DERDE BLAD Aboaneert D o; ie Onder valschen naam. Nim ScMedamxche Courant met iratis UuM jriis 10 c. d. Teet. 0.45 p. ml fl.35 d. M FEUILLETON. van de van Zaterdag 30 October 1909. Oflicieele berichten. Aan het Gymnasium en de Hoogere Burger- School met 5 j irigen cur.-us te Schiedam wordt ge vraagd een LEERAAR inEngelsche Taal en Letterkunde. Het salaris bedraagt voor 20 tot 22 lesuren f2000.— Voor elk uur boven 22,150.per lesuur Per jaar. Na 3, 6, 9, 12 en 15 dienstjaren bjj bet Gym nasiaal of Middelbaar Onderwijs wordt dit salaris li et (100.— verhoogd. De tegenwoordige titularis heeft 27 uren. Sollicitatie in te zenden bij den Burgemeester tevens President Curator vóór ot op 10 November 1909. Voortgezette Vergadering van den Baad der gemeente Schiedam op Donderdag 28 Octo ber 1909, des avonds 8 uur. (Slot). Gemeentebeg rooting. Inkomstenbelasting. De heer De Bruin betoogt, dat trots het buitenkansje de hoofdelijke omslag een aanzien lijke verhooging vertoont Waar de heer Witt kampf getuigde dat de burgerij gekomen is aan bet maximum van haar draagkracht, is hij daar van zoo overtuigd, dat hij nog een poging ivagen wil ondanks die welke verleden jaar schipbreuk heeft geleden. Hij wil opnieuw voorstellen progressie in de Inkomstenbelasting, °pmerkend dat die belasting in Schiedam bij zonder op de kleinen drukt en de grooten er zich bijzonder wel bij bevinden. Waar nog in be laatsten jaren de groote inkomens in Schie dam, beduidend vooruit zijn gegaan, wil hij 't halen waar 't isde groote kapitalen, en de kleine inkomens ontlasten. In dien zin wil hij hog een poging wagen voor progressieve heffing. De Voorzitter zegt, dat B. en W. zich te dezer zake niet aanstonds kunnen uitspre ken, dat niet van hen is te verwachten; hij vraagt: geef hun eenigen tijd. De heer De Bruin verklaart zich daartoe gaarne bereid. - Zijn voorstel wordt onder steund door de heeren Koopmans en De Groot. De heer Wittkampf zegt, dat hij in theo rie niet zoo ver van progressie afstaathij ziet daarin geen onrecht en wil een poging in die richting steunen zoodra de rijkswetgeving 't toogelijk maakt personen die zich door verhui zing aan die progressie onttrekken, toch te treffen, maar zoolang dat niet is, kan hij om Practische redenen met het voorstel niet meegaan. De wethouder van Financien de heer L a- gerwejj, zegt, dat nu weer het zelfde voor stel na kort verwijl aan de orde komt. Kort nadat de Inkomstenbelasting is herzien en we de progressie hebben hooren bestrijden, komt men weer met het voorstel van progressie, Waarvan hem bekend is dat sommige gemeen ten er geen voordeel van hebben. Schiedam kan als woonstad toch niet veel aanbieden laten wij niet door een nieuwen aanslag hare reputatie schaden; houden we wat we hebben, stellen we dat niet in de waagschaal. Ove rigens meent weth. dat men zich over een eventueel (eind)votum te dezer zake geen illu- cies behoeft te maken. De heer G o s 1 i n g a ziet geen heil in uitstel van de behandeling van dit voorstel. Hij meent 't heelemaal niet vaststaat dat de kleine man langs dezen weg zal worden ontlast en sluit zich bjj den heer Wittkampf aan ter zake van het practisch bezwaar. Alleen een progressieve rijksinkomstenbelasting zou iets kunnen uit werken, omdat men het vaderland niet zoo ge makkelijk ontvlucht als de gemeente hij raadt dus aan dit voorstel geen verderen tijd zoek te maken. De V o o r z i 11 e r meent, dat de heer De Bruin Wel zoo vriendelijk zal zijn, daarop voor deze onvoltallige vergadering niet aan te dringen. De heer De Bruin zegt, dat de onvoltallig heid voor hem geen argument is; hij doet zijn voorstel telkens in een onvoltallige vergadering en dan gaat 't in een voltallige vergadering naar den kelder. Hoewel 't dus een lijkrede is, Wil hij toch iets zeggende opmerkingen van de heeren Lagerwey en Wittkampf hebben hem nog niet overtuigd dat progressie iets verschrik- Boeiende Roman. Naar het Duitsch.) 