Stads- en Gewestelijk Nieuws. betrokken ministeries van Binnenlandsche Zaken en Justitie, waar* het een gunstig gehoor werd verleend. Boaz. De jaarljjksche vergadering van de vereeniging van Nederlandsche Patroons »Boaz" zal 19 Novem ber gehouden worden. In deze samenkomst wordt een referaat gehouden door het lid der Tweede Kamer, den heer J. F. Heemskerk, over Vervroegde winkelsluiting. De Vereeniging van christelijke kantoor- en handelsbedienden heelt aan »Boaz" ter beoordee ling onderworpen een model-arbeidsovereenkomst. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 2 7 October 1909, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 771.0 te Horta. Laagste barometerstand 740.9 te St Mathieu. Verwachting tot den avond van 28 October zwakke tot mateljjke oostelijke wind, zwaar be wolkt tot betrokken, waarschijnlijk regen, zelfde temperatuur. Verkiezing Kamérs van Arbeid. Bjj de gisteren gehouden verkiezing voor leden van de beide Kamers van Arbeid, Bouwbedrijven en Voedings- en Genotmiddelen, werden uitge bracht voor die van de Bouwbedrijven van de 58 patroon-kiezers 1 stem, van de 499 werklieden-kiezers 49 stemmen. De uitslag was dat gekozen werden als patroons leden de heeren T. A. J. Zoetmulder, Th. M. A. van Dijk, A. Bubberman en G. van Meurs. (Waar hier maar éen kiezer van zjjn stemrecht gebruik heeft gemaakt en, in plaats van vijf, vier namen op zijn stembiljet invulde, bljjft voor deze afdeeling nog éen plaats te vervullen.) Als leden werklieden werden gekozen de heeren J. Stegman, A. de Goederen, W. M. Kloppers en A. P. S. Swartjes (Een vijfde lid kon geen vol strekte meerderheid verkrijgen, zoodat een her stemming zal worden gehouden voor deze plaats over de heereiTTh. Hickendorff, A. Brand, J. J. Colling, F. Rijnberg, M. de Vries en P. Zuidgeest). Voor die van de Voedings en Genotmiddelen werden uitgebracht van de 58 patroon-kiezers 17 stemmen, voor die van werklieden-kiezers van de 492 58 stemmen. Gekozen werden alspatroons-leden de héeren H. Stooker, J. Scheuerman, A. van Brink, F. J. Smit en J. L. Hilkhujjzen. Als werklieden-leden werden gekozen de heeren W. Boender, A. DijkbofTz, A. Godschalk, C. J. Verwey en J. van't Zelfde, zoodat voor deze kamer patroons- en werklieden-leden allen gekozen zjjn. ijj Verdronken. Hedenmorgen was de 16 jarige C. H. W. V., scheepmakersjongen, wonende Rotterdamsche dijk 37, werkzaam op een in aanbouw zijnd schip voor de fabriek der firma Landman. De baas A. Prins vroeg hem, op het voorschip eenige werktuigen te gaan halen. Toen hij wat lang weg bleef, ging de baas eens naar hem kjjken. De baas vond toen in het gangboord een klomp en zag in het water een pet drijven. Op vermoeden, dat de jongen in het water was gevallen werd er onmiddellijk naar hem gedregd, met het gevolg dat 10 minuten later het ljjk van den knaap werd opgehaald. Dr. Ris, die nog ontboden was, kon slechts den dood constateeren. Het lijk is naar de ouderlijke woning overge bracht. Door de firma P. Loopuyt Co. is bjj onderhandsche aanbesteding, onder directie van den heer P. Sanders, architect alhier, aan de aannemers Slavenburg en Scheurkogel opgedragen het bouwen van eene distileerderjj met diverse bijkomende werkzaamheden in verband met hunne bestaande distilleerderij aan de Hoofdstraat. Vergadering van den Baad der gemeente Schiedam, op Dinsdag 26 October 1909, des namiddags ten 2 uur. 1 (Slot). Discussie. Bjj het voorstel tot wjjziging van het uitbreidings plan der gemeente ter zake van de terreinen achter het St. L i d u i n a-G e s t i ch t, werd de volgende discussie gevoerd De Voorzitter merkt op, dat 't hier de hui zen geldt mèt den grond. De heer De Groot vraagt of hjj goed gehoord heeft, dat 't alleen een goedheid is, de betrokken huizen te naasten en geen verplichting. De wethouder van gemeentewerken, de heer Van Westendorp, zegt dat hier van geen