blad»- en üewesteljjk Nieuws.
blqven van de wisselende behoefte van de begroo
ting. Men schept op die wjjze een toestand als in
sommige Zuidamerikaansche staten, waar het tarief
steeds voor een jaar wordt vastgesteld en waar
men eerst na het vèrschjjnen van de ^begrooting
weet, hoe het tarief er het volgende jaar zal uit-
Zulk een toestand van onzekerheid moet het
zien.
toe
handels verkeer, dat in de eerste plaats vaste
standen eischt, ernstig benadeelen.
Met instemming worden stemmen vermeld, die
betoogen, dat dit even verwerpelijk is van protec
tionistisch als van vrjjhandelsgezind standpunt-
Het is een ernstige achteruitgang in vergelijking
met de toestanden, die handelstractaten in andere
landen scheppen. De verhooging met 30 pet. wordt
als een groot kwaad voor vele takken van nijver
heid beschouwd."
Statenverkiezing.
De candidaatsstelling voor de Prov. Staten van
Zuid-Holland (vac- van Hattum van Ellewoutsdjjk
is bepaald op 1 Dec.stemming en herstemming
op 15 en 29 December.
Lichting 1900.
De lichting der Nationale Militie van het jaar
1910 bedraagt 17.500 man, waarvan 12.300 ter
volledige oefening en 5200 tot korte oefening
zullen worden ingelijfd.
Yan de ter volledige oefening in te lijven man
schappen worden 400 man bestemd voor den dienst
ter zee.
Huldeblijk.
Naar men weet, heeft zich te Curasao een com
missie gevormd, met het doel aan jhr. J. O. de
Jong van Beek en Donk, afgetreden Gouverneur
van Curapao, bij zjjn vertrek uit de kolonie een
stoffelijk bljjk van achting aan te bieden.
Naar thans het »Hbld." meldt, bestaat de com
missie uit de heerenH. M. Penso, tjjd. onder*
voorzitter van den Kolonialen Raad dr. M. Fergu
son, lid van den Raad van Bestuur. D. I. Querido,
predikaut bjj de Ned. Port. Israël. Gemeente, II.
Chapman, praktizjjn bjj het Hof van Justitie en
C. B. Debrot, koopman. Voor het aan te bieden
geschenk is de keuze gevallen op een portret in
olieverf van jhr. De Jong en echtgenoote. Het
voornemen bestaat de vervaardiging op te dragen
aan een Nederlandschen kunstschilder.
De Spellingkwestie.
Aan deleden der Staatscommissie voor de spel
lingkwestie is een adres van Zuid-AlriKaansche
voormannen gezonden, waarin de hoop wordt uit
gesproken, dat de schrijfwijze,, die in Zuid-Afrika
voor het Nederlandsch gevolgd wordt, ter aanne
ming in Nederland zal kunnen worden aanbevolen.
Aan dat adres is een betuiging van instemming
van Louis Botha toegevoegd.
Het hoofdbestuur der Ned.-Zuid-Afrikaansche
Vereeniging heeft aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken medegedeeld, dat het aan het adres
zijn adhaesie hecht.
F. Mendelssohn-Bartholdy, »La Vierge a la Crèche
van Cesar Franck en «Still wie die Nacht", van
Carl Götze.
Met veel gevoel en waardige stemming werden
deze nummers door hen voorgedragen. De samen
zang was voortreffelijk, vooral in de twee laatst
genoemde nummers.
De twee solisten hadden ieder afzonderlijk nog
gelegenheid in eenige nummers blijk te geven van
hunne groote muzikale ontwikkeling.
De heer v. Rjjsselberg vergastte zjjn gehoor op
de Aria's «Gott sei mir gnadig" uit «Paulus" en
»Es ist Genug" uit «Elias'V.beiden van F. Mendels
sohn-Bartholdy, voorts nog op «Gebet" van Ferd.
Hiller.
In het ruime kerkgebouw klonk het massale
geluid van dezen solist uitstekend. Er werd dit
maal zeer mooi door hem gezongen en de wijze
van voordragen liet niets te wenschen over. Wjj
kunnen dan ook gerust zeggen dat het een succes
avond voor hem is geweest.
