Stads- en Gewestelijk Nieuws.
betrokken ministeries van Binnenlandsche Zaken
en Justitie, waar* het een gunstig gehoor werd
verleend.
Boaz.
De jaarljjksche vergadering van de vereeniging
van Nederlandsche Patroons »Boaz" zal 19 Novem
ber gehouden worden. In deze samenkomst wordt
een referaat gehouden door het lid der Tweede
Kamer, den heer J. F. Heemskerk, over Vervroegde
winkelsluiting.
De Vereeniging van christelijke kantoor- en
handelsbedienden heelt aan »Boaz" ter beoordee
ling onderworpen een model-arbeidsovereenkomst.
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 2 7 October 1909, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 771.0 te Horta.
Laagste barometerstand 740.9 te St Mathieu.
Verwachting tot den avond van 28 October
zwakke tot mateljjke oostelijke wind, zwaar be
wolkt tot betrokken, waarschijnlijk regen, zelfde
temperatuur.
Verkiezing Kamérs van Arbeid.
Bjj de gisteren gehouden verkiezing voor leden
van de beide Kamers van Arbeid, Bouwbedrijven
en Voedings- en Genotmiddelen, werden uitge
bracht voor die van de
Bouwbedrijven
van de 58 patroon-kiezers 1 stem, van de 499
werklieden-kiezers 49 stemmen.
De uitslag was dat gekozen werden als patroons
leden de heeren T. A. J. Zoetmulder, Th. M. A.
van Dijk, A. Bubberman en G. van Meurs. (Waar
hier maar éen kiezer van zjjn stemrecht gebruik
heeft gemaakt en, in plaats van vijf, vier namen op
zijn stembiljet invulde, bljjft voor deze afdeeling
nog éen plaats te vervullen.)
Als leden werklieden werden gekozen de heeren
J. Stegman, A. de Goederen, W. M. Kloppers en
A. P. S. Swartjes (Een vijfde lid kon geen vol
strekte meerderheid verkrijgen, zoodat een her
stemming zal worden gehouden voor deze plaats
over de heereiTTh. Hickendorff, A. Brand, J. J.
Colling, F. Rijnberg, M. de Vries en P. Zuidgeest).
Voor die van de
Voedings en Genotmiddelen
werden uitgebracht van de 58 patroon-kiezers 17
stemmen, voor die van werklieden-kiezers van de
492 58 stemmen.
Gekozen werden alspatroons-leden de héeren
H. Stooker, J. Scheuerman, A. van Brink, F. J.
Smit en J. L. Hilkhujjzen.
Als werklieden-leden werden gekozen de heeren
W. Boender, A. DijkbofTz, A. Godschalk, C. J.
Verwey en J. van't Zelfde, zoodat voor deze kamer
patroons- en werklieden-leden allen gekozen zjjn.
ijj
Verdronken.
Hedenmorgen was de 16 jarige C. H. W. V.,
scheepmakersjongen, wonende Rotterdamsche dijk
37, werkzaam op een in aanbouw zijnd schip voor
de fabriek der firma Landman. De baas A. Prins
vroeg hem, op het voorschip eenige werktuigen te
gaan halen. Toen hij wat lang weg bleef, ging
de baas eens naar hem kjjken. De baas vond toen
in het gangboord een klomp en zag in het water
een pet drijven. Op vermoeden, dat de jongen in
het water was gevallen werd er onmiddellijk naar
hem gedregd, met het gevolg dat 10 minuten
later het ljjk van den knaap werd opgehaald.
Dr. Ris, die nog ontboden was, kon slechts den
dood constateeren.
Het lijk is naar de ouderlijke woning overge
bracht.
Door de firma P. Loopuyt Co.
is bjj onderhandsche aanbesteding, onder directie
van den heer P. Sanders, architect alhier, aan de
aannemers Slavenburg en Scheurkogel opgedragen
het bouwen van eene distileerderjj met diverse
bijkomende werkzaamheden in verband met hunne
bestaande distilleerderij aan de Hoofdstraat.
