Binnenland. Stads- ea Gewestelijk Nieuws. Kerknieuws. waarin het volk vetrouwen kan stellen. Het libe ralisme staat op een tweesprong. Het moet wor den of een hervormingspartij op den grondslag van algemeen kiesrecht voor mannen en-vrouwen, of zjj wordt afgebrokkeld door de Rechterzqde of de soc.-democraten. Nagaande welke verhouding tus- schen die eventueele hervormingspartij en desec.- dem. partij zou worden geschapen, betoogde spr., dat hjj een democratisch bloc èo noodlottig voor zijn eigen partij z°u achten, omdat daarmede haar zelfstandigheid zou verloren gaan. Door elk op eigen gelegenheid te blijven zal men meer kracht kunnen uitoefenen. Daarna kwam spr. tot een bespreking van het karakter dezer Regeering. Tegenover verzwakking der conservatieve elementen links hebben de ver kiezingen gebracht versterking dier elementen aan de Rechterzijde. Zal deze Regeering tegenover den invloed van het conservatisme sterker staan dan de Regeering van 1901 Spreker geloofde dit niet, nu de Regeering het kiesrecht-vraagstuk ophangt aan een commissie van uitgebreide grondwetsher ziening. Hoe is dan te aanvaarden hare verklaring, dat zq niet staat onder conservatieven invloed "Wanneer de bedoeling der Regeering is de Grond wet in christeljjken zin te wjjzigen, dan moet zjj dat werk zelf ter hand nemen en het niet opdragen aan een gemengde commissie, geljjk haar voor nemen is. Het conservatisme der rechterzqde, betoogde de heer Troelstra verder, is eveneens waar te nemen in het standpunt der regeering tegenover den 10 uren werkdag, bq het inkomen der verzekerings- ontwerpen. Straks zal het conservatisme eerst recht bljjken Spreker -verweet de regeering dat zq als Christeiqke regeering zoo weinig getuigenis van haar Christelijkheid aflegt, blqkende onder meer uit de bekende duistere paragraaf in de Troonrede omtrent de christelijke rechtsbeginselen. In den breede betoogde spr., dat de antithese geen poli tieke beteekenis heeft en aan de rechterzqde een gemeenschappelijke basis ontbreekt. De regeering moge gematigdheid in de antithese en haar politiek laten uitschijnen, van anti-revolutionaire zjjde wordt zq voortdurend opgezweept naar die verderfelijke politiek, die volgens spr. larizeëisme in onze poli tiek brengt. In dat licht bespreekt de heer Troelstra de Kuyper-Lehmann zaak. Spr. ziet in die zaak minder het bankroet van een persoon dan wel van een stelsel in dien per soon belichaamd. Voorat verweet spr. de regeering, dat zq verschillende vragen, in het voorloopig ver slag gedaan, betreflende de Kuyper-zaak niet beantwoorden wil, met name of bq de decoratie van den heer Lehman de gebruikelijke weg gevolgd is en of de broeder van den heer Lehmann al dan niet op de voorloopige lijst vcorkwam in 1905. Hq vroeg op welk artikel de regeering de weige ring grondt. Alleen een staatsbelang zou weigering motiveeren. Thans komt spr. tot de zaak zelf. Ik zal er vrjj uit over spreken. (Beweging en gelach). Ja, want in de anti-revolutionnaire pers worden allen belee- digd, die in deze zaak ronduit zjjn opgetreden. Nu kan men dr. Kuyper wel vereeren als een afgod, met hem gaan door dik en dun, maar wjj zullen ons in dit koor van aanbidding niet laten opnemen. (Vrooljjkheid). Al is in deze ridderorde-zack dus ae persoon van dr. Kuyper betrokken, spr. zal daarom niet meer over hem spreken dan strikt noodig is. Dr. Kuyper blqft voor hem een groote figuur. De indruk, die deze zaak in het land maak te, was verbluffendmen vroeg zich af, hoe een man als dr. Kuyper in dat milieu kwam." De Voorzitter vraagt den spreker niet af te dwalensik ben bank dat de heer Troelstra anders derailleert." (Gelach). De heer Troelstra: »Dat zal niet gebeuren. Mijn eigen locomotief zal me op de rails hóuden (Gelach). We hebben