Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ier, 31ste Jaargang. Maandag 2 Februari 1908. iSo. 9049 A tuin eert n au ie FEUILLETON^ Gelouterd. Nieuwe ScUeianiie Courant gratis Gelilastreeri Zond: prils 111 c. p. teel. 0.45 p.wffl.35 p.3M. la.,,.. SSSlif ■M 66) ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- stxaat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauBOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Van 1—6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil- lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39 door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoei BISSCHOP VAN HAARLEM, aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom Zaligheid in den Heer. Verleden jaar, B. G., vestigden wij uwe aan dacht op het treurig verschijnsel, dat het ware Katholieke le-ven bij velen onzer zoozeer verflauw de, en wij noemden als de voornaamste oorzaak daarvan het lezen van onchristelijke boeken, tijd schriften en nieuwsbladen; maar wij voegden daar- 'J1J, dat wij te gelegener tijd nog op andere oor zaken van die verflauwing zouden wijzen. Üm aan dat voornemen te voldoen, willen wij thans spreken over het betreurenswaardig gebrek aan kennis van het geloof, dat bij zooveel Katholieken neerscht. Bet is allerduidelijkst, dat er geen sprake kan zijti van leven uit en door het geloof, wanneer men zijn geloof d.i. de geloofswaarheden in het geheel niet of slechts zeer gebrekkig kent; en it is toch, helaas 1 het geval bij zeer velen onzer hedeniLaagsclhe Katholieken. Wij denken hier na tuurlijk allereerst aan die al te talrijke ongeluk- kigen, vooral in onze grootere steden, die in de grootste onwetendheid opgroeien aangaande de dooi God geopenbaarde waarheden, omdat hunne ouders zeiven onwetend en onverschillig in het geloof hun geen Katholieke opvoeding geven of laten geven, hen noch naar de Katho- mke school noch naar den Catechismus zenden, ja zelfs hen vaak om de meest gezochte en niets waardige redenen zoolang mogelijk van den cate chismus verwijderd houden en hen dan reeds zeer spoedig na de eerste H. Communie ervan terugtrekken. Dat deze beklagenswaardige kinde ren op lateien leeftijd niet de noodige geloofs kennis zullen bezitten en dientengevolge niet uit het geloof zullen leven als ware Katholieken is gemakkelijk te begrijpen; veel eer moet men zich ei over verwonderen, wanneer bij zeldzame uit zondering sommigen van hen op lateren leeftijd aanvullen wat de opvoeding hun onthield. Maar ofschoon Wij: wanneer er spraak is van ge- rek aan godsdienstige kennis allereerst aan die meest verwaarloosden denken, toch vewaclh ten wij voor dezulken niet veel nut van dit herder- hjk schrijven tenzij door ijverige Katholieken nog meer dan tot dusverre geschiedde zal gewerkt worden, om aan vullen wat hun natuurlijke opvoeders verzuimen. Doch behalve deze allerarmsten in het geloof zijh er nog zooveel anderen onder alle standen ei maatschappij-, die slechts in hun kinderjaren eenige kennis van den godsdienst opdoen; uit den aard der zaak kan dit niet meer dan een inderlijke, dus zeer onvolledige en gebrekkige Naar het Hoogduitsch van KARL. ED. KLOPFER. minuten' nadat het afschuwelijk bericht der llarmUrhenJf u* Biteiny'schen deel der stad in alarm heeft gebracht, dringt het reeds door tot de naar n u °'ga Petrowna. De kamerdie- feam J aren man is het' die haar m de voor- sS treedt en haar met een door k verhleekt gelaat het ongeloofeljjke toe- Maar >eenf ontP'°ffing in het winterpaleis 1" »fi u a j16*" aanbrekenden morgen vernam hedeifn van den ^orst en nadere bjjzonder- deMvesUbulf.WaS vertraging - juist in worden en iHL r onheil overvallen ge- de keizerlnl^ eeD paar der bedienden. Van was niemand gedeerd 6 De^P ^ezelschap aan het hootd^an den stnStT T J?'St kVan p an pn slecht* e eetzaal te betreden .reemdert gezant ,i.h°dhrd°oo™"p™ houden had was hem en den overigen tot redding geworden. Nog eenmaal