Roomsch-Katholieken mij gezamenlijk
candideeren wilden. Dit bleek niet het geval te
zijn. Althans de bladen melden, dat de Ghriste-
lijk-Historische partij hiertoe niet bereid was.
Onder deze omstandigheden acht ik het, ter ver
mijding van een doellooze stemming, mijn plicht,
u te verzoeken, aan de Centrale t© berichten
dat ik geenerlei verantwoordelijkheid voor mijne
candidatuur aanvaarden kan en haar dringend
verzoek, een anderen candidaat te stellen."
j Kuyper."
De „Standaard", waaraan wij bovenstaand be
richt ontleenen, voegt hieraan nog het volgende
toe:
„Het feit, dat de Christelijk-Historischen wel
geen tegencandidaat zouden stellen, maar wei
gerden dr. Kuyper te candideeren, is nader be
vestigd. Allicht zou 't ook zonder dit tot gelijk
resultaat zijn gekomen.
Nog onlangs had dr. Kuyper aan den inter
viewer van het „Centrum" verklaard, dat hij „bijna
zeker niet" naar de Kamer zou gaan.
De Kamer wordt al minder een sinecure. Ze
laat. weinig tijd voor anderen emstigen arbeid.
Dr. Kuyper is daarom van 18771894, zeven
tien jaar, opzettelijk buiten de Kamer gebleven,
en er toen weer heengegaan, omdat mr. De Sa-
vornin Lohman er sterk op aandrong.
Slechts zeven jaren had hij toen zitting en
raakte er in 1901 weer uit.
Ware thans reeds de Grondwetsherziening aan
de orde gekomen, zoo zou de verleiding allicht
te sterk zijn geweest.
Voorshands is 'de behandeling van zaken, on-
-'oi-ziirls in He Knnwr in uitnemende handen, en
ontbreekt er voldoende oorzaak, waarom de ge-
candideerde zijn studiën, die steeds zijn voorliefde
hadden er weer aan zou geven."
De »L. Ct." deelt mede, dat het nog niet zeker
is, dat de anti revolutionnairen de candidatuur
van dr. Kuyper voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer, nadat bg hiervoor bedankt heeft,
los zullen laten.
Een nieuwe Overijselsche kwestie.
Men meldt uit Zwolle
Daar het uitgelekt was, dat er bjj de verkiezing
van een griffier van de Staten van Overjjsel ver
rassende dingen gebeuren konden (er werd o. ra.
gemompeld dat de voordracht niet de instemming
der rechterzjjde had) was de tribune gister bjj de
opening der Statenvergadering weer overvol.
Nadat de voorzitter onder applaus der vergade
ring eenige hartelijke woorden van waardeering
en vriendschap gewjjd had aan den aftredenden
griffier mr. O. T. Greven, werd de met spanning
verbeide verkiezing van diens opvolger aan de
orde gesteld.
Bij de eerste stemming waren de stemmen over
de voorgedragenen verdeeld als volgtmr. C. W.
van der Pot Bzn. 18, mr. dr. C. O. Ph. baron
Creutz 1, mr. J. W. A. Immink 3 en blanco 27
stemmen.
De voorzitter, opmerkende dat hierdoor geen
resultaat verkregen is en als zjjn meening aan
stippende, dat de houding der blanco-stemmen
hem niet gewenscht voorkomt, geeft alsnu gele
genheid voor een tweede vrjje stemming, die even
wel weder dezelfde uitkomst heeft.
Nu komt het den voorzitter voor, dat ook bjj
volgende stemmingen wel geen ander resultaat te
verkrjjgen zal zjjn, zoodat in de gegeven omstan
digheden de vergadering door heoa verdaagd wordt
tot heden, Woensdag, 11 uur. Naar aanleiding
daarvan vraagt nu de heer Van Alphen het
woord, die als zjjn meening te kennen geeft, dat
de vele blancostemmen te wjjten zjjn aan het feit
dat vele leden uit de aangeboden voordracht geen
keuze kunnen doen. Spreker zou Ged. Staten dan
ook willen raden die voordracht te herzien. (Bewe
ging in de zaal en op de tribune).
Naar wjj vernemen, zijn Ged. Staten onmiddel
lijk ter beraadslaging bijeengekomen.
Eerste-Kamerverkiezing.
De Prov. Staten van Noord-Brabant kozen gister
tot lid van de Eerste Kamer (vac.-mr. Sassen) den
heer K. Raymakers te Helmond, met 35 stemmen,
tegen 22 op het Tweede Kamerlid Van den Berch
van Heemstede.
Mr. Goeman Borgesius.
De heer Goeman Borgesius, die gister gedurende
30 jaar lid der Tweede Kamer was, werd bjj zjjne
verschjjning gisterochtend in de vergaderzaal door
alle leden harteljjk gelukgewenscht met dezen ge
denkdag.
Doortrekking strandmuur te Scheveningen.
B. en W. van 's-Gravenhage hebben aan den
gemeenteraad aldaar doen toekomen het ontwerp
voor de doortrekking van den strandmuur van
bet Z.-W. uiteinde van dien muur, tot aan de
Visscbersbaven te Scheveningen.
