Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. tocht Kastell Holmen medemaakten, was uiter mate hartelijk. Aubade aan de Koningin-Moeder. Men meldt uit 's-Gravenhage Met groote hartelijkheid is gistermiddag de Ko ningin-Moeder door de inwoners der residentie, ter gelegenheid van Haar öOsten verjaardag ge huldigd. Reeds lang te voren had zich een comité uit de burgerij gevormd, met het doel, de Vorstinne op de eene of andere wijze te huldigen, welk comité, toen de plannen een vasteren vorm had den aangeuomen en besloten was tot het hou den van eeii aubade, aanstonds de toezegging kreeg van schier alle Haagsche zangvereenigin- gen en militaire- en burgerlijke muziekkorpsen, om mede- te werken bij de uitvoering eener feest cantate, die op woorden van den heer P. Lands man, werd gecomponeerd door den bekenden musicus, den heer H. M. van 't Kruys, die ook de leiding der zangêrsschare op zich nam. Gistermiddag stelden de verschillende veree- nigingen zich op het voorplein van de Oranje Kazerne op, om met muziek en banieren, in optocht naar het Paleis in het Lange Voorhout te trekken. In den stoet bevonden zich ook de leden vaa het comité, dat tot eere-voorzitter had de commissaris der Koningin, mr. Patijn; tot voorzitter, de burgemeester, baron Sweerts en tot secretaris-penningmeester, het raadslid van Wieringhen Rorski. De partituur van het zangstuk, de „Ko ningin Emma-cantate" werd H. M. aange boden in wit satijnen prachtband met het ge kroonde naamcijfer in den bovenhoek van den omslag. Aan Haar, wie het eerbetoon gold, werd na mens het comité, met een toespraak door den voorzitter, bovendien aangeboden een oorkonde, een meesterstuk van calligraphic in kleuren. De op perkament gestelde tekst bevat in gothische letters een opdracht aan H. M. dé Koningin- Moeder, waarvan de aanvangletter geteekend is en eene allegorie betrekking hebbende op de spreuk van het Waldecksche Huis„Sub Ponder© Crescit". Voorts de namen van de leden van het comité en de medewerkende^, zoomede verschil lende wapenschilden. De oorkonde is gevat in een koker, bekleed met slangenvel met de Ko ninklijke kroon op het deksel. 1 De dichter der cantate heeft niets onbeproefd gelaten, om de gevoelens van liefde, dank en .aanhankelijkheid, die de Nederlanders jegens de beminde en vereerde Vorstinne bezielen, in dé worden van den feestzang tot uiting te brengen. Bij de uitvoering der cantate werkten mej. Gla- sina van Starrenburg en de heer Bram v. d. Stap als solisten mede. De aubade aan de Koningin-Moeder is schit terend geslaagd. Een niet te schatten menigte, door voortreffelijke politiemaatregelen in toom gehouden, wooncle de hulde bij.. De. opmarsch uit de kazerne naar het feeste lijk versierde voorplein van het paléis, in het Voorhout, geschiedde in volmaakte orde en zon der eenige oponthoud stonden de circa 2000 zan geressen, zangers en musici geschaard voor de verhevenheid, waarop hun leider, Van 't Kruys, gereed stond. H. M. de Koningin-Moeder en de Prins der Nederlanden verschenen op het balcon met eenige dames en heeren der hofhouding. Met een luid gejubel werden de gouden jubilaress© en de Prins door de menigte ontvangen, welk gejuich zich herhaalde, toen, alvorens de aubade begon, alle muziekkorpsen het „Wilhelmus" speelden. Nadat het feestcomité het paleis had betre den en aan de Vorstelijke Personen was voor gesteld, begon tegen 1 uur de aubade. Het was geheel droog en het zonnetje kwam zelfs nu en dan eens Kijken. Een verheffenden indruk maakte de uitvoe ring door zulk een machtig korp3 van execu tanten, onder de hoogst bezielende leiding van Van 't Kruys. Alles klonk voortreffelijk en het was zoo muisstil in de omgeving, dat ook de solisten hun taak uitnemend konden volbrengen. Zelden was er zooveel medewerking van het publiek bij een plechtigheid in de open lucht. Koningin-Moeder en Prins bleven tot het einde op bet balcon en werden na afloop weer uit .tienduizenden kelen met gejuich begroet. Nadat de heer Van 't Kruys bij H. M. geroe pen en