Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
fef w"r sd""
32ste Jaargang.
Zaterdag öfMaart 1909.
iNo. 9355.
EERSTE BLAD.
nummer bestaat uit twee
bladen en een Geïllustreerd Zon
dagsblad.
Officieele berichten.
Kennisgeving
Minister Regout en de Waal-
verbetering.
Buitenlandsch Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
ko^v™!ai^erfh^nt daogelijkS' Juit^zonderd Zon- en Feestdagen, en
wSk 10 .it F Per 3 -ardeD f U5> Per n^and 45 cent en per
week iO cent Franco per post door geheel Nederland 2,- per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent
^'aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straatöO en by alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTISN:
Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer,
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regei.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst b i 1-
1 y k e overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. S»
Oproeping in activiteit van Zeemiliciens-Verlof
gangers der lichting 1907.
Be Burgemeester van Schiedam,
i °.P de circulaire van den heer Staatsraad
7 a ij ^rmssans der Kouingm in de provincie
tri /I?lland' van 19 Januari jh, A. No. 166 - 2e
Aid. Provinciaal blad No. 5)
langhebti deZÖ teF kennls van de daar by be-
dat by Komnklyk besluit van 9 Januari 1909,
o bepaald is aat de zeemüicieus-veriotgangers
van de licnung 1907, met uitzondering van hen,
ie krachtens de 2de zinsnede van art. 99 of de
ode zinsnede van art. 114 der Mihuewet 1901
aarvoor nog niet m aanmerking komen, en
egenen van vorige lichtingen, voor wie krachtens
een der genoemde artikelen, 1909 als het derde
lenstjaar moet worden beschouwd, in dit jaar
lHuen TV0rden opgeroepen tot opkomst in werke-
fl "en dienst, ten einde gedurende den tyd van vyf
"eken te worden geoefend
dat op grond hiervan door den heer Minister
*an Marine nader bepaald is dat voor gemelde
herhalingsoefeningen in werkelijken dienst moeten
komen, natemelden in deze gemeente wonende
seemihcieBs-veriolgangers op de achter hunne
bainen vermelde schepen en data
JOSEPH GERARDUS MARIA BREUsEKER,
ingedeeld voor de gemetnte: Schiedam; datum
»an opkomst 23 Maart 1909zien aan te melden
aan boord van Hr. Ms. oorlogsbodemReinier
Claeszen; piaats waar het semp is gelegen:
Helievoetsiuis.
JAN VAN WOERKOM,
ingedeeld voor de gemeenteöcUiedamdatum
van opkomst 23 Maart 1909; zich aan te melden
aan boord van Hr. Ms. oorlogsbodem: Reinier
PETRUS MICHAEL KOENS,
ingedeeld voor de gemeente: Schiedam; datum
van opkomst 27 April 1909zich aan te melden
aan boord van Hr. Ms. oorlogsbodem: Reinier
CORNELIS WILHELMUS VAN NOORT,
ingedeeld voor de gemeenteRotterdam datum
Ian K°Pk°mSt V APnl 19U9: Zlcb aan melden
aan boord van Hr. Ms. oorlogsbodemIleemskerck
Plaats waar het schip is gelegen: Willemsoord,
dat genoemde verlofgangers zich, op den voor hen
oepaalden datum, naar de plaats hunner bestem
«Jing zullen hebben te begeven, alwaar zy, ge
kleed in de by hun vertrek niet groot verlof
medegenomen militaire kleedingstukken en voor
zien van hunne kooigoederen, zoomede van hunne
zakboekjes, voor zooveel mogelyk te 12 uur des
middags, behooren aan te melden aan boord van
het schip, waarop zy zullen worden geoefend
dat zy door ziekte verhinderd zjjnde op'den
bepaalden datum aldaar aanwezig te zyn, daarvan
zoo spoedig mogelyk moeten doen blyken, door
eene aan de Afdeelmg Militie (voormalig Kanton
gerechtsgebouw, Schoolstraat 12) over te leggen
geneeskundige verklaring en zich onverwyld na
hun herstel aan boord van gemelden oorlogsbodem
te Helievoetsiuis of Willemsoord moeten vervoe-
gen j
dat zy zich vier werkdagen voor den dag van
opkomst op gemelde Afdeelmg Militie moeten aan
melden zoowel tot het afteekenen van hun ver
lofpas als tot het ontvangen van daggeld en zoo
zy daarop aanspraak hebben van de vereischte
passagebiljettenen
dat zy, in gebreke blyvende op den bepaalden
dag onder de wapenen te komen, bij hunne latere
opkomst zooveel langer in dienst worden gehouden
en zy, aan de oproeping niet voldoende als deser-
teur zullen worden behandeld,
dat voor de zeemiliciens-kustwachters, evenals
Vorige jaren, de herhalingsoefeningen aanvangen
ln t laatst van Juli of in 't begin van Augustus
®P een nader door den heer Minister van Marine
te bepalen datum.