51) Nu ook kwam weer leven in de gestalte der oude gravin. Kaarsrecht zat zij eensklaps op haren stoel, alle trekken van haar aangezicht Waren gespannen, bij 't hooren der woorden van den molenaar. - De verpleegster stal de papieren? De tong van den graaf was plotseling zwaar geworden, hij kon deze vraag nauwelijks ver staanbaar voortbrengen. Doch Steffen raadde den zm, en neigde tot bevestiging met 't hoofd. De doopschijn, de trouwakte der ouders en alles wat tot de aanerkenning der gravin van Hheinsburg behoort? Ook de gerechtelijke beves tiging als lid mijner familie? Het scheen, dat zich een verschrikkelijke angst van den graaf had meester gemaakt. Alles heeft de vroegere geliefde van uw kleinzoon op den dag nadat mij de beroerte ge- tmffen had, ontstolen. s kelijks is het resultaat is door de toepassing in enkele gemeente nog niet afdoende gebleken. Hij verwacht daarvan heil voor deze gemeente, waar de loonen niet naar evenredigheid zijn gestegen en waar men met een weekloon van f 12 nog aan alle kanten te kort komt. wordt dit nog met f5 belast. Waar er nog zoovelen zijn die van hun overschot in deze belasting een offertje kunnen brengen ten bate van an deren, meent hij, dat de eisch van progressie niet onbillijk moet worden geacht. De heer R i s verzekert, dat hij in theorie alles voor het voorstel gevoelt, maar dat ook voor hem de practische bezwaren gelden Ook hij vindt fö— een veel te zware belasting voor hen die, als aangehaald, met een weekloon van f 12 moeten rondkomen. De wethouder, de heer Van Westendorp, ziet de gevolgen van progressie voor deze ge meente nog niet zoo ernstig in-: de gegoeden, die weg konden gaan, zijn meestal reeds weg; de anderen blijven, omdat hun werkkring hen aan Schiedam bindt. Hij verwacht niet dat een matige progressie, de nog overige gegoeden uit de stad zal drijven en vindt het recht de kleinere inkomsten te ontlasten en de hoogeren te belasten. De kleine inkomens worden veelal tot op een cent getroffen, terwijl de groote in komens onmogelijk zijn na te gaan. Hij ziet er geen bezwaar in voor die inkomens het percen tage wat te doen stijgen. De Voorzitter wil het voorstel zien uit stellen tot de volgende vergadering. De heer R i s vreest voor het lot van het voorstel en acht de uitdrukking lijkrede juist. Hij wil een echec te dezer zake voorkomen door eenvoudig voor te stellen de bestaande veror dening in dien zin te herzien, dat de lagere klassen worden ontlastdaar zijn verschillende leden voor, terwijl de progressie tegenstand ont moet. L De heer De Groot merkt op, dat de voor steller dan bepaald in het meervoud moet spre ken, ook inkomens van f800 f900 en f1000 moeten worden ontlast en hoogere klassen wor den belastspr. ziet in een matige progressie geen bezwaar. De heer R i s meent, dat bij een geheele her ziening der verordening dit streven kan bereikt worden. De heer Wittkampf komt weer terug op de poging door hem een vorige maal beproefd en die toen schipbreuk leedom in plaats van het middencijfer het minimum cijfer der klassen tot grondslag te nemen en aldus er toe te ge raken, dat nu belastbare saldo's van f100 en daar beneden niet door deze belasting worden getroffen. Er zijn dus nu drie voorstellen le dat van den heer De Bruin om progressieve heffing in te voeren, 2e. dat van den heer Ris om de ge heele verordening te herzien, 3e dat van den heer Wittkampf om de belasting op een enkel artikel te herzien. Alle voorstellen worden voldoende ondersteund. De heer De Bruin had, waar de wethou der zoo sprak over de ernstige gevolgen in som mige gemeenten, gaarne een enkele gemeente hooren noemen. Hij weet wel, dat in Zaandam die ernstige gevolgen zich niet hebben voorgedaan daar is om de progressieve heffing niemand der welgestelden verdwenen, 't Spijt hem overigens dat wij te dezer zake achteruitgaan de heer Ris was het vorig jaar voor en nu is hij er tegen waar dit om practische