Binnenland Stads» en Gewestelijk Nieuws, In onze Vroedschap. De. verdere artikelen van het wijziging-ontwerp worden zonder stemming goedgekeurd. De eindstemming zal nader plaats hebben. Na afloop van het Comité-Generaal wordt be handeld de conclusie der commissie omtrent de bescheiden betrekkelijk de emigratie naar Nieuw- Guinea, strekkende tot openbaarmaking van der- zelver resultaten en van de plannen der regeering. De heer Van Kol wenscht tevens bericht te ontvangen van de plannen der regeering omtrent verdere ontwikkeling van het eiland en stelt in dien zin een amendement voor dat door de commissie, bjj monde van den heer IJ z e r m a n wordt over genomen. De min. van Koloniën wjjst er op dat de resultaten der emigratie reeds in het Koloniaal verslag zjjn vermeld, nadere informatie is de mi nister bereid te geven; ook de plannen der regee ring zjjn bekend. Wat de heer Van Kol vraagt omtrent de plannen der regeering betreffende het exploiteeren van gronden op Nieuw-Guinea door maaiscbappjjen is niet te beantwoorden, aangezien er geen enkel plan bestaat en voorshands geen maatregel genomen zal worden. De heer IJ z e r m a n vraagt of de regeering bereid is de emigratie van Javanen naar die bui tenbezittingen krachtig te bevorderen, waarop de minister antwoordt dat hij zulks der Indische regeenne, die ten deze bezwaren heeft, wenscht over te laten. Bovendien vreest de minister dat bjj ruime emigratie van Mahomedanen in Nieuw-Guinea de neiging der bevolking om het Christendom te aanvaarden, zal worden beïnvloed ten gunste van den Islam. Bjj de conclusie op het adres van W, Kragt te Rotterdam, gewezen fusilier bjj het O. I leger, komt de commissie, bjj monde van den beer Van Asch van Wjjck terug op haar conclusie om adressant een gratificatie te verleenen, welke con clnsie de heer Ter Laan onmiddelljjk in een amendement omzet. De min. van Koloniën bestrjjdt dit amen dement op formeele grondenhet K. B. laat het verleenen eener gratificatie niet toe Het amendement-Ter Laan komt in stemming en wordt verworpen met 59 tegen 8 stemmen. De Kamer begeeft zich daarna in de atdeelingen voor het sectieonderzoek. Het regentschap. In tegenstelling met hetgeen onze Haagsche cor respondent vernam, wordt ons van bjjzondere zjjde medegedeeld, dat in het wetsontwerp op het regent schap voorgesteld wordt Hare Majesteit de Konin gin-moeder tot regentes en Prins Hendrik tot voogd te benoemen. De regeering heeft dit aldus voorgesteld, omdat H. M. de Koningin-Moeder reeds eenmaal, en men weet met welke uitstekende ge volgen, de moeiljjke taak van Regentes vervuld heeft. In de Kamer gaan echter vele stemmen op die dit passeeren van den vader sterk afkeuren, en het zal zeer zeker in de atdeelingen niet aan opmerkingen in dien geest ontbreken. Onze Haagsche correspondent schrjjft ons Zoo zullen dan de beide Kamers der Siaten- Generaal a. s. Vrg dag middag in vereeuigde verga dering bjjeenkomen, om te ontvangen een ontwerp van wet tot voorziening in bet Regentschap in geval van Troonopvolging, tjjdens de mindeijarig- heid van den Troonopvolger en een ontwerp van wet tot regeling van de voogdjj over den minder jarigen koning. De aanbieding van deze beide ontwerpen door de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie, zal met eenige plechtigheid geschieden. Art. 110 van de Grondwet bepaalt »De Koning zendt Zjjne