deze.°Penbare kennisgeving worden de be
trokken miliciens geacht van hunne verplichting
zond"8 te dra8en waardoor zy gehouden zyn,
nnirr,er verdere oproeping, aan de voorschreven
tenHh2.id .te v?ldoen> zoodat zy later geene on we
en deze zullen kunnen voorwenden.
Schiedam, den 6den Maart 1909.
De Burgemeester voornoemd,
M. A. BRANTS.
Deze week is in de Tweede Kamer een belang
rijk wetsontwerp behandeld. Er is lang en breed
gesproken over het wetsontwerp ter verbetering
van de rivier de Waal, het eerste wetsontwerp
door den minister van Waterstaat, den heer Re
gout, te verdedigen.
De Waal, een der machtige armen van den Ryn,
die de schepen van uit den reuzenstroom op
Duitsch gebied tot in de wereldvaart aan Hol
lands einde voert, behoeft dringend verbetering.
Met het oog op de wenscheljjkheid een beteren,
meer standvastigen toestand ten aanzien van vaar-
diepte en richting der vaargeul in genoemde rivier
te verkrygen, lag het in het voornemen een onder
bed te vormen, gelegen binnen de grenzen van
het tegenwoordige zomerbed, door het op ouder
lingen afstand van 100 M. aanleggen van grond-
kribben. In het geheel zullen de kosten van deze
werken ongeveer 2t/g miliioen bedragen, waarvan
jaarlyks 3 ton zullen worden verwerkt, (dit jaar
slechts f 150.000) zoodat men in ongeveer 8 jaar
met de verbetering gereed zou zyn.
Weldra had nu minister Regout te ervaren, dat
»zyn gevoel van ongerustheid voor deze machtige
Kamer en haar cntiek op waterstaatsaangelegen-
heden" niet zonder grond was geweest. De Minis
ter had al aanstonds te luisteren naar de lange
redevoeringen der heeren Plate, Mees en Lely,
die zich krach .ige voorstanders van het plan "be
toonden, en de heeren Tydeman en Smeenge
welke laatste niet tegen het plan maar de voor
genomen wyze van uitvoering waren. De heer
Smeenge, zoo nauw betrokken by «Schuttevaer",
kwam vooral op voor de belangen der binnen-
schippery, voor welke in het wetsontwerp volgens
den afgevaardigden van Meppel gevaar zoude drei
gen. Vooreerst zouden de grondkribben gevaar
voor de scheepvaart veroorzaken, omdat door den
stroom de vaartuigen naar de kribben zouden wor
den getrokken en vervolgens zouden de binnen
schippers hun werkzaamheden aanzienlijk zien ver
minderen wegens het door de kribben onmogelijk
maken van het grondbaggeren waar toch tal van
schipers hun brood verdienen met het vervoer van
grind, terwijl ook de belangen van hen, die zich
met grindbaggeren bezighouden, zeer zouden worden
geschaad. Om deze reden hoopte de heer Smeenge
dat de Minister bereid zou worden bevonden als
nog aan een commissie de vraag voor te leggen of
de verbetering van de rivier niet op andere wyze
is tot stand te brengen zonder dat zooveel belan
gen worden geschaad. De heer Van Nispen tot
Sevenaer, afgevaardigden van Njjmegen, voegde
aan deze redenen nog toe het belang der steen
bakkers in zyn district, die door het aanleggen
van grondkribben op korten afstand van elkaar
in hun bedrijf zouden worden belemmerd immers
zouden dan de kolenschepen moeilyk voor de fa
brieken kunnen komen.
