Stads- en Gewestelijk ftieuws. De Doop yan Prinses Juliana. Gemengd Nieuws. Dr. Kuyper te Dordrecht. Gister-avond heeft Dr. Kuyper te Dordrecht een groote politieke redevoering gehouden. De zaal was bezet met ruim 1200 personen. Reeds een uur voor de komst van Dr. Kuyper waren alle plaatsen ingenomen. Er heerschte een groote geest drift, waartoe de uitnemende redevoering stof te over bood. Men zong staande het oude Wilhelmus, terwql Dr. Kuyper luide werd toegejuicht. Aan het station bracht een enthusiaste menigte hem een grootsche ovatie. Liederen werden gezongen en luide hoera's weerklonken. Het gejuich ein digde eerst toen de trein was vertrokken. Staatscommissie-werkloosheid. Volgens ïHet Volk" wil Minister Talma een Staatscommissie in zake de werkloosheid in het leven roepen. Aan de commissie zou worden op gedragen te onderzoeken lo. in hoeverre de Regeering over de middelen beschikt om snel en voldoende ingelicht te wor den over den stand van de binnenlandsche arbeids gelegenheid en den omvang en den aard van de werkloosheid in de verschillende vakken en welke aanvulling deze middelen behoeven 2o. wat de Regeering kan doen, hetzij door steun van personen of corporaties, hetzij zelfstandig, zoowel tot voorkoming of bestrijding van werkloos heid, als tot leniging van de gevolgen daarvan. Het ligt in de bedoeling het Kamerlid Treub tot voorzitter dezer Staatscommissie te benoemen terwijl daarin vooreerst verschillende bedrijven, waarin de werkloosheid zich het meest doet gevoe len, door ondernemers zoowel als door arbeiders, vertegenwoordigd zullen worden, maar verder ook de verschillende politieke partijen, personen die zich in het bijzonder met de studie en de prac- tische bestrijding der gevolgen van werkloosheid hebben bezig gehouden, en eindelijk eenige hoofd ambtenaren van 's Ministers Departement. Standbeeld voor Stadhouder Willem III. Dezer dagen is te Utrecht een bijeenkomst ge houden van afgevaardigden van gewestelijke en plaatselijke commissies voor de oprichting van een standbeeld voor stadhouder Willem III. In deze vergadering is nog geen beslissing genomen om trent de plaats, waar, naar het gevoelen der meer derheid der comite's bet standbeeld zou moeten verrijzen. Er werd echter een motie voorgesteld en naar aanleiding daarvan zal nu door de gewes telijke comite's van Gelderland en Zuid-Holland nader een besluit worden genomen. Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het commissariaat van politie: sleutels, R. K. kerkboekje, beitel, zwart langharig hondje met halsband, naamstempel, damesceintuur. Terug te bekomen aan de volgende adressen: sleutel, W. v. d. Vlies, Touwbaan 28; zilveren armband, J. Winkel, Beierlandsche straat 63; heeren-horloge met ketting, M, v. Loon, Singel 133zilveren damesremontoir, met ketting, L. F. Krabbendam, Emmastraat 19 kinder-portemon- naie, met eenig geld, J. S. Martens, Damlaan 4919 doublé broche, J. v. Vliet, Hoofdstraat 47dames- paraptuie, kantoor Gem.-Ontvanger, Tuinlaan zilveren lepeltje, kantoor Gem. ReinigingDuif, C. Schep, Botersiraat 39. Concert. Wjj herinneren bij dezen nog aan het concert door Schiedams Mannenkoor Orpheus morgen (Zondag) namiddag li ure in de Officieren Ver- eeniging te geven. De rijksveldwachter A. J. Tilman, van de brigade Schiedam, is met ingang van 12 Juni overgeplaatst van Overschie naar Monster. In verband met den vermelden diefstal van kippen aan den Oostsingel is gister middag nog een persoon aangehouden als verdacht van medeplichtigheid. De eerst aangehoudene en de laatsbedoelde zijn beiden, na proces-verbaal, ontslagen. UIT HOEK-VAN-HOLLAND. Bij het bezoek, dat de hertogin van Mecklenburg gisier onder geleide van Z. K. H. Prins Hendrik aan den Hoek van Heiland brachten, toonden de hooge gasten zich zeer ingenomen met de uit rusting van het station voor den reddingdienst aan oen Hoek van Holland, het eenige op het vasteland dat een stoomreddingboot bezit