PIUS X, ONS ALLER VADER. "fWt f tf t ft f W tWfWffWfWftW ffWfWWtt tfffv DE BAKERMAT VAN PIUS X. Pius X als Kardinaal. Uit het dagelijksch leven van PIUS X. vereenvoudiging Van den Pauslijken Hofstaat, voor zoover dit met zijn ontzaglijke waardigheid Was overeen te brengen, tot, opheffing of samen smelting van betrekkingen die zich daartoe leen den. tot verzekering van orde en tucht in het Romeinsche 'bisdom en de andere ltaliaansche bisdommen, bevordering vooral van den goeden geest fen de degelijke opleiding der toekomstige geestelijken in de seminaria der diocesen. Deze goede liefdevolle opperpriester, die allen die tot Hem uit alle oorden der wereld naderen, verrast door zijn beminnelijken eenvoud, toont dat Hij welberaden gestrengheid aan vaderlijke goedheid weet te paren. Het modernisme, dat onder den invloed van den geest van hoogmoed en ontkenning in onzen tijd ook onder de dienaren der Kerk op onrustbarende wijze voortwoekerde, veroordeelde Hij op de meest besliste wijze. In zijne onsterfelijke encycliek „Pascendi" zette bij aard en karakter zoowel van het relatieve als radicale modernisme treffend uiteen en gaf de meest afdoende maatregelen om het voortwoe kerend kwaad tot in den wortel te bestrijden. Maar niet (alleen tegen de kleine vossen" die de Kerk van binnen belagen, maar ook tegen de groote roofdieren die haar 'naar buiten be dreigen, richt zich Pius' onverpoost waken en onvermoeid zorgen. Tegenover de brutaliteit der Fransche regeering die de Kerk van Frankrijk beroofde, hare dienaren verstrooide, haar niet alleen trof in hare historische heiligdommen en hare levende priesters en dienaren, maar haar zelfs belaagde in 'hare dierbare overledenen, door den roof van hetgeen voor hun zielerust was bestemd, stond het „non-possumus" van dezen tienden l'ius, dat het krachtig verweer van zijn negenden voorganger in herinnering bracht. Voor alles zoekt echter deze in-vrome Pius zijne hulp in 'den Naam des Ileeren, die Hij op verschillende wijzen en langs onderscheidene we gen doet eeren. Deze nederige godvruchtige ziele- herder op ,St. Petrus' Stoel doet den lof des Hoeren zingen in de Hem eigen klanken, die niets hebben ivan de wereldsche muziek welke, zoo lang het gebied der Kerk overweldigde. Deze vrome aanbidder van zijn verbolgen Heer en Rod doet den blik der menschen vertrouwvol richten op (de Verborgen Godheid en spoort alle geloovigen aan veelvuldig, zoo mogelijks dagelijks, te naderen tot den 11. Liefdedisch, waar de Heer, onder nietigen schijn verscholen, Zich zelf ten voedsel geeft. Deze liefdevolle Zoon van ons allerhemelsche Moeder doet Haar eeren door al hare kinderen, vooral op de gewijde dierbare, plek waar Zij haar Maagdenvoet zette en Zich de Onbevlekt (Ontvangene heette. Deze mengeling van beminnelijken eenvoud en vaderlijke goedheid, van diepgevoelde godsvrucht en welberaden gestrengheid heeft deze tiende l'ius in den loop van zijn vijfjarig pontificaat de harten zijner geloovigen stormenderhand doen veroveren, lil Hem, die ook naar het uiterlijke veel van der negenden Pius heeft, heeft men ook naar het innerlijke de .voortreffelijke eigenschappen van zijn grooten, onvergetelijken voorganger terugge vonden. In het hemelsch licht dat vijftig volle Welbesteede priesterjaren om Hem heen versprei den, tyoont zich de jubileerende opperpriester thans aan Zijn volk. Dat volk ziet met ver trouwen tot Hem op, wetend dat het roer van Petrus' mystiek scheepje alleszins veilig aan zijne z.orgende handen is toevertrouwd. Daarom juicht en jubelt het op dezen glorie- vollen