blad»- en üewesteljjk Nieuws. blqven van de wisselende behoefte van de begroo ting. Men schept op die wjjze een toestand als in sommige Zuidamerikaansche staten, waar het tarief steeds voor een jaar wordt vastgesteld en waar men eerst na het vèrschjjnen van de ^begrooting weet, hoe het tarief er het volgende jaar zal uit- Zulk een toestand van onzekerheid moet het zien. toe handels verkeer, dat in de eerste plaats vaste standen eischt, ernstig benadeelen. Met instemming worden stemmen vermeld, die betoogen, dat dit even verwerpelijk is van protec tionistisch als van vrjjhandelsgezind standpunt- Het is een ernstige achteruitgang in vergelijking met de toestanden, die handelstractaten in andere landen scheppen. De verhooging met 30 pet. wordt als een groot kwaad voor vele takken van nijver heid beschouwd." Statenverkiezing. De candidaatsstelling voor de Prov. Staten van Zuid-Holland (vac- van Hattum van Ellewoutsdjjk is bepaald op 1 Dec.stemming en herstemming op 15 en 29 December. Lichting 1900. De lichting der Nationale Militie van het jaar 1910 bedraagt 17.500 man, waarvan 12.300 ter volledige oefening en 5200 tot korte oefening zullen worden ingelijfd. Yan de ter volledige oefening in te lijven man schappen worden 400 man bestemd voor den dienst ter zee. Huldeblijk. Naar men weet, heeft zich te Curasao een com missie gevormd, met het doel aan jhr. J. O. de Jong van Beek en Donk, afgetreden Gouverneur van Curapao, bij zjjn vertrek uit de kolonie een stoffelijk bljjk van achting aan te bieden. Naar thans het »Hbld." meldt, bestaat de com missie uit de heerenH. M. Penso, tjjd. onder* voorzitter van den Kolonialen Raad dr. M. Fergu son, lid van den Raad van Bestuur. D. I. Querido, predikaut bjj de Ned. Port. Israël. Gemeente, II. Chapman, praktizjjn bjj het Hof van Justitie en C. B. Debrot, koopman. Voor het aan te bieden geschenk is de keuze gevallen op een portret in olieverf van jhr. De Jong en echtgenoote. Het voornemen bestaat de vervaardiging op te dragen aan een Nederlandschen kunstschilder. De Spellingkwestie. Aan deleden der Staatscommissie voor de spel lingkwestie is een adres van Zuid-AlriKaansche voormannen gezonden, waarin de hoop wordt uit gesproken, dat de schrijfwijze,, die in Zuid-Afrika voor het Nederlandsch gevolgd wordt, ter aanne ming in Nederland zal kunnen worden aanbevolen. Aan dat adres is een betuiging van instemming van Louis Botha toegevoegd. Het hoofdbestuur der Ned.-Zuid-Afrikaansche Vereeniging heeft aan den Minister van Binnen- landsche Zaken medegedeeld, dat het aan het adres zijn adhaesie hecht. F. Mendelssohn-Bartholdy, »La Vierge a la Crèche van Cesar Franck en «Still wie die Nacht", van Carl Götze. Met veel gevoel en waardige stemming werden deze nummers door hen voorgedragen. De samen zang was voortreffelijk, vooral in de twee laatst genoemde nummers. De twee solisten hadden ieder afzonderlijk nog gelegenheid in eenige nummers blijk te geven van hunne groote muzikale ontwikkeling. De heer v. Rjjsselberg vergastte zjjn gehoor op de Aria's «Gott sei mir gnadig" uit «Paulus" en »Es ist Genug" uit «Elias'V.beiden van F. Mendels sohn-Bartholdy, voorts nog op «Gebet" van Ferd. Hiller. In het ruime kerkgebouw klonk het massale geluid van dezen solist uitstekend. Er werd dit maal zeer mooi door hem gezongen en de wijze van voordragen liet niets te wenschen over. Wjj kunnen dan ook gerust zeggen dat het een succes avond voor hem is geweest. De sopraan, mevr. Secrève voldeed, beter in de concertnummers door haar met den bariton voor* gedragen, dan in de Aria «Höre, Israël" uit den sElias". Haar stem klonk vaak