Dagblad voor Schiedam Omstreken.
lioiiiieert ou ie
Nienwe StBeiamle Conrant
prijs 10 s. p. weet, 0.45p.mlfl.3ft p. 3md.
31ste jaargang
Donderdag 23 Juli 1908
i%o. 9166
Oflicieele berichten.
Kennisgeving.
Buitenlandseh Nieuws.
EUILLETON.
De verdwenen erfgename.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2,per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.-
BureauBOTERSTRAAT 50
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1—6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil-
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 8a.
Postbus no. 39.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gezien het verzoek van J. v. d. Velden, ban
kende onder de firma Gebrs. v. d. Velden, om
Vergunning tot uitbreiding van de gistpakkerij
gaande aan de Tuinlaan no. 1'20, kadaster Sectie
Do. 374, door plaatsing daarin van een gas
motor van 2 paardenkracht
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Boen te weten:
dat voormeld verzoek met .de bijlagen op de
Secretarie der gemeente is ter visie gelegd
dat op Donderdag den 6den Aug. a.s., des mid-
a8s ten 12 ure, ten raadhuize gelegenheid zal
°rden gegeven om bezwaren tegen het toestaan
an dat verzoek in te brengen en die mondeling
schriftelijk toe te lichten
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip
Erboven genoemd, op de secretarie der gemeente,
.ar* de schrifturen, die ter zake mochten zijn
Bekomen, kennis kan worden genomenen
dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot
etoep 0p eene beslissing ingevolge de Hinderwet
rechtigd zjjn zij, die niet overeenkomstig art.
dier Wet voor het gemeentebestuur of een of
eer zijner leden zjjn verschenen, ten einde hun
ezWaren mondeling toe te lichten.
Bn is hiervan afkondiging geschied, waar het
"kioort, den 23sten Juli 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE W.B.
De Secretaris,
NEDERLAND en VENEZUELA.
Onze gezant uit Venezuela gezet.
Een Reuter-telegram uit New-York, gedagtee-
et)d 21 Juli, meldt, dat de president van Vene
cia, de beruchte Castro, onzen gezant, den heer
B. De Reus, het land heeft uitgewezen.
Be minister van Buitenlandsche Zaken zond De
6"s zijn paspoort, vergezeld van een nota, waarin
6tn wordt aangezegd, dat met het oog op het
standpunt,doorDe Reus bljjkens zijn brief van 9 April
'dgenonien, president Castro hem als ongeschikt
e?chouwd te dienen als vriendelijk bemiddelaar
dsschen Nederland en Venezuela.
brie! van De Reus hield vermoedelijk een
jktwoord in op Castro's verzoek aan de Neder
ig ^dsche regeering, een meer afdoend toezicht te
^°nden op Nederlandsche schepen, varende tusschen
Guayra en Curasao, waarmee herhaaldelijk
enezolaanscbe vluchtelingen onder gefingeerde
amen ontsnapten.
Beze feiten zjjn voorafgegaan aan het geschil
^schen Nederland en Venezuela door het sluiten
0 de haven van Curagao voor Veuezolaansche
Naar het Engelsch).
45)
^,Ei} trok de deur dicht en deed die op slot
orens te antwoordendit geschiedde met een
raag.
Wt y..at maa^ u dit alles op, mijnheer Tre-
S|,E; antwoordde Zoo rechtstreeks als de om-
ndigheden vereischten.
^Mevrouw, dit alles is een verrassend ant-
jerd 0p (je vraag, die u mij: deedt voor wij
to51 e€rsten keer uw huis verlieten. U vroeg
jjf;n of het kind in den wagen Gwendolen was.
d® kon zij het zijn met dit bewijs voor oogen,
2Ü k'cr verborgen was op den tijd dat de
dgen wegreed van uit
»Ik vind niet, dat u reden genoeg hebt
m°,0n ZÜ> doch plotseling hield zij op en sprak
- verder voor wij, aan den voet van den
r/srdfkten toegang tot haar huis stil hielden.
s, Gn, met de openhartige uitdrukking barer
het meest m overeenstemming met haar
\v i '!je manier van 'doen, hoezeer ik ook zoo-
(jdie uitdrukking als haar manier wantrou'w-
voegde zjj eï aau toe alsof er geen tijd
schepen, wegens het heerschen van de pest te La
Guayra."
Hetgeen Reuter seint, zjjn zeer ernstige tijdin
gen. Reeds sedert eenigen tjjd zijn met de mail
berichten tot ons gekomen, waarin melding wordt
gemaakt van het hoogst aanmatigend en brutaal
optreden van president Castro tegenover onze
kolonie Curagao en Nederlanders in Venezuela.