feestdag van den algemeen beminden Va der, die ook het feest van al Zijne kinderen is. In jubelzang en smeekbede vragen allen den Oppersten Heer der Kerk dat Hij het kostbaar teven van Zijn waardigen Plaatsbekleeder, Pius den goede, wijze en godvruchtige, nog met tal van jaren verlenge, dat Hij Hem „de jaren van Petrus" d,oe zien, aller hartewensch samenvattend 'o den jubelkreet die heden in de beide halfronden de kinderen der Kerk voor den jubileerenden op perpriester begeestert Leve Pius X U, Koning, Christus lol'! U Koning Christus eere, Bij't feest van Pius, die op Petrus' zetel troont! Gegroet, o Paus, die nu Gods Kerke moet beheeren, In wiens oog 't harte glanst, waarin de goedheid woont! Waar is de sluier, die den stralenglans moet keeren, Van die, op Sinai, Isrel Gods wetten toont? Of draagt Gij, Pius, niet de hoogste wet des Heeren? En is uw hoofd niet met nog hooger glans bekroond? Zijt Gij de Koning niet, die koningen moet leiden? De hooge lichtbaak in den duistren nacht der tijden, De heil'ge weerglans van Gods Eeuw'ge Majesteit Al zijt Gij hier de AAeg, de Waarheid en liet, Loven. Al heeft U God op aard' de hoogste macht gegeven, Uw goedheid toont, dat Gij vóór alles Vader zijt. B. V. Het kleine clprpje Rièse heeft de hooge eer de bakermat te zijn van onzen H. Vader Paus Pius X. Anders zpo stil ten eenzaam, werd het, sedert op 4 Augustus 1903 een zijner zonen den Stoel van Petrus besteeg, door tienduizenden uit ahe oorden der wereld bezocht. Photografen, cor- respondenten len schilders zamelden er nieuws berichten en heerlijke kiekjes, terwijl wel de, hoesten kwamen vpl eerbied om de plaats te zien en te eeren, waar eens de wieg stond van '°tls aller Vader, Pius X, den Paus-wer,kman. Men bereikt het plaatsje van Rome uit met de ^Poor over Padua op Venetië. Castelfranco is "et naaste station, ofschoon men dan toch nog ee't hond uur van Riese verwijderd blijft. Uni Castelfranco voert een schaduwrijke pla- a&nlaan ons door e'ene zeer vruchtbare stree.k '■'et den Grappa berg en de grauwe heuvelen van solo in het verschiet. Rechts en links van den Rieden weg ziet men heerlijke wijngaarden, mais- V( 'den en akkerland, terwijl hier en daar eene "ozend witte boerenwoning opduikt van achter de groenende vruchtboomen, die ze omgeven. Van het d|Orp ziet men weinig, voordat men er is. De gemeente teltpngeveer 5000 zielen, waarvan slechts weinigen in d© kom, de meesten in dp velden verspreid vyonen. Het dorp Riese schijnt in de middeleeuwen meer aanzien gehad te heb ben althans in de 13e eeuw lag daar het kasteel of het vestingslot Ressium, waaraan het zijn, naam ontleent. In het dtorpje is slechts ééne hoofdstraat, waarin de huizen van weerszijden nagenoeg aan elkander zijn aangesloten. Alle zien er sober en beschei den, maar t,och ook zeer zindelijk en vriendelijk, uit. Hot eenige grjootere gebouw is de katholieke kerk cu het raadhuis, tegen|over den dorpstoren, gelegen, welks bestemming dadelijk kenbaar is aan het stijve opschrift: „gemeentehuis." Do kerk is niet meer dan een gewjone, een voudige dorpskerk, welker grootste schat is eene heerlijke schilderij uit de 16e eeuw; ze stelt de verloving van Maria voor en is de eenige her innering, die overbleef van het oud adellijk ge slacht, dat eens |op Ressium's kasteel de heer schappij vperrle. De toren staat van de kerk gescheiden, is h|oog en smal, en, gelijk bijna in het. geheele gebied van Venetië, eene navolging, van den St. Marcusijoren uit de Dogenstart. De inwjoners van Riese laten zich op het oog aanzien als een krachtig en gezond soort men schen, even matig als arbeidzaam. Bijna ieder heeft een eigen huisje en eenige akkers gi'ond, toereikend om in de noodigste levensbehoeften, te vporzien. 