Minister Regout heeft in een naar inhoud en
vorm keurige reden, al deze bezwaren óf goed
deels ontzenuwd of waar ze werkelyk bestonden,
door wel doordachte tegemoetkomingen ter zyde
gesteld. Hy heeft allereerst betoogd, dat door dit
ontwerp, dat beoogt, de vaargeul voor de groote
schepen te vernauwen en te verdiepen, de kleine
vaart niet wordt bemoeilijkt, dat binnenschippers
en grindbaggeraars geen schade lyden door de
uitvoering van dit werk. Immers als het grind
baggeren in de volle rivier zou moeten geschieden
onder de beperkende voorwaarden, zooals die in
Duitschland bestaan, zouden de baggeraars geen
kiezel meer vinden en dus de hoofdbron van hun
bestaan verliezen nu echter zouden ze in de uiter
waarden, zooal niet altyd dan toch veelal kiezel
vinden en die kunnen afvoeren.
De kwestie van de kribben, die voor de binnen
schippers en de steenbakkers het grootste bezwaar
opleverden, wist de Minister op zeer practische
wyze op te lossen. Voor zoover er grondkribben
moesten komen, konden ze worden bebakend
maar de Minister wil ter tegemoetkoming van de
geopperde bezwaren de kribben verhoogen en
alsdan, een voor de twee plaatsend, ook den afstand
tusschen de kribben grooter maken. Daardoor zal
ook het bezwaar voor de steenfabrieken, die door
vaargeulen met de grootere rivierdiepte zullen ver
bonden worden, zyn opgeheven. Overigens betoogde
de Minister nog, dat dit zoogenaamde kleinere
plan de voorkeur verdient boven het grootere, dat
6^ miliioen zou kosten, ook omdat dit goedkoopere
plan meer op den leest van den bestaanden toe
stand geschoeid is en in korter tyd dan het groo
tere, duurdere plan kan uitgevoerd worden.
Nadat de Minister aldus in een hoogst tech
nische rede zyn ontwerp verdedigd en„voor zoover
noodig, gewyzigd had, gaven verschillende bestrij
ders van het plan zich gewonnen en toonden zy
zich door de ''aangebrachte wijzigingen bevredigd.
Vooral de heer Lely, de liberale voorganger van
den heef Regout in het Waterstaatsdepartement,
bracht, repliceerend, den Minister hulde, dat hy
er in geslaagd was, de verschillende inzichten van
de technische ambtenaren ten aanzien van de
grondkribben tot elkaar te brengen. Daardoor
waren verschillende bezwaren weggenomen voor
de scheepvaart, de steenindustrie enz., ook nu het
aantal kribben zal verminderd worden. Gaarne aan
dit ontwerp zyn stem gevend, vezocht hy nog den
Minister het werk te willen bespoedigen. De
Minister, die in zyn dupliek zeide Bespoediging in
ernstige overweging te zullen nemen, zag ten
slotte het door hem [Zoo schitterend verdedigd
wetsontwerp zonder stemming aangenomen.