De sopraan, mevr. Secrève voldeed, beter in de
concertnummers door haar met den bariton voor*
gedragen, dan in de Aria «Höre, Israël" uit den
sElias". Haar stem klonk vaak wat mat en dof.
Toch heeft zjj gister-avond mooie momenten
gehad en komt haar een woord van lof toe voor
het vele schoons, dat ook zjj haar toehoorders te
genieten gaf.
De heer Secrève bracht ter afwisseling op het
harmonium «Prelidium" van J. S. Bach, «Toccata"
van Jos. Rheinsberger en «Grand Chceur Triom-
phal" van Alex Guilmant ten gehoore. Hjj heeft
zich zoowel bjj deze als bij de begeleiding der overige
programnummers doen kennen als een degelijk
onderlegd organist, aan wien de orgelbespeling
uitstekend is toevertrouwd. Jammer was 't voor
zeker, dat er niet een mooier klinkend harmo
nium was. De orgel-nummers zouden dan nog
beter tot hun reebt zijn gekomen.
De heer Jan Manifarges (viool) was verhinderd
gister-avond bjj het concert op te treden. Zijn plaats
werd ingenomen door mejuffrouw Henr. Hus, uit
Den Haag. Deze violiste bleek volkomen voor
haar taak te zjjn berekend. Haar spel imponeerde
ons zeer. De «Adagio Religioso" van Vieuxtemps
was wel het beste dat we van haar hoorden.
Het concert mag alleszins geslaagd heeten
en voorzeker zal het bjj een volgende gelegenheid
den solisten weer niet aan een talrijke schare toe
hoorders ontbreken.
Bjj de gister te Rotterdam gehou
den examens vrjje- en orde oefeningen der gymna
stiek slaagde o. m. mej. C. W. Snel alhier.
Uitvoering van Gewjjde Muziek.
In de Groote kerk alhier werd gister-avond een
uitvoering gegeven van gewjjde muziek. Er waSj
geiet op het ongunstig weer, een vrjj talrjjk
publiek in het kerkgebouw. Voor de liefhebbers
van gewjjde muziek is er gisteravond veel schoons
te genieten geweest.
De heer Jan van Rijsselberg (bariton) en me
vrouw W. Secrève van Emminckhoven (sopraan)
traden als solisten op.
Door hen werden gezongen«Die Nahe des
Herrn", van H. A. Meyroos, »Die Wittwe aus
Zarpath und Elias" uit het oratorium «Elias", van
Anti-suikeraccjj nsbond.
Onder leiding van prof. dr. C. H. Pekelharing
had gister eene algemeene vergadering te Utrecht
plaats van bovengenoemden Bond. In zjjn openings
woord bracht de voorzitter een woord van hulde
aan den nagedachtenis van den overleden president,
den heer T. J. Potter. Daarna bracht desecreta-
taris zjjn jaarverslag uit, waarin o.a. werd gecon
stateerd, dat het wetsontwerp tot geleidelijke ver
laging van den suikeraccjjns door de vorige regee
ring weder werd ingetrokken, terwjjl bjj de onlangs
ingediende begrooting van een dergelijke verlaging
zelfs geen sprake geweest. Ook wacht men nog
steeds op de in uitzicht gestelde bepalingen tot
wettelijke regeling van den verkoop van saccharine,
tot nu toe aan geen enkele beperking gebonden.
De toestand der financiën is, dat het kassaldo be
draagt t 1229.62. De vereeniging telt thans 2
donateurs en 113 leden. Vervolgens werd in het
bestuur gekozen de heer Sax te Wageningen. Na
nog enkele besprekingen van huishoudeljjken aard
werd daarop de vergadering gesloten, met een op
wekkend .woord van den voorzitter, die aanmaande
in woord en geschrift mede te merken tot het be
reiken van een verlaging van suikeraccjjns, die,
het bestuur is ten deze optimist, zeker niet lang
meer zal kunnen uitblijven.
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 2 8 October 1909, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 771.7 te Horta.
Laagste barometerstand 742.5 te Iledaix.
Verwachting tot den avond van 29 October
veranderlijk later matige westeljjke wind, meest
betrokken, waarschjjnljjk nog regen, zelfde tem
peratuur.
Mej. A. Jansen WHdr., slaagde gis
ter te Deventer bij de aldaar gehouden examens
vrjje- en ordeoefeningen der gymnastiek.