door haar gecomplimenteerd was, ging de stoet in dezelfde marschorde en op gelijke ordelijke wijze naar de kazerne terug, na voor de Vorstelijke personen gedefileerd te hebben. Alvorens de stoet op de kazerneplaats ontbon den werd, bracht de burgemeester den dank der Koningin-Moeder over, die o.a. gezegd had, dat Zij, Burgeres dezer stad, juist daarom deze hulde der burgerij zoo op prijs stelde. Na menig hoera nog voor den burgemeester, het comité, Van 't Kruys enz., werd de stoet ontbonden verklaard. De aubade was een schoone hulde. De overgroote meerderheid vier zangers en zan. geressen, welke gistermiddag aan de aubade aan H M. de Koningin-Moeder deelnamen, was gis teravond wederom samengekomen, om oen se renade te brengen aan den heer M. H. van 't Kruys, componist der cantate. Van het Plein 1813, Waar men was samengekomen, ging de stoet naar de Gelebesstraat, waar zich o,a. burgemeester Sweerts reeds ten huize van den heer Van 't Kruys bevond. Na de serenade aan den heer Van 't Kruys ging het met de muziekvereeniging „Sonoritas, afdeeling der Chr. Vereen, van jonge mannen, voorop, en het muziekkorps der Nederl. Weer- baarheidsvereeniging in het midden van den stoet, naar het Noordeinde, om ook aan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden een serenade té bren gen. Op het plein voor het paleis stelden zich de beide muziekkorpsen op en daaromheen, in een halven cirkel, de zangers en zangeressen. Prins Hendrik was reeds bij het aankomen van den stoet op het balkon verschenen. Eerst werd het oude Wilhelmus gezongen, dooi' alle aan wezigen met ontbloot hoofd aangehoord. Daarop wederom het koraal uit de cantate. Aan de heeren Swenke en Donk, vertegenwoor digend het dagelijksch bestuur der Koninklijke Zangvereeniging, Berbott, den ontwerper van het seienadeplan, en v. Beyersbergen van Henegou wen, dirigent, welke heeren in het paleis werden binnengenoodigd, betuigde Z. K. H. zijn hooge ingenomenheid met de uitmuntend© uitvoering der cantate hedenmiddag en met de welgeslaagde serenade. En daarna weer op het balkon verschijnend, sprak Z. K. H. de zangers en zangeressen als volgt toe: „Ik ben gelukkig, in de gelegenheid te zijn, u nogmaals te zeggen, hoezeer H. M. de Ko ningin-Moeder zich verheugd heeft over uwe vriendelijkheid. Ik dank u allen van harte." Toen ging de lange stoet weer in volmaakte orde verder. Door het Heulstraatje werd naar hei. Voorhout gemarcheerd, waar de heer Ber- lott den stoet ontbond. Mr. Z. v. d. Bergh. De liberale kiesvereeniging beeft mr. Z. van d. Bergh gevraagd, of hij zich opnieuw beschikbaar stelt voor de Tweede Kamer. Mr. v. d. Bergh antwoordde daarop, naar de «Tel." meldt, dat hjj tegen September een beslissing zal nemen, maar dat hjj de beide functies (Tweede Kamerlid en wethouder van Amsterdam) niet vereenigbaar acht. Ontslag. De burgemeester van Den Haag heeft den hoofd inspecteur van politie, F. R. N. Van Lelyveld, wiens naam in den laatsten tjjd vaak genoemd is in verband met die van vrouw Führop (Duitsche Greet) met ingang van gister uit den politiedienst ontslagen. De staking te Milwolda. Men seint ons uit Finsterwolde De veldarbeiders te Milwolda hebben gister (Woensdag) op de oude voorwaarden het werk hervat. Wel gaven weer enkele landbouwers toe aan de door de arbeiders gestelde erichen. „Schiedam Vooruit". De aangekondigde vergadering der vereeniging «Schiedam Vooruit", gister-avond in het gebouw der Spoeling-Vereeniging gehouden, werd door een 25-tal leden bijgewoond. De voorzitter, de heer A. G o u k a, de vergade ring openend, deed daarna door den directeur secretaris, den heer Loef de Mejjer, de notulen der vorige jaarvergadering lezen, die onveranderd werden goedgekeurd. Nadat de Voorzitter nog had medegedeeld, dat enkele stukken waren ingekomen, waarvan straks de inhoud zou blijken, werd bjj afwezigheid van de leden der vroeger benoemde financieele com missie door den penningmeester het financieel verslag uitgebracht, waaruit blijkt, dat de reke ning sluit met een