Voorzeker is die hoogst eervolle aanneming van
het wetsontwerp een bijzondere voldoening niet
alleen voor den zoo degelyken en zaakkundigen
minister Regout, maar voor heel het Kabinet dat
de beginselen belydt die in de partyen der rech
terzijde leven. De staatkundige erfenis van den
immer betreurden minister Bevers blykt in goede
handen te zyn gevallen, maar tevens blykt over
wat bekwame mannen de geheele rechterzijde, en
in het bijzonder dit christelijk ministerie, te beschik
ken heeft. Het optreden der verschillende minis
ters en de vaardigheid waarmede zy het parlemen
tair debat beheerschten, deed dit reeds herhaalde
lijk in het licht stellen. Zy het aan dit bekwame
complex van mannen, dat bovendien door den
band van in hoofdzaak gelyke beginselen nauw te
zamen wordt gesnoerd, gegeven, de zaken ook na
de Juni-verkiezingen op den zelfden voet voort te
zetten tot heil van ons dierbaar Vaderland en de
hooge, zwaarwichtige belangen die daarmede
zijn gemoeid I
DE BALKAN.
De berichten over het resultaat van het diplo
matiek optreden van Rusland te Belgrado bljjven
verward.
Te Weenen is uit Belgrado het volgende tele
gram ontvangen
In diplomatieke kringen is men van meening,
dat het antwoord van Servië vanzelf in zich sluit,
dat het afziet van schadeloosstelling in gebied.
In diplomatieke kringen zegt men, dat het vol
strekt onmogelijk is, dat Servië daarvan afzietde
regeering zou zich dan aan hoogverraad schuldig
maken.
Het bericht van Engelsche zyden, betreffende
de officieele mededeeling, dat Servië afziet van
schadeloosstelling in gebied, wordt beschouwd als
een uitlegging van het antwoord van Servië, die
verder gaat dan met de waarheid strookt.
Ondanks de telegrammen uit Belgrado, meldende
dat men in Servische parlementaire kringen van
meening is, dat de regeeriog de tegeneischen
handhaaft, zyn de diplomatieke kringen te Wee
nen van oordeel, dat de Servische regeering die
inderdaad heeft losgelaten. De regeering moet
echter rekening houden met de overprikkelde
openbare meening en derhalve vermyden plotseling
den aftocht te blazen.
Een telegram uit Belgrado aan het «Neue
Wiener Abendblatt" meldt, dat op een bijeen
komst te Nisj, welke door een honderdtal officieren
werd bijgewoond, medegedeeld is, dat Servië, on
der den druk der mogendheden, af moet zien van
een strook grond in Bosnië, de schadeloosstelling
moet gezocht worden in het sandjak Nowibazar.
De «Norddeutsche Allgemeinne Zeitung" verde
digde gister de politiek voor Oostenryk-Hongarye.
Het blad komt op tegen de opvatting, dat
Oostenrijk Hongarye tegenover Servië een onver-
zoenlybehouding aanneemt. De eisch van Oostenryk-
Hongarye, om over de tegemoetkomingen op
oeconomisch gebied rechtstreeks met Servië t^
onderhandelen, spreekt rechtuit vanzelf. Het ver
langen, dat Oostenryk-Hongarye de mogendheden
als lasthebbers van Servië zal erkennen, kan door
niemand geuit worden, die ernstig een vredelie
vende en redelyke oplossing der geschillen wenscht.
De poging om Oostenryk-Hongarye te iniimideeren
en te vernederen moest al dadelyk schipbreuk
lyden op de weigering van Duitschland om zulk
ren poging tegenover de Donau-monarchie te
ondersteunen.
Naar de «Frankfurter Zeitung" verneemt, streven
sommige mogendheden er naar Servië, evenals
België, de positie van een staat met internationaal
gegarandeerde neutraliteit te verschaffen. Oostenryk
zal gaarne zyn medewerking en toestemming
daartoe verleenen.
De «Times"-correspondent te St. Petersburg is
over den toestand niet optimistisch gestemd. Hy
zégt, dat Oostenryk's gedrag zoo dikwjjls tot
teleurstelling heeft geleid dat de hoop voor het
tegenwoordige oogenblik nog zwakjes moet zyn.