voorstellen, taeizjj van wet, hetzg andere, aan de Tweede Kamer bjj eene scnritieljjke boodschap of door eene commissie". Gewoonlijk geschiedt dit door een schriftelijke boodschap. Tnans ecbter zullen de ministers Heems kerk en Nelissen een commissie vormen, om de wetsontwerpen aan te bieden. Beide ontwerpen regentschap en voogdjj, hebben geen oogenbhkke- lgk effect. Zij krjjgen dit eerst bjj een mogeijjk overigden van H. M. de Koningin, gedurende de minderjarigheid (d. i. tot het achttiende jaar) van den Troonopvolger of de Troonopvolgster. Doch de Grondwet eiscbt hun indiening. Wat het Regentschap betreft, art. 36. Dit eisctat, dat de Regent benoemd worde bjj een wet. Over deze wet beraadslagen en besluiten de Staten-Generaal in vereenigde vergadering. De wet moet nog bjj het leven van den Koning, voor het geval der minderjarigheid Zijns opvolgers, worden gemaakt. Onze constitutioneele geschiede nis levert een voorbeeld van het optreden van een Regentes. Den 3en April 1889 waren de Staten- Generaai in vereenigde vergadering bjjeen met het oog op de ziekte van Koning Willem III. Zjj verklaarden, dat de Koning door ziekte in de onmogelijkheid verkeerde, de regeering waar te nemen, ingevolge art. 45 der Grondwet trad nu de Raad van Siaie op, om het Komnkljjk Gezag uit te oefenen. De vice-president van den Raad van State, mr. Van Reenen, teekende toen de wetten, besluiten enz. In Mei werd deze toestand door herstel des Koning opgeheven. Maar reeds het volgend jaar herhaalde hjj zich. Den 29en October 1890 trad de Raad van State wederom in het Koninklijk Gezag, volgens beslissing der Staten-Generaal. Hoe dit noodig was, bljjki uit de mededeeling van Van Weideren Rengers (Parle mentaire Geschiedenis II, 374), dat door de ziekte van Z.M. meer dan 809 onafgedane stukken in Zjjn Kabinet lagen opgehoopt. Na den spoedig gevolgden dood des Konings, trad toen Koningin Emma op als Regentes, inmiddels als zoodanig benoemd. nOnvergetelgk bleet voor allen, die haar bijwoonden, de huogst plechtige vergadering der vereenigde Kamers, waarin Koningin Emma in rouwgewaad de door Haar zoo sebitterend gehouden gelofte aflegde van het Koninklgk Gezag te zullen waarnemen, geljjk een goed en getrouw Regent schuldig is te doen". Aldus Van Weideren Ren gers. In 1898 legde de Regentes Hare taak neer en begon Koningin Wilhelmina Hare Regeering. Eo thans, nu de zoo bljjde gebeurtenis op til is eischt arf37 der Grondwet wederom de benoeming van een Regent. Doch laat ons hopen, dat deze nimmer zjjn funtiebehoeft te vervullen. Zooals wjj reeds meedeelden, wordt in staatkundige krin gen algemeen verwacht, dat Prins Hendrik tot Regent zal worden benoemd. Thans de voogdjj Art. 32 der Grondwet luidt sDe voogdjj van den minderjarigen Koning wordt geregeld en de voogd of voogden worden benoemd bjj een wet". Voogd of voogdes. De Grondwet laat in dezen den wetgever vrjj, de voogdjj te regelen zooals hem goeddunkt. Er kan een voogd, voogden, er kan een Raad van Voogdjj zjjn. We zullen dienen af te wachten, hoe het ontwerp der Regeering er zal uitzien. Op voorstel van het ministerie-Mackay werd in 1888, toen de toestand des Konings zorgwekkend was, Koningin Emma benoemd tot voogdes. Haar terzjj- de gesteld werd een Raad van Voogdjj, bestaande uit negen leden, nameljjk den vice-president en het oudste lid van den Raad van State, den president van de