tekort van f251.48. De Voorzitter, den penningmeester dankzeggend, deed daarna de volgende mededeeling inzake het hoofddoel der vergadering. Hjj herinnerde eraan, dat hjj in het begin van het jaar gemeend had als voorzitter te moeten bedanken, opdat een persoon met meerdere werkkracht dan hjj begiftigd, in zjjn plaats zou kunnen treden op herhaalden aandrang was hjj echter bereid bevonden de functie alsnog te bljjven waarnemen. De in de jaarvergadering uit te brengen rekening en verantwoording had bet bestuur doen besluiten in deze vergadering voor te stellen tot ontbinding der Vereeniging over te gaan. De toestand der Vereeniging geeft toch geen bljjk van het ernstig streven van Schiedams ingezetenen om «Schiedam Vooruit" in stand te houdenelk jaar worden toch de contributies minder en het deficit der rekening grooter, telken jare ziet het bestuur zich genoopt bjj den direc teur er op aan te dringen om den werkkring der Vereeniging in te krimpen, omdat er geen midde len zijn om het werk behoorlijk te verrichten. Ook meent voorz., dat er van de gemeente geen hoogere subsidie is te verlangen. Onder deze omstandigheden meent het bestuur, dat 't onmogelijk is langer zoo te bljjven voort- werken en meent het niet anders te kunnen doen dan aan deze vergadering voor te stellen, de ontbin ding der Vereeniging uit te spreken. Zelfs de li quidatie der Vereeniging is niet mogeljjk zonder de hulp van het gemeentebestuur. Waar nu voorz. geen vrjjheid vond onder de bestaande omstan digheden weer subsidie van de gemeente aan te vragen, zou men zich toch tot de gemeente kun nen wenden, haar verzoekend een bedrag van f 1300 tot liquidatie te willen verstrekken. Als voorloopige maatregel is reeds den Directeur zjjn ontslag over een paar maanden aangezegd. Persoonlijk is voorz. van meening dat de Vereeniging in stand moet bljjven en 't allerminst de tijd is{ dat «Schiedam Vooruit" niet meer noodig kan worden geacht. Ook in andere kringen schijnt die meening te worden gedeeld. Een der leden die niet ter vergadering kan komen, verzocht den voor zitter dan ook tegen het bestuursvoorstel te wil len stemmen. Nog zjjn enkele nieuwe leden tot de Vereeniging toegetreden, maar net genoeg om haar uit den nood te helpen. Nadat de beer Am. Z o e t m u 1 d e r als lid der Fin. Comm. aan bet door den voorzitter medege deelde nog had toegevoegd dat zjj onder dank aan den penningmeester kon mededeelen, alles in orde te hebben bevonden, deed de voor zitter door den secretaris bet jaarverslag lezen. Daaruit blijkt, dat de Vereeniging onder hoogst ongunstige omstandigheden ook in het bedoelde jaar niet ongunstig heeft gewerkt. De machine fabriek van Hoekstra en de Lakvernisfabriek van Stam werden hier gevestigdde fabrieken van de heeren Ter Horst en Van Hassel en Hasekamp ondergingen eene belangrijke uitbreiding. Een paar aanvragen tot vestiging hadden geen succes, omdat er geen zekerheid was van spoorwegaan sluiting. Er werd in dat jaar te weinig gebouwd, zoodat er nog veel fabrieksarbeiders elders moeten wonen. De onvoldoende middelen deden de recla me zeer beperken. Versterking van het ledental is zeer noodig. De heer A. Gouka werd als be stuurslid herkozen. De mededeeling van dit verslag lokte nog al eenige discussie uit. Door den heer Am. Z o e t m u 1 d e r, lid der Fin. Comm. werd opgemerkt, dat wjj in dit ver slag bijna hetzelfde gehoord hebben wat in het verslag van den toestand der gemeente vermeld isliever had hjj gehoord, dat er hier meer za ken door bemiddeling der Vereeniging gekomen waren. De directeur, de heer Loef de M e jj er, merkte hier tegenover op, dat als wjj alle jaren hier twee zulke fabrieken kregen als de machinefabriek van Hoekstra en de lakvernisfabriek van Stam, we zeker tevreden konden zjjn. De heer V a n L i s s a verklaarde zich tegen ontbin ding der Vereeniging en meende dat door hoogere bjjdragen en meerdere leden alles nog wel in orde zou kunnen komen. De heerJ. Montfoort (accountant) meende, de motieven tot ontbinding gehoord, dat 