Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. straten, Redout, Duymaer van Twist, Van der Voort van Zijp, Coljjn, Van Vuuren, Van Lynden, Van Sandenburg en Scbimmelpenninck. Bjj de atdeeling Spoorwege n pleitte de beer Middelburg voor bevoordeeling van de Nederlandsche industrie bjj aanschaffing van spoor- wegmaterieel, terwjjl hg het aanvragen van prjjs- opgaven aan fabrieken als voordeeliger prees boven publieke aanbesteding. De Minister verklaarde, dat thans reeds bjj voorkeur levering wordt gegund aan Nederlan ders. De hoofdstukken Uitgaven in Nederland Midde len in Indië en Middelen in Nederland worden zonder stemming goedgekeurd. Spoorweg BataviaBuitenzorg. Aan de orde was daarna bet wetsontwerp tot bekrachting eener overeenkomst met de Neder- landsch-Indische Spoorwegmaatschappjj, tot aan koop van den spoorweg Batavia-Buitenzorg. De heer Bos bestreed het ontwerp, dat ons op 5 millioen te veel komt te staan. Bg die bestrjjding sloot de heer Helsdingen zich aan, op grond, dat de Kamer onvoldoende is ingelicht. De heer Bogaardt bestreed mede het ont werp betoogende, dat de spoorweg-toestanden om Batavia de hooge uitgaven niet wettigen. De Minister verdedigde het ontwerp als eenig middel, om ons uit de moeilijkheden te helpen. Hg heeft de overtuiging, dat het ontwerp is in het belang van Indië. Na replieken werd, op verzoek van den Minis- t e r, de verdere beraadslaging geschorst tot heden (Donderdag). De zaak-Van Heeckeren Tan Keil. De Eaagsche correspondent van het «Hbld." verklaart dat de tegenspraak van «De Stand." onwaar is. Het «Hbld." dan plaatst deze opmerkingen onder de driestar van de «wei-ingelichte zjjde" van «De Stand.": «Ziehier een «valsch gerucht"... door «De Stan daard" verspreid. Niemand heeft, voor zoover ons heugt, ooit beweerd dat een geheim dossier is aangelegd over de zaak-Van Heeckeren. Dat kon onder het Kabinet-Kuyper ook niet geschied zjjn, want er bestond toen nog geen «Zaak-Van Heeckeren." Wèl bestond toen echter een zaak- Van Lynden, en het zgn stukken die d a a r o p betrekking hebben, waarvan een geheim dossier is gemaakt. Stukken waaruit bjjvoorbeeld wellicht zou bijjkendat Minister Van Lynden den gezant Van Heeckeren in den Ministerraad tot ontslag heeft voorgedragen, omdat hg handelde tegen 's Ministers instructies (maar op instructies van dr. Kuyper)... dat dit ontslag door dr. Kuyper is gestuit... dat nochtans de poging van Minister Van Lynden, uit de zitting van den Ministerraad, den heer Van Heeckeren is overgebracht... dat deze daarop een boozen brief aan zgn chef heeft ge schreven... dat de heer Van Lynden wederom zijn ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken ter verant woording riep, wegens het verklappen van het verhandelde in een Ministerraad... en dat laatst genoemde antwoordde«Wat ik met een gezant particulier bespreek, heb ik niet te verantwoor den." Een briefje van dezen, of een dergeljjken, inhoud, zou men althans stellig in het dossier vinden. En nog wel andere briefjes. Genoeg om te doen zien, welk een bedenkeljjk begrip van het premie rschap dr. Kuyper had. «Intusschen hebben we nu, in «De Standaard", de erkentenis gekregen, dat er een geheim dossier bestaat. «En dat nog wel in een driestar. En «van wel ingelichte zgde." De 30 opcenten op het tarief. Dr, Nolens acht in de »N. Venl. Ct." de geop perde bezwaren tegen de voorgenomen voorloopige verhooging van het tarief van invoerrechten schro- meljjk overdreven. Geheel zonder bezwaar is ze intusschen niet, en dr. Nolens kan zich niet voorstellen, dat de minis ter van Financiën ze niet graag achterwege zal laten als bet maar kon. De voorloopige tariefsverhooging zou moeten dienen als laatste middel, tot tjjdeljjke versterking der inkomsten. Zjj komt dus bg een