'De vrouwen gaan meestal bloots hoofds, of beschutten zich met een breedgeran- den hioed tegen de felle zonnestralen. Bij het, bezoek der kerk slaan zij een zwarten sluier tof beter gezegd een omslagdoek over het. hoofd. Wanneer men thans Riese binnenkomt, behoeft men niet meer te zpeken naar het geboortehuis van Paus Pius X; de gemeenteraad heeft de straat, die er henen leidt, den naam gegeven van Giuseppe S a r t o, en sedert den 27 Sept. 1903 leest men 'op .een gedenksteen in den gevel van 's Pausen geboortehuis „Pius X (Josef Sarto) werd in dit huis geboren, „den 2en Juni 1835; der wereld werd hier ï>e- „wezen, dat Giod de arme en de heilige nederigheid, „met de hoogste grootheid en macht weet te, „bekronen." Het geboortehuis is een onregelmatig gebouw met vier ramen in de onder- en bovenverdieping. De geboortekamer des Pausen ligt aan den voor kant. Bij zijn bezoek als bisschop verbleef hij liefst met zijn mjoeder in een der kleinere ach terkamers, waar een meer blij en vriendelijk uit zicht op iden tuin hem verkwikte en herinnerde, h'oe hij daar ,als kind speëlde en arbeidde. O wat verschil en afstand ligt er tusschen dat kleine tuintje ivan Riese en den wercldwijden tuin der katholieke kerk, die hem nu door Gods Voor zienigheid ter bearbeiding is toevertrouwd 1 Naast 's Pausen geboortehuis ligt de eenige, herberg van hot dorp,„D u e spade, de twee degens." Het is een flinke woning met vier ramen onder en vijf in de bovenverdieping. Een zwager des Pausen heeft beide woningen jn gebruik. En men kan begrijpen, dat hem en zijn kloeken kinderen handen te kort kwamen om allen te bedienen, die zich sedert 4 Aug. 1903 in zijn huis verdrongen om uit den mond van 's Pausen naaste bloedverwanten eenige 'treffende bijzonderheden over diens familie en vroeger leven op te vangen. Vanwaar de familie Sarto oorspronkelijk her- tjomt, is tamelijk onzeker. Grootvader Giuseppe was ontvanger te Riese en had drie zpons Antonio, Giacinto en Giovanni Baptista. Deze Giovanni of Joannes Sarto was de vader des Pausen, en werd in 1792 te Riese geboren. Hij trad. den 13 Febr. 1833 in het huwelijk met Margeritha Sanson, die in 1813 te Vedelago het eerste levenslicht zag. Vader was gemeentehode (of deurwaarder) waarvoor hij dagelijks een frank inkomen, trok. Daarbij had hij nlog twee akkertjes grond, die met het nederig woonhuis de geheele rijkdom van Joannes Sarto vormden. Hoezeer hem die akkertjes te pas kwamen, zal men begrijpen, wanneer men weet, dat uit dit huwelijk acht kinderen geboren werden. De tegenwoordige Paus was de eersteling (2 Juni 1835 en ontving bij den doop do namen: Josef, M e 1 c h i o r. Hem volgde den 26 Maart 1837 een broeder A n g e 1 u s, die tot 1866 als Oostenrijksch soldaat, diende. (Venetië en Lombardië behoorden toen, tot Oostenrijk). Hij maakte de veldtochten van 1859 en 1866 mede en st,ond bij Solverino en Villa- franca geducht in het vuur. Toen het Venetiaansch gebied in 1866 aan Italië overging, deed Angelus van 1878—1886 als postbode dienst in zijn geboorteplaats, totdat hij in het voorstadje Grazie bij Mantua post meester werd, en de bediening kreeg van een winkel in tabak en z,out, twee monopolie-arti kelen van Italië's regeering. Sedert eenige jaren is hij weduwnaar. Van de zes gezusters van Zijne Heiligheid zijn er drie gehuwd. ThcreiGa trad in den echt met Pnrplin, den vriendelijken herbergier