verplichting sprake is, maar dat't hier alleen geldt het vaststellen dat de grond en de huizen legen de getaxeerde waarde kunnen genaast worden. De heer Koopmans heeft op de teekening gezien, dat de Verlengde Warande daar niet recht streeks doorgaat, maar een sprong maakt van ongeveer 20 M. Hjj vindt 't niet bevorderlijk voor de schoonheid en het gemakkelijk verkeer dat men eerst een Dwarsstraat inslaat voor men in het verlengde der Warande komt. De neer YV i 11 k a m p f vraagt ot de taxatie zal plaats hebben in overleg met de tegenwoor dige eigenaren. De wethouder, de heer Van Westendorp, erkent, dat de teekening een eenigszins vreemden indruk maaktmaar de bedoeling is daar een plein te vormen en van uit dat plein een straat van 20 M, naar de West Frankelandsche laan terwjjl een dwarsstraat verbinding geeft met de Fabristraat. De West Frankelandsche laan zal verbreed worden en daartoe zal het bestuur van het St. Liduina-Gesticht een strook van 9 M. afstaan. Overigens zjjo plein en straten zóo ge projecteerd dat aan de belangen der St. Vincen- tius-Vereeniging recht wordt gedaan zonder die van anderen te na te komen. De waarde-bepaling der betrokken huizen zal zeker in overleg met de tegenwoordige eigenaren plaats hebben. Overi gens is deze zaak urgent. Vroomans wacht op de beslissing met het bouwen van huizen. Is die gevallen, dan kan hjj doorgaan. De heer Koopmans verklaart zich door de de inlichting van den wethouder voldaan. Het voorstel wordt bjj aclamatie aangenomen. Bjj het voorstel tot verkoop van grond aan de Warande bjj de St. Liduinastraat aan J. A. Vroomans werd eerst de principieele vraag van de bouwdiepte beslist30 of 50. De heer De Groot merkt op, dat als 't 30 M. wordt aan de rugzjjle, een zjjstraat bjj de Am- bachsschool, 20 M. overbljjft. Is dat een geschikte bouwdiepte De heer Van W estendorp antwoordt beves tigend voor arbeiders- en burgerwoningen. Tot uitgifte van 30 M. bouwdiepte wordt met 15—3 stemmen besloten. Tegenstemmen de heeren Beukers, Koopmans en De Bruin. Het voorstel, aan J. H. Vroomans aan de Wa rande 25 M. uit de St. Liduinastraat grond f 11 per M2. te verkoopen, wordt daarna aangenomen met 14 4 stemmen Tegen stemmen de heeren mr. Jansen, Koopmans, Ris en De Bruin. De heer De Groot onthoudt zich bjj beide stemmingen van medestemmen. Gemeentebegrooting. Behandeling van de Gemeente-begrooting voor 1910 met de verschillende onderdeelen. Algemeene Beschouwingen. De heer De Groot zegt, dat de opmerking door hem in de sectiën gemaakt, niet geheel juist is weergegeven en geeft eenige nadere verklaring van hetgeen hjj bedoelt met de povere cjjfers en wat hjj verstaat onder het perspectief der be grooting. Hjj moet erkennen, dat, al is zjjn ideaal niet bereikt, de wethouder van Financiën toch eene belangrijke poging in de bedoelde richting heeft gedaanhjj brengt hem dank voor hetgeen hjj heeft doen weten. De heer Koop mans merkt op, dat het ant woord op zjjne vraag in zake den bouw van de nieuwe school F niet tot een bevestigend; resul taat heeft geleid. Bjj hetgeen omtrent de chemi sche fabriek is medegedeeld, vraagt hjj zich af: Hoeveel jaren zullen daar nog mee heen gaan ligt 't niet op den weg van den Raad te bevor deren dat Ged. Staten eene beslissing nemen Wanneer 't toch bljjkt, dat de bedoelde plaats voor schoolbouw ongeschikt is, moet men in an dere richting eene oplossing zoeken, niet van jaar tot jaar uitstellen, maar de zaak met spoed afdoen, opdat 't geen wissel bljjke op de eeuwig heid. De heer De Bruin zegt aanvankelijk dat't nu de derde maal is hjj deze begrootingsbehandeling meemaakt, de beide vorige keeren is er al op aan gedrongen de algemeene beschouwingen kort te doen zjjn en hjj begrjjpt, dat sommige leden wen- schen zoo spoedig mogeljjk door de begrooting heen te komen. Maar het beeld dat deze be grooting, met verhooging van hoofdelijken