Vergadering van den Baad der gemeente
Schiedam, op Dinsdag 26 October 1909,
des namiddags ten 2 uur.
1 (Slot).
Discussie.
Bjj het voorstel tot wjjziging van het uitbreidings
plan der gemeente ter zake van de terreinen achter
het
St. L i d u i n a-G e s t i ch t,
werd de volgende discussie gevoerd
De Voorzitter merkt op, dat 't hier de hui
zen geldt mèt den grond.
De heer De Groot vraagt of hjj goed gehoord
heeft, dat 't alleen een goedheid is, de betrokken
huizen te naasten en geen verplichting.
De wethouder van gemeentewerken, de heer
Van Westendorp, zegt dat hier van geen
verplichting sprake is, maar dat't hier alleen geldt
het vaststellen dat de grond en de huizen legen de
getaxeerde waarde kunnen genaast worden.
De heer Koopmans heeft op de teekening
gezien, dat de Verlengde Warande daar niet recht
streeks doorgaat, maar een sprong maakt van
ongeveer 20 M. Hjj vindt 't niet bevorderlijk voor
de schoonheid en het gemakkelijk verkeer dat men
eerst een Dwarsstraat inslaat voor men in het
verlengde der Warande komt.
De neer YV i 11 k a m p f vraagt ot de taxatie
zal plaats hebben in overleg met de tegenwoor
dige eigenaren.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
erkent, dat de teekening een eenigszins vreemden
indruk maaktmaar de bedoeling is daar een
plein te vormen en van uit dat plein een straat
van 20 M, naar de West Frankelandsche laan
terwjjl een dwarsstraat verbinding geeft met de
Fabristraat. De West Frankelandsche laan zal
verbreed worden en daartoe zal het bestuur van
het St. Liduina-Gesticht een strook van 9 M.
afstaan. Overigens zjjo plein en straten zóo ge
projecteerd dat aan de belangen der St. Vincen-
tius-Vereeniging recht wordt gedaan zonder die
van anderen te na te komen. De waarde-bepaling
der betrokken huizen zal zeker in overleg met
de tegenwoordige eigenaren plaats hebben. Overi
gens is deze zaak urgent. Vroomans wacht op de
beslissing met het bouwen van huizen. Is die
gevallen, dan kan hjj doorgaan.
De heer Koopmans verklaart zich door de
de inlichting van den wethouder voldaan.
Het voorstel wordt bjj aclamatie aangenomen.
Bjj het voorstel tot
verkoop van grond aan de Warande
bjj de St. Liduinastraat aan J. A. Vroomans
werd eerst de principieele vraag van de bouwdiepte
beslist30 of 50.
De heer De Groot merkt op, dat als 't 30
M. wordt aan de rugzjjle, een zjjstraat bjj de Am-
bachsschool, 20 M. overbljjft. Is dat een geschikte
bouwdiepte
De heer Van W estendorp antwoordt beves
tigend voor arbeiders- en burgerwoningen.
Tot uitgifte van 30 M. bouwdiepte wordt met
15—3 stemmen besloten. Tegenstemmen de heeren
Beukers, Koopmans en De Bruin.
Het voorstel, aan J. H. Vroomans aan de Wa
rande 25 M. uit de St. Liduinastraat grond f 11
per M2. te verkoopen, wordt daarna aangenomen
met 14 4 stemmen Tegen stemmen de heeren
mr. Jansen, Koopmans, Ris en De Bruin.
De heer De Groot onthoudt zich bjj beide
stemmingen van medestemmen.
Gemeentebegrooting.
Behandeling van de Gemeente-begrooting voor
1910 met de verschillende onderdeelen.
Algemeene Beschouwingen.