in „de twee De gens." Hun ZjOon en Benjamin, Mgr. Joannes Parolin, werd in 1902 pastjoor in liet bergstadje Possagno. Hij nam bij die gelegenheid het meublement uit het geboortehuis van Paus Pius X mede. Slechts twee schilderijen der „H. Familie" en van „Fran- ciscus van Assisië" bleven hangen. Z. Heiligheid hoeft, na zijne kroning hem lot. huisprelaat ver heven. Een hunner talrijke dpchters stierf als liefdezuster te Milaan, k-ort nadat zij hare be laften gedaan had. Eene andere, Gild a, woonde to Venetië bij Heeroom in met drie van 's Pausen zustersMaria, R;o s a en Anna, en was dezer steun in de gew.one huishoudelijke bezigheden. Deze drie zusters hebben thans een nederige woning betrokken nabij het Vaticaan, waar zij dikwerf k.omen. Men weet, dat de Paus het recht heeft zijn bloedverwanten tot den adelstand te verheffen. Daar.om hadden eenige hooge prelaten den H. Vader voorgesteld zijne zusters met den graventitel te vereeren, omdat ze dan met meer recht in het Vaticaan kpnden verschijnen. Doch Pius X, die in alles zijn vroegeren eenvoud be waart, zeide glimlachend„Zusters van den Paus zal voor Haar toch ook wel titel genoeg zijn." Antonia is gehuwd met den lieer Debei, een eerzamen kleermaker te Salzano, terwijl Lucia den kpster van dat plaatsje, Boschin, tot man heeft. Allen verheugen zich alzoo in een wel bescheiden maar t.och eervol bestaan. De beide ooms des Pausen hadden ieder een zoon, die priester was. Don Josef, zoon van Giacinto, stierf als kapelaan der zusters Salesia- nen te Venetië en de heerzoon van Antonio als kapelaan van Tavero bij Mestre. Van moeders zijde leeft nog een neef, die kapelaan is te Ve- ternigo bij Mirano. De IJ. Vader toonde zich immer gehecht aan zijn familie en bezocht haar jaarlijks vol belang stelling. Wel moet het thans den Gevangene van het Vaticaan hard vallen, dat hij Riese, vol dier bare herinneringen aan zijn jeugd, niet meer bezoeken kan. Eens toen hij na afloop van een middagreceptie aeet Kalm gebruik maakte van ue lift om zijne vertrekken te bereiken, en eenige leden der eer wacht met groote haast de trappen opstormden, om, ofschoon buiten adem, den Heiligen Vader aan diens vertrekken te kunnen wachten, zeide de Paus, die dit bemerkt had, glimlachend: „Kin deren. gij moet u niet zoo overmatig haasten, daarvoor is het weer wezenlijk te warm!" Na het middagmaal neemt de Paus gewoonlijk een korte siesta, waarna hij zijne wandelingen door der ruime galerijen van het Vaticaan begint, de veie getrouwen, die zich op zijn weg bevinden, minzaam toesprekend. Heeft iemand hem een vertrouwelijke mededeeling te doen, dan neemt hij hem mee' naar het einde van de galerij, waar onder een kleine troonhemel een zetel staat, waarop Z. H. plaats neemt, terwijl hij zijn bezoeker den zetel naast hem aanwijst. De ze particuliere audiënties welke Pius X in zoo ruime mate verleent, vermoeien hem het meest. Zijne eenige verstrooiing is het bespelen van het orgel en hot uur van het middagmaal, wan neer de II. Vader over zijne vrienden en liet dierbaar Venetië spreekt. Na het souper bidt Z. H. zijn brevier en begeeft zich daarna om iOi/2 uur ter ruste. De Paus geniet eene goede gezondheid maar moet lot hare instandhouding, op voorschrift van zijn lijfarts, veel beweging in de buitenlucht ne men. De tuinen van het Vaticaan, alhoewel zeer uitgestrekt, zijn de eenige plaatsen, waar de Paus vrij kan wandelen. Deze tuinen zijn zeer goed onderhouden en hebben veel overeenkomst met het park van Versailles. Aan de zijde vin de orangeries vindt men verscheidene