UIT ROTTERDAM.
De heeren mr. A. de Jong, H. Diemer, B. J.
Gerretson en mr. J. H. D. Schenkenberg van
Mierop hebben bij den Raad van Rotterdam de
volgende motie ingediend
«De Raad, van oordeel, dat dekking van het
geraamde tekort op de begrooting voor het dienst
jaar 1910 niet moet geschieden door de voorge
stelde verhooging van de opcenten op de perso-
neele belasting en afschaffing van de reductie be
doeld in art. 6 der verordening op de straatbe
lasting, maar, indien noodig, moet worden ge
vonden door verhooging van het percentage der
inkomstenbelasting,
besluit voorloopig de geraamde opbrengst der
inkomstenbelasting op het vereischte hoogere be
drag uit te trekken,
noodigt Burgemeester en Wethouders uit de
eventueel tot verhooging van het percentage der
inkomstenbelasting strekkende voorstellen in te
dienen, daarbjj tevens in zake het vraagstuk van
gelijktijdige invoering van den kinderaftrek te
willen praeadviseeren,
en gaat over tot de orde van den dag".
Voortgezette Vergadering van den Raad der
gemeente Schiedam, op Woensdag 27 Octo
ber 1909, des namiddags ten 2 uur.
Voorzitterde Burgemeester, de heer dr. M. A.
Brants.
Tegenwoordig 15 leden.
Afwezig de heeren mr. Jansen, Gouka, Van der
Drift, Ris, Kranen en Goslinga, de drie eerstge-
noemden met kennisgeving.
Gemeente-begrooting.
De Voorzitter deelt mede, terugkomend op
volgn. 87, dat het bedrag op dien post uitgetrok
ken voor de 9e tienjarige volkstelling met f400
kan verminderd en dus van t 2000 tot f 1600 terug
gebracht. 't Is nameljjk gebleken, dat het werk
van die tellers kan vereenvoudigd worden, waar
door f400 op die post kan worden geschrapt.
Bij het volgn. waarop voorkomt de politiehond
en de klerk vraagt de heer Wittkampf of
men voor f200 een goeden politiehond kan krijgen.
De Voorzitter betwijfelt of men voor dat
bedrag een prima hond zal bekomenmaar is er
meer noodig, dan zullen B. en W. meer vragen,
zoo niet voor den hond dan voor de voeding.
De post wordt dus voor hond en klerk met f 600
verhoogd.
Bjj volgn. 104, den post voor het schouwen der
epoelingbakken en distilleerketels, merkt de heer
Koopmans op.
In de derde sectie heeft hjj gevraagd of B. en
W. inlichtingen konden geven in zake den in uit
zicht gestelden schouw op ruwketels het antwoord
was een weerklank op de vraag en liet hem onbe
vredigd. Daarom vraagt hjj hier nogmaals of
B. en W. daaromtrent iets bekend is en 't niet
op hun weg ligt in bedoelde richtipg eenigen
aandrang uit te oefenen, te vragen of het wetsont
werp in bewerking is en er te dezer zake wordt
voortgegaan of stil gezeten.
De Voorzitter antwoordt, dat als B. en W.
iets definitiefs gevonden hadden, ze dit zeker zou
den medegedeeld hebben. Hjj wil wel eens pro-
beeren te vernemen in welk stadiom de zaak is
en er dan binnenkort meer van zeggen.
De heer Koopmans dankt voor de goede
voornemens.
Bij volgn. 106onderhoud van brand- blusch-
en reddingsmiddelen vraagt de heer Wittkampf
voor de stoombrandspuit een ander type van paard
te spannen de knol van den reinigingsdienst die
er nu voor gespannen word', is naar kracht en
bouw niet in staat om dat gevaarte te trekken,
zoodat de straat er van davert.
De Voorzitte r zegt, dat dit moeilijk is te
regelenal zijn de paarden van den reinigings
dienst over 't geheel voor dat werk niet geschikt,
toch zou 't mogelijk zjjn dat enkele reinigings
paarden daarvoor waren te gebruiken.
De heer Wittkampf zegt, dat het paard op
hem den indruk maakte van een hardloopenden
olifant.
Bjj volgn. 109 toelage aan de gezondheidscom
missie, vraagt de heer Koopmans eenige nadere
verklaring ter zake van de opmerking door hem
in de sectie gemaakt.