De heer De Groot zegt, dat de opmerking
door hem in de sectiën gemaakt, niet geheel juist
is weergegeven en geeft eenige nadere verklaring
van hetgeen hjj bedoelt met de povere cjjfers en
wat hjj verstaat onder het perspectief der be
grooting. Hjj moet erkennen, dat, al is zjjn ideaal
niet bereikt, de wethouder van Financiën toch
eene belangrijke poging in de bedoelde richting
heeft gedaanhjj brengt hem dank voor hetgeen
hjj heeft doen weten.
De heer Koop mans merkt op, dat het ant
woord op zjjne vraag in zake den bouw van de
nieuwe school F niet tot een bevestigend; resul
taat heeft geleid. Bjj hetgeen omtrent de chemi
sche fabriek is medegedeeld, vraagt hjj zich af:
Hoeveel jaren zullen daar nog mee heen gaan
ligt 't niet op den weg van den Raad te bevor
deren dat Ged. Staten eene beslissing nemen
Wanneer 't toch bljjkt, dat de bedoelde plaats
voor schoolbouw ongeschikt is, moet men in an
dere richting eene oplossing zoeken, niet van
jaar tot jaar uitstellen, maar de zaak met spoed
afdoen, opdat 't geen wissel bljjke op de eeuwig
heid.
De heer De Bruin zegt aanvankelijk dat't
nu de derde maal is hjj deze begrootingsbehandeling
meemaakt, de beide vorige keeren is er al op aan
gedrongen de algemeene beschouwingen kort te
doen zjjn en hjj begrjjpt, dat sommige leden wen-
schen zoo spoedig mogeljjk door de begrooting
heen te komen. Maar het beeld dat deze be
grooting, met verhooging van hoofdelijken omslag
en besparing op openbare werken, die het vol
gend jaar niet meer kan herhaald worden, biedt,
doet zinnen op middelen om den financieelen toe
stand te verbeteren, te meer daar verschillende
belangen die nu niet tot stand kunnen komen, 't
wenscheljjk, noodzakelijk maken meer middelen
ter beschikking te hebben. Daarom meent hjj dat
bij dit begrootingsdebat moet gezien worden of de
financieele koers de juiste is, of dat 't tjjd is van
koers te veranderen. Spr. vervolgt, dat de opmer
king daaromtrent reeds in de sectie gemaakt, niet
voldoende in het betrokken verslag is weergegeven,
zjjne besliste vraag was, of B. en W. niet oordee-
len dat 't wenscheljjk is, de financieele verhou
ding tusschen rjjk en gemeente belangrjjk worde
herzien. Daarop ontving hij geen antwoord. Op
merkend dat Rotterdam en Amsterdam reeds per
adres hun wenschen aan de regeering deden ken
nen zegt hjj dat verschillende posten den finan
cieelen toestand drukken, die niet ten laste der
gemeente moesten komen, maar het rjjk door eene
algemeene rijksinkomstenbelast,ing moest afnemen.
Zoo is de dienst der politie, die zooveel diensten
aan rjjk en justitie bewjjst, niet een plaatselijk
maar een algemeen belang hetzelfde geldt van het
onderwjjs en het armwezen, in 't bijzónder de
verpleging der arme krankzinnigen. Die posten
alleen en zjjn er meer door het rjjk der
gemeente ontlast, zouden reeds eene besparing
van f 166000 opleveren. De vraag stellend of B.
ea W. het wenscheljjk achten eene poging indien
geest te doen, meent hjj te dezer zake een motie
te moeten voorstellen.
In de twee jaren dat hij nu in den Raad is,
was bjj telkens getuige van eene demonstratie
wanneer grondverkoopzaken voorkwamen de lin
kerzijde stemden tegen de rechterzjjde voor. Spr.
wjjst op verschillende deskundigen o.a. mr. Hudig
om te betoogen, dat de grondpolitiek van Schie
dam een groot belang voor de gemeente is en
acht dat geen kwestie van rechts of links. Hjj
wijst op het voorbeeld van Kampen, welks burge
meester hem welwillend inlichtingen verstrekte.