nog gunstiger opbrengst der bestaande middelen het eerst in aanmerking om van de ljjst te verdwgnen. De mogelgkheid is niet uitsloten dat de maand October een dergelijke gunstige wending aantoont. Mocht dat niet het geval zgn, dan zal men met den minister over de bezwaren moeten heenstap pen, tenzjjmen andere middelen kunne aanwgzen, waartegen geen of althans niet zoo «gewichtige" bezwaren zgn in te brengen. Haagsche Raadsverkiezing. Bg de gister gehouden herstemmingen voor den Haagschen gemeenteraad werden gekozen de heeren jhr. mr. Th. Gevers Deynoot (anti-rev.) en L. W. J. K. Thomson (lib.) Buskruitontploffiug. Een telegram uit Las Palmas (Kanarische eilan den) waar Hr. Ms. Friesland met vele adelborsten aan boord zich thans bevindt, meldt een buskruit- ontploffing, waarbjj dooden en gewonden te betreu ren waren. Bjj het Departement van Marine h. t. 1. is geen bericht daaromtrent ingekomen, zoodat men er zich niet ongerust over behoeft te maken dat per soneel van de Friesland, op het oogenblik te Las Palmas aanwezig, bg het ongeluk betrokken is. Het Bisschoppelijk Museum. Het was gister 40 jaren geleden, dat het Bis schoppelijk Museum van kerkelijke oudheden, enz. werd opgericht en gevestigd in 't Vincentiusge- bouw in de Zoetestraat te Haarlem. Later is 't Museum naar het tegenwoordige pand aan de Jansstraat overgebracht.(N. H. C.) Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 18 November 1909, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 770.4 te Aberdeen. Laagste barometerstand 741.5 te Goruna. Verwachting tot den avond van 19 November: meest matige tot krachtige oostelijke wind, ge deeltelijk bewolkt, droog weer, kouder. Sociale Cursus. Morgen (Vrijdag)-avond, zal de heer Th. J. H. Mouwens eene inleiding houden over het onder werp«Wet op de Kamers van Arbeid." Deze belangrijke lezing is wederom toegankelijk voor Bondsleden en leden der bjj de K. S. A. aangesloten vereenigingen. In de Schermvereeniging «St. Mi chael", onderafd. van de afd. Schiedam van den Ned. R. K. Volksbond, is Dinsdag 1.1. het examen afgenomen van de leerlingen dier vereeniging, onder directie van meester M. de Hertog, door meesters van den Ned. Schermbond. De volgende brevetten werden toegekendals prevot degen, G. H. Kohlbrugge, als prevot lan ge stok, W. Leliveld, als prevot sabel, C. de Raay en T. Noordjjk. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 16 November 1909, des namiddags 2 uur. (Vervolg.) Zaterdagavond-markt. Voorstel van B. en W. tot opheffing der Zater dagavond-markt. De heer Smit zegt, dat hem het preadvies van B. en W, te dezer zake verbaasd heeft. Hjj herinnert zich dat verleden jaar een der heeren op de Sociale Week de leer verkondigde, dat men het marktwezen zooveel mogelijk moet regelen om het venten te voorkomen. Dat was ook verleden jaar bet leidend motief bjj het instellen dezer markt. En nu wordt zonder het advies van de Kamer van Koophandel met een enkele penne- streek, op de vraag van enkelen, die markt weer weggeveegd. Hjj vraagt welk motief er is, of daardoor bjjv. een bestaande parapluiehandei of bestaande sigarenwinkels worden benadeeld. De agitatie is slechts gekomen toen er een koek- kraampje bjjkwam daar draait de heele boel om. Als mej. Van den Tempel goed rekent, dan zou zjj bg een zoo grooten omzet, gerekend er 20 op dat goed verdiend worden, een verdienste van f7 hebben, rekent men daar het weekloon van den man, f43, bg, dan zouden die twee menschen te zamen f 1000 inkomsten hebben en zjj betaalden tot voor korten tjjd geen cent inkomstenbelasting. Sedert de Zaterdag avond-markt ingesteld is, heb ben zjj zich echter voor de tweede klas aangege ven. De eigenaar van een sigarenwinkel in de Lange Kerkstraat verklaarde daarentegen, dat hg voordeel