en dat buitendien, in onderscheiding met andere, het eenige station ter wereld is waar twee stoomred- dingbooten gereed liggen. Gistermiddag 4.30 keerde Prins Hendrik met zijn gezelschap van de oefening terug en vertrok naar Den Haag. Onze correspondent te 's-Gravenhage meldt ons Don Haag toont dezen dag weer dezelfde feest stemming als voor weinige weken geleden, an dermaal een algemeene vlaggentooi, alle straten eivol van een feestende menigte, en als het te gen den middag loopt een onafzienbare menschen- haag in de straten waarlangs de stoet zich zoo straks naar de Willemskerk zal begeven. Echter op dit oogenblik zijn het nog de schitterende equipages, die de genoodigden ter kerke voeren, welke de aandacht trekken. Ook wij begeven ons naar de Willemskerk, het fraaie gebouw dat Koning Willem III indertijd schonk, de kerk die reeds eenige malen een grootsche plechtigheid binnen hare muren zag voltrekken en die nu Juliana's doopvont zal overkoepelen. Eigenlijk had de Groote of St. Jacobskerk de voorkeur voor deze plechtigheid verdiend, daar dat monumentale gebouw in staat is een veel grooter aantal genoodigden te herbergen. Echter ten slotte is na veel wikken en wegen de keuze gevallen op de Willemskerk, vooral omdat de weg van het Paleis naar de Riviervischmarkt, waar de „St. Jacob" is gelegen, zoo uiterst nauw is en voor den stoet vooral met het oog op de duizenden toeschouwers, die verwacht werden, hoogst bezwaarlijk is. De Willemskerk. De Willemskerk heeft weinig van een monu mentale kerk. Dat is ook niet te verwonderen, want zij was oorspronkelijk bestemd als mané ge voor de cavallerie. Dat was althans de be stemming waarvoor Koning Willem de tweede haar liet bouwen. Zij werd in 1850 voltooid, 6 jaren vroeger den 26en Mei 1844 werd de eerste steen gelegd door de dochter des Konings, Prinses Sophia, de latere Groot-Hertogin van Saxen-Weimar Eisenach. Evenwel als manége zijn de gebouwen nimmer gebruikt, en toen in vijftiger jaren zich bij de Hervormde Gemeente de behoefte aan een vierde kerk deed kennen, schonk Z. M. Koning Willem de Derde in het jaar 1853 de manége aan de Ned. Duitsche Hervormde Gemeente ten einde de schenking in een kerk te doen veranderen. De Ned. Herv. Gemeente heeft toen aan de gebouwen ongeveer een ton gouds besteed en kwam daardoor in het bezit van een wel is waar niet ruime, maar uiterst gunstig gelegen kerk. De kerk zelf is onder den invloed van haar afkomst nu niet zoozeer een monumentaal Godsgebouw, al herinneren haar lijnen den go- tischen bouwvorm en al getuigt het geheel van den architectonischen smaak van wijlen Koning Willem de Tweede. Z. Majesteit Willem de Derde schonk aan de kerk ook haar zilveren vaatwerk bestaande uit vier Avondmaalbekers, twee schenkkannen, en een groote en twee klei nere zilveren schalen, een paar giftenbekers en een doopvont, die allen in gotischen stijl zijn gedreven, en voorbeelden van zilversmeedkunst zijn, die de werkplaatsen van de firma van Kempen te Voorschoten alle eer aandoen. De zilveren doopvont, die bij den doop van Koningin Wilhelmina werd gebezigd, zal ook bij de ge wijde handeling van zoo aanstonds dienst doen. In de kerk. In den omtrek van de Kerk is het thans, nu de zon reeds de middagstee heeft verlaten, een geros en gerij van schitterende equipages, die de genoodigden, autoriteiten in gala of ambts uniform naar de kerk voeren. Hunne bonte en goudversierde uitmonsteringen, de sierselen op de breede borsten het wuiven der witte pluimen hunner steken en niet minder de rijke costumes der dames, zij ontlokken aan de „en haie" ge schaarde toeschouwers voortdurend kreten van bewondering. In de kerk binnen de eenvoudige maar daar door juist fraaie versiering, die het gebouw her schapen heeft in een bedehuis met nog wij dingsvoller stemming dan in gewone dagen, is het aanvankelijk door de begroetingen en het drukke bewegen een bizar gewemel. Maar nu het tegen één uur loopt, komt