Die gemeente verkeert in een zeer gunstigen finan
cieelen toestand er is geen hoofdeijjke omslag en
men denkt er aan, de opcenten op het personeel
te doen vervallen. De gunstige financieele toestand
van die gemeente bjj eene begrooting die slechts
weinig verschilt bjj die van Schiedam - f 16000
wordt veroorzaakt, omdat die gemeente zooveel
trekt uit hare vaste goederen en die vasthoudt.
Spr. vraagt verder of wjj, ons spiegelend aan dit
voorbeeld, niet tot eene herziening van onze grond
politiek moeten overgaan.
De Voorzitter merkt op, dat de kwestie
grondverkoop of erfpacht nu niet aan de orde is
en meent, dat deze bespreking, onvoorbereid, niet
deu indruk zal maken dien spr. er van verwacht.
De heer De Bruin acht die bespreking met
't oog op de begrooting dringend 't spijt hem,
dat de Voorzitter hem in de rede valt; hjj
bljjft die meening ondanks de nadere opmerking
van den Voorzitter handhaven.
De heer R i s wjjst er den voorzitter, die nog
niet zoo heel lang in de gemeente is, op, dat 't
hier aitjjd gebruik is geweest, bjj de algemeene
beschouwingen zjjn hart te luchten en alle zaken
zonder restrictie te bespreken.
De Voorzitter zal zich aan de meening-van
den Raad onderwerpen en het gebruik eerbiedigen.
De heer G o s 11 n g a brandt van nieuwsgierig
heid om den heer De Bruin nader te hooren ver
klaren, boe de eifpai ht ons zal redden, maar acht
't beterde betrokken bespreking hjj het hoofdstuk
Grondbedrijf ie doen plaats hebben.
De Voorzitter meent, dat dit in de prak
tijk hetzelfde bljjft.
De heer De Bruin gaat dan voort, zeggend
nog maar een heel klein staartje te hebben. Hoe
de erfpacht ons uit de misère zou helpen, is niet
in tien minuten te verklarendaarvoor zouden
wel een paar dagen noodig zjjnhjj moet het
werkje van den heer Hudig sterk ter leziDg
aanbevelen. Spr. wjjst op het ontzagljjk groot
belang dat de grondpolitiek ook voor onze
zustergemeente had, de harde les die Botter
dam ontving, toen ze de gronden op Fejjenoord
moest terugkoopen die ze tot verschillende doel
einden noodig had en legt den nadruk op het
gewicht van het vraagstuk ook voor onze gemeente.
Eene opmerking moet hem nog van 't hart
In onze commissie voor grondbedrjjt heeft een
raadslid zitting die rechtstreeks betrokken is bjj
een particuliere grondmaatschapphjj acht dit
een ernstige fout, wijzend op den plicht dien de
leden der commissie tegenover de gemeente te
vervullen hebben.
De heer Smit verzekert, dat hjj, hoewel aitjjd
voor verkoop gestemd hebbende, met tegen erf
pacht is en dit geen kweste van rechts of links
acht. Hjj voor zich kan volkomen met het denk
beeld erfpacht meegaanmaar hij stemde voor
verkoop, omdat er woningnood was en de bou
wers anders niet konden bouwen, waar de banken
geen bouwcredièt geven voor huizen op erfpacht.
Is de woningnood weer over, dan is hij voor ert
pacht. Spr. wjjst er verder op, hoe in het eenige
geval dat erfpacht kon toegepast worden, het voor
stel tot die wjjze van uitgifte niet werd gedaan.
De heer De Groot, brandt van nieuwsgierig
heid den heer Smit te hooren verklaren wat hjj
met het laatste bedoelt. Doelt dat op de gasfa
briek Spr. meent dat dan de vorige spreker in
zjjne verklaring niet consequent en eigenljjk nooit
voor erfpacht is.