wat mat en dof. Toch heeft zjj gister-avond mooie momenten gehad en komt haar een woord van lof toe voor het vele schoons, dat ook zjj haar toehoorders te genieten gaf. De heer Secrève bracht ter afwisseling op het harmonium «Prelidium" van J. S. Bach, «Toccata" van Jos. Rheinsberger en «Grand Chceur Triom- phal" van Alex Guilmant ten gehoore. Hjj heeft zich zoowel bjj deze als bij de begeleiding der overige programnummers doen kennen als een degelijk onderlegd organist, aan wien de orgelbespeling uitstekend is toevertrouwd. Jammer was 't voor zeker, dat er niet een mooier klinkend harmo nium was. De orgel-nummers zouden dan nog beter tot hun reebt zijn gekomen. De heer Jan Manifarges (viool) was verhinderd gister-avond bjj het concert op te treden. Zijn plaats werd ingenomen door mejuffrouw Henr. Hus, uit Den Haag. Deze violiste bleek volkomen voor haar taak te zjjn berekend. Haar spel imponeerde ons zeer. De «Adagio Religioso" van Vieuxtemps was wel het beste dat we van haar hoorden. Het concert mag alleszins geslaagd heeten en voorzeker zal het bjj een volgende gelegenheid den solisten weer niet aan een talrijke schare toe hoorders ontbreken. Bjj de gister te Rotterdam gehou den examens vrjje- en orde oefeningen der gymna stiek slaagde o. m. mej. C. W. Snel alhier. Uitvoering van Gewjjde Muziek. In de Groote kerk alhier werd gister-avond een uitvoering gegeven van gewjjde muziek. Er waSj geiet op het ongunstig weer, een vrjj talrjjk publiek in het kerkgebouw. Voor de liefhebbers van gewjjde muziek is er gisteravond veel schoons te genieten geweest. De heer Jan van Rijsselberg (bariton) en me vrouw W. Secrève van Emminckhoven (sopraan) traden als solisten op. Door hen werden gezongen«Die Nahe des Herrn", van H. A. Meyroos, »Die Wittwe aus Zarpath und Elias" uit het oratorium «Elias", van Anti-suikeraccjj nsbond. Onder leiding van prof. dr. C. H. Pekelharing had gister eene algemeene vergadering te Utrecht plaats van bovengenoemden Bond. In zjjn openings woord bracht de voorzitter een woord van hulde aan den nagedachtenis van den overleden president, den heer T. J. Potter. Daarna bracht desecreta- taris zjjn jaarverslag uit, waarin o.a. werd gecon stateerd, dat het wetsontwerp tot geleidelijke ver laging van den suikeraccjjns door de vorige regee ring weder werd ingetrokken, terwjjl bjj de onlangs ingediende begrooting van een dergelijke verlaging zelfs geen sprake geweest. Ook wacht men nog steeds op de in uitzicht gestelde bepalingen tot wettelijke regeling van den verkoop van saccharine, tot nu toe aan geen enkele beperking gebonden. De toestand der financiën is, dat het kassaldo be draagt t 1229.62. De vereeniging telt thans 2 donateurs en 113 leden. Vervolgens werd in het bestuur gekozen de heer Sax te Wageningen. Na nog enkele besprekingen van huishoudeljjken aard werd daarop de vergadering gesloten, met een op wekkend .woord van den voorzitter, die aanmaande in woord en geschrift mede te merken tot het be reiken van een verlaging van suikeraccjjns, die, het bestuur is ten deze optimist, zeker niet lang meer zal kunnen uitblijven. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 2 8 October 1909, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 771.7 te Horta. Laagste barometerstand 742.5 te Iledaix. Verwachting tot den avond van 29 October veranderlijk later matige westeljjke wind, meest betrokken, waarschjjnljjk nog regen, zelfde tem peratuur. Mej. A. Jansen WHdr., slaagde gis ter te Deventer bij de aldaar gehouden examens vrjje- en ordeoefeningen der gymnastiek. UIT ROTTERDAM. De heeren mr. A. de Jong, H. Diemer, B. J. Gerretson en mr. J. H. D. Schenkenberg van Mierop hebben bij den Raad van Rotterdam de volgende motie ingediend «De Raad, van oordeel, dat dekking van het geraamde tekort op de begrooting voor het dienst jaar 1910 niet moet geschieden door de voorge stelde verhooging van de opcenten op de perso- neele belasting en afschaffing van de reductie be doeld in art. 6 der verordening op de straatbe lasting, maar, indien noodig, moet worden ge vonden door verhooging van het percentage der inkomstenbelasting, besluit voorloopig de geraamde opbrengst der inkomstenbelasting op het vereischte hoogere be drag uit te trekken, noodigt Burgemeester en Wethouders uit de eventueel tot verhooging van het percentage der inkomstenbelasting strekkende voorstellen in te dienen, daarbjj tevens in zake het vraagstuk van gelijktijdige invoering van den kinderaftrek te willen praeadviseeren, en gaat over tot de orde van den dag". Voortgezette Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam, op Woensdag 27 Octo ber 1909, des namiddags ten 2 uur. Voorzitterde Burgemeester, de heer dr. M. A. Brants. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heeren mr. Jansen, Gouka, Van der Drift, Ris, Kranen en Goslinga, de drie eerstge- noemden met kennisgeving. Gemeente-begrooting. De Voorzitter deelt mede, terugkomend op volgn. 87, dat het bedrag op dien post uitgetrok ken voor de 9e tienjarige volkstelling met f400 kan verminderd en dus van t 2000 tot f 1600 terug gebracht. 't Is nameljjk gebleken, dat het werk van die tellers kan vereenvoudigd worden, waar door f400 op die post kan worden geschrapt. Bij het volgn. waarop voorkomt de politiehond en de klerk vraagt de heer Wittkampf of men voor f200 een goeden politiehond kan krijgen. De Voorzitter betwijfelt of men voor dat bedrag een prima hond zal bekomenmaar is er meer noodig, dan zullen B. en W. meer vragen, zoo niet voor den hond dan voor de voeding. De post wordt dus voor hond en klerk met f 600 verhoogd. Bjj volgn. 104, den post voor het schouwen der epoelingbakken en distilleerketels, merkt de heer Koopmans op. In de derde sectie heeft hjj gevraagd of B. en W. inlichtingen konden geven in zake den in uit zicht gestelden schouw op ruwketels het antwoord was een weerklank op de vraag en liet hem onbe vredigd. Daarom vraagt hjj hier nogmaals of B. en W. daaromtrent iets bekend is en 't niet op hun weg ligt in bedoelde richtipg eenigen aandrang uit te oefenen, te vragen of het wetsont werp in bewerking is en er te dezer zake wordt voortgegaan of stil gezeten. De Voorzitter antwoordt, dat als B. en W. iets definitiefs gevonden hadden, ze dit zeker zou den medegedeeld hebben. Hjj wil wel eens pro- beeren te vernemen in welk stadiom de zaak is en er dan binnenkort meer van zeggen. De heer Koopmans dankt voor de goede voornemens. Bij volgn. 106onderhoud van brand- blusch- en reddingsmiddelen vraagt de heer Wittkampf voor de stoombrandspuit een ander type van paard te spannen de knol van den reinigingsdienst die er nu voor gespannen word', is naar kracht en bouw niet in staat om dat gevaarte te trekken, zoodat de straat er van davert. De Voorzitte r zegt, dat dit moeilijk is te regelenal zijn de paarden van den reinigings dienst over 't geheel voor dat werk niet geschikt, toch zou 't mogelijk zjjn dat enkele reinigings paarden daarvoor waren te gebruiken. De heer Wittkampf zegt, dat het paard op hem den indruk maakte van een hardloopenden olifant. Bjj volgn. 