had de hand van het toeval het plegen van eenen nihilistischen schur- kennis zijn, en wanneer nu die kennis niet door voortgezet onderricht wordt voltooid, zal het al tijd een gebrekkige kennis blijven, ja is het te vreezen, dat zij spoedig weer het weinige zullen vergeten wat zij hebben geleerd, omdat dezulken veelal zoo weinig mogelijk gebruik maken van de onderrichtingen onder de H. Mis of de confe- rentiën onder het Lof, en wanneer zij die al hijwonen onder de H. Mis van verplichting, er nauwelijks en zeer verstrooid naar luisteren, en ieder boek waaruit zij deze, toch allernoodzake lijkste, kennis zouden kunnen vermeerderen, als vervelende lectuur ongelezen laten liggen. Als wij daarbij nu nog in het oog houden, dat zij dik wijls, bijna dagelijks, verkeerde voorstellingen dei geloofswaarheden en tegenwerpingen tegen het geloof moeten hoeren, en in de verderfelijke lec tuur, die zij zeiven vrijwillig kiezen, zullen lezen, dan is het niet meer te verwonderen, dat zoo- velen, zelfs onder de zoogenaamd ontwikkelde Katholieken, geen genoegzame geloofskennis be zitten, om aan hun leven een vaste richting te geven. Bij hen is 'het goede zaad van Gods woord slechts zeer sdhaars uitgestrooid of opgenomen en er is nog veel onkruid tusschen gezaaid; hoe zou men dan bij hen de rijke vruchten van een waar katholiek leven mogen vertwaclhten Neen, B. G., geen leven uit het geloof is mo gelijk zonder genoegzame kennis van de geloofs waarheden, ja, wat meer is, de kennis alleen is zelfs niet voldoende; voor een goed Katholiek leven is meer noodig, dan alleen te weten, wat ons H. Geloof ons leert. Toen het Joodscibe volk in de woestijn werd bezocht door tallooze giftige slangen, wier doodelijke beten men niet kon ont vluchten, waartegen men geen geneesmiddelen had, toen liet God door Mozes een koperen slang maken en in de legerplaats oprichten, met de belofte, dat behouden zou blijven, wie naar die koperen slang zou opzien. Het was niet genoeg te weten dat dil redmiddel in de legerplaatswas opgelicht, de gewonden moesten ernaar opzien zoo ook is het ons niet genoeg de geloofs waarheden te kennen met die kennis, waardoor wij een goed antwoord weten te geven op de vragen, die daaromtrent kunnen gesteld worden, neen, wij moeten ons geloof kennen met die kennis, waardoor de geloofswaarheden ons zóó levendig voor den geest staan, dat wij er terstond aan denken, zoodra wij voor onze handelingen aan die herinnering behoefte hebben. Om een eenvoudig voorbeeld te nemen: het kan ons niet baten, dat wij; op de vraag: „waar is God" weten te antwoorden: „God is alom tegenwoordig," wanneer wij in de bekoring tot zonden, die wij niet eens onder de oogen van een menseh zouden duiven doen, zelfs niet denken aan Gods tegen woordigheid en aan Zijn alziend oog. Ook zulk een kennis dus het is duidelijk is een on vruchtbare kennnis; en toch, B. G., zulk een on vruchtbare kennis komt hoe langer zoo meer kenstreek verjjdeld. Slechts de ledige eetzaal was over de in de lucht gesprongen vestibule neder- gestoi t. Dat het den schurken echter gelukt was hunne mijnen op zulk eene plaats aan te leggen ea zoo op de seconde at den vernietigenden slag te doen vallen dat was wel een teeken dat het revolu tionaire element reeds tot in de naaste omgeving van den Czar doorgedrongen wasl Aan den dank voor de wondervolle redding des Keizers verbond zich dus de ontzettende angst, dat men een her haling van zulk eene ramp niet zou kunnen af wenden. De banvloek, die de politieke atmosfeer sedert het begin van den winter altijd meer met zjjn adembeklemmende stikstof oververzadigde, lag nu met dubbelen nadruk over het land TIENDE HOOFDSTUK. Moeilijke t jj den. Met het begin van den winter was Wasil Wasiljowitch Opinsky uit Petersburg vertrokken. Hjj had elke hoop moeten opgeven Eleonore Strömhalt ooit tot aanneming van zijn aanzoek te kunnen bewegen en meende in het buitenland vergetelheid te