omslag en besparing op openbare werken, die het vol gend jaar niet meer kan herhaald worden, biedt, doet zinnen op middelen om den financieelen toe stand te verbeteren, te meer daar verschillende belangen die nu niet tot stand kunnen komen, 't wenscheljjk, noodzakelijk maken meer middelen ter beschikking te hebben. Daarom meent hjj dat bij dit begrootingsdebat moet gezien worden of de financieele koers de juiste is, of dat 't tjjd is van koers te veranderen. Spr. vervolgt, dat de opmer king daaromtrent reeds in de sectie gemaakt, niet voldoende in het betrokken verslag is weergegeven, zjjne besliste vraag was, of B. en W. niet oordee- len dat 't wenscheljjk is, de financieele verhou ding tusschen rjjk en gemeente belangrjjk worde herzien. Daarop ontving hij geen antwoord. Op merkend dat Rotterdam en Amsterdam reeds per adres hun wenschen aan de regeering deden ken nen zegt hjj dat verschillende posten den finan cieelen toestand drukken, die niet ten laste der gemeente moesten komen, maar het rjjk door eene algemeene rijksinkomstenbelast,ing moest afnemen. Zoo is de dienst der politie, die zooveel diensten aan rjjk en justitie bewjjst, niet een plaatselijk maar een algemeen belang hetzelfde geldt van het onderwjjs en het armwezen, in 't bijzónder de verpleging der arme krankzinnigen. Die posten alleen en zjjn er meer door het rjjk der gemeente ontlast, zouden reeds eene besparing van f 166000 opleveren. De vraag stellend of B. ea W. het wenscheljjk achten eene poging indien geest te doen, meent hjj te dezer zake een motie te moeten voorstellen. In de twee jaren dat hij nu in den Raad is, was bjj telkens getuige van eene demonstratie wanneer grondverkoopzaken voorkwamen de lin kerzijde stemden tegen de rechterzjjde voor. Spr. wjjst op verschillende deskundigen o.a. mr. Hudig om te betoogen, dat de grondpolitiek van Schie dam een groot belang voor de gemeente is en acht dat geen kwestie van rechts of links. Hjj wijst op het voorbeeld van Kampen, welks burge meester hem welwillend inlichtingen verstrekte. Die gemeente verkeert in een zeer gunstigen finan cieelen toestand er is geen hoofdeijjke omslag en men denkt er aan, de opcenten op het personeel te doen vervallen. De gunstige financieele toestand van die gemeente bjj eene begrooting die slechts weinig verschilt bjj die van Schiedam - f 16000 wordt veroorzaakt, omdat die gemeente zooveel trekt uit hare vaste goederen en die vasthoudt. Spr. vraagt verder of wjj, ons spiegelend aan dit voorbeeld, niet tot eene herziening van onze grond politiek moeten overgaan. De Voorzitter merkt op, dat de kwestie grondverkoop of erfpacht nu niet aan de orde is en meent, dat deze bespreking, onvoorbereid, niet deu indruk zal maken dien spr. er van verwacht. De heer De Bruin acht die bespreking met 't oog op de begrooting dringend 't spijt hem, dat de Voorzitter hem in de rede valt; hjj bljjft die meening ondanks de nadere opmerking van den Voorzitter handhaven. De heer R i s wjjst er den voorzitter, die nog niet zoo heel lang in de gemeente is, op, dat 't hier aitjjd gebruik is geweest, bjj de algemeene beschouwingen zjjn hart te luchten en alle zaken zonder restrictie te bespreken. De Voorzitter zal zich aan de meening-van den Raad onderwerpen en het gebruik eerbiedigen. De heer G o s 11 n g a brandt van nieuwsgierig heid om den heer De Bruin nader te hooren ver klaren, boe de eifpai ht ons zal redden, maar acht 't beterde betrokken bespreking hjj het hoofdstuk Grondbedrijf ie doen plaats hebben. De Voorzitter meent, dat dit in de prak tijk hetzelfde bljjft. De heer De Bruin gaat dan voort, zeggend nog maar een heel klein staartje te hebben. Hoe de erfpacht ons uit de misère zou helpen, is niet in tien minuten te verklarendaarvoor zouden wel een paar dagen noodig zjjnhjj moet het werkje van den heer Hudig sterk ter leziDg aanbevelen. Spr. wjjst op