De wethouder van Financiën, de heer Lager-
wey, moet den heer De Groot wel bedanken voor
zjjn vleiende woorden omtrent het overzicht der
begrooting; hij zal er naar streven in die richting
door te gaan en acht 't, aldus gesteund, een aan
genaam samenwerken.
Ter zake van het door den heer De Bruin op
gemerkte, verklaart weth. gaarne die gegevens van
andere plaatsen te zullen ontvangen welke tot
leiddraad voor onze gemeente kunnen strekken.
Omtrent de wenscheljjkheid de bedoelde vraag
aan de regeering te stellen, behoeft hij zich niet
te verklaren, wjjl daaromtrent namens het College
moet geantwoord worden.
De heer VV i 11 k a m p f zegt, dat naar zjjne
meening de begrooting over 't algemeen een treu-
rigen indruk maakt en getuig', van den zeer moei-
zamen,zwaren arbeid om haar sluitend temaken;
hij ziet met leedwezen de voorgestelde verhooging
van den hoofdeljjken omslag en waar de burgerij
zoo zachtjens aan tot het max mum van haar
draagkracht kcmt, zal hjj alles doen om bet
bedrag der Inkomstenbelasting te doen verlagen.
De Voorzitter formuleert nog eens de mo
tieDe Bruin, aldus luidend
De Raad der gemeente Schiedam noodigt B. en
W. uit, de Regeering te verzoeken, de gemeente
geheel of gedeelteljjk te ontlasten a. van de
kosten der stedelijke politie, b. van het onderwjjs,
c. van armenzorg.
De heer G os li n ga meent, gelet op de ver
klaringen van den minister van Binnenlandsche
zaken, dat men met het eerste en tweede meer
succes zal hebben dan met het derde, temeer daar
eene herziening der Armenwet wordt voorbereid.
De Voorzitter denkt ook aan het Holland-
sche spreekwoord »Die het onderste uit de kan
wil hebben, valt het lid op den neus".
De heer R i s vraagt hoe de bedoeling is ten
opzichte van onderwjjs.
De Voorzitter zegt dat bedoeld wordt, de
gemeente daarvan geheel of gedeelteljjk te ont
lasten.
De heer De Groot wil alleen opmerken, dat
hjj ten opzichte van de te stellen vragen pessi
mistisch gezind is, erkennend de wel bedoelde
poging. De zaken door den heer De Bruin aange
haald, zjjn heelemaal niet nieuw. Zjj zjjn reeds 10
a 12 jaar aan de orde en een Staatscommissie is
daaromtrent ingesteld. Maar het groote bezwaar is
de verandering voor de gemeente en het beginsel
van de autonomie der gemeente komt daarbjj in het
gedrang. Hoe meer de gemeente toch van het rjjk
bekomt, hoe minder er van zelfbeheer sprake zal zjjn;
spr. acht dit in politieken en maatschappeljjken
zin een achteruitgang en zou liever in geldeljjke
moeiljjkheden verkeeren dan het zelfbestuur der
gemeente prjjs geven. Maar er is nog een prac-
lische moeiljjkheid. De financien des rjjks verkee
ren zelf in zoo allertreurigsten toestand, dat minis
ter Heemskerk zelf aan de commissie uit deze
gemeente, die hem over het overnemen der lee
ningen door het rjjk kwam spreken, toevoegdeik
wil wel, maar ik kan niet; ook aan de bronnen
des rjjks komt een einde. Overigens meent spr.
dat men er ten slotte niet zooveel beter van zou
wordende belasting-plichtingen zouden hun aan
slag slechts van het gemeente- naar het rjjksbiljet
zien verhuizen. Spr. meent dat de verdere bespre
king gerust kan uitgesteld worden tot een Raads
zitting in November, dan kan men er bjj de rjjks-
begrooting notitie van nemen.
De Voorzit ter zegt, dat B. en W. reeds in
de bedoelde richting voor het middelbaar onder
wjjs werkzaam zjjn geweest en er menig gangetje
naar den Haag voor is gemaakt.