vinden. Elli sprak niet eens meer over hemzij bewaarde niet eens de smartelijke woorden in haar geheugen, die hjj haar bij zjjn afscheidsbezoek gezegd had. Mjjn God 1 zjj zou het misschien niet eens bemerkt hebben, wanneer haar huis gedurende den nacht in een vreemd onder ons voor. En wat is de oorzaak daarvan? Dit hoe langer zoo meer ook onder ons door. dringt die wereldschgezindheid, waardoor wij bij na onze algebeele belangstelling over hebben voor onze zaken en onze genoegens, zóózeer dat er behalve onder de godsdienstoefeningen, die wij misschien nog zeer spaarzaam bijwonen, geen tijd overblijft om aan het eenige noodige te den ken. Waarlijk, wij behoeven nog geen onvoor waardelijke lofprijzers te zijn van den vroegeren tijd om toch diep te betreuren, dat ook in huis gezinnen, die nog goed katholiek beeten, niet meer als vroeger de gewoonte bestaat, om in alle vertrekken van het huis herinneringen te plaatsen aan Christus en Zijne heiligen, de ge woonte om de huisgenooten bij hun terugkeer uit de kerk te vragen en te laten verhalen wat zi, daar hebben gelhoord, de gewoonte om met elkaar te spreken over de plechtige viering van kerkelijke feesten, waarbij de Geheimen van onze» Godsdienst worden herdacht, de gewoonte om bij vermaningen, die wij aan kinderen en onderhoo- rigen soms moeten geven, hun allereerst gods dienstige beweegredenen voor te houden, in één woord de gewoonte om veel aan de geloofswaar heden te denken en te doen denken. Zoo leefde men eertijds, zoo leerde en hielp men elkander leven in gestadige herinnering aan de waarheden de01- geloofs, en aldus kon men de kennis daarvan niet alleen niet vergeten, maar ook het denken er aan niet verleeren; en zoo werd het gemakkelij ker te leven uit het geloof, omdat men voortdurend leefde in het herdenken van zijn geloof; terwijl n maar al te vaak die. waarheden voor ons zjjn als het zaad, dat valt op een dorren bodem, waarin het niet wordt opgenomen, of langs den weg, waar liet door anderen wordt vertreden, of tus schen de doornen van onze aardsche bezigheden en genietingen, waar het wordt verstikt. Daarom B G. moet gij èn voor u zeiven èn voor dege nen, die aan uw zorg zijn toevertrouwd den grootsten prijs er op stellen, niet slechts te weten en voortdurend beter te leeren kennen wat ons II. Geloof ons leert, maar vooral de herinnering aan die heiligende waarheden levendig te houden. Die waarheden, dat geloof noemt de Apostel Paulus de wapenrusting Gods waarmede wij onze ziel er. onze eeuwige goederen moeten verdedigen tegen de gevaren, die ons alom bedreigen; welnu een strijder bergt zijn wapens niet op maar draagt ze steeds aan zijn zijde, opdat hij ze terstond zou kunnen grijpen, als hij aangevallen wordt. Zoo dienen ook wij te doen, want als wij de wapenrusting Gods wel zouden bezitten maar als hef ware opgeborgen en niet bij de 'hand voor dadelijk gebruik, dan wordt zij ons nutteloos ja zelfs evenals iedere verwaarloosde genade een rc-den tot gestrenger vonnis. 1 De thans weer aangebroken tijd van de Vasten is een geschikte tijd om ook onder dit opzicht in te halen wat wij! mochten verzuimd hebben, land ware verplaatst geworden en zjj van uit hare ramen op eenen «norgen in plaats van op het jeugdig lentegroen van het Petersburger Basilius- eiland op de jjsfjords van het uiterste Lapland gekeken had. Haar vader was het, die haar eindelijk uit dit ziekelijk droomleven zeer onzacht wekte. Op zekeren dag na tafel zij zagen elkander slechts bij den maaltjjd hield hjj haar terug, toen zjj de eetzaal verlaten wilde. »Hoor eens Elli, daar het mjj juist in valt Zjj stond stil, eenigszins verwonderd opkjjkend. Hoe weinig zij gewoonlijk ook op hare omgeving acht gaf. het eigenaardige gedwongen lachen van den vader bjj deze woorden, moest haar toch opvallen, wellicht omdat men sedert bijna een jaar in het gansche huis niet meer gelachen had. »Nu," vraagde zjj na een poosje. Strömholt