Van Regeeringswege is totnogtoe over de betrek
kingen tusschen Nederland en Venezuela nog niets
bekend gemaakt, zoodat over de aanleiding van de
uitzetting van onzen gezant thans wel eens in
Den Haag wat gepubliceerd mocht worden. Onze
natie is door president Castro thans een slag in
het aangezicht gegeven en ons nationaal bewust
zijn eischt, dat spoedig klare wjjn worde geschon
ken en er niet worde geschroomd om, zoo noodig,
president Castro eens flinker aan te pakken.
Het oordeel van de ochtendbladen over het ge
beurde laten wjj hieronder volgen
De »N. R. Cu" schijjlt
«President Castro schijnt het erop toe te leggen,
ons land niet slechts onwelwillend te behandelen
zjjn laatste daad is er een van beslist beleedigen-
den aard. In het volkenrechtelijk verkeer is de
uitzetting van een geaccrediteerden vreemden
vertegenwoordiger een uiterste middel.
Intusschen weten wjj hier te landen van hetgeen
in en bjj onze kolonie voorvalt uit officieele bron
niets. Wij vernemeu niet meer, dan een enkel
Reuter-telegram en een spaarzaam berichtje uit de
West-Indischen mail ons berichten. Dat de be-
leediging, thans Hr. Ms. vertegenwoordiger in
Venezuela aangedaan, inderdaad in den inhoud van
een brtel van 9 April dus van meer dan drie
maanden geleden hare oorzaak zou vinden, is
weinig aannemelijk. Doch wat dan
Het komt ons zeer gewenscht voor, dat de Re
geering in de gelegenheid zal worden gesteld, over
het gebeurde een en ander te vertellen, en tegen
over de Venezolaansche lezing de Nederlandsche £e
geven. Hoe eer aan de onwetendheid, die hier te
lande heerscht, een eind kan worden gemaakt, en
de overtuiging zal worden gevestigd, dat tegen
over de aanmatiging van president Castro met be
slistheid en overeenkomstig de waardigheid van
ons land zal worden gehandeld, hoe beter. Ook
aan de regeering moet het aangenaam zjjn, te
kunnen bewjjzen, dat zjj hare roeping verstaat.
Zou niet, vóór de Eerste Kamer uiteengaat, een
harer leden het initiatief er toe kunnen nemen,
opdat van regeeringszijde opening van zaken
worde gegeven Ons dunkt, daarmede zou goed
worden gedaan."
»De Telegraaf" laat zich aldus uit
«Onze lezers herinneren zich, dat in den laatsten
t jjd herhaaldelijk sprake was van conflicten tusschen
de Venezolaansche regeering en de Nederlandsche
autoriteiten in Centraal-Amerika. Ook in de inter
nationale geschiedenis van den dag is president
Castro berucht wegen het diplomatiek stelsel dat
hjj huldigt, daar dit vloekt tegen de tot heden
toe door alle naties gehuldigde tradities. Het be-
tusschen verloopen was: „Als 'die teekenen,
welke u ontdekt hebt, bewijzen voor u zijn,
dat Gwendolen opgesloten was in dat afge
schoten gedeelte van 'het tuinhuis terwijl som
migen haar zochten in het water en anderen
in den wagen, waar Is zij dan nu?"
HOOFDSTUK XIII.
„Wij zullen opnieuw moeten beginnen."
Het was de hoofdvraag en het verbaasde
mij niet deze vergezeld te zien gaan van een
zeer scherpen blik van onder den donkeren
doek, dien zij over haar hoofd geslagen had.
„IJ verdenkt iemand of iets," ging mevrouw
Carew voort, met een terugkeer van de. eigen
aardige, niet te omschrijven manier, welke haar
bij het begin van ons onderhoud gekenmerkt
had. „Wien? wat?" 1
Ik zou haar gaarne openhartig geantwoord
hebben, en in den geest, zoo niet met de woor
den van den ouden profeet, maar haar vrou
welijkheid ontwapende mij. Waar haar oogen
op mij. gevestigd waren, kon ik niet verder gaan
dan een beleefde erkenning, dat ik gefaald had.
„Mevrouw Carew, ik tast geheel in het duis
ter. Wij zullen opnieuw moeten beginnen.''