gebouwen, fraaie poorten, fonteinen en kapellen en boven dien het beroemde Casino del Papa, dat door Pius IV gebouwd en door Leo Xlll gerestaureerd werd. Dit sierlijke buitenverblijf is een ontwerp van Pino Ligerio, terwijl Barocci Luchelo en San ti Si li er fraaie beeldhouwwerken en schil derstukken aanbrachten. Daar sleet Leo Xlll zij ne zomerdagen, wanneer de groote hitte hem uit de vertrekken van het Vaticaan dreef, en het koele Casino hem verademing bracht. Tusschen Ue hagen en myrten graasden de geitjes uit Carpineto, wier melk de grijsaard tot verkwik- king strekte. Des middags maakte Leo XIII een ritje van de poort Angelica tot de poort Ca- valleggerie. Soms stapte Z. II. even uit het rij tuig, om, gesteund op een wandelstok met gouden knop, een eindje te loopen. Pius X daarentegen liet nog geen enkele maal zijn rijtuig inspannen. Gewoonlijk vergezeld door een zijner secretarissen, begeeft hij zich te voet naar de meest verwijderde plekjes in zijne tui nen. Dit, om aan het verlangen van zijne lijt- arts te voldoen. De Paus had een grappige wijze om met den thans overleden dr. Lapponi om te gaan. Toen deze er Rij den H. Vader op aan drong het veelvuldig gebruik van tabak wat te temperen, er als argument bij aanvoerende, dat Zijn Doorluchtigen voorganger Leo XIII dezen raaa 111 zijn laatste levensjaren ook gevolgd had, antwoordde Pius X glimlachend: Als ik 93 jaar oud zal zijn, dan zullen wij elkaar nader spreken, dokter; tot zoolang blijf ik getrouw aan mijn snuifdoos 1" Overigens is deze Paus een volgzamer patiënt dan zijn voor ganger, wiens ijzeren wil niet gemakkelijk voor de faculteit zwichtte. Pius X luistert met een sceptisch lachje naar de voorschriften van den man der wetenschap en zegt dan: „Zoo, meent ge dat? Ga dan maar uw gang." loert Bius X tot Paus werd benoemd, hand haafde hij het geheele personeel, dat onder zijn doorluchtigen voorganger gediend had. Zeer min zaam in den omgang met zijne onderhoorigen, vermeed hij zooveel mogelijk alle eerbewijzen Na den dood van Paus Leo XIII moest kardi naal Sarto zich voor liet Conclaaf naar Rome begeven en alsof het volk in 's Pausen voorge voel deelde, legde het zulk een buitengewone droefheid aan den dag, als ware het vertrek van Sior Beppo, hun weldoener, een afscheid voor het leven. Toch droeg het zijn smart met kalme waardigheid, het ltaliaansche karakter, dat zoo luidruchtig is, in aanmerking genomen. De man nen smeekten om den zegen, terwijl de vrouwen weenden. Op het oogenblik dat kardinaal Sarto zich in zijn gondel zou begeven, hield hij eerst eene korte eenvoudige toespraak, zijn aandoening onder een glimlach pogend te verbergen. sWeest gerust, mijne kinderen, sprak hij »dood of levend zullen wij elkander weerzien Hier is mijn retourkaartje en indien het God behaagt, ben ik over een maand weer in uw midden." Toen hij de Lagunen-haven uitvoer, was hij zijne aandoening niet meer meester, en stortte hij heete tranen. Als eene eigenaardigheid zij aangemerkt, dat al degenen, die kardinaal Sarto op reis ontmoet ten, eensluidend voorspelden, dat hij Petrus' op volger zou worden. Te Vincenza begroetten hem twee kardinalen, waarvan de één hem toesprak «Eminentie, ik hoop u spoedig de hand te komen drukken." »Zeg liever den voetkus te geven op het Vaticaan," viel de ander hem in de rede. «Mogen wij ons in uw gunst aanbevelen, Heilirre Vader?" »Zeer zeker, mijne vrienden," sprak kardinaal Sarto, lachend, sik zal onr u denken want gij zijt de eersten, die mij dit verzocht."'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 7