Rekenkamer, den president en den procureur generaal van den Hoo- gen Raad en vier door den Koning te benoemen leden. Wellicht zal ook thans in dezen geest worden beslist. Het zal Vrijdag blijken. De Staten-Generaal gaan dan dien middag direct over tot het trekken der (zeven) afdeelingen. Daarin worden de ontwerpen behandeld en alles gaat vervolgens geheel op dcelfde wijze als met. andere wetsontwerpen. Wjj wezen er reeds op, dat zeer spoedig ook de openbare beraadslaging te wachten is, want uit den geest van de Grondwet spruit wel voort, dat in de gegeven omstandigheden een en ander vóór de geboorte van den Troonopvolger moet zjjn beslist. (Tel.) Het gala-rjjtuig, waarin de ministers van Justitie en van Binnenl. Zaken a. s. Vrjjdag van het Kon. Paleis naar de Staten-Generaal zullen begeven, tot het indienen der ontwerpen op regentschap en voogdjj, zal door militaire geëscorteerd worden, zoodat hetzelfde ceremonieel zal gevolgd worden als bjj de sluiting van een zittingjaar. Prins Hendrik. Het 23 Maart te verwachten Prinselijk bezoek aan Vlissingen zal geregeld zjjn als hierna volgt; Z. K. H. vertrekt dien dag, vergezeld door zjjn adjudant, luit. t. z. 2e kl. Bijl de Vroe, ten 8 u. 13 v.m. per Holl. spoor naar Vlissingen alwaar de trein ten 11.44 aankomt, ter bjj woning van de plechtige opening der Da Ruyterscaool waarvan Z. K. H. juist 2 jaren geleden op denzelfden datum van 23 Maart den eersten steen heelt gelegd. Na aankomst begeelt Z. K. H. zich onmiddelljjk naar het gebouw, alwaar de Prins ontvangen zal worden door het Bestuur en den Directeur der instelling. Z: K. H. zal in persoon de instelling openen op uitnoodiging van den voorzitter der Zeevaartschool, den heer J. Smit Azn. Vervolgens wordt de inrichting bezichtigd. Na afloop van dit bezoek gaat Z. K. H. met het bestuur per rjjtuig naar het badhotel, alwaar men zich aan een lunch zal vereenigen. Met den trein van 4.30, die ten 8.37 te 's-Gra- venhage binnenkomt, keert de Prins terug. Huisvlijt. Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft aan vaard het eere-voorzitterschap van het eere-comité voor de nationale tentenstelling voor huisvljjt, welke in den zomer van 1910 te 's-Gravenhage zal worden gehouden. Nederland en Yenezuela. De Venezolaansch gevolmachtigde dr. Paul wordt in het laatst der maand hier te lande terug ver wacht Hjj zal dan waarschjjnlijk in 't bezit zjjn van het antwoord der Venezolaansche regeering op de dezerzjjdsche voorwaarden voor de oplossing der bestaande verschillen. F. A. van den Heuvel. Gister herdacht de heer F. A. van den Heuvel den dag, waarop hjj veertig jaar geleden aan »De Tjjd" zjjn journalistieke loopbaan begoa. Volgens den wensch van den geacbten jubilaris, vier.ie bjj dit zeldzame feest in de intimiteit van den familiekring, waar hem talrjjke blijken van vereering en sympathie uit vefe oorden des lands bereikten. Al zal het vierenswaardig feit a.s. Zondag meer officieel herdacht worden, reeds gister gaven directie, hoofdredactie, redactie en administratie van het blad den jubilaris ondub belzinnige bewjjzen van waardeering en genegen heid. Uuldebljjkeu aan H. M. de Koningin. Het geschenk van het huldeblijk van de Utrecht- sche vrouwen aan de Koningin is gister aan H. M. aangeboden met een begeleidend schrijven van het dageljjksch bestuur van het Comité daarop is Dog gisterenavond bjj de presidente