trok aan zjjne kraag, keek uit het raam, liep rondom de tafel en raapte met de vingers een paar krui meltjes brood van het tafellaken, eer hij zjjne dochter weder aankeek met een zonderlinge lachje op zjjne lippen, dat zoo slecht bij den angstigen blik van zjjne oogen paste. »Qjj bljjft er dus bjj geen fraaie kleederen of juweelen te dragen Nu kjjk mjj maar niet zoo verwonderd aanIk wil u immers tot niets dwingen. Ik meen slechts, wanneer gjj al die schoone dingen, die ge op verschillende Kerstfees ten en op uwe verjaardagen gekregen hebt, altjjd althans om daarmede een ernstig begin te maken; en wanneer wij dit trouw doen gedurende de zeven weken van gebed en boete, die nu vol gen, dan lijdt het geen twijfel of dan is dit het begin voor u van een ook later gemakkelijk vol te houden hooger godsdienstig, echt Katholiek leven. Wij maken van deze gelegenheid gebruik om U ook dringend aan te sporen tot een hartelijk gebed voor onze zoo zwaar beproefde H. Kerk en voor al haar kinderen, niet alleen v^or die haar trouw bleven, maar ook voor de vele, die in deze treurige tijden haar helaas! ontrouw werden; bidt voor onzen H. Vader den Paus. vooral in dit jaar, waarin hij onder zoo droevige omstandigheden zijn gouden priesterfeest viert, en offert bij de collecte, die op een der Zondagen van de Vasten zal gehouden worden om hem eeri feestgeschenk aan te bieden bij zijn jubilé, met milde hand uwe gaven, die hij' zoozeer noodig heeft en voortdurend méér noodig heeft om te voorzien in de steeds stijgende behoeften der Kérk. Bidt verder voor al uw geestelijike en wereldljjke overheden, voor H. M. onze geliefde Koningin en voor Haar Koninklijk Huis, dat de goede God moge bewaren en vermeerderen en zégenen; én bidt ook een hartelijk gebedje voor ons, die voort durend ook uwer gedenken in ons gebed. Overeenkomstig de ons daartoe door den Apos- tolischen Stoel verleende volmacht, geven wij U dit jaar de gewone dispensatiën in de kerkelijke wetten van onthouding onder de gewone voor gaarden welke dispensatiën en voorwaarden door de WelEerwaarde Pastoors en Rectoren zullen worden afgekondigd. Krachtens Apostolische volmacht verleenen wij aan de geloovigen van ons Bisdom, weder voor dit. jaar, d.i. tot aan de 40-daagsche Vasten van het volgend jaar, dispensatie in de ontihoudings- wet op alle Zaterdagen, uitgenomen die Zater dagen welke geboden Vastendagen zijn. Echter vermanen wij U, om door aalmoezen en andere goede werken aan te vullen wat door het gebruik maken van de verschillende dispensatiën aan uwe boetedoening ontbreekt. En zal dit ons herderlijk schrijven op den Zondag Quinquagesima in alle tot ons Bisdom behoorende kerken, alsmede in de kapellen waar ever een Rector is aangesteld, op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den 17den Februari 1908. f AUGUSTINUS JOSEPHUS, Bisschop van Haarlem. 'Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, M. P. J. MöLLMANN, Secretaris. slechts achter slot wilt bewaren dan hm Er moeten zich zeer kostbare voorwerpen onder bevinden, niet. waar Gjj hebt immers vroeger zeer veel smaak en liefhebberij voor die fonkelende sieraden gehad en ik was waarljjlc niet gierig tegenover mijn eenig kind. En ook van uwe moeder zaliger bewaart gjj immers een gansch kistje met juweelen Toen scheen de man iets in de keel te hebben. Hij greep naar een glas wjjn in zjjne nabjjbeid, maar eer hjj het nog aan den mond brengen kon, vielen een paar droppels in het roode druivennat. Hij dronk het glas langzaam ledie, omdat hjj dit zonderling verschijnsel voor zjjne dóchter wilde verbergen. Doch Elli bemerkte de vochtige oogen van haren vader niet, daar zjj door zjjn woorden eensklaps aan bare droomen werd onttrokken. Groote God, bare kostbaarheden en die vaD van hare moeder, die bad zjj immers alle aan Oscar medegegeven. ïHoe - komt gjj daarop, papa? stamelde zq verlegen. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 1