bezwaren is, vraagt hij den loop van het voorstel af te wachten en zich in beginsel te verklaren. De heer Ris getuigt dat hij persoonlijk voor het voorstel is, maar hij is bang voor het lot dat 'tzal wedervaren. De wethouder, de heer Lagerwy, wijst, waar men een voorbeeld van slechte ervaring vraagt, op Amsterdam en merkt op, dat in Zaandam aller., ook de meer gegoeden, voor progressieve heffing waren, in iedere gemeente is dat anders. Weth. verklaart er zich tegen, ieder jaar een ftlndamenteele wet als de Inkom stenbelasting aan te tasten en verklaart zich om redenen van stabiliteit tegen de voorstellen, waar er geen meer ernstige redenen als hier voor de herziening worden aangevoerd. Dat de kleine man tot den laatsten cent getroffen wordt, is niet waarop eenige guldens wordt niet gezien. De heer Ris meent, dat een belasting-veror dening niet binnen een jaar moet worden her zien, maar er zijn nu weer een paar jaar over heen en de herziening wordt door verschillende leden noodzakelijk geacht. De heer Lagerwey merkt op, dat als men op de belastingbetalers afgaat, men te voren weet wat men zal hoorendie mopperen altijd. De heer Wittkampf verklaart nader zijn voorstel om de twee onderste nu getroffen klas sen vrij te stellen. Wanneer was dat? Ik meen tijd dag uur, bedenk u goed. De graaf was in eene koortsachtige spanning geraakt. Ook de gravin was zeer onrustig en blikte in doodsangst van den eenen der beide mannen naar den anderen. De molenaar bedacht zich slechts een oogen- blik en noemde met heldere, duidelijke stem, dag en uur van den diefstal. De graaf sloeg de armen in de lucht, als zocht hij ergens steun, zijn adem ging zwaar, wezen loos was zijn blik, dan zonk hij met een doffen kreet, neer op een stoel, die in zijne nabijheid .stond. Met een angstkreet stortte zich de gravin plotseling op haren echtgenoot. God, riep zij uit. Wat overkomt u? Wat is geschied De graaf steunde als een zwaar verwonde, zijn aangezicht had eene lijkkleur gekregen. Niets! WaterI Endersl bracht hij nauwelijks hoorbaar uit. Het laatste w.oord was zelfs maar een gorgelend geluid. De electrische schel klonk plotseling aanhou dend door het slot tot een bediende verscheen. Spoedig den geneesheer, beval de gravin. Als het noodlot hier een oordeel velde, wie van beide doodsvijanden het leven moest laten, De heer Goslinga geeft in overweging het voorstel Wittkampf in te trekken ten bate van dat van den heer Ris door een algeheele her-' ziening bereikt de heer Wittkampf toch zijn doel. De Voorzitter meent de voorstellen in de volgende orde in stemming te moeten brengen Ris, De Bruin, Wittkampf. De heer Ris meent, dat het voorstel De Bruin even ver gaat als het zijne. De heer Goslinga meent, dat het voor stel—Wittkampf alleen een amendement is, geen voorstel. De wethouder, de heer Van Westendorp, herhaalt, dat hij in een matige progressie geen bezwaar ziet en betoogt, dat ook in het voor stel-Ris een drang naar progressie ligt. De Voorzitter meent toch, dat men beter in een voltallige vergadering deze principieele kwestie kan uitmaken. De heer De Bruin vreest een onzuivere stemming als werkelijk volgens de verklaring van den heer Van Westendorp ook in het voor stel—Ris het idee van progressie ligt, is hij bereid het zijne terug te nemen. De heer Wittkampf meent, dat de heer Van Westendorp zich te veel op het oogen- blikkelijk cijfer baseert. De heer Van Westendorp wil de ge volgen van progressie eens doen zien, zich ba seerend op de thans bekende belastingcijfers. De heer Goslinga vraagt hoe wij ons dan willen uitspreken over iets dat wij nog niet kennen. De Voorzitter acht 't beter de kwestie uit te maken in den zin van het voorstel—Ris. De heer De Bruin trekt dan zijn voorstel in voor dat van den heer Ris, dat een alge heele herziening beoogt. De wethouder,de heer Lagerwey, verklaart tegen het werk niet op te zienhij vindt 't interessant, belangwekkend, maar acht 