ontvangen een telegram van H. M. van den volgenden inhoud Ik gevoel Mjj gedrongen de vrouwen uit de Pro vincie en Gemeente Utrecht .vljjn meest harteljj- ken dank te betuigen voor het geschenk en de goede wenschen Mjj zooeven aangeboden. Ik geef U de verzekering beide op hoogen prjjs te stellen en verheugt het Mij bijzonder in dit geschenk een zoo fraai en welgeslaagd voortbreng sel der kunstnjjverheid uwer Provincie te aanschou wen. WILHELMINA. Mgr. Meeuwissen. Z. D. H. Mgr. Meeuwissen, apostolisch-vicaris van Suriname, die zich thans in het klooster der Redemptoristen te Amsterdam bevindt, ontving aldaar bezoek van Z.Excellentie Minister Idenbnrg, Minister van Koloniën. (Tjjd.) De burgemeester van Bussem. f Jhr. R. Van Suchtelen van de Haare, burge meester va.i Bussum, is gisterochtend op ruim 75-jarigen leeft qd overleden. Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Gevestigd in het Beursgebouw telefnr. 244. Geopend alle werkdagen van 9J tot 11 voormiddag. Maandag, Dinsdag en Vrjjdag van 8 tot 9 uur 's avonds. Gevraagde Arbe idskrachten. Krullenjongen schoenmakersjongen kleer makersleerling kuipers. Voor buiten de stad. Wever. Aangeboden Arbeidskrachten. Timmerlieden stokers bakker portier koetsier huisknecht pakhuisknecht verver schipper bankwerker - halfwas bankwerker bankwerkersleerling —plaatwerker koperslager voorslager smidsjongen fraiser nikkelaar loodgieter halfwas loodgieter metselaar opperman kuipers tuinier kantoorbediende vuurwerker grondwerkers machinist personen voor lichte werkzaamheden wasschen aan huis gevraagd— naaiwerk aan huis gevraagd naaister dagmeisje schoenmaker meubelmaker kurkensnijder stucadoor schoonmaakster. Seciale Cursus. Morgen (Vrijdag) avond zal de heer dr. R. H. M. Geerdes het onderwerp behandelen»Over desin- fectie-middelen." Deze zeer belangrijke cursusavond is wederom toegankelijk voor alle Bondsleden en leden der bij de K. S. A. aangesloten vereenigingen. „Katholiek Leven." Het volgende verslag wordt ons ter plaatsing aangeboden In de vergadering van Vrjjdag j.l. trad voor bovengenoemde vereen iging op de heer mr. M. M. van Velzen. Na opening door den voorzitter, en vaststelling der notulen, was het woord aan mr. v. Velzeo. Spr. begon met te zeggen, waarom hjj het zoo toej lichte, dat ook hier in Scniedam een vereem- ging ais Katholiek Leven" is opgericht, want dit was voor hem een bewjjs, dat onze R. K. jonge lieden gevoelden te moeten tracnten zich de kennis van de vraagstukken van den dag eigen te maken. Alsnu ging spr. over tot zjjn eigenlgk onderwerp »Ons constitutioneele stelsel." Na de vraag beantwoord te hebbenjwat is een constitutioneele staat komt spr. tot de vraag: nAan wie heeft Nederland zijn grondwet te danken V' Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman beantwoordt deze vraag met: »aan het souvereine huis van Oranje," en deze staatsman staaft zjjn meening door 't feit, dat Willem I dit deed in een proclamatie, waarin Z. M. verklaarde de re geering slechts te willen aanvaarden, mits er een grondwet kwam. Deze meening wordt door spr. uitvoerig bestreden, en met tal van bewjjzen toont spr. de aanwezigen aan, dat Willem I niet uit eigen vrjje beweging ons de grondwet heeft ge schonken. Aan de grondwet juist, heeft de koning een groot deel van zgn macht te danken. In een giondwet, vervolgt spr., behooren de groote beginselen van