De Voorzitter zegt, dat die in de zelfde
richting gaat als de
Motie De Groot,
welke nu aan de orde is.
De Voorzitter verzekert dat B. en W. het
zelfde willen wat de heer De Groot beoogtschei
ding van woning en fabriekswjjk, maar bjj hen
geldt de groote vraagin hoever de uitvoering
van het denkbeeld zal leiden tot eene botsing van
de Bouwverordening met de Hinderwet. De motie-
De Groot komt intusschen het streven van B. en
W. in het gevlei en voorz. hoopt het beoogde doel
zal bereikt worden.
De heer Koopmans meent, dat de motie
beoogt, B. en W. aan de hand eener verordening
een gemakkelijk middel aan de hand te doen om
woning- en fabriekswjjk te scheiden en meent, dat
dit door de Hinderwet niet wordt verboden.
De Voorzitter zegt, dat het College het
hoofddoel toejuicht en hoopt, dat de verordening
zal kunnen tot stand komen.
De heer De Groot ziet met genoegen dat de
motie sympathie wekt bij B. en W. en men 't in
begiusel eens is. De Hinderwet doet in art. 4b
dergeljjke verordening voorzien.
De Voorzitter zegt, dat het aangehaalde
artikel der Hinderwet doelt op bepaalde inrich
tingen en van zeer beperkende strekking is;overigens
herhaalt hjj, dat B. en W. gaarne in die richting
gaan.
De heer De Groot meent, dat als men 't dan
met elkaar eens is, aan de bezwaren het hoofd
moet worden geboden.
De Voorzitter verzekert, dat B. en W.
gaarne zullen zien de aandrang tot zulk een ver
ordening uit den boezem van den Raad komt.
De heer Wittkampf verklaart, dat hjj er
niet toe zal meewerken en er tegen is hij meent,
dat elke bouwaanvraag op zich zelf moet beoor
deeld worden ea acht 't dwaasheid zich te binden.
De Voorzitter zou 't geheel met hem eens
zjjn als het geheele westen der gemeente behoorde
maar men moet ook rekening houden met andere
grondeigenaars.
De heer Wittkampf meent, dat toch het
grootste deel eigendom der gemeente is.
De Voorzitter noemt nog eeu viertal andere
grondeigenaars en meent, dat de tabrieksbouw
aldaar ook zonder met de Hinderwet in botsing te
komen, erg hinderlijk kan zjjn.
De heer De Groot merkt op, dat waar de
heer Wittkampf het behandelen van elk geval
op zich zelf een voordeel acht, hjj daarin een
nadeel ziet. Maar een verordening is niet voor
eeuwen en geen wet van Meden en Perzen wij
kunnen de grens verlengen en komt er een aan
vang tot fabrieksbouw bepaald in de woningwjjk,
een aanvraag die voor de gemeente zeer voordeelig
is, eene uitzondering maken.
De heer Wittkampf vraagt, waar er hier
geen sprake is van een wet van Meden en Perzen,
waarom dan niet elk geval op zich zelf kan beoor
deeld worden. Men maakt aldus het aantal bezwa
ren voor Schiedam al weer grooter, Schiedam staat
daaromtrent toch al niet in een goed blaadje en
wjj moeten dien indruk niet versterken.
De Voorzitter herhaalt dat B. en W. veel
heil zien in een dergeljjke verordening, maar om
reden der bezwaren talmden er mee te komen.
De wethouder van gemeentewerken, de heer
Van Westendorp, spreekt het vertrouwen
uit, dat de verordening er zal komen, tenzjj onover
komelijke bezwaren zich voordoen. Welken indruk
krijgt eigenljjk de vreemdeling van Schiedam
Naast een mooi huis staat een pakhuis, een boer
derij enz. Dat is door den loop der omstandigheden
zoo gekomenmen vondt 't gemakkelijk het huis
te hebben naast de branderij. Wjj moeten iets
meer doen voor de hygiène en zjjn daarin nog
zeer achterljjk. Als wjj het westeijjk deel voor
woningwjjk bestemmen, zullen zjj die minder
gesteld zjjn op de nabjjbeid der fabrieken, zich
daar kunnen vestigen en dan bljjft er werkelijk
nog een groot gedeelte voor de industrie over.