„Ja," antwoordde zij als een echo was
het treurig of was het verblijd? „U zult
opnieuw moeten beginnen." Daarna op een toon
van leedwezen-„En ik kan u niet helpen, want
kende conflict overde asfaltmjjnen van enkele jaren
terug, dat aanleiding gaf tot een gemeenschappe
lijke vlootdemonstratie van de mogendheden,
eindigde, naar men zich herinnert, door een zeer
krachtig optreden van de Vereenigde Staten. Toen
reeds deed het gerucht de ronde, dat de Vereenigde
Staten, o. a. in. het belang van het Panamakanaal,
regelend en ordebewarend in het gebied derZuid-
Amerikaansche republieken zouden optreden. Ook
in den laatsten tijd werd een dergeljjk optreden
aangekondigd, doch tot daadwerkelijke maatregelen
kwam het niet.
Thans maakt predident Castro zich schuldig aan
een daad van willekeur, die onder meer normale
omstandigheden dan die welke in zjjn republiek
heerschen, zoude te beschouwen zjjn als een oor
logsdaad, We kunnen niet beoordeelen of de uit
zetting van onze gevolmachtigde te Caracas aan
leiding zal zjjn tot interventie van andere mogend
heden met name van de Vereenigde Staten. De
eer van Nederland en het gezag van de Nederland
sche vlag in Centraal-Amerika eischen echter, welke
de politieke constellatie ook moge zy'n, een krach
tiger optreden dan waartoe de «Gelderland", het
eeijige Nederlandsche oorlogsschip, dat zich in de
Curagaosche wateren bevindt, in staat is."
De met de jongste mail uit West-Indië ontvangen
bladen, bevatten de volgende berichten.
Aan een particulier schrijven uit Curagao, ge
dateerd 18 Juni, wordt door „Onze West" het
volgende ontleend:
De verhouding met Venezuela heeft grooten
in vloed op deze eilanden. Curagao, Bonaire en
Aruba bestaan van Venezuela. Nu is een schoener
komende van Guanta (Venezuela) in Mei op Cu
ragao in quarantaine gesteld. Guanta is wel niet
hesmet, maar de- gezondheidstoestand was aan
boord zoo slecht, dat de stadsgeneesheer het
schip eenige dagen observatie-quarantaine gaf.
President Castro was daarover zoo verbitter-!,
dal hij de verscheping van goederen voor en van
Venezuela op Curagao verbood. Hij ging zelfs
verder. De Curagaonaars die wegens de pest uit
La Guayra gevlucht waren, heeft hij bij! hunne
terugkomst het land ontzegd. Daar de bron van
bestaan voor Curagao is overscheping als tran-
sithaven, en daar vele inwoners van deze eilanden
hun bestaan in Venezuela vinden, is dit een
zware slag voor de kolonie Curagao:. De toestand
is dus zoo gespannen, dat we elk oogenblik ver
wachten moeten dat de diplomatieke betrekkingen
werden afgebroken. Castro heeft bevel gegeven
geen schepen tusschen Venezuela en deze eilan
den uit te klaren. De schoeners, die alle op
Venezuela varen, liggen gemeerd in de haven
van Curagao. De Amerikaansche stoomers, die
goederen voor Venezuela brengen, zullen weldra
Curagao niet meer aandoen, omdat overscheping
verboden is. De oplossing van dit vraagstuk is
oorlog. Ook heeft Castro Trinidad met een ver
bod van overscheping willen treffen. Engeland
heeft heir, toen beantwoord met vrijen uitvoer
ik ga morgen scheep. Ik moet bepaald gaan.
Telegrammen uit Engeland nopen mij tot spoed.
Ik zal mevrouw Ocumpaugh midden in haar leed
moeten verlaten."
„Hoe laat vertrekt uw boot, mevrouw Ca-
iew?"
„Om vijf uur 's middags, van de Cunard dok
ken
„Dat is nog bijna zestien uren van nu af
Misschien zal het lot of mijn pogingen
ons voor dien tijd begunstigen met een oplos
sing van dit geheimzinnige raadsel Laten wij
het hopen
Een plotselinge rilling, welke zij. .trachtte te
verbergen door h(aar hand uit te steken en
daarop ging de Geur achter ons open en keek
een dienstmeisje naar buiten. Onmiddellijk en
met hef minst mogelijke verlies van zelfbeheer-
scbing wendde mevrouw Carew zich tot tiaar
om haar te Wenken naar binnen te gaan, toen
het meisje uitriep
„O, mevrouw, Harry is zoo onrustig. Hij is
slaperig, zegt hij."
,,lk kom dadelijk boven. Zeg hem, dat ik
dadelijk boven zal komen." Toen, terwijl het
meisje verdween, voegde 'zij, er met een glim
lach aan toe: „U moet begrijpen ik heb geen
speelgoed voor hem. Daar ik geen moeder ben,
vergat ik dit in zijn koffer te pakken."