109 toelage aan de gezondheidscom missie, vraagt de heer Koopmans eenige nadere verklaring ter zake van de opmerking door hem in de sectie gemaakt. De Voorzitter zegt, dat die in de zelfde richting gaat als de Motie De Groot, welke nu aan de orde is. De Voorzitter verzekert dat B. en W. het zelfde willen wat de heer De Groot beoogtschei ding van woning en fabriekswjjk, maar bjj hen geldt de groote vraagin hoever de uitvoering van het denkbeeld zal leiden tot eene botsing van de Bouwverordening met de Hinderwet. De motie- De Groot komt intusschen het streven van B. en W. in het gevlei en voorz. hoopt het beoogde doel zal bereikt worden. De heer Koopmans meent, dat de motie beoogt, B. en W. aan de hand eener verordening een gemakkelijk middel aan de hand te doen om woning- en fabriekswjjk te scheiden en meent, dat dit door de Hinderwet niet wordt verboden. De Voorzitter zegt, dat het College het hoofddoel toejuicht en hoopt, dat de verordening zal kunnen tot stand komen. De heer De Groot ziet met genoegen dat de motie sympathie wekt bij B. en W. en men 't in begiusel eens is. De Hinderwet doet in art. 4b dergeljjke verordening voorzien. De Voorzitter zegt, dat het aangehaalde artikel der Hinderwet doelt op bepaalde inrich tingen en van zeer beperkende strekking is;overigens herhaalt hjj, dat B. en W. gaarne in die richting gaan. De heer De Groot meent, dat als men 't dan met elkaar eens is, aan de bezwaren het hoofd moet worden geboden. De Voorzitter verzekert, dat B. en W. gaarne zullen zien de aandrang tot zulk een ver ordening uit den boezem van den Raad komt. De heer Wittkampf verklaart, dat hjj er niet toe zal meewerken en er tegen is hij meent, dat elke bouwaanvraag op zich zelf moet beoor deeld worden ea acht 't dwaasheid zich te binden. De Voorzitter zou 't geheel met hem eens zjjn als het geheele westen der gemeente behoorde maar men moet ook rekening houden met andere grondeigenaars. De heer Wittkampf meent, dat toch het grootste deel eigendom der gemeente is. De Voorzitter noemt nog eeu viertal andere grondeigenaars en meent, dat de tabrieksbouw aldaar ook zonder met de Hinderwet in botsing te komen, erg hinderlijk kan zjjn. De heer De Groot merkt op, dat waar de heer Wittkampf het behandelen van elk geval op zich zelf een voordeel acht, hjj daarin een nadeel ziet. Maar een verordening is niet voor eeuwen en geen wet van Meden en Perzen wij kunnen de grens verlengen en komt er een aan vang tot fabrieksbouw bepaald in de woningwjjk, een aanvraag die voor de gemeente zeer voordeelig is, eene uitzondering maken. De heer Wittkampf vraagt, waar er hier geen sprake is van een wet van Meden en Perzen, waarom dan niet elk geval op zich zelf kan beoor deeld worden. Men maakt aldus het aantal bezwa ren voor Schiedam al weer grooter, Schiedam staat daaromtrent toch al niet in een goed blaadje en wjj moeten dien indruk niet versterken. De Voorzitter herhaalt dat B. en W. veel heil zien in een dergeljjke verordening, maar om reden der bezwaren talmden er mee te komen. De wethouder van gemeentewerken, de heer Van Westendorp, spreekt het vertrouwen uit, dat de verordening er zal komen, tenzjj onover komelijke bezwaren zich voordoen. Welken indruk krijgt eigenljjk de vreemdeling van Schiedam Naast een mooi huis staat een pakhuis, een boer derij enz. Dat is door den loop der omstandigheden zoo gekomenmen vondt 't gemakkelijk het huis te hebben naast de branderij. Wjj moeten iets meer doen voor de hygiène en zjjn daarin nog zeer achterljjk. Als wjj het westeijjk deel voor woningwjjk bestemmen, zullen zjj die minder gesteld zjjn op de nabjjbeid der fabrieken, zich daar kunnen vestigen en dan bljjft er werkelijk nog een groot gedeelte voor de industrie over. Spr. wjjst op het naburige Vlaardingen, dat