't hier ging om een luttele kwestie van f250 en achtte, waar er nog zeer kapitaalkrachtige leden zjjn, dit geen reden is om de Vereeniging daarvoor op te doeken. Uit een financieel overzicht door den penning meester, den heer W. Beukers, daarna gegeven, bleek, dat de Vereeniging sedert 1903 van jaar tot jaar geldeljjk is achteruit gegaan. Werd in lg03 f957 aan contributies ontvangen en viel er toen een batig saldo van 1841 te constateeren, voor 1907 moet, ter wjj I het contributiebedrag telken jare verminderde en het batig saldo aldoor kleiner werd, een bedrag van f 672.50 aan contri- butiën bjj een nadeelig saldo van f 251 geconsta teerd worden, terwjjl er voor het loopende jaar slechts f590 aan contributie ontvangen is. De heer Mo ntfoort constateert aldus een achteruitgang van nog geen 1100 per jaar. De Voorzitter stelt vast, dat de Vereeniging in vjjf jaar tjjds f1000 is ingeteerd en nu circa f300 ten achter is geraakt. Over dit punt ontspon zich verder nog eenige discussie tusschen den Voorzitter en den heer Montfoort, waarbij de laatste opmerkte, dat er niet stil moest gezeten worden, maar de zaken onder de oogen moesten worden gezien, vooral door te trachten steeds nieuwe leden aan te werven. De heer F. J. Smit stelt de vraag of er bjj den tegenwoordigen financieelen toestand kans zou zjjn, dat de Vereeniging subsidie van de gemeente zou krjjgen. De Voorzitter kan daarop nog geen beslissend antwoord geven. De heer Herman Jansen meent, dat hier hoofdzakelijk de vraag geldt of een vereeniging als deze recht van bestaan heeft. Is die vraag bevestigend beantwoord, dan rjjst een andere Hoe kunnen wjj den toestand veranderen Spr. meent er nog te weinig praktisch gewerkt wordt en deuVereeniging er meer op uit moest zjjn, de sympathie van bet publiek te winnen door ver schillende zaken van practisch nut te behartigen ais het aanleggen van fietspaden, het laten stoppen van treinen die anders Schiedam voorbijgaan, enz. De Voorzitter ontkent niet de mogelijkheid in die richting te werkeno.a. in zake het laten stoppen van treinen is zjj reeds werkzaam geweest. De heer Arn. Zoetmulder vindt 'twel zwaar, harde woorden te moeten laten hooren aan een stervende, maar meent daartoe toch te moeten overgaan. Hjj merkt op, dat er veel achterwege is gelaten, dat noodzakelijk had moeten gedaan worden. De wenken verleden jaar gegeven, zjjn niet ter harte genomen. Spr. meent, dat S. V. bjjv. de ingezetenen moest opwekken om hun huizen en tuinen in orde te houden, dat het gras moest gewied worden aan de Lange Haven, de groot-industrieelen op Schiedam moesten attent gemaakt worden die onlangs voorbij kwamen, dat S. V. had moeten interven ieeren in de kwestie van «Volkshuisvesting", op een waardige ontvangst der leeraren t>ü het M. O, aan het eind dezer maand moest bedacht en voor het verkrijgen van een beter lokaal als telegraafkantoor moest werk zaam zjjn. Spr. op deze kleine zaakjes wijzend, meende ook dat het bestuur geregeld elke maand moest ver gaderen en betoogde dat we van avond toch niet tot ontbinding konde besluiten, emdat er geen voldoend aantal leden tegenwoordig is. Na korte woordenwisseling, tusschen den Voor zitter en den heer Zoetmulder, waarbij de eerste opmerkte, dat deze vergadering volgens de statu- den zeer zeker wel tot ontbinding gerechtigd is, deelde de Directeur nog mede, dat S. V. wel zeer zeker in zake de ontvangst der groot indus- trieelen bjj het Rotterdamsch scheepvaartfeest werkzaam is geweest. Spr. had van de firma Smulders gedaan gekregen, dat alle heeren daar zouden ontvangen wordenmaar 't kon nietde Burgemeester zag geen kans de heeren hier te krijgen. Wat de verdere opmerkingen betreft betoogt spr. dat door «Schiedam Vooruit" «Volks huisvesting" in het leven is geroepen. De Voorzitter, na de mededeelingen van den Directeur nog wat aangedikt te hebben, ook in dien zin dat voor de komst der leeraren de thans onder handen genomen gemeentewerken niet ge* reed kunnen zjjn, betoogt, dat als men oordeelt, S: V. moet bljjven voortbestaan, men desnoods een voorstel kan doen, bet ontbindingsvoorstel aan te houden volgens art. 10 der statuten, 't Is wel mogeljjk dat onder een anderen voorzitter en me' een ander regime de Vereeniging tot andere re sultaten zal komen. De heer M. C. M. d e G r o o t stelt zich de vraag of aaartoe eenige kans bestaat en de heer Her m. Jansen vraagt of het bestuur zjjn voorstel niet kan intrekken. De Voorzitter zegt, dat het bestuur onder de tegenwoordige omstandigheden niet de verast' woordelijkheid voor den gang van zaken kan blij - ven dragen. Over dit punt ontspon zich verder nog eenige discussie tusschen den Voorzitter en de heeren De Groot, Jansen en Zoetmulder» welke laatste de moge'jjkheid van een voortbestaan der Vereeniging bleef bepleiten en vooral de mo gelijkheid besprak dat verschillende leden hun contributie zouden willen verhoogen. Bjj afwezigheid van den Directeur, die zich, des* gevraagd, voor eenigen tjjd verwijderde, werden verder nog verschillende zaken het beleid betref* lende, besproken. Zoo deelde de Voorzitter mede, dat de Directeur niet bereid was personen bjj elkander te bedelen voor het lidmaatschap der Vereeniging, omdat M daarin een vernederend pleidooi voor zjjn eige° zaak zag. De heer W. Beukers meent, dat de Direc' teur hier het belang der Vereeniging bovena»0 moest stellen en de heer De Groot acht dl' mede niet juist gezien, wjjl het gemoeid zjjn zjjuer betrekking hier slechts een onderdeel vormt. De heer E. M. Papenhujjzen geeft in over' weging den Directeur in het aanwerven van nieu^® leden door eene commissie te doen ter zjjde sta»®' De Voorzitter merkt op, dat een en and®' mogeljjk is, mits men besluite de ontbinding verdagen. Inmiddels zal men te voorzien hebbep in de benoeming van een nieuwen voorzitter naar de heer Beukers opmerkt ook lP de aanstelling van een nieuwen penningmeester daar deze zjjne functie wenscht neer te leggen- In antwoord op de nadere opmerking van de" heer Herin. Jansen, dat de vergadering zich D" eerst over het al of niet voortbestaan der Veree°' ging moet uitspreken noadigt de voorzitter tot b® stellen eener motie uit. De heer De Groot geeft nu een motie in ov®' weging de wenscheljjkheid van het voortbes'3* uitsprekend en besluitend het bestuursvoorstel3 te houden opmerkend dat hjj die zelf niet voorstellen, omdat hjj voor ontbinding is. Naar aanleiding van de opmerking van 3 Voorzitter dat hjj niet genoeg tjjd ter beschik1 heeft om in een dergeljjken kritieken tjjd delP van S. V. te bljjven behartigen, brengt de b® De Groot de leiding ter sprake en vraagt ze heeft. p De Voorzitter zegt, dat de leiding uitgaat het bestuur. Vroeger was dat wel ander® berustte de leiding meer bjj den Directeur, tegenwoordig is de leiding weer aan het be®'11 verzekerd. P Nadat de Voorzitter de vraag van den b®er Groot of de Directeur geschikt is, vol®0" ef bevestigend had beantwoord, merkte de Beukers op, dat de al of niet geschiktheid niet in 't spel is, den Directeur is binnen eD maanden ontslag gegeven, omdat het noodige zjjne salarieering niet voorhanden is. - Toen de heer De Groot nog op eene g sing had aangedrongen, deelde de heer Ben^ ef nog in antwoord op de opmerking van den ^d Jansen dat deze vergadering veel vroegeC^$ \p moeten uitgeschreven worden mede, dat zjjree April aanvankelijk uitgeschreven was, m33" ge allerlei omstandigheden, o.a. ziekte van deD zitter, moest uitgesteld worden. De Voorzitter merkte in antwoord aan d®3 Arn. Zoetmulder nog op dat hjj 't ni®' °n tet' achte subsidie van de gemeente aan te v rag®" vv°r' wjjl de Vereeniging stond ontbonden te wel zou hjj haar willen vragen, de liquidatre ljjk te maken. Nadat de heer H. Jansen zjjne ®eeDlDj,aiid' men veel vroeger had moeten vergaderen haafd had, gaf de heer H jj m a n s 0 0ie3 eene propaganda-commissie te benoemen o® leden voor de vereeniging te werven. ^d Toen daarop de heer W. Beuk gemerkt, dat men bq vroeger ontbinding i or d®3'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 2