Spr. wjjst op het naburige Vlaardingen, dat inder
daad met zijn nette woningwjjken een mooien
indruk maakt. Fabrieken als die van de heeren
Nolet, Ingelse en Ivormica moesten in het weste
lijk deel niet gevonden worden. Schiedam heeft
terrein ook aan water genoeg om de industrie
plaats te geven, wier vestiging in de gemeente hjj
overigens gaarne wil bevorderen hjj raadt nu een
stap in die richting te beproeven.
De heer W i 11 k a m p ontraadt beslist door een
dergelijke verordening den goeden naam van Schie
dam, die toch al zooveel heeft geleden, in gevaar
te brengeD. Hjj herinnert aan de scène met het
drogen van granen de gezondheidscommissie wilde
een proef nemen en het gemeentebestuur wei
gerde dat.
De Voorzitter verzekert, dat het gemeente
bestuur moest weigeren door treurige ervaring op
dit punt, waar men 't reeds van baksheid beschul
digd had.
De beer Van der Velden wil vragen, welke
grens hier zal gebakend worden.
De Voorzitter antwoord, dat nu alleen de
motie behandeld wordt; de bedoelde vraag zal
gelden als de verordening aan de orde komt.
De heer mr. von Briel Sas se meent,
dat het moeiljjk zal zjjn hieromtrent een
verordening tot stand te brengen hjj kan
niet meegaan met het denkbeeld in de motie
De Groot belichaamd en wil vrjjheid behouden
voor iedere aanvrage. Schiedam is nu eenmaal
niet Den Haag en wat gebeurd is, is niet meer
goed te maken.
De heer De Groot is verrast over de princi-
pieele bestrijding van zjjn motie. Hjj betoogt, dat
die zich kan baseeren op de Hinderwet en meent
dat een verordening gegrond op de wet, toch niet
juridisch zwak kan staan. Practische bezwaren
zullen zich altjjd voordoen, maar hjj meent er
iels gedaan moet worden voor de gezondheid, de
long en de rust der ingezetenen.
De motie wordt aangenomen met 87 stemmen
Tegen stemmen de heeren Nolet, Klein, Van
der Meer, Van der Velden, Beukers, Wittkampf
en mr. von Briel Sasse.
Bjj volgn. 110, den post voor de epidemische
ziekten, herhaalt de heer De Bruin zjjn vraag
in de sectiën gedaan over het verleenen van scha
devergoeding bjj het ontsmetten van goederen
geen enkele verordening bestaat daaromtrent, in
andere plaatsen welhjj acht die ook hier wen-
scheljjk.
De Voorzitter zegt, dat wanneer ontsmet
ting plaats heeft op last van den burgemeester, de
gemeente de kosten draagtmaar de schade wordt
niet vergoed; uitdrukkelijk is omschreven, dat de
gemeente niet aansprakelijk is voor de schade.
Waar 't haar echter niet verboden is schadevergoe
ding te geven, acht de voorzitter 't noodig daarin
te voorzien goederen kunnen dikwjjls na ontsmet
ting niet meer gebruikt worden.
De heer De Bruin zegt. dat in het bedoelde
geval wel een en ander is geboden, maar dat acht
hjj niet voldoendehjj wil het recht op vergoeding
geven.
De Voorzitter zegt dat B. en W. dit in
overweging zullen nemen.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
brengt bjj volgn. 111, de openbare zwemplaats,
de kwestie van het Volksbadhuis nog eens
ter sprake. Waar er nog geen beslissing is,
is hjj toch overtuigd, dat 't zoo niet kan bljjven,
men kan 't geen jaar uitstellen't kan geen jaar
meer duren.
De heer Wittkampf meent, dat hier sprake
is van eventueele subsidie.
De Voorzitter verklaart, dat deze zaak be
hoort bjj onvoorziene uitgaven, dan kan men ze
beter overzien.
Bjj volgn. 121 kosten van bruggen en overzet
veren merkt de Voorzitter op, dat de post met
f250 kan verminderd worden voor den tjjd dat
de Korte Havenbrug in reparatie is geweest.