van de markt had, omdat de menschen anders slechts langs de Hoogstraat gingen en nu de Lange Kerkstraat passeerden. De heer De Bruin meent een enkel woord van protest te moeten laten hooren tegen de wjjze waarop de heer Smit die zaak bespreekthjj had dat niet verwacht van een man die reeds zoovele jaren in den Raad zit en meer waarheid verwacht. Is 't waar, dat de markt is opgericht om het venten te voorkomen -Er wordt gevent. De methode van éen adres werd aldus besproken, maar die van andere niet. Spr. had verwacht dat de heer Smit een zeer serieus onderzoek zou heb ben ingesteld en niet met praatjes maar met feiten zou zjjn gekomen. Den Voorzitter spjjt 't ook, dat deze zaak op deze wjjze besproken wordt. Het venten kan door een marktregeling niet worden tegengegaan, omdat het loopende venten niet verboden is. Voorz. verzekert dat door B. en W. het belang van de Schiedammers voorop wordt gezet. Den heer De Groot stuit tegen de borst de slingering waarvan het preadvies van B. en W. bljjk geeft; alleen op grond van de adressen wil men de markt afschaffen. Spr. had een ander motief verwacht. Zal ook hier niet op een ge heel andere categorie gelet worden 7 De koopers, en wel de minst koopkrachtigen, vinden op deze bloeiende markt iets van hun gading. Spr. vindt dan ook dat de markt reden van bestaan heeft, en ziet geen reden, om hetgeen een jaar geleden in 't leven werd geroepen, nu weer at te schaffen. De Voorzitter zegt, dat het College wel degeljjk ook het belang van de koopers heeft overwogenmaar 't meende, dat zjj, onnadenkend profiteerden van de markt, waardoor de hier bestaande industrie wordt benadeeld. De heer De Groot meent, dat dit betoog naar stedelijk protectionisme riekt en men in dat geval maar een tollinie om Schiedam zou moeten maken. De Voorzitter meent, dat de heer De Groot niet is kunnen overtuigd worden van hetgeen bjj B. en W. voorzit. De wethouder, de heer Van Westendorp, geeft de slingering volkomen toe. B. en W. waren verleden jaar tegen de markt en begrepen niet hoe van den middenstand zulk een voorstel kwam. Ziet men hierin nu een bloeiende markt 't is een zoo'je als 't afgeloopen is. Acht men zoo'n markt noodig voor een stad als hier In een stad als Rotterdam heeft die waarde, maar hier zjjn de nadeelen voor de winkeliers veel grooter dan de voordeelen die het koopen van een koekje en een paar oude parapluies voor de koopers biedt. Weth. verz-kert den heer Smit, dat 't in het bedoelde geval hier een man ea een vrouw geldt die kinderen hebben, en waar de man ziekelijk is, verdient 't lof en geen berisping dat de vrouw tracht iets er bg te verdienen. Ook het argument, dat men het marktwezen moet ontwikkelen kan hier niet gelden om een instelling in 'tleven te houdeD, waarvan de inge zetenen veel meer schade dan voordeel hebben. Hoevele duizenden sigaren worden daar bjjv. niet gekocht die anders door de ingezetenen geleverd wordenDe voor- en nadeeltn wegend, meent weth. dat de nadeelen veel grooter zjjn, dan de voordeelen die de markt aan de ingezetenen oplevert. De heer Smit zegt, dat als hg een beetje scherp is geweest tegen bedoelde vrouw, hjj dat terugneemt, maar 't is door haar zelf verteld. De vreemde kooplui die nu op de markt staan, stonden vroeger bjj de winkeliers voor de deur. Toen vroeg men is daar nu niets aan te doen, waarom kan hun geen vaste standplaats worden gewezen. De Y oorzitter herhaalt dat het rondventen niet verboden is, maar 't is moeiljjk den kooplui het stilstaan te verbieden, als zg vjjf menschen te bedienen hebben, staan zg van zelf langen tjjd stil. De heer Wittkampf merkt op, dat de opinies hier verschillen, maar als er sprake is van last te veroorzaken, dan vindt hjj 't billjjker dien last over de stad te verdeelen dan ze op éen punt