De heer Koopmans meent, dat de in uit
zicht gestelde herziening der Armenwet een argu
ment te meer is om ook op de aanneming van
het derde punt aan te dringen.
De heer De Bruin vleit zich, dat bjj nadere
uiteenzetting de heer De Groot met meer sym
pathie aan zjjne zijde zal staan. Hjj sprak van de
autonomie der gemeente; maar wat is een zelf
standige gemeente zonder een cent op zak; bij
meent, dat het rjjk toch ook wel het welzjjn der
gemeente voorop zal zetten. Waar men betoogt
dat het rjjk geen voldoende middelen heeft, wjjst
hij op het belang eener algemeene rjjksinkomsten-
belasting, omdat de bezitters van groote kapitalen
die in de betrokken gemeenten hunne industriën
hebben, zich zeer gemakkeljjk naar andere gemeen
ten verplaatsen en aldus niet door de gemeente
inkomstenbelasting in de stad waar hun fabrieken
zjjn, worden getroffen.
Aan den heer Goslinga antwoordt spr. dat
de armenzorg zooals zjj veelal in de gemeenten
wordt toegepast, een paskwil is en dat de verzor
ging van arme krankzinnigen een zeer billijk
motief is om de kosten door het rjjk te doen
dragen. Den heer Ris geeft spr. verder eene nadere
verklaring omtrent de geheele of gedeeltelijke
ontheffing van onderwijs-kosten, terwjjl den heef
Lagerwey eene nadere toelichting omtrent de erf
pachtskwestie wordt gegeven.
De wethouder, de heer Lagerwey zegt, dat
't niet zjjn bedoeling is den heer De Bruin tot
leverancier van zjjne gegevens te benoemen maar
dat 't hem toch een genoegen is met hem in het
fiaancieei belang der gemeente te kunnen samen
werken.
De heer Van der Drift zegt, dat dé motie
De Bruin hem onvoorbereid treft.
De Voorzitter zegt, dat 't niet de bedoeling
is ze nu af te doen, maar in de eerstvolgende
vergadering te behandelen.
De heer W ittkampf acht 't wenscheljjk, de
opmerking van den heer De Groot omtrent de
autonomie der gemeente beamend, de motie in
druk te zien en het advies van B. en W. te ver
nemen.
De Voorzitter acht het laatste heel moei
lijk hjj merkt op, dat de regeering zwanger gaat
van een voorstel omtrent een betere verhouding
van de financiën van het rjjk en de gemeenten.
Hjj meent dat waar het College van de zeer goede
wenken nota neemt en de forensenkwestie onder
de oogen ziet, men niet al te veel op spoedig
advies moet aandringen.
De heer De Groot kan alleszins genoegen
nemen met een zeer langzame behandeling.
De Voorzitter verklaart nog, dat B. en W«
den bouw van de nieuwe school F willen ver
haasten, maar eerst willen afwachten het resul
taat der proeven aan de chemische fabriek, waar
van zjj niet zoo heel zeker zjjn. Maar de kwestie
bljjft aan de orde en binnen niet al te langen t^d
is hun advies te wachten.
De heer R i s vraagt of het pleit beslecht wordt
doör de vraag of de chemische fabriek stank ver
spreidt of niet.
De Voorzitter verklaart dat dit de hoofd
zaak is en al het andere als het kwade dampen
enz. geen bezwaar oplevert en er niet van behoeft
terug te houden om die school op die stille plaats
te bouwen.
De heer Koopmans zegt, dat de kwestie
van het bedoelde residu slechts een klein onder
deel der zaak is en daarmee het bezwaar van
dampen en gassen niet wordt ondervangendie
bljjven neerslaan, al wordt ook het residu opge
lost.
.^üe Voorzitter verzekert, dat met de op
lossing der eerstbedoelde kwestie het grootste
bezwaar is weggenomen en dat B. en W. binnen
kort van hun activiteit in dezen zullen doen
bljjken.