Het bljjft te bezien, of Oostenryk niet zal voort
gaan met op bet Servische antwoord te vitten, en
de onmogelijke voorwaarden, die het «Fremden-
blatt" op heeft gesomd, te berde zal brengen
De «Zeit" verneemt uit goede bron, dat Oosten
ryk de oorlogstoerustingen heelt gestaakt.
Het blad geeft hier geen nadere verklaring van.
Is Oostenrijk thans overtuigd, dat het oorlogsge
vaar geweken is Of acht Oostenryk de thans
geëindigde oorlogstoerustingen voldoende om Servië
te bestryden
Men zou geneigd zyn om op deze laatste vraag
een bevestigend antwoord te geven, daar de «Zeit",
blijkbaar by wyze van waarschuwing aan de Ser
viërs, er deze regelen achter laat volgen
Oostenrijk beschikt over 1968 stukken veldge
schut van de nieuwste constructie, en 2800 draag
bare mitrailleurs. Het aantal van deze laatste
soort wapenen overtreft dat van alle legers.
De oorlogstoerustingen hebben tot dusver
160,000,000 kronen gekost; elke dag die voorbij
gaat brengt een meerdere uitgave van 130,000
kronen mede.
m
Uit Belgrado wordt aan de «Times" geseind,
dat by een van de botsingen aan de Servisch-
Oostenrjjksche grens een Oostenryksche officier
gesneuveld is.
Servië heeft een verbod op den uitvoer van
meel, tarwe, Turksche tarwe, boonen, rogge, gerst,
baver, hooi, stroo en zemelen uitgevaardigd.
De Weener correspondent van het «Berliner
Tageblatt" ontvangt uit Seravejo het bericht, dat
er weer een zeer geagiteerde stemming heerscht.
Te Berlyn wordt de toestand in den Balkan
thans uit gunstiger oogpunt beschouwd. Men ver
klaart, dat de Servische nota nog niet officieel
aan de mogendheden is overgelegd. Wat de
aanbieding dezer nota te Weenen betreft, weet
men nog niet welke mogendheden zich daarmede
zullen belasten.
Rusland blyft zich ook op alle gebeurlijkhe
den voor bereiden. De Tsaar heeft gisteren
in bijzondere conferentie bijeengeroepen de minis
ters van oorlog, marine en buitenlandsche zaken,
en de chefs van den generalen staf, ten einde
alles te onderzoeken wat betrekking heeft op de
verdediging van het land, zeeweringen, forten,
batterijen, enz.
De Weensche correspondent van de N. R. Ct.
schrijft dd. 3 Maart
Het standpunt der Donau-monarchie is gisteren
door den Hongaarschen minister-president uiteen
gezet. Oostenryk-Hongarye verlangt, dat Servië
zijne oeconomische wenschen in Weenen ter be
spreking zal voorleggen, hetgeen gepaard moet
gaan met de uitdrukkelijke verklaring dat het af
ziet van alle territoriale schade vergoedingen. Doet
Servië dit, dan is Aehrenthal tot onderhandelen
bereid, onder dien verstande, dat geen der andere
mogendheden het recht heeft zich er mee te be
moeien. Dit standpunt wordt ook door Duitschland
Ingenomen. In Berlyn is men van meening, dat
Servië de verwachting moet opgeven om een inter
nationale conferentie met zyn grieven lastig te
vallen en de hoop daardoor een coalitie tegen het
Donau Ryk tot stand te brengen. Wil Servië iets
bereiken, zoo werd my van ambtelijke zyde te
Weenen verzekerd, dan moet het ophouden iets
van een conferetie of van een druk der mogend-
op de Donau-monarchie te verwachten, maar het
moei na het laten vallen van alle pretenties, zyne
oeconomische wenschen te kennen geven.