een volk vast te leggen, en wjj moeten een grondwet hebben, omdat de wet gever zich zai houden aan deze groote beginselen. Nu is een bezwaar tegen onze grondwet, dat de herziening zoo moeiljjlt is. Onze grondwet behoort even gemakkeijjk zjjn te veranddren als een gewone wet Immers zooals het nu is, heffen we in de grondwet nog aan de ideëen van een vroeger tgdvak, ideëen die zich moeiijjk meer aanpassen aan onzen tjjd. Spr gevoelt in dit op zicht veel voor 't Engelsche stelsel dat door hem Dader wordt uiteengezet. Thans komt spr. tot zjjn hoofdvraag: ïWie heeft in ons land bjj 't huidige regeerings.-ysteem de meeste macht, de Kroon of 't Parlement Wie heeft 't laatste woord? In 1814 berustte de volle regeermacht bjj den Koning, hetgeen ook in 1815 het geval was. Bjj de herziening der grondwet in 1848 kwam er verandering. Men kreeg toen de zoo vurig ver langde ministeneele verantwoordelijkheid directe verkiezingen, ééujaarlgkscbe begrooting, enz. Toen kwam er dus gelijkwaardigheid tusschen Kroon en Parlement. Het werd een repeteerende bewe ging. Wat is nu na 1848 geworden van de macht van het Parlement Art. 109 der Grond wet geeft ons in deze geen licht. In 1887 bjj de herziening der grondwet, tracht ten vooral de antirevol. staatslieden, o.a. de Savornin Lohman en de Geer, een systeem door te drijven, dat hierop neerkwam: de Koning, de hoogste macht, dus de Koning boven de wet, en zjj beriepen zich vooral op ïhet regeeren bjj de Grafie Gods". Evenwel werden zjj in hun plannen gedwarsboomd, omdat hjj art. 59 (het sluiten van verdragen) bepaald werd, dat de Koning hiertoe slechts kon overgaan n& machtiging bjj de wet. Ook hier vinden wjj dus geen licht voor beantwoording van de vraag wie heeft de grootste macht. De grondwet zal ons dan ook niet het licht ontsteken, maar zegt spreker er zjjn gebrui ken waartegen de vorst zich niet zal verzetten, er zgn regels van politieke zede. De parlementaire geschiedenis zal ons dan ook het noodige licht schenken. Wat was er gebeurd? In 1866 was de cultuurwet verworpen, en daarmede het tweede ministerie Thorbecke gevallen. Koning Willem III belastte toen den conservatieven Heemskerk met de vorming van een nieuw ministerie. Het mini sterie kwam tot stand en diende zich aan, als een vnationaal" ministerie. In dit kabinet had o.m, zitting mr. Borret (R. K.) Het ministerieThor becke was gevallen door de verwerping van de cultuurwet't was dus zaak, dat het nieuwe kabinet een uitstekende minister van Koloniën had. Hiertoe benoemde den Koning den heer Mejjer. Deze minister deelde zjjn plannen mede hjj beloofde een nieuwe cultuurregeling, maar vertrok vier dagen na zjjn benoeming tot minis ter, als gouverneur-generaal naar Nederl. Indië. Hierdoor geraakte het geheele volk in rep en roer. In de Tweede Kamer diende mr. Keuchemus (a. r.) een motie van afkeuring in, welke motie werd aangenomen. Dit had voor den Koning een werk moeten zjjn, maar Z M. stoorde zich daaraan niet. De Kroon beriep zich op zjjn rechten, en verweet 't parlement (door aanname van de motie, die gericht was tegen minister Mejjer) in zjjn rechten te zjjn getreden. Het gevolg was Kamerontbinding, en wat wjj ons nu niet kunnen voorstellen, ge beurde toen, de Koning bemoeide zich persoonijjk met de verkiezingen. In een proclamatie deed Z. M. een beroep op de gezonde opinie van zgn volk, welke proclamatie overal