het ontzagljjk groot belang dat de grondpolitiek ook voor onze zustergemeente had, de harde les die Botter dam ontving, toen ze de gronden op Fejjenoord moest terugkoopen die ze tot verschillende doel einden noodig had en legt den nadruk op het gewicht van het vraagstuk ook voor onze gemeente. Eene opmerking moet hem nog van 't hart In onze commissie voor grondbedrjjt heeft een raadslid zitting die rechtstreeks betrokken is bjj een particuliere grondmaatschapphjj acht dit een ernstige fout, wijzend op den plicht dien de leden der commissie tegenover de gemeente te vervullen hebben. De heer Smit verzekert, dat hjj, hoewel aitjjd voor verkoop gestemd hebbende, met tegen erf pacht is en dit geen kweste van rechts of links acht. Hjj voor zich kan volkomen met het denk beeld erfpacht meegaanmaar hij stemde voor verkoop, omdat er woningnood was en de bou wers anders niet konden bouwen, waar de banken geen bouwcredièt geven voor huizen op erfpacht. Is de woningnood weer over, dan is hij voor ert pacht. Spr. wjjst er verder op, hoe in het eenige geval dat erfpacht kon toegepast worden, het voor stel tot die wjjze van uitgifte niet werd gedaan. De heer De Groot, brandt van nieuwsgierig heid den heer Smit te hooren verklaren wat hjj met het laatste bedoelt. Doelt dat op de gasfa briek Spr. meent dat dan de vorige spreker in zjjne verklaring niet consequent en eigenljjk nooit voor erfpacht is. De wethouder van Financiën, de heer Lager- wey, moet den heer De Groot wel bedanken voor zjjn vleiende woorden omtrent het overzicht der begrooting; hij zal er naar streven in die richting door te gaan en acht 't, aldus gesteund, een aan genaam samenwerken. Ter zake van het door den heer De Bruin op gemerkte, verklaart weth. gaarne die gegevens van andere plaatsen te zullen ontvangen welke tot leiddraad voor onze gemeente kunnen strekken. Omtrent de wenscheljjkheid de bedoelde vraag aan de regeering te stellen, behoeft hij zich niet te verklaren, wjjl daaromtrent namens het College moet geantwoord worden. De heer VV i 11 k a m p f zegt, dat naar zjjne meening de begrooting over 't algemeen een treu- rigen indruk maakt en getuig', van den zeer moei- zamen,zwaren arbeid om haar sluitend temaken; hij ziet met leedwezen de voorgestelde verhooging van den hoofdeljjken omslag en waar de burgerij zoo zachtjens aan tot het max mum van haar draagkracht kcmt, zal hjj alles doen om bet bedrag der Inkomstenbelasting te doen verlagen. De Voorzitter formuleert nog eens de mo tieDe Bruin, aldus luidend De Raad der gemeente Schiedam noodigt B. en W. uit, de Regeering te verzoeken, de gemeente geheel of gedeelteljjk te ontlasten a. van de kosten der stedelijke politie, b. van het onderwjjs, c. van armenzorg. De heer G os li n ga meent, gelet op de ver klaringen van den minister van Binnenlandsche zaken, dat men met het eerste en tweede meer succes zal hebben dan met het derde, temeer daar eene herziening der Armenwet wordt voorbereid. De Voorzitter denkt ook aan het Holland- sche spreekwoord »Die het onderste uit de kan wil hebben, valt het lid op den neus". De heer R i s vraagt hoe de bedoeling is ten opzichte van onderwjjs. De Voorzitter zegt dat bedoeld wordt, de gemeente daarvan geheel of gedeelteljjk te ont lasten. De heer De Groot wil alleen opmerken, dat hjj ten opzichte van de te stellen vragen pessi mistisch gezind is, erkennend de wel bedoelde poging. De zaken door den heer De Bruin aange haald, zjjn heelemaal niet nieuw. Zjj zjjn reeds 10 a 12 jaar aan de orde en een Staatscommissie is daaromtrent ingesteld. Maar het groote bezwaar is de verandering voor de gemeente en het beginsel van de autonomie der gemeente komt daarbjj in het gedrang. Hoe meer de gemeente toch van het rjjk bekomt, hoe minder er van zelfbeheer sprake zal zjjn; spr. acht dit in politieken en maatschappeljjken zin een achteruitgang en zou liever