hier te doen met den rijken Jood Lehmann, (gelach), vriend van den vorst van Monaco, begiftigd met 14 buitenlandsche ridder orden, bekend in mondaine-kringen en in kriDgen, waar geen puriteinsche gewoonten heerschen. (Be weging) Deze heer wil voor geld een Nederland- sche ridderorde hebben. De tweede persoon in het drama is een avontuurlijke juffrouw van eenigs- zins verdachte reputatie, om het zacht uit te druk ken, die zich nestelt in de rjjke wereld." De Voorzitter verzoekt spr. niet te zeer af te dwalen. De heer Troelstra: j>En de derde in 't dra ma is een Nederlandsch minister, die de dame van een orde-lievenden baron niet alleen ontvangt, wanneer ze geld komt brengen voor de partijkas, maar die haar ook schrijft, dat hq nog meer geld gebruiken kangeld der qdelheid. Deze minister is niet een paganist, slachtoffer van den geest uit de diepte, maar het is dr. Kuyper, den van God gegeven leider der Calvinisten, die staat op den rotsgrond van het Evangelie. Dr. Kuyper is in deze vergadering niet aanwezig, na maanden ge leden de zaak te hebben tegengesproken op geheel onvoldoende wijze. Spr. critiseert scherp de hou ding van den heer Kuyper. Spr. bespreekt verder hetgeen dr. Kuyper over Ridderorden in nOns Program" had geschreven, en vestigt de aandacht van minister Heemskerk hierop. Vervolgens vraagt hq nLaat minister Heemskerk aan de Kamer mededeelen, waarom Lehman geridderd is." De Minister: Dat is nooit gevraagd. De heer Troelstra: U zoudt er toch niet op hebben geantwoord want veel mindere vragen beantwoordt u ook niet. Spr. komt ten slotte tot de conclusie, dat het fari zeïsme in de politiek, zooals dit in de lintjeskwestie is belichaamd, velen zal afschrikken, en daarom misschien nog goede uitwerking hebben. Tot de Nederlandsche arbeidersklasse richt spr. zich in een heftige peroratie, met den raad, om zich te vereenigen tot versterking van baar macht tot verbetering van haar toestanden en tot propaganda voor het aigemeen kiesrecht. (De heer Kuyper komt binnen). De heer Kuyper vraagt het woord voor een persoonlqk feit. (Beweging). De heer Ketelaar: De heer Kuyper is niet in de vergadering geweest. (Rumoer). De Voorzitter: Ik heb geen enkele reden om den heer Kuyper het woord te weigeren. De heer Van Twist: Bravo 1 Er is groote beroering. De heer Kuyper zegt, dat het persoonlijk feit is, dat iu het voorloopig verslag grieven tegen hem zqn aangegeven, die thans zqn herhaald. Spr. zal er op antwoorden. Er zijn vier vergissingen twee van de aanval lers en twee van spr. De oppositie beweert, dat er reeds 24 November 1902 geen krijgsgevangenen meer op de Bermuda-eilanden vertoefden. Dit bewqst niets. De krijgsgevangenen zaten niet op Bermuda, maar op St. Helena gevangen. De tweede vergissing is de voorstelling, dat spr. ten onrechte zou hebben gesproken over Juni 1903. Dit stond er niet. Spr. heeft zich dus vergist met Bermuda, dit moest zqn Sint Helena. Hq had ook niet moeten schrjjven 1£ jaar, doch geruimen tjjd later. Dit wordt verklaarbaar, want spr. schreef uit het geheugen over dingen van 6 en 7 jaar geleden. Spr. werpt de beschuldiging van zich af, als had hq zich aan omkooping schuldig gemaakt. Men verweet spr. lintjes-handel. Er zou hem f 11.000 zjjn geschonken in 1903, terwjjl de brief van spr.'s dochter, waarin over dat geld gesproken werd, van 1905 dagteekende. Toen wierp men het over een anderen boeg. Het geld zou hebben ge strekt voor een electoraal doel. De beschuldigers echter moesten hun aanklacht waar maken. Dit mislukte. Tusschen de decoratie en de verkiezing bleek geen verband. Spr. zweeg toen, de voor waarde stellend, dat men eerst alle stukken zou publiceeren. Nu echter de zaak iu de Kamer is ter sprake gekomen, zal ik spreken. De eerste vraag is, of de