inder daad met zijn nette woningwjjken een mooien indruk maakt. Fabrieken als die van de heeren Nolet, Ingelse en Ivormica moesten in het weste lijk deel niet gevonden worden. Schiedam heeft terrein ook aan water genoeg om de industrie plaats te geven, wier vestiging in de gemeente hjj overigens gaarne wil bevorderen hjj raadt nu een stap in die richting te beproeven. De heer W i 11 k a m p ontraadt beslist door een dergelijke verordening den goeden naam van Schie dam, die toch al zooveel heeft geleden, in gevaar te brengeD. Hjj herinnert aan de scène met het drogen van granen de gezondheidscommissie wilde een proef nemen en het gemeentebestuur wei gerde dat. De Voorzitter verzekert, dat het gemeente bestuur moest weigeren door treurige ervaring op dit punt, waar men 't reeds van baksheid beschul digd had. De beer Van der Velden wil vragen, welke grens hier zal gebakend worden. De Voorzitter antwoord, dat nu alleen de motie behandeld wordt; de bedoelde vraag zal gelden als de verordening aan de orde komt. De heer mr. von Briel Sas se meent, dat het moeiljjk zal zjjn hieromtrent een verordening tot stand te brengen hjj kan niet meegaan met het denkbeeld in de motie De Groot belichaamd en wil vrjjheid behouden voor iedere aanvrage. Schiedam is nu eenmaal niet Den Haag en wat gebeurd is, is niet meer goed te maken. De heer De Groot is verrast over de princi- pieele bestrijding van zjjn motie. Hjj betoogt, dat die zich kan baseeren op de Hinderwet en meent dat een verordening gegrond op de wet, toch niet juridisch zwak kan staan. Practische bezwaren zullen zich altjjd voordoen, maar hjj meent er iels gedaan moet worden voor de gezondheid, de long en de rust der ingezetenen. De motie wordt aangenomen met 87 stemmen Tegen stemmen de heeren Nolet, Klein, Van der Meer, Van der Velden, Beukers, Wittkampf en mr. von Briel Sasse. Bjj volgn. 110, den post voor de epidemische ziekten, herhaalt de heer De Bruin zjjn vraag in de sectiën gedaan over het verleenen van scha devergoeding bjj het ontsmetten van goederen geen enkele verordening bestaat daaromtrent, in andere plaatsen welhjj acht die ook hier wen- scheljjk. De Voorzitter zegt, dat wanneer ontsmet ting plaats heeft op last van den burgemeester, de gemeente de kosten draagtmaar de schade wordt niet vergoed; uitdrukkelijk is omschreven, dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de schade. Waar 't haar echter niet verboden is schadevergoe ding te geven, acht de voorzitter 't noodig daarin te voorzien goederen kunnen dikwjjls na ontsmet ting niet meer gebruikt worden. De heer De Bruin zegt. dat in het bedoelde geval wel een en ander is geboden, maar dat acht hjj niet voldoendehjj wil het recht op vergoeding geven. De Voorzitter zegt dat B. en W. dit in overweging zullen nemen. De wethouder, de heer Van Westendorp, brengt bjj volgn. 111, de openbare zwemplaats, de kwestie van het Volksbadhuis nog eens ter sprake. Waar er nog geen beslissing is, is hjj toch overtuigd, dat 't zoo niet kan bljjven, men kan 't geen jaar uitstellen't kan geen jaar meer duren. De heer Wittkampf meent, dat hier sprake is van eventueele subsidie. De Voorzitter verklaart, dat deze zaak be hoort bjj onvoorziene uitgaven, dan kan men ze beter overzien. Bjj volgn. 121 kosten van bruggen en overzet veren merkt de Voorzitter op, dat de post met f250 kan verminderd worden voor den tjjd dat de Korte Havenbrug in reparatie is geweest. Bjj volgn. 