Nadat hiermede de Algemeene Beschouwingen
zjjn ten einde gebracht, gaat de Raad over tot de
behandeling der artikelen.
_Bjj art. 65 kosten van de uniformkleeding van
den adjunctbode, zegt de heer De B r u i n, dat
zjjne bekende opmerking in de sectie niet alleen
de uniformkleeding van den adju:ctbode gold,
maar in 't algemeen of de uniformkleeding wordt
aanbesteed of niet.
De Voorzitter zegt, dat den 14 Januari
eene openbare aanbesteding heeft plaats gehad van
de uniformkleeding van de politie-agenten, brug
wachters enz. en wel iu drie groepen nislö
hoofdagenten, en veldwachters, 2e. brugwachters
zomer- en winterkleeding, 3e. agenten derde klas
zomerkleeding en ten slotte nog een aparte inschrij
ving voor de overjassen. In die openbare inschrij
ving was de adjunct-bode niet begrepen. Waar
de Raad er prjjs op stelt, dat hjj bjjzender zorg
vuldig gekleed zjj, is zjjn uniform niet aanbesteed.
Bjj hootdstuk IIIKosten der
Politie
geeft de Voorzitter eene nadere verklaring van de
daar gestelde cijfers, enkele drukfouten verbeterend,
erkent de minder juiste omschrjjving van de te
scheppen betrekking (klerk) en verklaart er nu
een hoofdinspecteur en een inspecteur zullen
komen in plaats van twee inspecteurs.
De wethouder van Financiën, de heer Lager
wey, maakt bezwaar tegen de voorgestelde hoo-
gere belooning van de politiedienaren, een uit
gave van f1850, die geheel buiten de ljjn dezer
begrooting ligt. Hjj wil den post van f400 voor
een klerk afzonderljjk behandelen en evenals den
eerstbedoelden post aanhouden tot na behandeling
van het grootste deel der begrooting zal gebleken
zjjn welke gelden ter beschikking zjjn.
De Voorzitter prjjst den voorzichtigen
trouw van den wethouder van Financiën, maar
bljjft toch als hoofd der politie op de voorgestelde
verhooging aandringen, omdat de menschen. 't
verdienen en er volgens algemeen oordeel iets
moet gedaan worden, nu het groote reorganisatie
plan om de groote kosten niet kon uitgevoerd
worden. De klerk is bepaald noodig, omdat de
inspecteurs balast ook met het opmaken van
proces-verbaal, door het vele schrjjfwerk minder
op straat kunnen komen, waar zjj meer moeten
zjjn. Ook is er behoefte aan een goeden politie
hond, die bjjt waar 't noodig is en niet bjjt waar
't niet behoeft.
De heer R i s meent dat het speuren me'
politiehonden veel meer een zaak van rjjkszorg i?-
De Voorzitter merkt op, dat de hond het
bedoelde spoor niet meer kan ruiken als hjj eerst
uit den Haag moet komendan is alle geur er
afde hond moet er spoedig bjj zjjn. Spr. dringt
aan op het crediet voor den hond, die ons gerust
zal doen slapen.
De heer Smit weet niet of 't bjj het hoofdstuk
politie thuis behoort mogeljjk bjj de gasfabriek
maar hjj verzekert dat men Zondag-avond als
de licht gevende winkels gesloten zjjn, op de
Hoogstraat niet met fatsoen kan passeeren. Let
tend op het woord dat een lantaarnpaal meer
waard is dan drie politieagenten, vraagt hjj, dat
er althans 's Zondagsavonds op de Hoogstraat wat
meer lantaarns zullen branden.
De wethouder, de heer Honnerlage'Grete,
voorzitter der gascommissie, zegt, men er al lang
op bedacht is, de Hoogstraat beter te verlichten,
in verschillende lantaarns twee lichten te doen
branden enz. in een volgende vergadering zal een
definitief voorstel in zake die betere verlichting
worden gedaan. Dat zal heel wat zorg wegnemen