in geldeljjke moeiljjkheden verkeeren dan het zelfbestuur der gemeente prjjs geven. Maar er is nog een prac- lische moeiljjkheid. De financien des rjjks verkee ren zelf in zoo allertreurigsten toestand, dat minis ter Heemskerk zelf aan de commissie uit deze gemeente, die hem over het overnemen der lee ningen door het rjjk kwam spreken, toevoegdeik wil wel, maar ik kan niet; ook aan de bronnen des rjjks komt een einde. Overigens meent spr. dat men er ten slotte niet zooveel beter van zou wordende belasting-plichtingen zouden hun aan slag slechts van het gemeente- naar het rjjksbiljet zien verhuizen. Spr. meent dat de verdere bespre king gerust kan uitgesteld worden tot een Raads zitting in November, dan kan men er bjj de rjjks- begrooting notitie van nemen. De Voorzit ter zegt, dat B. en W. reeds in de bedoelde richting voor het middelbaar onder wjjs werkzaam zjjn geweest en er menig gangetje naar den Haag voor is gemaakt. De heer Koopmans meent, dat de in uit zicht gestelde herziening der Armenwet een argu ment te meer is om ook op de aanneming van het derde punt aan te dringen. De heer De Bruin vleit zich, dat bjj nadere uiteenzetting de heer De Groot met meer sym pathie aan zjjne zijde zal staan. Hjj sprak van de autonomie der gemeente; maar wat is een zelf standige gemeente zonder een cent op zak; bij meent, dat het rjjk toch ook wel het welzjjn der gemeente voorop zal zetten. Waar men betoogt dat het rjjk geen voldoende middelen heeft, wjjst hij op het belang eener algemeene rjjksinkomsten- belasting, omdat de bezitters van groote kapitalen die in de betrokken gemeenten hunne industriën hebben, zich zeer gemakkeljjk naar andere gemeen ten verplaatsen en aldus niet door de gemeente inkomstenbelasting in de stad waar hun fabrieken zjjn, worden getroffen. Aan den heer Goslinga antwoordt spr. dat de armenzorg zooals zjj veelal in de gemeenten wordt toegepast, een paskwil is en dat de verzor ging van arme krankzinnigen een zeer billijk motief is om de kosten door het rjjk te doen dragen. Den heer Ris geeft spr. verder eene nadere verklaring omtrent de geheele of gedeeltelijke ontheffing van onderwijs-kosten, terwjjl den heef Lagerwey eene nadere toelichting omtrent de erf pachtskwestie wordt gegeven. De wethouder, de heer Lagerwey zegt, dat 't niet zjjn bedoeling is den heer De Bruin tot leverancier van zjjne gegevens te benoemen maar dat 't hem toch een genoegen is met hem in het fiaancieei belang der gemeente te kunnen samen werken. De heer Van der Drift zegt, dat dé motie De Bruin hem onvoorbereid treft. De Voorzitter zegt, dat 't niet de bedoeling is ze nu af te doen, maar in de eerstvolgende vergadering te behandelen. De heer W ittkampf acht 't wenscheljjk, de opmerking van den heer De Groot omtrent de autonomie der gemeente beamend, de motie in druk te zien en het advies van B. en W. te ver nemen. De Voorzitter acht het laatste heel moei lijk hjj merkt op, dat de regeering zwanger gaat van een voorstel omtrent een betere verhouding van de financiën van het rjjk en de gemeenten. Hjj meent dat waar het College van de zeer goede wenken nota neemt en de forensenkwestie onder de oogen ziet, men niet al te veel op spoedig advies moet aandringen. De heer De Groot kan alleszins genoegen nemen met een zeer langzame behandeling. De Voorzitter verklaart nog, dat B. en W« den bouw van de nieuwe school F willen ver haasten, maar eerst willen afwachten het resul taat der proeven aan de chemische fabriek, waar van zjj niet zoo heel zeker zjjn. Maar de kwestie bljjft aan de orde en binnen niet al te langen t^d is hun advies te wachten. De heer R i s vraagt of het pleit beslecht wordt doör de vraag of de chemische fabriek stank ver spreidt of niet. De Voorzitter verklaart dat dit de hoofd zaak is en al het andere als het kwade dampen enz. geen bezwaar oplevert en er niet van behoeft terug te houden om die school op die stille plaats te bouwen. De heer Koopmans zegt, dat de kwestie van het bedoelde residu slechts een klein onder deel der zaak is en daarmee het bezwaar van dampen en gassen niet wordt ondervangendie bljjven neerslaan, al wordt ook het residu opge lost. .