decoratie gegeven was uit gunstbetoon, of op grond van verdienste. Dit laatste is een feit. De heer Lehmann heelt veel goed gedaan aan Nederlandsche krijgsgevangenen, die zonder geld en zonder goed waren. De regee ring kon hier niet helpen. Toen hielp de heer Rudoll Lehmann. Moeilqk zal het valleo, iemand te vinden, die beter en meer een decoratie ver diende. (Beweging). De geheele ministerraad besloot toen den heer Lehmann te decoreeren, en de Koningin schonk Haar goedkeuring er aan. De heer Lehmann had zelf nog verzocht, zqn naam voor de krijgsgevangenen geheim te houden. De vraag, of de commissaris der Koningin gehoord is, verraadt onbekendheid met de diplomatieke ge woonten. Dit geschiedt nooit wanneer een consul- generaal reeds aangesteld is. De regeering vraagt geen informaties over iemand, met wien zq zelf in connectie staat en tegen wiens benoeming tot consul, noch de commissaris der Koningin, noch de burgemeester van Amsterdam bezwaar hadden. De voordracht tot decoreeren behoorde geenszins van een minister van Buitenlandsche Zaken uit te gaan. Geheel afgezonderd van deze feiten is het verstrekken van geld door de heeren Lehmann aan de anti-rev. verkiezingskas. Dit gaat het publiek niet aan, tenzjj kan worden aangetoond, dat er ver band is tusschen gift en decoratie. De heer Leh mann steunde de anti-rev. partjj in 1904, omdat de regeering zoo goed was opgetreden tegen de spoorwegstakers. Toen zei de heer Lehmann, dat bij aanblijven van het bewind noodig achtte. De heer Lehmann zond aan spreker als voorzitter van het verkiezingscomité toen een bijdrage, niet door bemiddeling van juffr. Westmeyer, maar direct per aangeteekenden brief. Zq zonden het niet aan den penningmeester, omdat zq niet wisten, wie dat was. Toen spr. indertqd als voorzitter van dat comité bedankte, schreef bq uitdrukkelijk, dat hq wist, dat die functie met het ministerschap slecht vereenigbaar was. In zqn particuliere leven doet iedere minister dingen, waarvan niemand zeggen zal, dat hq ze als minister deed. Ook wat de brieven aangaat, wil spr. zeggen, dat iedere minis ter in zqn private correspondentie geheel vrjj bljjit, als hjj het niet ambtelijk doet. De beschuldigers hebben geschroomd, hun beschul diging te bewijzen. Met vermoeden mag men niet volstaan. In het voorloopig verslag worden er een paar genoemd, maar spr. bestrqdt die uitvoerig. Uitdrukkelijk heeft spr. aan mej. Westmeqer geschreven, dat hjj zich nergens toe verplichtte, door aanneming van het geld. Dit deed spr. uit voor zichtigheid tegenover een niet altijd logisch redenee- rende vrouw. Wat spr. schreef over de Utrecht- sche universiteit, heelt met de decoratie niets te maken in geen enkel briefje is trouwens van zulk een decoratie sprake. Omtrent een beweerde decoratie aan den anderen heer Lehmann, doet spr. het zwjjgen. Waar zou het heen, als de Kamer zich met dergelijke overwegingen ging bezig hou den Spr. wil echter verklaren dat op de voor loopige lijst de naam van den heer E. A. Leh mann niet voorkwam. Wel beeft spr. als minister aan zjjn ambtgenoot van Buitenlandsche Zaken gevraagd, of die heer als geestverwant en als Amsterdamsch koopman niet in aanmerking moest komen. (Gelach). Spr.'s ambtgenoot voerde later dien heer van de ljjst af. Spr. wil desnoods erkennen, dat hjj onvoorzichtig is geweest, maar verklaart, op zijn eerewoord, dat er geen enkel verband is tusschen gift en decoratie. »Ik besluit", zegt spr., »met deze resumptie le. de aan den heer Rudolph Lehmann verstrekte decoratie is gegeven op grond van verdienste en naar den gewonen maatstaf beoordeeld2e. Ik verklaar op mqn eerewoord, dat er tusschen gift en decoratie geen verband bestaat3e. dat geen enkel argument is gehoord, waardoor dit verband is bewezen." Ik zal, zegt