Als was het in antwoord op deze woorden,
veitoondc het dienstmeisje zich weer in de
deur. „O, mevrouw,"' zeide zij, „ik vergat u
van wapenen etc. uit Trinidad naar Venezuela.
Zooals de „Am-igoe di Curagao" terecht zegt „de
hartader van Curagao is afgesneden". Komt er
geen wijziging in dezen toestand dan gaan de
eilanden te gronde. f
„Onze West" teekent hierbij aan:
De wraakmaatregelen door president Castro te
gen Curagao genomen, komen in hoofdzaak op
het volgende neer: j
De Venezolaansche producten voor het buiten
land bestemd, of de goederen van het buitenland
voor Venezuela bestemd, mogen in Curagao niet
meer worden overgescheept. f
De Curagaosche kleinere schepen mogen de
Venezolaansche havens in het geheel niet meer
aandoen.
De Curagaosche werklieden mogen in de havens
aan de Venezolaansche kust op de verschillende
booten geen sjouwerswerk verrichten. -
Deze krasse maatregelen zijn genomen als
wiaak, omdat men op Curagao een schoener in
quarantaine had gesteld, die kwam van een plaats
in Venezuela die niet als besmet was aangegeven.
Volgem de bladen van Curagao verkeerde de
schoener in zulk een toestand van vervuiling,
dat dit reeds reden genoeg was om het vaartuig
in observatie te stellen. Bovendien is eenige voor
zichtigheid tegen Venezuela moeilijk kwalijtk te
nemen, waar het bijvoorbeeld vaststaat, dat in
La Guaira de pest al weken lang heerscht©, voor
de plaats officieel besmet werd verklaard. En
de despoot Castro was daarover nog zoo woe
dend, dat hij den geneesheer die het éérst van
pest had durven spreken^nde gevangenis liet
werpen.
DENEMARKEN.
De Deensche koning heeft gisteren een dejeu
ner ter eere van president Fallières aangeboden
jn het paleis van Frederiksborg. Er waren zestig
couverts. Op de voornaamste tafel prjjkten bloemen
in de Fransche kleuren van Charlottenlund gezon
den, in zilveren vazen.
President Fallières ging gister-avond scheep
naar Zweden.
De Koning en de leden der koninkijjke familie,
het uur van scheiden vertragend, vergezelden den
President aan boord van de sCassini". Zjj zjjn met
hem in de sloep gegaan, die zich in allen haast
verwijderd heeft, terwijl de Deensche en Fransche
booten saluutschoten gaven en de muziek de
Marseillaise speelden. Het volk, in massa op de
kade samengepakt, deed zeer luidruchtige toejui
chingen hooren. Omstreeks half zeven was de
Deensche koninkljjke familie weer aan wal.
In een onderhoud dat de minister van Buiten
landsche zaken Pichon met zijn Deensche collega
had, werden verschillende zaken die de belangen
van beide landen raken evenals de internationale
politiek besproken.
te zeggen, dat er een stuk speelgoed "hier in
de hall is gebracht door een der meiden van
mevrouw Ocumpaugh. Het meisje zei, dat me
vrouw Ocumpaugh gehoord had, dat de kleine
jongen niet op zijn gemak was en dat zij iets
van het '.peelgoed van haar dochtertje had uit
gezocht om het hierheen te laten brengen. Het
is een paardje, mevrouw, met golvende manen
en een langen staart. Ik ben zeker, dat Harry
er pleizier in zal hebben."
Mevrouw Carew wierp mij een blik toe over
vloeiende van gevoel. i
„Wat e<n bezorgdhidWat een zelfbeheer-
schine 1" riep zij. „Neem het paard naar boven,
Dina. Het was een van Gwendolen's meest ge
liefkoosde stukken speelgoed," lei zij mij uit,
toen het meisje naar binnen ging.
Ik antwoordde niet. Ik hoorde in gedachten
weer dien woesten, smartelijken kreet van „Phi-
lo I 'Philo Philo I" die een paar uren geleden
uit het open raam van mevrouw Ocumpaugh
weerklonken had. Er was wildheid in den toon
geweest, welke sprak van een woelend hoofd
op een koortsachtig kussen. Een beeld zeker
onvereenigbaar met dat hetwelk mij nu door
mevrouw Carew werd voor oogen gesteld van
de .rfoipe vriendin, die het speelgoed van haar
verniste dochtertje zendt naar het knorrige kin-i
van een buur. i i
(Wordt vervolgd).