De kosten van de doortrekking, met bjjbehoorende
verken, met inbegrip van t 15C0 voor de hier
boven bedoelde inrichting van het terrein, ten
behoeve van de stormwaarscbuwingsdienst, worden
geraamd op f 465.500.
F. M. Knobel.
De «Zuid-Afrikaansche Post" maakt, melding
van het gerucht, dat de heer F. M. Knobel, con
sul-generaal der Nedérlanden te Pretoria als zoo
danig ontslag zal nemen en naar Holland terug-
keeren. Dat heengaan zou gevolg zijn van de om
standigheid, dat de inkomsten van het consulaat-
generaal te geriDg zjja. Zjj bedragen f20.000
's jaars, waaruit alle kosten moeten worden be
streden. Het blad verzekert dan ook, dat de heer
Knobel jaarljjks reeds eenige duizenden guldens
op z'n ambt «toelegt", en becjjfert, dat een sala
ris van 130.000 op z'n minst noodig is.
Het blijvend gedeelte.
De landelijke bond van miliciens enz. heeft aan
den Minister van Oorlog een adres verzonden met
verzoek te willen besluiten, dat het blijvend ge
deelte der lichting 4907 van geljjke sterkte zal zjjn,
als door zjjn ambtsvoorganger voor de lichting
4906 destjjds is bepaald geweest, totdat de grootte
van het bljjvend gedeelte definitief door de Statep.
Generaal zal zjjn geregeld.
Congres van het spoorwegpersoneel in
Nederland.
Te Utrecht in Tivoli werd Zondag bovengenoemd
congres gehouden, onder het voorzitterschap van
den voorzitter van het comité van Voorbereiding,
J. A. Rozenveldt. De zaal was stampvol (7 a
800 man). Aan den ingang werd rondgedeeld een
afdruk van het door den Bond van Orde van
personeel in dienst der H. IJ. S. M. tegen dit
congres de wereld ingezonden manifest.
De voorzitter zette uiteen, hoe de wording van
het congres was tot stand gekomen en gaf den
aanwezigen in overweging voor deze bijeenkomst
een president te kiezen. Als zoodanig benoemde
men den heer J. Oudegeest. i
Deze drong aan op zakelijke behandeling der
aan do orde te stellen punten. Het zou nl. gel
den de uiteenzetting van de grondslagen voor
de wettelijke regeling der positie, welke door 't
personeel der verschillende spoorwegmaatschap
pijen in Nederland, wordt gewenscht. Mededee-
ling viord daarna gedaan, dat 'ingekomen was
een schrijven van den minister van Waterstaat,
dat hij verhinderd was het congres bij te wo
nen. Echter waren aanwezig namens den Raad
van toezicht de heeren A. H. W. v. d. Vecht en
M. J. B. Peyrof. De secretaris, die van een
en ander het congres kond deed, sprak zijn spijt
uit, dat van de 25 verzochte Kamerleden geen
een verschenen was. Het geldt hier toch het
belang van 30.000 spoorwegambtenaren. Een acht
tal inleiders trad daarna achtereenvolgens op, ter
behandeling van punt 4 der agendabespreking
van het aan de Tweede Kalmer te zenden adres.
Daarin werd achtereenvolgens de algeimeene
toestand van het personeel beschreven en ver
der meer in 't bijzonder de loonregeling, de pen
sioenregeling, de dienst- en rusttijiden, de rechts
positie, de zieken- en ondersteuningsfondsen, de
gToepsvertegenwoordiging.
Br werden ook nog moties aangenomen, waarin
geprotesteerd wérd tegen het protest van den
Bond van Orde der H. IJ. S. M. en tegen de
verplichting van spoorwegambtenaren om daar
te gaan wonen, waar de directies hém zenden,
ook al zijn er geen geschikte woningen te krijgen.
Te 5 uur ging het congres uiteen na de gewone
plichtplegingen. j
Slechte tijden.
De Haagsche correspondent der «Arnh. Courant"
schrjjft
«Hard times," schreef Charles Dickens boven
een zjjner mooiste werken; de titel past zeker
niet minder aan het laatste trimester van 4907,
dat wjj sedert enkele weken zjjn ingetreden. Het
is wel kras, dat in een tijdvak van algeme enen
vrede en nadat pas een paar jaar van groote le
vendigheid in zaken voorbjj zjjn, er nu in de Oude
en de Nieuwe wereld een periode heerscht, die
met volle recht tot de «slechte tjjden" behoort.
De mensch kan bljjkbaar de weelde niet dra
gen. Tal van factoren waren aanwezig om een
een toestand van bloei te scheppen daarentegen
hoort men voortdurend van ramp en ongeluk.
Er is een depressie, een neerslachtigheid, een
ontmoediging, die overal verlammend en noodlottig
inwerkt. Het schandelijk gedobbel, door gewe-
tenlooze intriganten aangekweekt, heeft allerwag e
zooveel spaarduiten weggevaagd, dat er een gren
zeloos wantrouwen gezaaid is, waardoor ook de
beste ondernemingen en de meest soliede bestu
ren met lamheid zjja geslagen.
o'*"- gwnuMiiu iiuuu i itjrsun