daarin rust en weldra zijn allen gezeten, uitgenomen de vor stelijke gasten en het Koninklijk Echtpaar, die weldra van het Paleis zullen aanrijden. Het nog verschijnen van enkele hoogwaardigheidsbe- kleeders heeft de algemeene aandacht. Wanneer wij thans het zoo van gewichtigen ernst vervulde interrieur overzien, dan blikken wij op een groote schare hoogwaardigheidbe- kleeders, Ministers en staatslieden, diplomaten enz. en in de wijde corridors de ceremonie meesters. Alleen het front met de zetels voor de leden van het Koninklijk Huis waren nog onbezet. De leden van de Koninklijke Familie zullen hun plaats vinden tegen den doopvont in prachtige vergulde fauteuls met kunstig lof werk besneden en fraai gobelin bekleed. Daar rondom, in de banken, om de plaatsen van de gelukkige koninklijke ouders en de hun omrin gend vorstelijke genoodigden schaarden zich de dames du palais en hofdames,wijl de volgende rij en gevuld waren met de in schitterende uniformen getooide grootofficieren, de adjudanten en bui tengewone adjudanten en verdere hoogwaardig- heidsbekleeders bij den dienst van het Konink lijk Huis. Ter zijde in de banken de Voorzitters der beide Kamers, daarachter de Ministers, de Departementshoofden, de vice-president van den Raad van State, de president en de procureur- generaal van den Hoogen Raad, Commissaris der Koningin en den Burgemeester der Residentie. In het vak links een bonte mengeling van de weelderige tenues der vreemde gezanten en hunne delegaties. En rondom dat alles heen weer een krans van toilettentooi, die de met goud en zilver en ordeteeken rijke beladen uni formen omranden. De galerijen zijn gevuld met de leden der Kamers, van den Raad, de Magi stratuur en tal van niet officieel genoodigde civiele en militaire autoriteiten. In het geheel een 300 tal genoodigden. De komst der Koninklijke Familie. Als eindelijk in het gewirwar van die bonte pracht rust is gekomen, breekt voor de kerk een heerlijk juichen uit en schallen de trompetten het Wilhelmus. De Koninklijke Familie komt. Precies half twee bereikte de Koninklijke stoet het kerkgebouw. Vergezeld van de vor stelijke familieleden waren H. M. de Koningin en Prins Hendrik in galakoetsen van het Noordeinde gereden. Het gevolg bevond zich reeds in de kerk. Weldra schrijdt nu Koningin Wilhelmina steunend op den arm van Haren Gemaal de kerk binnen, aan den ingang ont vangen door den opperceremoniemeester, Baron van Palland Neerijnen, en een commissie be staande uit de heeren ds. Obbing, ds. Zeydsner, jhr. Hoeufft, jhr. Repelaer van Driel en de Mol van Otterloo, allen leden van den kerkeraad of het college van kerkvoogden. In de ontvang kamer had een korte begroeting plaats. Deze ontvangkamer was niet versierd, alleen in de vestibule was een prachtvolle palmenversiering aangebracht, zooals ook in de kerk slechts om den voet van den preekstoel. Onder den statigen orgeldreun worden de Koninklijke Ouders naar de zetels geleid. De Koninklijke en Vorstelijke Familieleden nemen rond hen plaats, teweten H. M. de Koningin- Moeder, koningin Emma, en H. K. H. de Groot Hertogin Maria van Mecklenburg SwerinH. K. H. de Vorstin Weduwe von WiedH. D. H. Prinses Thekla van Swarzburg-RudolstadtH. D. H. de Vorstin van Erbach Schónberg; H. D. H. de Prinses Louise von Wied; Z. H. Johan. Albrecht Hertog van Mecklenburg, Regent van het Hertogdom BrunswijkZ. H. Adolf Frie- drich van Mecklenburg en Z. H. de Vorst van Erbach Schönberg. Inmiddels mengt de zang van de Kon. Zangvereeniging „Excelsior" zich met de orgeltonen en klonk plechtig door het kerkruim. Den hoogen God alleen zij eer! Elk kniel voor Hem aanbiddend neer Wanneer ook dit lied weerklonken heeft rijst andermaal een danklied op, en zingt de gansche gemeente Psalm Loof, loof den Heer, mijn ziel! met alle krachten, Verhef Zijn naam, zoo groot, zoo heilig 't achten. Dan beklimt dr. Gerretsen, de waarnemende hofpredikant, den kansel en spreekt het