te concentreeren. De heer Smit betoogt nog, dat de kooplui vroeger bjj de winkeliers voor de deur stonden en nu zjjn ze als 't ware buiten de stad gedreven waar geen winkeliers wonen (tegenspraak). De heer G o s 1 i n g a geeft in overweging als de Markt toch opgeruimd wordt, dit maar een maand eerder te doen dus niet op 1 Februari maar op 1 Januari a.s. Het voorstel van B. en W., de Zaterdagavond-, markt, weer af te schaffen, wordt aangenomen met 13—7 stemmen. Tegen stemmen de heeren Koopmans, Smit, Beukers, De Groot, Ris, mr. Jansen en Kranen Drankwetvergunningen. Voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verordening tot aanwijzing van wjjken en straten, waar geen drankwetvergunningen worden verleend (art. 7 le lid snb lo der Drankwet). De heer Wittkampf kan zich met dit voorstel niet vereenigen' Hjj merkt op, dat dus alle hotels, sljj tergen enz. in dat gedeelte van het Frankeland zullen zjjn uitgeslotendat acht hjj te ver gedrevendrank is geen dynamiethet matig gebruik is volstrekt niet ongeoorloofd en in die woonwjjk geen enkele gelegenheid te geven om een. druppel drank te gebruiken, acht hij te ver strekkend. De Voorzitter merkt op dat wel vergun ning kan gegeven worden voor logementbuiten dien is er toch ook verlof te krjjgen, maar nie mand zal 'talgenaam vinden in een nette wjjk een kroegje naast de deur te hebben, evenmin als iemand er op gesteld zal zjjn de chemische fabriek naast zjjn huis te hebben. De heer mr. von Briel Sasse moet 't evenzeer van 't hart, dat hjj niet kan meegaan met dit voorstelhjj vindt de keuze niet bjjzonder gelukkig om juist in die wijk waar men behoor lijke inrichtingen te verwachten heeft, bedoelde gelegenheden uit te sluiten veleer acht hjj die uitsluiting gewenscht in woongedeelten, waar de sterke drank meer obscuur gebruikt wordt. Hoewel hjj wel wat voor de dranköestrjjding gevoelt, acht hjj 'i geen gelukkige poging ze juist daar toe te passen. Den heer Goslinga is dit voorstel sympa thiek en hjj wil de bedoelde poging steunen, omdat hjj daarin ziet sen streven om de publieke drankbestrijding door de gemeentelijke overheid te doen ter hand nemen. Al is men 't geheel eens dat het gebruik zelf geen kwaad is, dan moet men toch den verkoop in 't openbaar willen be teugelen. De Drankwet geeft daartoe gelegenheid door verlaging van het maximum aantal vergun ningen te doen aanvragen en bepaalde woonwijken van het geven van vergunningen uit te sluiten. De Vooritter, opmerkend dat het grootste deel der betrokken terreinen eigendom is van de stad en ze slechts voor een klein gedeelte aan «Kortland" behooren, zegt dat hier slechts een zeer bescheiden stap in de bedoelde richting wordt gezet. In Schiedam wilde het College niet agres sief maar preventief te werk gaanagressief zou 't altgd ontraden presentief steeds aanbevelen. De heer Wittkampf meent, dat als het meerendeel der bedoelde gronden aan de gemeente behoort, men elk geval op zich zelf kan beoordee- len en niet elk koffiehuis behoeft te weren. Het gebruik van sterken drank in huis acht hg veel kwader dan in een koffiehuis, omdat dan de publieke contróle ontbreekt. Spr. is sterk tegen het drank misbruik, maar in huis kweekt men dronkaards. De wethouder, de heer Van Westendorp, behoort niet tot de menschen die elk drankge bruik uit den booze acbten. Hoewel hg 't niet goed acht, vindt hg 't toch niet zoo kwaad. Maar het stichten van kleine kroegjes in die woonwjjk vindt hjj geen verbetering en men kan de gelegen heden toch niet schiften tegenspraak. Ook hjj ziet in het voorstel een zeer bescheiden stap om het misbruik te beteugelen en daar kan hjj wel met meegaan. Niemand wordt geschaad door deze proefvoor logement en sociteit kan altjjd vergunning worden gegeven. De heer De Bruin ziet