't toch onbegonnen werk ieder jaar opnieuw staten, over zichten enz. te moeten gevendat getuigt niet van stabiliteit. De heer Wittkampf herhaalt, dat men de mindere klassen niet kan ontlasten zonder de hoogere te belasten- De heer R i s verzekert, dat zijn voorstel niet beslist progressie bedoelt, alleen een algeheele herziening beoogt. De heer Kranen vraagt zich af of bij een algemeen streven om de lagere klassen te ontlasten, dit niet kan bereikt worden door het aftrekcijfer te verhoogen. De heer Wittkampf ziet in het voorstel —Ris eene vingerwijzing naar progressie. De Voorzitter meent ook dat als alles herzien wordt, ook progressie aan de orde komt. De heer Ris zegt, dat hij eene herziening van de geheele verordening beoogt om, rekening houdend met de discussie, te zien welke ver anderingen moeten worden aangebracht. De heer De Groot beweert, dat er in het voorstel—Ris geen stuur zit. Dat voorstel wordt verworpen met 10—4 stemmen. Voor stemmen de heeren Koop- mans, Ris, Van der Meer en Kranen. De heer De Bruin verklaart, dat als hem werkelijk duidelijk was geweest er in het voor stel—Ris geen progressie zat, hij ten gunste van zoo'n voorstel nooit het zijne zou hebben ingetrokken. Hij stelt thans weer voor, een schema van progressie aan den Raad voor te leggen. De Voorzitter verzekert, dat volgens het voorstel - Ris, B. en W. wel degelijk alles be keken zouden hebben en rekening gehouden met de wenschen neergelegd in de volle dis cussie. De heer Ris deelt volkomen die opvatting; hij begrijpt niet de leden zoo kortzichtig konden zijn. De V o o r z i 11 e r, den plicht erkennend ook in de bedoelde richting te zien, constateert het nader voorstel—De Bruin door de heeren Koop- mans en Ris wordt ondersteund. De lieer Wittkampf formuleert nader zijn voorstel, B. en W. uit te noodigen te overwegen nu belastbare saldo's van f 100 en daar beneden vrij te stellen en betoogt in antwoord op de opmerkingen van den Voorzitter enden heer Lagerwey, dat hij alleen d i e herzie ning beoogt. Het voorstel wordt aangenomen met 121 stem Tegen de heer Lagerwey. De heer L a g e r w ey constateert dat wijzi ging van dit artikel wordt gevraagd. Het voorstel—De Bruin. B. en W. uitnoodi- gend een schema van progressie overteleggen, wordt aangenomen met 9-5 stemmen. Tegen stemmen de heeren Beukers, Wittkampf, Hon- nerlage Grete, Lagerwey en Goslinga. Nadat aldus de behandeling der begrooting ten einde is gebracht, sluit de voorzitter de den molenaar was het gelijk. Hij gevoelde zijn geweien vrij van alle schuld. De oude molenaar keerde zich om, zijne zending was voor heden hier volbracht. Aan de andere zijde van het slot rende intus- schen een ruiter de slotpoort uit, om den genees heer uit de -stad te halen. XXVI HOOFDSTUK. Verbroken banden. Van 't oogenblik af, dat Gerda in het voor name hotel haar eigen bedrogbeeid had ontmoet en graaf Egon van Rheinsburg haar als gravin Gerda van Rheinsburg had voorgesteld, was zij tot de ontdekking gekomen, dat er een ongehoord bedrog had plaats gehad. Deze bedriegster had zich voor de erfgename van den ouden molenaar uitgegeven. Was het niet helder dag geweest, had de hel dere voorjaarszon niet door het venster gestraald, zij zou zeker de geheele ervaring voor een droom gehouden hebben. Eerst toen zij in hare bescheiden woning was teruggekeerd, kon zij zich een helder denkbeeld er van maken, dat hare ontdekking, eene der vergadering, zijn voornemen te kennen gevend niet den eersten, maar den derden Dinsdag van November weer te vergaderen. Wcmeiigd Nieuws, Wat de aanleg van een groot park kost. In verband met de plannen, welke te Rotterdam in voorbereiding zijn tot aanleg van een groot park, is het niet van belang ontbloot, eens na te gaan, wat zulk een groot park aan grond en aanleg kost. Daartoe biedt de stad Boston, waar in het laatste twintigtal jaren meer dan 10 groote par ken zijn aangelegd, behalve nog een aantal