woord van welkom uit, waarbij hij zich in het bijzonder richtte tot H. M. de Koningin, Z. K. H. den Prins, H. M. de Koningin—Moeder, en des Prinsen Moeder de Groot Hertogin Weduwe van Mecklenburg. Wij zijn „zoo ging de prediker- voort, hier gekomen om te doopen, dat mogen wij geen oogenblik vergeten maar om dit te kunnen doen, moeten wij zijn voorbereid." Dit is de beteekenis van sprekers inleidend woord doch dit woord zal niet kunnen worden inge leid tenzij God zijn zegen er aan verbindt. Hierop volgde gebed en opgave der tekst Lukas 7:15b, „En Jezus gaf hem zijn moeder" Er is schijnbaar weinig overeenstemming al dus ving alsmr de predikant de dooprede aan, tusschen de geschiedenis van de opwekking van den Jongeling te Nairn en een doopsbediening- Toch is dit wel het geval, indien wij bedenken dat de doop in de oud christelijke kerk door onderdompeling geschiedde. Deze onderdompe ling was volgens Paulus een begraven worden met Christus, opdat men met Christus zal wor den opgewekt tot een nieuw leven. Dit moet ook met Prinses Juliana geschieden in de diep ste beteekenis van den doop. Onze tekst wijst er ons verder op dat het kindeke het eigendom des Heeren is. Zoo zijn ook onze kinderen des Heeren eigendom. De doop zegt ons ditdat is een der grondgedachten der Reformatie, die tot groote troost is voor de ouders, die nu weten hoe onze kinderen zijn des Heeren, niemand kan ze deren. De Moeder van den Jongeling van Nairn ont vangt het Kind levend, van den Heer terug en zoo ontvangen ook de ouders die in den Doop hun kinderen den Heer geven, Hun Kinderen van Hem terug, maar dan rijker, dan zij het den Heer geschonken hebben. Ten slotte wijst ons tekst woord er ons op dat de Heer ons, onze Kinde ren geeft omdat wij ze ter eere van Zijn naam, zouden groot brengen. Hij geeft het kind in het bijzonder aan de Moeder opdat die haar groote taak zal kunnen volbrengen. Nadat de voorganger er nog op gewezen had dat de be teekenis van de moeder voor het leven van een volk zeer groot is, waarbij hij herinnerde aan de verhouding van Juliana van Stolberg tot Prins Willem I, eindigde hij met een citaat uit den catechismus van de gereformeerde ge meente te Londen, de moederkerk van onze gereformeerde kerken, zijne rede. De Komst van de Prinses. Plotseling breekt buiten andermaal het juichen uit. De prediker zwijgt. Het Wilhelmus weer klinkt en breekt tot in het kerkgebouw door. De jonggeboren Prinses is in aantocht. Ongeveer een kwartier uurs na het vertrek van de Koninklijke Ouders naar de kerk was de gouden koets, het geschenk der Amsterdam- sche burgerij, voorgereden, om den voor Neder land zoo kostbaren schat naar den doop te geleiden. Het was een schitterende stoet. Aan het hoofd een half eskadron huzaren, wier trap pelende lustige en levendige rossen een vroo lijken cadans trappelden. Daarna volgden de bekende galakoetsen zooals bij zoo menige plechtige gelegenheid. Naast de portieren wandelen statig lakeien. De eerste koets bespannen met twee paarden, draagt den ceremoniemeester. In het tweede rijtuig, eveneens met twee paarden bespannen, zijn de kamerheeren gezeten, die straks het doopkleed zullen vasthouden En dan Zes statige rossen komen in zwierigen maat gang, als voerden zij geen enkelen last. Hun schitterende tuiggage blikkert in het helle licht, maar het toppunt van alle glans is, de gouden koets, waarin de waarnemende Meesteres en de Grootmeester van H. M., en de verpleegstei gezeten zijn, de Grootmeesteres in Hare armen Hare K. Hoogheid de jonggeboren Prinses dra gend. Naast elk portier gaan drie lakeien. Dan weder de huzaren die als eere eskorte den stoet sluiten. Zoo is de stoet gereden door Paleis-, Oranje-, Park- en Alexanderstraten, de Sophialaan tot voor de deur der kerk, zijde Mauritskade. Overal waar de stoet langs de dichtgeschaarde menigte trokluide hoezee's, hartelijke ovaties en enthousiast gejubel. Aan den ingang der kerk werd de jonggeboren