Bjj volgn. 124 onderhoud van klokken, wilde de
heer De Bruin, het werk van het carillon be
spreken, maar de opmerkingen van den heer
Wittkampf en den Voorzitter overtui
gen hem dat dit bjj buitengewone uitgaven thuis
behoort.
$HDe begrooting van den
Reinigingsdienst
komt nu aan de orde.
De heer Wittkampf wil het bestuur van
den reinigingsdienst in overweging geven, de men-
schen die buitenwerk moeten verrichten een doel
matige bescherming voor den regen te ver
schaffen.
De Voorzitter dankt voordien wenk, en
dien uitbreidende tot de paarden, wil hjj menschen
en paarden beiden voorzien.
De wethouder, de heer Honnerlage Grete,
merkt op dat op fol. 107 een post voorkomt van
het huren van een elevator voor het sleepen
naar zee. Waar de betrokken post f5000 meer
bedraagt dan verleden jaar, wil hjj voorstellen zelf
een eigen bakinrichting en elevator aan te schaf
fen, waardoor veel werk bespaard en huur uitge'
wonnen zal worden.
De Voorzitter verklaart namens de com
missie voor de reiniging, dat men niet meer naar
Rotterdam kan vervoeren, maar steeds naar zee
moet sleepen. De commissie kwam tot de over
tuiging dat het hebben van eigen bak en elevator
een uitgave van f7287 zou vorderen. Dat bedrag
zou alleen worden goedgemaakt als andere omlig
gende gemeenten zich van onzen baggermachine
zouden willen doen bedienen en die aldus productief
zou kunnen worden gemaakt. Waar die zekerheid
nog niet is verkregen, kan tot het aanschaffen van
bedoeld materieel nog niet worden overgegaan.
De heer De Bruin vraagt of hier of in de
omliggende gemeenten niet een stuk grond kon
gevonden worden om bedoeld vuil te bergen.
De Voorzitter zegt, dat ook d&t is over
wogen, maar slechts weinig gemeenten die gele
genheid hebben. Mogeljjk had men er in kunnen
voorzien als men een meer profetischen blik had
gehad dan had men het vuil op de opgespoten
gronden kunnen bergen, maar dat is nu niet meer
mogeljjk.
De heer Van der Schalk berekent, dat als
de reinigingsdienst een elevator aanschaft en de
kosten bij afdoening verdeelt, er nog een voordeeltje
van f1000 uit te halen is.
De Voorzitter meent, dat men dan met
rente een aflossing moet rekenen en merkt nog
nader op, dat voor de bediening van den elevator
naar zee 2 man noodig zjjn en dat de reinigings
dienst na het vervallen van het contract met
«Apollo" ook die inkomst mist.
De begrooting wordt aangenomen.
Bjj volgn. 131pakhuis «DetNederlanden", merkt
de heer Wittkampf op, dat de commissie
moet aandringen op het voortzetten van de maat
regelen ona van de twee masten op het schip er
éea te maken.
Bjj hoofdstuk VII kosten van het
Onderwjjs
dankt de heer De Groot voor de opgave van het
aantal leerlingen in de hoogste klassen der scholen.
A en B. Hjj meent, dat die klassen, met 3 en 2
leerlingen, geen reden van bestaan hebben en 't
niet aangaat er zooveel geld voor uit te geven.
De wethouder van Onderwjjs, de heer Hon
nerlage Grete, zegt dat de weinige bezet
ting van de hoogste klasse dier scholen het gevolg
is van het feit, dat er zooveel jongens naar de
H. B. S. gaan met het doel om een diploma te
behalen ook zjj die beter bjj het meer uitgebreid
lager onderwjjs waren geplaatstmaar er is niet
voor iedere klasse een onderwijzer ze worden ge
combineerd. Weth. weet niet wat er dit jaar aan
te doenbeide scholen gaan in leerlingental ach
teruit 73 -J- 128 is zeer weinig en doet het denk
beeld rjjpen van de twee scholen ëen te maken.
De reden dat het leerliDgental achteruitgaat ligt
behalve bjj de H. B. S. ook in andere omstandig
heden. De vraag rjjstis het schoolgeld niet ts
hoog? Reeds zou daaromtrent een andere regeling
zjjn voorgesteld, wachtte men niet op het wets
ontwerp in zake de hoogere subsidie voor het
meer uitgebreid lager onderwjjs. Dan zou <}e