uit gestrekte wandelwegen, een goede gelegenheid. Het jaarlijksch onderhoud, als zijnde een kwes tie van later zorg, kan hierbij buiten beschou wing blijven. Zoo kostte daar aan grond en aanleg het Leverettpark, groot '75 acres, 631.570.75 dol lars. Jamaïcapark, groot 120 acres, waarvan 46,5 acres water, 998.784.11 dollars. Franklinpark, groot 527 acres, waarvan 7.4 acres water, 3.506.516.65 dollars. Marinepark, groot 34 acres grond, met 150 acres oevervlakte 1.249.027.64 dollars. Wood-Islandpark, groot 46 acres grond, met 165 acres oevervlakte, 349.330.27 dollars. Dorchesterpark, groot 26 acres, 67.099.87 dol lars. Publicpark, groot 4 acres grond, met 3 acres oevervlakte, 604.801.08 dollars. Arnold Arboretum, groot 223 acres, 349.089.86 dollars. Castle Island, groot 21 acres grond, met 83 acres oevervlakte (alleen voor aanleg) 31.934.35 dollars. Enz. De moord te Surhuizum. B. O. en A. v. d. V. hebben bekend de daders te zijn van den moord te Surhuizum. Ongelukken. Gisternamiddag is in de Nep- tumusstraat te Scheveningen het 6-jarig zoontje van een agent van politie door een vrachtwagen overreden en gedood. Zware straf. Een Londensch politierechter heeft een man, die een slachtpaard door Bermond- sey naar de haven bracht ter verscheping naar het vasteland, wegens dierenmishandeling tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld. Het dier was zoo verzwakt, dat het niet loopen kon en op straat in elkaar zakte. De rechter gaf er zijn leedwezen over te kennen, dat hij niet de hoofd schuldigen kon treffen. De bevolking van Frankrijk. Volgens de openhaar gemaakte ambtelijke statistiek van geboorte en sterfte is de bevolking van Frankrijk in het eerste halfjaar van 1909 achteruitgegaan. Het aantal sterfgevallen over het halfjaar is 28,203 hooger dan het aantal geboorten. Het eerste halfjaar van 1909 steekt in menig opzicht ongun stig af bij het eerste halfjaar van 1908; minder geboorten, meer sterfgevallen, minder huwelijken, meer echtscheidingen. Men vergelijke de getallen. In het eerste halfjaar van 1909 werden er 398,710 kinderen geboren (tegen 411.402 in het overeenkomstige tijdvak van 1908), er stierven 426,913 personen (tegen ver leden jaar 401,894). Het aantal huwelijken is voor het verloopen halfjaar 156,294 (tegen 162,495, in het eerste halfjaar van 1908), het aantal echtschei dingen is 6148 (tegen 5605 in het eerste halfjaar van 1908). Iets nieuws. De Engelsche bladen meldden onlangs, dat koning Edward, door in Engeland op een electrischen knop te drukken te Montreal in Canada, een 4800 K.M. ver weg, een nieuwe instelling voor tubercffiozen zou openen. De elec trische stroom, door hem dus uitgezonden, zou er de deuren openen, alle electrische lichten ont steken en de Engelsche vlag in den mast hijschen. ongehoordste daden was, die in den laatsten tijd was voorgevallen. Toch kon zij zich de zaak nog niet helder voorstellen, hoe toch was het mogelijk, dat zulk voorval had kunnen plaats grijpen. Hoe had zich eene vreemde onder haar naam weten in te drin gen. Want als graaf en gravin van Rheinsburg was het paar uit Duitschland overgekomen. Na een kort overleg besloot zij, om geen prijs in dit bedrog mede te werken. Het oude eerbiedwaardige aangezicht van haar grootvader kwam haar te voorschijn, en zij zag zijne oogen vol eerlijke gestrengheid op haar ge richt. Met bange zorg dacht zij aan het verdriet, hem veroorzaakt door hare vlucht. Zij' echter wilde ook den strijd tegen de Rheinsburgers beginnen. Dat zij slechts kwamen om hare rechten te doen gelden, zij zou het eveneens doen. Gerda was het te moede, alsof plotseling de boeien van haar af vielen. De grafelijke familie zou het immers niet meer wagen haar als fa milielid op te vorderen. Doch Gerda was geenszins geneigd, zulks stilzwijgend te laten geschieden. Er kon gebeuren wat wilde, doch zij zou alles uitvorschen. (Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 9