werd afgekondigd. Van deze proclamatie (October 1866) beleefde de Koning niet veel pleizier, want de nieuwe Kamer was, wat de verhouding der partjjen betreft, juist geljjk aan haar voorgangster. Het advies, dat de Koning omtrent zjjn handelwjjze had gevraagd aan tien hoogleeraren, viel met gunstig voor Z. M. uit, want slechts één (de Bosch Kemper) ging met de meening van Willem lil accoord. In die dagen had ook de Luxemburgsche kwestie op den voor grond en de Minister van Buitenlandsche Zaken zag zjjn begrooting verworpen. Weer bieéf het Ministerie aan, en weer werd de Kamer ontbon den. Zooveel had de Koning tenminste thans geleerd, dat Hjj een proclamatie achterwege liet. De nieuwe Tweede Kamer was weer samengesteld geljjk haar voorgangster. In een der eerste ver gaderingen dieoae toen het lid Blussé een motie in, welke inhield, dat geen dringend landsbelang de laatste ontbinding der Kamer bad gewettigd. Ook toen werd weer de begrooting verworpen. De Koning was van plan wederom tot Kamerontbin ding over te gaan, doch toen trad de Eerste Kamer tusschen beide. Het gevolg van deze tusschenkomst was, dat in 1868 het ministerie- Heemskerk werd naar huis gestuurd, en dat we kregen het ministeriev. Bosse Fock. Het Par lement trad dus zegevierend uit den strjjd, en de Koning was gedwongen de meerdere macht van het Parlement te erkennen. Maar zal men vragen, aldus vervolgt spr., wat komt er dan terecht van de rechten des Konings Hierop antwoordt spr.wanneer het Parlement de hoogste macht bezit, dan wil dit niet zeggen, dat dit tegen den Koning gericht is. Integendeel, de Koning heeft immers nog hooge rechten, zooals b.v. het recht van benoeming, het recht van oor log verklaren, enz. De grondwet is een waarborg, omdat de Koning, al zou hjj verkeerd willen, toch gedwongen wordt, in den geest van het Nederl* volk te regeeren. Spr. besluit dau ook, dat naar zjjn meening wjj den juisten regeeringsvorm voor ons volk hebben, n.l. de monarchale regeeringsvorm, wiens macht nauwkeurig in de grondwet is omschreven. Een harteljjk applaus volgde op deze leerrjjke rede van mr. v. Velzen. Aan het nu volgend debat werd door enkele leden deelgenomen, die uitvoerig door den inleider werden beantwoord. Nadat pater Bartjjn nog een vraag uit de vragen bus" had beantwoord, nam de voorzitter het woord. Hjj bedankte het verdiensteljjk lid der vereeniging mr. v. Velzen voor zjjn heldere en prachtige lezing dezen avond voor de leden van »Katholiek Leven" gehouden, en sloot daarna de bijeenkomst met den Christeijjkeu groet. Aanbesteding*. Heden-morgen werd door B. en W. dezer gemeente ten raadhuize in het openbaar aanbe steed het afbreken van den opstal op het terrein aan de Pernisschestraat. Het werk moet zjjn voltooid en de terreinen geheel zjjn ontruimd binnen 21 dagen na de dag- teekening der gunning; doch daarmede mag niet worden begonnen voor 1 Mei 1909, indien de huur ders de woning alsdan nog niet hebben verlaten. Ingekomen hiertoe waren slechts twee biljetten en wel vanJ. W. W. Voogd voor f 55.en J. van der Steen eveneens voor f55.beide inschrjj- vers alhier. De gunning heeft niet plaats gehad. Schoolruimte. Brgroouogskwestie. Slootafstand. Smgelstraten. Werkloosbeidbestrjjding. De sluizen der communale welsprekendheid zjjn eergisteren geopend voor een onderwerp dat zeker

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 2