in deze discussie een strjjd tusschen de faisoenljjke en ontatsoenljjke caféshjj kent slechts éen soort cafés en vindt ze allen onfatsoenljjkhjj meent, dat men hier het principieel pad niet moet verlaten en ziet in het voorstel een olficiele demonstratie tegen het drankmisbruik, maar niet alleen tegen het misbruik, maar ook tegen het gebruik, dat hjj in het nadeel van ons volk acht. De Voorzitter verklaart, dat hjj in het College zjjn pereoonljjk standpunt in deze niet heeft laten gelden, maar veelal gezwegen heeft. Toch wjjkt hjj geen oogenblik van zjjn principieel standpunt af, maar als voorzitter was 't zjjn plicht aldus te handelen. De heer mr. Jansen zegt, dat wat hem 't meest is opgevallen is de treurige wjjze waarop dit voorstel door B. en W. is toegelicht. Hjj respecteert de geheel-onthouding, hoewel hjj veel meer eerbied heeft voor iemand die in al zjjn doen en laten, in eten en drinken matig is. Toch erkent hjj dat de geheel-onthouding voor sommi gen noodig is maar moreel en maatschappelijk staat hjj hooger die in alles matig is dan diegene die de matigheid op een enkel punt betracht. Hjj bad de toelichting geheel anders verwacht en begrjjpt niet de argumenten die zjjn aangevoerd. Zjjne conclusie, dat men niet beslist het geven van ver gunning moet uitsluiten maar naar aanleiding van de artt. 7 en 35 der Drankwet het verkrjjgen van vergunning zóo moeiljjk moet maken, dat men van bedoelde kleine zaakjes geen last zal hebben. De Voorzitter betoogt dat bjj het uitgeven van gemeente-gronden de redeneering niet aldus moet zjjn we krjjgen zooveel geld die man heeft een vergunning in zjjn zak, maar we moeten hem toch maar geven. De bouwmaatschappij «Kortland" is hier de zwakkere zuster, maar als ze met ons op de vleugelen der verordening vaart, vaart ze wel. Voorz., gewagend van de apostelen der matigheid, zegtmen moet wel moed hebben om in S c h i e d a m de matigheid te verdedigen. Hjj wjjst op de fabel van Lafontaineden man die den jongen, in 't water spartelend, verwjjtdat bij niet zwemmen kan, maar hem inmiddels laat verdrinken. Hjj dankt voor de opmerking dat B. en W. in dezen niet al te principieel zjjn geweest. De heer Van der Schalk moet protest aan- teekenen tegen de uitdrukking die de voorzitter zioh ten opzichte van Schiedam veroorlooft't is alsof 't in Schiedam allen dronkaards zjjn I De Voorzitter bljjft toch bjj zjjn beweren: dat in Schiedam moedig is h jj die de matigheid ver dedigt. De heer Wittkampf vindt dat een zeer krasse beleedigiog aan het adres der Schiedammers. De heer Van der Schalk zegt, dat matig zjjn zjj, die zich kunnen beheerschen en niet meer drinken dan noodig is. In een woonwjjk moet gelegenheid zjjn ook om sterken drank te koopen zoowel als alle andere levens zaken. Ook spr. kan de leidende gedachte van dit voorstel niet begrjjpen, hjj zegt, dat onlangs in een brochure is aangetoond, dat bjj vermindering van het aantal drankgelegenheden, het drankgebruik niet vermindert, maar vermeerdert. Als men in een bepaalden wjjk het geven van vergunning wil uitsluiten, waarom dat dan niet bepaald voor een fabriekswjjkdat ware beter gekozen. De Voorzitter zegt, dat kon men dat bepalen voor een fabriekswjjk, men dat wel zou doen. De heer Wittkampf meent, dat de uit drukking men moed wel moet hebben om in Schiedam de matigheid te verdedigen, geljjk staat met het gezegde: men moet wel moed hebben om in een dievenhol eerljjk te zjjn. De Voorzitter verweert zich als volgt ten opzichte van die uitdrukkingWaarom moet men in Schiedam moed hebben em de matighheid te verdedigen Omdat er onwillekeurig zooveel gele genheden zjjn waar de matigheid in gevaar komt. (Gratis schenken in branderjjen Red.) 