^üe Voorzitter verzekert, dat met de op lossing der eerstbedoelde kwestie het grootste bezwaar is weggenomen en dat B. en W. binnen kort van hun activiteit in dezen zullen doen bljjken. Nadat hiermede de Algemeene Beschouwingen zjjn ten einde gebracht, gaat de Raad over tot de behandeling der artikelen. _Bjj art. 65 kosten van de uniformkleeding van den adjunctbode, zegt de heer De B r u i n, dat zjjne bekende opmerking in de sectie niet alleen de uniformkleeding van den adju:ctbode gold, maar in 't algemeen of de uniformkleeding wordt aanbesteed of niet. De Voorzitter zegt, dat den 14 Januari eene openbare aanbesteding heeft plaats gehad van de uniformkleeding van de politie-agenten, brug wachters enz. en wel iu drie groepen nislö hoofdagenten, en veldwachters, 2e. brugwachters zomer- en winterkleeding, 3e. agenten derde klas zomerkleeding en ten slotte nog een aparte inschrij ving voor de overjassen. In die openbare inschrij ving was de adjunct-bode niet begrepen. Waar de Raad er prjjs op stelt, dat hjj bjjzender zorg vuldig gekleed zjj, is zjjn uniform niet aanbesteed. Bjj hootdstuk IIIKosten der Politie geeft de Voorzitter eene nadere verklaring van de daar gestelde cijfers, enkele drukfouten verbeterend, erkent de minder juiste omschrjjving van de te scheppen betrekking (klerk) en verklaart er nu een hoofdinspecteur en een inspecteur zullen komen in plaats van twee inspecteurs. De wethouder van Financiën, de heer Lager wey, maakt bezwaar tegen de voorgestelde hoo- gere belooning van de politiedienaren, een uit gave van f1850, die geheel buiten de ljjn dezer begrooting ligt. Hjj wil den post van f400 voor een klerk afzonderljjk behandelen en evenals den eerstbedoelden post aanhouden tot na behandeling van het grootste deel der begrooting zal gebleken zjjn welke gelden ter beschikking zjjn. De Voorzitter prjjst den voorzichtigen trouw van den wethouder van Financiën, maar bljjft toch als hoofd der politie op de voorgestelde verhooging aandringen, omdat de menschen. 't verdienen en er volgens algemeen oordeel iets moet gedaan worden, nu het groote reorganisatie plan om de groote kosten niet kon uitgevoerd worden. De klerk is bepaald noodig, omdat de inspecteurs balast ook met het opmaken van proces-verbaal, door het vele schrjjfwerk minder op straat kunnen komen, waar zjj meer moeten zjjn. Ook is er behoefte aan een goeden politie hond, die bjjt waar 't noodig is en niet bjjt waar 't niet behoeft. De heer R i s meent dat het speuren me' politiehonden veel meer een zaak van rjjkszorg i?- De Voorzitter merkt op, dat de hond het bedoelde spoor niet meer kan ruiken als hjj eerst uit den Haag moet komendan is alle geur er afde hond moet er spoedig bjj zjjn. Spr. dringt aan op het crediet voor den hond, die ons gerust zal doen slapen. De heer Smit weet niet of 't bjj het hoofdstuk politie thuis behoort mogeljjk bjj de gasfabriek maar hjj verzekert dat men Zondag-avond als de licht gevende winkels gesloten zjjn, op de Hoogstraat niet met fatsoen kan passeeren. Let tend op het woord dat een lantaarnpaal meer waard is dan drie politieagenten, vraagt hjj, dat er althans 's Zondagsavonds op de Hoogstraat wat meer lantaarns zullen branden. De wethouder, de heer Honnerlage'Grete, voorzitter der gascommissie, zegt, men er al lang op bedacht is, de Hoogstraat beter te verlichten, in verschillende lantaarns twee lichten te doen branden enz. in een volgende vergadering zal een definitief voorstel in zake die betere verlichting worden gedaan. Dat zal heel wat zorg wegnemen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 2