spr., mq van alle verdere discussie over deze zaak onthouden. Ik zou het betreuren, als er nog leden waren, die mjj niet op mqn woord geloofden, maar ik heb niets gedaan, dat strijdt met mqn geweten. (Bravo's.) De vergadering wordt verdaagd tot heden, (Vrqdag). De zaak ran Heeckeren ran Keli. De ïNieuw Ct." doet opmerken, dat het van geen nut hoegenaamd is, bedoeld geheim dossier in de pers te spreken. Wat het bevat, weten slechts zeer weinigen en deze zullen niet spreken terecht, wjjl zij het niet mogen. De medeelingen in de pers omtrent den vermoedelqken inhoud er van zjjn dus niet meer dan veronderstellingen of oocontroleerbare aanduidingen. Nu de gelegenheid zich voordoet, zegt het blad, willen wjj bijvoor beeld wel zeggen, dat onze inlichtingen ons niet veroorloven aan het bestaan van een brief van den Duitschen Keizer welken het »Vad." als authen tiek aanneemt te gelooven. Wat denkt men dan met de verspreiding van allerlei geheimzinnige en onvolledige geruchten te bereiken Slechts stellig geformuleerde en op bewezen feiten gegronde beschuldigingen tegen dr. Kuyper ter zake van de rol die hjj als pseudo-minister van Buitenlandsche Zaken gespeeld heeft, zouden grondslag voor een parlementair onderzoek kunnen zqn en dan nog ware het de vraag of 's lands be lang zou gedoogen zulk een onderzoek bq het licht der openbaarheid in le stellen. Het oprake len echter der oude geruchten in verband met de ^Buitenhof crisis" kan tot niets anders dienen dan ter versterking van de overtuiging, dat dr. Kuyper geen minister van Buitenlandsche Zaken behoort te worden endeze overtuiging lijkt ons thans in het land genoegzaam gevestigd Mr. Th. II. De Meester. Omtrent den gezondheidstoestand van den oud minister De Meester verneemt men dat deze na zqn jongste ernstige ziekte thans bevredigend is het loopen valt den patiënt evenwel nog vrjj moeilqk. Mager resultaat. Verslag no. 94 bevat den uitslag van het land meters-examen. De eenige candidaat werd afge wezen. Hoeveel dagen de commiss.e zat, wordt niet vermeld. Zou dit examen, met 't oog op 's lauds schat kist, niet aan een ander kunnen worden vastge koppeld of.vervallen (Tfld-) De Papendrechtsche strafzaak. Aan de Tweede Kamer zijn door de heeren dr. E Brandts, J. Visser Gz. en M. Walbeek afschrif ten toegezonden van de adressen, houdende beklag over den Dordschen officier van justitie welke adressen door hen indertqd aan den Minister van Justitie zjjn gezonden. Voorts is door den heer J. Van Elck aan de leden dier Kamer gezonden een adres betreffende verschillende punten uit deze zaak, alsmede een afschrift van zjjn request aan den Hoogen Raad, Mr. J. Heyligers. f Te Amersfoort is op 75-jarigen leeftqd overleden mr. J. Heyligers, tot de periodieke verkiezingen van dit jaar lid van den gemeenteraad, in welks college hjj een 20-tal jaren zitting had. Ook als voorzitter der gezondheidscommissie en als curator van het gymnasium, had de overledene groote verdiensten, terwjjl de Maatschappij tot bevorde ring der toonkunst in hem steeds een krachtig beschermer heeft gevonden. Kamerverkiezing-Gulpen. Men meldt uit Gulpen aan het »Centrum" dat in de vergadering van het hoofdbestuur voor de nCent." R. K. kiesvereen. in het district Gulpen de heer jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck candi daat is gesteld der centrale kiesvereeniging voor de Kamerverkiezing in het district. Volgens de N. Ct. heeft mr. Van Groenendaal, griffier van de Staten van Overqsel, bedankt voor de candidatuur in het district Gulpen en stelt ook de heer Brouwers, de vroegere tegencandidaat, zich niet weer verkiesbaar. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 19 November 1909, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 769.6 te Aberdeen. Laagste barometerstand 745.7 te Horta. Verwachting tot den avond van 20 November 'n het Noorden veranderlijke wind en bewolking. In het Zuiden zwak tot matige Oostelijke wind en licht bewolkt, waarschjjnljjk droog weer. Brand. Gister avond omstreeks 8 ure werd brand ont dekt in de branderq van den heer Ant. Schiphorst aan de Nieuwe Haven, 't Bleek dat de vloer van den zolder nabjj den schoorsteen in brand was geraakt. Nadat de meesterknecht gewaarschuwd was, werd de brand door burgers en een politieagent met enkele emmers water geblnscht. De slangen wagen der politie reed nog uit, doch behoefde geen dienst te doen. De heer C. M. Kleipool van hier heeft te Amsterdam met gunstig gevolg het exa men voor semi-arts afgelegd. Gistermiddag arriveerde inonze haven H. M. kanonneerboot »Utur", commandant J. N. de Ronde. Heden-ocntend is bet schip weer van hier vertrokken. Aan A. v. d. Pluym alhier is. als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bron zen eere-penning voor menschlievend hulpbetoon en een loffelqk getuigschrift, toegekend wegens de door hem met levensgevaar verrichtte redding van een tweetal drenkelingen uit de Nieuwe Haven in September 1.1. H e d e n-m orgen is naar het Huis van Bewaring te Rotterdam overgebracht de zwervende koopman G. D., die nachtverblijf bjj de politie had en bleek nog gesignaleerd te zjjn voor f4. boete, subs. 3 dagen hechtenis. U. Missie. De aangekondigde H. Missie, van 18 tot 28 No vember in de St. Janskerk aan de Lange Haven te houden, heeft gister-avond een aanvang geno- nomen met het plechtig Lof, waaronder de inlei dende rede gehouden werd door den weleerw. pater Natalis (Verhoeven), die als leider mèt de weleerw- paters Apollinaris, Norbertus en Victor, allen van de Orde der Capucjjnen, de H. Missie komt geven. De kerk was bjj deze eerste oef-ning tot in de gangpaden door eene dichte menigte bezet, welke met aandacht den voljjverigen boetpreker volgde, die dit werk van geestelijke vernieuwing stelde onder de achutse van Haar, die de Moeder der Barmhartigheid terecht wordt genoemd. Na bet Lof werd door de tallooze schare met geestdrift een lied Haar ter eere gezongen. Des morgens onder de H. Missen ten 6en9£ ure en 's avonds onder het Lof ten 7 ure zullen de pre dikatiën door de Missiepredikers gehouden worden. De hoogeerw. heer H. A. Horning, die kort na zjjn aftreden als deken van Alkmaar en pastoor der St. Laurentius parochie aldaar, zeer ernstig ongesteld werd, is thans dermate hersteld, dat hq voor de eerste maal weder de H. Mis heeft mogen opdragen. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 16 November 1909, des namiddags 2 uur. (Slot), Binnensluisopening. Adres van de Schiedamsche Spoelingvereeniging houdende verzoek om de Binnensluis en de brug gen over de Schie weder, evenals vroeger, te zes uur, te openen met prae-advies van B. en W. In hun advies op dit adres zeggen B. en W- dat zelfs nu nog die tjjd langer is dan in de havens van Rotterdam, zoo dat over de eigenljjke scheep vaart volstrekt geen reden tot klagen bestaat De bezwaren van voerders van spoelingscbouweo kunnen opgeheven worden wanneer zq tusschen 5—7 uur 's avonds hun vaartuigen hier brengen, terwjjl bjj geregelden waterstand, tegen betaling van 5 cent per schouw, de schutting een uur, voor het opengaan van de sluisdeuren kan ge schieden B. en W. stellen voor adressant te berichten, dat haar verzoek niet voor een gunstige overwe ging in aanmerking kan komen. De heer mr. von Briel Sasse zegt, dat hq met bedwezen van het te dezer zake uitge brachte preadvies heeft kennis genomen hjj hoopt, dat men hier zal luisteren naar de stem der prak tijk en zal voor inwilliging van adressante's ver zoek stemmen en niet meegaan met hel advies van B. en W. De heer R