Prinses opgewacht door den opperceremonie meester en reeds genoemde commissie. Als aan den ingang der kerk de breede plooi van het draperie saamgevouwen, de ingang zich opend» dan heerscht in de kerk een diepe stilte en draagt de Grootmeesteres, de Jonggeboren Prinses binnen. Zij is omgeven door den eere-ceremonie- meester en de beide kamerheeren, die de slippen van het wit kanten doopkleed vasthouden. Als de Grootmeesteres ter zijde van den preekstoel heeft plaats genomen, zingt „Excelsior" de Prinses Gezang 13: 2 en 6 toe. Eens wordt, de sterkste rots vergruisd, En 't hoogst gebergt stort in, Maar Mijn genaverbond met u, Oprechtenwankelt niet. Enz. De Doop. Eindelijk is de plechtige stonde aangebroken, en rijzen de Koninklijke Ouders op van hunne zetels om zich naar den doopvont te begeven. De predikant leest plechtig het formulier van den Heiligen Doop voor, waarna ook de waar nemende Grootmeesteres oprijst en met een diepe buiging voor H. M. de Koningin de jonggeboren Prinses aan de Koninklijke Moedei' overgeeft, die het ten doop zal houden. Een groote ontroering maakt zich van alle aanwezigen meester. Met een dankbare en hooge voldoening slaan zij de gewijde handeling gade en een stroom van plechtige verrukking deelt zich aan allen mede als de Wateren des Leven3 den zegen des Allerhoogste over de jeugdige Prinses voeren en haar binnenleiden in de ge meenschap der geloovigen. Dan rijst een danklied op. De geheele gemeente zingt Psalm 134: 3. H. M. de Koningin geeft vervolgens haar kindeke aan de Grootmeesteres over, die thans met het zelfde gevolg als waarmede de Prinses naar de kerk werd gevoerd, hare eervolle zen ding volbrengt door de Prinses naar het Paleis terug te voeren met hetzelfde ceremonieel als zoo straks beschreven werd. De sluiting. Vervolgens spreekt de leeraar het dankgebed uit, en zingt het koor den Lofzang „Lof zij den Heer, den Almachtigen Koning der eere"» enz. Als dan de plechtigheid gesloten is, geleidt de opperceremoniemeester, vergezeld van de ker kelijke Commissie de Koninklijke Familie naar de buiten wachtende rijtuigen. Het „Wilhelmus" weerklinkt. Het vreugde gejuich breekt wederom uit, weldra verdwijnt de Koninklijke stoet in de richting van het Paleis. In de straten geeft dit opnieuw aanleiding tot vreugdevolle demonstraties en de hoezee's verstommen eerst als de Koninklijke Familie het Paleis heeft bereikt. In Den Haag blijft de drukte den geheeleö middag aanhouden en ook heden-avond zal de residentie wel weer een en al feest zijn. Wij vermelden nu nog dat de Koningin, die er opvallend goed uitzag, uiterst smaakvol was gekleed in costuum en hoed „style empire", het geheel in een uiterst zachten toon van cham- pagnekleurige stof. De hoed model „Turban Empire" is gemaakt van champagnekleurige tulle en echte kant, de beroemde point d'Alengon, terwijl zij gedekt is doen- een groote witte, aigrette colonel. ONGELUK MET HET KONINKLIJK RIJTUIG. Men seint ons uit Den Haag Bij de aankomst aan de kerk reed het rijtuig» waarin H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins zaten, op een voorafgaand rijtuig, dat reeds bij de kerk stond. Het Koninklijk Echtpaar stapte onmiddellijk uit. Zij hadden geen letsel bekomen. Met vereende krachten werden, na veel moeite» de rijtuigen uit elkaar gehaald. Men seint ons nader: H. M. de Koningin en Prins Hendrik keerden in een ander rijtuig terug. De Koningin wa3 hevig verschrikt. De boom van het rijtuig werd onbruikbaar door den eigenaardigen bou^ van de galakoets, welke in riemen hangt. D° koets zwiepte hevig. Bjj een twist gedood. De vreugde °P het Prinssefeest in het nabjj Woerden gelegeB Nieuwerbrug is Donderdagavond op treurige wil20 afgebroken, door dat twee personen twist kregeD' waarvan de een door den ander op den grond wer geworpen met het gevolg dat hq bqna onmidd® lqk dood was. Het lqk is gisteren naar Utrec_.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 2