't Is zoo gemakkeljjk hier matig te zjjn. Voorz. betreurt dat in hooge mate, maar veroordeelt hoog staande industrieele personen niet. Hjj betoogt dat bjj die niet drinkt, beter doet dan hjj die matig drinkt, omdat hjj dan niet in verleiding komt. De heer W ittkampf zegt, dat 't er hief niet om gaat hoe de voorzitter zich de uitdruk king denkt, maar hoe ze is. De Voorzitter zegt dat het voorzichtiger voor den Schiedamschen werkman is niet te drinken. De heer Wittkampf zegt, dat de voorzitter, getuigend 't niet zoo bedoeld te hebben, om de zaak heen draait. De heer Van Westendorp, begrjjpt dat hier te veel gezegd is en hoopt dat men 't na de nadere verklaring eens zal zjjn. Hjj merkt op, dat in deze woonwjjk toch ook de werkman zal wonen. Als de opgespoten gronden in actie komen een aanvraag is er al dan zal in deze woonwjjk zich ook de werkman vestigen en dan is toch zeker dat ook hier het spreekwoord geldt de gelegenheid maakt den dief. Waar nu «Korland" voor de voeten wordt geworpen, is hij bereid een wijziging aan te brengen en bjj amen dement voor te stellen de uitsluiting te doen strek ken van de St. Liduinastraat tot aan het Spuikanaal. De heer mr. Jansen verzekert, dat «Kort land hierbjj als niet betrokken ishoogstens éen straat moet nog worden aangelegd. Zelfs de St. Vincentius-Vereeniging is er in veel groote mate bjj betrokken. In de memorie van toelichting wordt betoogd, dat aan verleende vergunningen niet ge tornd wordtspr. meent, dat er twee zjjneen in de Fabristraat en een aan de Westerkade. De betrokken zinsnede herinnert hem er aan hoe hem in zjjn studietjjd geleerd werd op welk zonder linge wjjze onder de regeering van koning Wil lem I de voorstellen, 'tzjj van protectionistischen aard of in vrjjhandelstrant werden toegelichtjuist met de tegenovergestelde argumenten. De Voorzitter zegt, dat mr. Jansen ande ren niet moet beoordeelen zooals hjj zich-zelf beoor deelt hjj kan zeggenik vertrouw mjj-zelven niet, maar hjj moet niet zeggen, dat B. en W. den Raad voor den gek houden applaus van éen lid geen enkel rechtsbeginsel is hier geschonden, 't Spjjt voorz. dien kjjk in mr. Jansen's karakter gekregen te hebbenhjj hoopt dat hjj hem gele genheid zal geven daarop later een beteren kjjk te krjjgen. Den heer mr. Jansen spjjt 't, dat de voor zitter zich een zoo beleedigende uitdrukking ver oorlooft. De Voorzitter ontzegt aan mr. Jansen het recht te zeggen, dat er iets achter ziter is geheel klaren wjjn geschonken, te veel om iets te zeggen dat leeljjk is. De heer Van Westendorp verzekert dat aan het bezit der St. Vincentius-Vereeniging of aan het terrein «Kortland" aldus nooit is gedacht. Hjj kondigde straks een voorstel aan om die terreinen uit te zonderen, maar nu mr. Jansen zegt, ze er niet bjj betrokken zjjn, zal hjj dat voorstel niet doen. De heer mr. Jansen zegt dat zjj er wel bjj betrokken zjjn, maar dat Kortlands belang in zjjn betoog in 't geheel niet in 't spel was. Het voorstel wordt aangenomen met 119 stemmen. Tegen stemmen de heeren Koopmans, Beukers, Nolet, Wittkampf, mr. von Briel Sasse, Van der Schalk, Ris, mr. Jansen en Kranen. De Voorzitter deelt mede dat B. en W. in de vergadering van 7 Dec. het werklieden-re glement aan de orde zullen stellen en amendemen ten eventueel veertien dagen van te voren moeten worden ingezonden. B. en W. vragen machtiging tot aanbesteding van de bureau- en schoolbehoeften en tot verhuring van land in het Oud- en Nieuw West-Fran keiand en van den Groenendjjk. De machtiging wordt verleend. Nog moeten B. en W. mededeelen, dat het ver huren van het kantoor aan de gemeentewerf aan den heer A. J. Zoetmulder door een misverstand tiet is doorgegaan en dus het betrokken voorstel meet worden ingetrokken. De wethouder, de heer Lagerwey, vraag* - I -1- f rrr

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 2