124 onderhoud van klokken, wilde de heer De Bruin, het werk van het carillon be spreken, maar de opmerkingen van den heer Wittkampf en den Voorzitter overtui gen hem dat dit bjj buitengewone uitgaven thuis behoort. $HDe begrooting van den Reinigingsdienst komt nu aan de orde. De heer Wittkampf wil het bestuur van den reinigingsdienst in overweging geven, de men- schen die buitenwerk moeten verrichten een doel matige bescherming voor den regen te ver schaffen. De Voorzitter dankt voordien wenk, en dien uitbreidende tot de paarden, wil hjj menschen en paarden beiden voorzien. De wethouder, de heer Honnerlage Grete, merkt op dat op fol. 107 een post voorkomt van het huren van een elevator voor het sleepen naar zee. Waar de betrokken post f5000 meer bedraagt dan verleden jaar, wil hjj voorstellen zelf een eigen bakinrichting en elevator aan te schaf fen, waardoor veel werk bespaard en huur uitge' wonnen zal worden. De Voorzitter verklaart namens de com missie voor de reiniging, dat men niet meer naar Rotterdam kan vervoeren, maar steeds naar zee moet sleepen. De commissie kwam tot de over tuiging dat het hebben van eigen bak en elevator een uitgave van f7287 zou vorderen. Dat bedrag zou alleen worden goedgemaakt als andere omlig gende gemeenten zich van onzen baggermachine zouden willen doen bedienen en die aldus productief zou kunnen worden gemaakt. Waar die zekerheid nog niet is verkregen, kan tot het aanschaffen van bedoeld materieel nog niet worden overgegaan. De heer De Bruin vraagt of hier of in de omliggende gemeenten niet een stuk grond kon gevonden worden om bedoeld vuil te bergen. De Voorzitter zegt, dat ook d&t is over wogen, maar slechts weinig gemeenten die gele genheid hebben. Mogeljjk had men er in kunnen voorzien als men een meer profetischen blik had gehad dan had men het vuil op de opgespoten gronden kunnen bergen, maar dat is nu niet meer mogeljjk. De heer Van der Schalk berekent, dat als de reinigingsdienst een elevator aanschaft en de kosten bij afdoening verdeelt, er nog een voordeeltje van f1000 uit te halen is. De Voorzitter meent, dat men dan met rente een aflossing moet rekenen en merkt nog nader op, dat voor de bediening van den elevator naar zee 2 man noodig zjjn en dat de reinigings dienst na het vervallen van het contract met «Apollo" ook die inkomst mist. De begrooting wordt aangenomen. Bjj volgn. 131pakhuis «DetNederlanden", merkt de heer Wittkampf op, dat de commissie moet aandringen op het voortzetten van de maat regelen ona van de twee masten op het schip er éea te maken. Bjj hoofdstuk VII kosten van het Onderwjjs dankt de heer De Groot voor de opgave van het aantal leerlingen in de hoogste klassen der scholen. A en B. Hjj meent, dat die klassen, met 3 en 2 leerlingen, geen reden van bestaan hebben en 't niet aangaat er zooveel geld voor uit te geven. De wethouder van Onderwjjs, de heer Hon nerlage Grete, zegt dat de weinige bezet ting van de hoogste klasse dier scholen het gevolg is van het feit, dat er zooveel jongens naar de H. B. S. gaan met het doel om een diploma te behalen ook zjj die beter bjj het meer uitgebreid lager onderwjjs waren geplaatstmaar er is niet voor iedere klasse een onderwijzer ze worden ge combineerd. Weth. weet niet wat er dit jaar aan te doenbeide scholen gaan in leerlingental ach teruit 73 -J- 128 is zeer weinig en doet het denk beeld rjjpen van de twee scholen ëen te maken. De reden dat het leerliDgental achteruitgaat ligt behalve bjj de H. B. S. ook in andere omstandig heden. De vraag rjjstis het schoolgeld niet ts hoog? Reeds zou daaromtrent een andere regeling zjjn voorgesteld, wachtte men niet op het wets ontwerp in zake de hoogere subsidie voor het meer uitgebreid lager onderwjjs. Dan zou <}e

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 6