i s betoogt dat men niet doof moet zjjn voor het betrokken verzoek om den ouden toestand te herstellen. Maar moet men de belan gen der boeren in 't oog houden, ook op de belan- ger der brugwachters moet gelet wordenals de bruggen een uur vroeger open moeten, dan moet er een plaatsvervanger gesteld worden, ook al moet dat geld kosten. De wethouder, de heer Lagerwey, zegt, dat men ook hier van nslingering" zou kunnen spre ken, maar die is niet zoo moeiljjk te verklaren om half zeven zjjn de spoelingboeren al voor de sluis present en wachten zjj met ongeduld bet oogenblik der opening. De boer wil vroeg gehol pen zjjn en de brander kan hem vroeg helpen. Weth. wil daarmêe het preadvias niet afbreken (gelach)maar pleit toch voor inwilliging van het verzoek. De heer Wittkampf is bijzonder opgeval len de zinsnede in het preadvies, dat de voerders van spoelingschouwen bun vaartuigen wel den vorigen avond hier kunnen brengen. Hjj wjjst er op, dat er komen o.a. van Hof van Delft en Hil- legersberg, die zouden dan naar huis terug moeten gaan en den volgenden dag weer komen, dus zou den er twee reizen van en naar hun woonplaats mee gemoeid zjjn. Ook merkt hij op, dat er geen bezwaar bestaat, als men maar betaalt extra betalen voor het openen der sluis - maar dat maakt a 5 ct. per schouw voor de 300 schouwen een bedrag dat op den handel drukt, te meer daar men voor de afnemers met een grooten concurrent te rekenen heeft. De Voorzitter heeft aan den toon bjj dit debat bemerkt, dat het beter ware geweest het verzoek om advies aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken te zenden. De heer Wittkampf sluit zich aan bjj de opmerking van den heer Ris, dat als er van de brugwachters te dezer zake meer uren arbeid gevraagd wordt, er een plaatsvervanger moet gesteld worden. De wethopder, de heer Van Westendorp, zegt, dat er hier geen kwestie van is om den arbeidstrjjd te betalen, maar dat er veel van de brugwachters gevorderd wordt. Hjj wjjst er op, dat de betrokken verordering nog niet lang ge leden is aangenomen en ziet die die nu zelf, door een college afbrekenWeth. meent dat 't beter was het besluit te nemen laten wjj kjjken of 't zoo erg is. De heer G o s 1 i n g a vraagt of, als er 5 ct. betaald wordt, er dan een plaatsvervanger komt. De Voorzitter segt, dat als de betrekking zoo bezet blijkt, er een plaatsvervanger moet ko men. Den heer De Bruin spjjt het drjjven te de zer zake naar eene stemming. In het belang van den handel ook had het advies van de Kamet van Koophandel kunnen worden gevraagd omtrent dit voorstel dat hjj onsociaal acht, omdat niet al leen de arbeidstijd van de brugwachters, maar ook die van de spoelinghalers wordt vervroegdhq stelt voor dit nog te doen. Den heer Van der Drift is 't eens met het gesprokene van de eerste heeren; hjj meent, dat men vooruit voorzien kon dat 't met de be trokken verordening, zoo geregeld, spaak moest loopen; maar toen had men geen bezwaar. Men moet Rotterdam niet tot basis nemen daar kan men veel beter inkomen en doorvaren dan hier door de sluis en met de lage brug. Spr. wil beide be trokken partjjen helpenèn den handel èn den werkman. De Voorzitter constateert, dat noch het voorstelWittkampf noch dat van den heer De Bruin tot aanhouding en advies vragen van de Kamer van Koophandel tot heden ondersteund is. Het laatste, nog steund vindend, komt in stem ming, doch wordt verworpen met 127 stemmeD. Voor stemmen de heeren Van Westendorp, mr. Jansen, Koopmans, De Bruin, Ris, Honnerlage Grete en Lagerwey. Het afwijzend preadvies van B. en W. wordt verworpen met 144 stemmen. Voorstemmen de heeren Honnerlage Grete, Lagerwey, Van Wes; tendorp en De Bruin. Het verzoek bljjkt dus ingewilligd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 2